Uitvoeringsbesluit 2018/1493 - 2 oktober 2018 Machtiging van Hongarije af te wijken van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

8.10.2018   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 252/44

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2018/1493 VAN DE RAAD

van 2 oktober 2018

waarbij Hongarije wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 6 februari 2018, heeft Hongarije om machtiging overeenkomstig artikel 395, lid 2, van Verordening 2006/112/EG verzocht om een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 26, lid 1, onder a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het recht op aftrek van voorbelasting ter zake van de leasing van personenauto's („bijzondere maatregel”).

 

(2)

Bij brief van 8 juni 2018 heeft de Commissie de overige lidstaten van het verzoek van Hongarije in kennis gesteld, overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Verordening 2006/112/EG. Bij brief van 11 juni 2018 heeft de Commissie Hongarije meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(3)

Krachtens de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de btw af te trekken ter zake van de goederen en diensten die hij ten behoeve van zijn belaste activiteiten heeft ontvangen. Krachtens artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG geldt er een aangifteplicht voor de btw wanneer een tot het bedrijf behorend goed wordt gebruikt voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

 

(4)

Momenteel mogen belastingplichtigen in Hongarije de btw op de leasing van personenauto's aftrekken in de mate dat zij die auto's gebruiken voor hun belastbare economische activiteit. Om voor die btw-aftrek in aanmerking te komen, moeten belastingplichtigen bewijzen in welke mate zij hun personenauto's voor bedrijfsdoeleinden gebruiken.

 

(5)

Hongarije stelt dat dit mechanisme moeilijk toe te passen is. Het niet-zakelijke gebruik is vaak zeer moeilijk nauwkeurig te registreren en ook als dat mogelijk is, is de procedure vaak omslachtig.

 

(6)

Daarom heeft Hongarije verzocht een bijzondere maatregel te mogen toepassen die voorziet in een vast percentage voor de aftrekbare btw ter zake van de leasing van personenauto's die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Op basis van eigen ramingen concludeert Hongarije dat het toepassen van een aftrekbeperking van 50 % aangewezen is. Tegelijkertijd dient ontheffing te worden verleend van de verplichting om btw aan te geven over het niet-zakelijke gebruik van de personenauto's die onder de aftrekbeperking van 50 % vallen.

 

(7)

De beperking van het recht op aftrek uit hoofde van de gevraagde machtiging moet gelden voor de btw die is betaald op de leasing van personenauto's die bestemd zijn voor het vervoer van maximaal negen personen en een maximaal toegestaan gewicht van niet meer dan vijf ton hebben. In het geval van voertuigen die bestemd zijn voor het vervoer van goederen, voertuigen voor speciale doeleinden (bv. kraanwagen, brandweerauto, betonmixer), voertuigen voor het vervoer van tien of meer personen, en trekkers en aanhangwagens wordt het recht op aftrek van de btw niet beperkt.

 

(8)

Belastingplichtigen die de 50 %-aftrekbeperking niet willen toepassen en die de btw in mindering willen brengen naar evenredigheid van het werkelijke zakelijke gebruik, moeten dat kunnen doen als zij het zakelijke gebruik omstandig documenteren.

 

(9)

Door de gevraagde maatregel hoeft niet langer een administratie van het privégebruik van tot het bedrijf behorende leasevoertuigen te worden bijgehouden en wordt tegelijkertijd voorkomen dat btw wordt ontdoken door een onjuiste administratie. Het is derhalve passend Hongarije te machtigen om de gevraagde maatregel toe te passen.

 

(10)

De bijzondere maatregel moet in de tijd worden beperkt zodat een evaluatie kan worden verricht van de noodzaak en de doeltreffendheid van de bijzondere maatregel alsook van de opsplitsing tussen gebruik voor bedrijfsdoeleinden en gebruik voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

 

(11)

Indien Hongarije een verlenging van de machtiging na 2021 nodig acht, moet het de Commissie uiterlijk 31 maart 2021, samen met het verzoek om verlenging, een verslag voorleggen met daarin ook een evaluatie van het toegepaste percentage.

 

(12)

De bijzondere maatregel zal geen noemenswaardige invloed hebben op de totale belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik en geen negatieve gevolgen hebben voor de eigen middelen van de Unie uit de btw,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwijking van de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG wordt Hongarije gemachtigd om het recht op aftrek van de btw ter zake van uitgaven voor personenauto's die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, tot 50 % te beperken.

Artikel 2

In afwijking van artikel 26, lid 1, onder a), van Richtlijn 2006/112/EG merkt Hongarije het niet-zakelijk gebruik van een tot het bedrijf van een belastingplichtige behorende personenauto niet aan als een dienst onder bezwarende titel, wanneer het recht op aftrek voor dit voertuig krachtens artikel 1 van dit besluit is beperkt.

Artikel 3

De artikelen 1 en 2 zijn uitsluitend van toepassing op personenauto's die bestemd zijn voor het vervoer van maximaal negen personen en een maximaal toegestaan gewicht van niet meer dan vijf ton hebben.

Artikel 4

De artikelen 1 en 2 zijn niet van toepassing op de volgende categorieën personenauto's:

 

voertuigen bestemd voor het vervoer van goederen;

 

voertuigen voor speciale doeleinden (bv. kraanwagen, brandweerauto, betonmixer);

 

voertuigen bestemd voor het vervoer van tien of meer personen;

 

trekkers;

 

aanhangwagens.

Artikel 5

Dit besluit wordt van kracht op de datum van kennisgeving.

Dit besluit is van toepassing met ingang van 1 januari 2019 en vervalt op 31 december 2021.

Een verzoek om verlenging van de bij dit besluit verleende machtiging dient uiterlijk op 31 maart 2021 aan de Commissie te worden voorgelegd, samen met een verslag met daarin ook een evaluatie van het in artikel 1 vastgestelde percentage.

Artikel 6

Dit besluit is gericht tot Hongarije.

Gedaan te Luxemburg, 2 oktober 2018.

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    LÖGER
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.