Uitvoeringsbesluit 2019/338 - Verlenging van verscherpt toezicht voor Griekenland - Hoofdinhoud
28.2.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 60/17 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/338 VAN DE COMMISSIE
van 20 februari 2019
betreffende de verlenging van verscherpt toezicht voor Griekenland
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 1481)
(Slechts de tekst in de Griekse taal is authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 472/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 21 mei 2013 betreffende de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden ten aanzien van hun financiële stabiliteit (1), en met name artikel 2, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Na afloop van de financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme op 20 augustus 2018 is bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1192 van de Commissie (2) met ingang van 21 augustus 2018 een periode van zes maanden verscherpt toezicht op Griekenland geactiveerd. |
(2) |
Griekenland moet doorgaan met essentiële institutionele en structurele hervormingen op middellange termijn om ervoor te zorgen dat zij worden voltooid en volledig effect sorteren, en voortbouwen op het grote aantal acties die het in het kader van het programma voor financiële bijstand van het Europees Stabiliteitsmechanisme („het programma”) heeft uitgevoerd. Daartoe heeft Griekenland in de Eurogroep toegezegd alle essentiële hervormingen die in het kader van het programma zijn goedgekeurd, voort te zetten en af te ronden en de doelstellingen van de belangrijke hervormingen die in het kader van dat programma en de voorgangers ervan zijn goedgekeurd, zeker te stellen. |
(3) |
Griekenland heeft ook toegezegd specifieke acties te zullen implementeren op het gebied van budgettair en budgettair-structureel beleid, sociale welvaart, financiële stabiliteit, arbeids- en productmarkten, privatisering en openbaar bestuur. Deze specifieke acties, die in een bijlage bij de verklaring van de Eurogroep van 22 juni 2018 zijn vastgesteld, zullen bijdragen tot het aanpakken van potentiële oorzaken van economische moeilijkheden van Griekenland. |
(4) |
Sinds 2010 ontvangt Griekenland aanzienlijke financiële bijstand, waardoor de uitstaande verplichtingen van Griekenland tegenover de lidstaten van de eurozone, de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit en het Europees Stabiliteitsmechanisme in totaal 243 700 miljoen EUR bedragen. Griekenland heeft financiële steun gekregen van zijn Europese partners tegen gunstige voorwaarden en in 2012 en opnieuw in 2017 in het kader van het Europees Stabiliteitsmechanisme zijn specifieke maatregelen goedgekeurd om zijn schuld een meer houdbare basis te geven. Op 22 juni 2018 is in de Eurogroep een politiek akkoord bereikt over de uitvoering van extra maatregelen om de houdbaarheid van de schuld te waarborgen. De maatregelen omvatten de verlenging van de gewogen gemiddelde looptijden met nog eens tien jaar, het uitstel van rente en aflossing met nog eens tien jaar en de implementatie van andere schuldmaatregelen. Over twee extra maatregelen (de afschaffing van de renteopslag in verband met de tranche voor de terugkoop van schulden van het programma van de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit vanaf 2018 en het herstel van de storting van bedragen die gelijk zijn aan de opbrengsten van Griekse overheidsobligaties die door de nationale centrale banken van de eurozone worden aangehouden in het kader van de Agreement on Net Financial Assets (ANFA) en het Securities Markets Programme (SMP)) kan halfjaarlijks in de Eurogroep overeenstemming worden bereikt op basis van positieve rapportage in het kader van het verscherpt toezicht op Griekenland voor de naleving van zijn beleidstoezeggingen voor de postprogrammaperiode. |
(5) |
Sinds 2016 is het overheidssaldo van Griekenland positief. Griekenland zal naar verwachting de doelstelling van een primair overschot van 3,5 % van het bruto binnenlands product in 2018 hebben bereikt en zal de doelstelling naar verwachting op middellange termijn halen. Het externe vorderingenoverschot is in 2015 positief geworden en vertoont sindsdien slechts kleine tekorten. Het herstel van de economie houdt aan, met een groei van naar verwachting 2,0 % in 2018, en de werkloosheid daalt. Griekenland heeft een uitgebreide structurele hervormingsagenda opgesteld om in het kader van de programma's voor financiële bijstand zijn bedrijfsklimaat en concurrentievermogen te verbeteren en neemt sinds augustus 2018 verdere maatregelen op dat gebied. |
(6) |
Niettemin kent Griekenland, ondanks die hervormingen, nog steeds significante historisch gegroeide onevenwichtigheden en kwetsbare plekken. Zoals ook is vastgesteld in het waarschuwingsmechanismeverslag 2019 van de Commissie (opgesteld overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad (3)), kent Griekenland een aantal moeilijkheden. De overheidsschuld wordt geraamd aan het einde van het derde kwartaal van 2018 op 182,8 % van het bruto binnenlands product te hebben gestaan, het hoogste niveau in de Unie. Ook de internationale investeringspositie (netto) van – 140,5 % van het bruto binnenlands product in 2017 blijft hoog; ondanks het feit dat de lopende rekening vrijwel in evenwicht is, is deze bovendien nog steeds ontoereikend om een vermindering van de grote internationale investeringspositie (netto) in een bevredigend tempo tot prudente niveaus te ondersteunen. Hoewel de werkloosheid verder blijft dalen van haar piek van 27,9 % in 2013, bedroeg zij in oktober 2018 nog steeds 18,6 %. Ook de langdurige werkloosheid (13,5 % in het derde kwartaal van 2018) en de jeugdwerkloosheid (39,1 % in november 2018) blijven zeer hoog. Voor het ondernemingsklimaat en de rechterlijke organisatie zijn nog aanzienlijke aanvullende verbeteringen nodig, aangezien Griekenland met betrekking tot verscheidene gebieden van de structurele componenten van de belangrijkste vergelijkende indicatoren (bv. de tijd om een rechterlijke beslissing te bekomen, handhaving van contracten, de registratie van onroerend goed, de afwikkeling van insolventie enz.) nog steeds ver achterblijft bij de best presterende landen. |
(7) |
Hoewel de banksector voldoende gekapitaliseerd blijft, wordt hij nog steeds geconfronteerd met uitdagingen in verband met hoge standen van niet-renderende blootstellingen en lage niveaus van winstgevendheid; en er blijven sterke banden met de staat bestaan. Eind september 2018 was de stand van de niet-renderende blootstellingen nog steeds zeer hoog met 84,7 miljard EUR of 46,7 % van de totale blootstellingen binnen de balanstelling. Griekenland heeft in het kader van het programma essentiële hervormingen aangenomen en is voornemens in de nabije toekomst aanvullende instrumenten te ontwikkelen om het kader voor de afwikkeling van niet-renderende blootstellingen te versterken en om het opschonen van de balansen van banken te vergemakkelijken. Toch zijn verdere inspanningen nodig om de ratio van niet-renderende blootstellingen tot houdbare niveaus te brengen en financiële instellingen in staat te stellen te allen tijde hun bemiddelings- en risicobeheerfunctie te vervullen. |
(8) |
Griekenland, dat vanaf 2010 niet meer op de financiële markten kon lenen, begon vanaf juli 2017 weer toegang tot de markt te krijgen door de uitgifte van staatsobligaties. Griekenland heeft in januari 2019 met succes een obligatie uitgegeven, de eerste uitgifte na afloop van het programma. Tegen de achtergrond van externe economische risico's en binnenlands uitdagingen op middellange termijn om de implementering van de hervormingen voort te zetten, blijven de leningsvoorwaarden van Griekenland echter kwetsbaar. |
(9) |
De Commissie heeft op 21 november 2018 haar eerste beoordeling van Griekenland in het kader van het verscherpt toezicht bekendgemaakt. In de beoordeling van de Commissie, die wordt weergegeven in haar mededeling, worden de vorderingen beschreven die Griekenland heeft gemaakt met betrekking tot de algemene en specifieke hervormingstoezeggingen die het in de Eurogroep heeft gedaan en luidt de conclusie dat er bij de hervormingen vooruitgang geboekt is, maar dat Griekenland verdere inspanningen moet leveren om zijn hervormingstoezeggingen na te komen (4). |
(10) |
In het licht van het bovenstaande concludeert de Commissie dat de omstandigheden die verscherpt toezicht ingevolge artikel 2 van Verordening (EU) nr. 472/2013 rechtvaardigen nog steeds aanwezig zijn. Met name loopt Griekenland ten aanzien van zijn financiële stabiliteit nog steeds risico's die, indien zij intreden, negatieve overloopeffecten op andere lidstaten van de eurozone zouden kunnen hebben. Mochten overloopeffecten intreden, dan zouden deze zich indirect kunnen voordoen door het beleggersvertrouwen en daarmee de herfinancieringskosten voor banken en overheden in andere lidstaten van de eurozone te beïnvloeden. |
(11) |
Griekenland moet dus op middellange termijn maatregelen blijven nemen om de oorzaken of potentiële oorzaken van de moeilijkheden aan te pakken en structurele hervormingen blijven implementeren om een krachtig en duurzaam economisch herstel te ondersteunen, teneinde de historisch gegroeide effecten van verscheidene factoren te beperken. Die factoren zijn onder meer de ernstige en langdurige neergang tijdens de crisis; de omvang van de Griekse schuldenlast; de kwetsbare plekken van zijn financiële sector; de aanhoudend relatief sterke onderlinge verwevenheid tussen de financiële sector en de Griekse overheidsfinanciën, onder meer door staatseigendom; het risico dat ernstige spanningen in een van deze sectoren overslaan naar andere lidstaten, alsook de blootstelling van de lidstaten van de eurozone aan de Griekse overheid. |
(12) |
Om de resterende risico's aan te pakken en na te gaan of de daarop afgestemde toezeggingen worden nagekomen, lijkt het noodzakelijk en passend het verscherpt toezicht op Griekenland ingevolge artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 472/2013 te verlengen. |
(13) |
Griekenland heeft bij brief van 14 februari 2019 de gelegenheid gekregen zijn standpunt over de beoordeling van de Commissie kenbaar te maken. In zijn antwoord van 15 februari 2019 heeft Griekenland zich in grote lijnen aangesloten bij de beoordeling van de Commissie van de economische uitdagingen waarvoor het staat, hetgeen de basis vormt voor het verlengen van verscherpt toezicht. |
(14) |
Griekenland blijft technische steun ontvangen in het kader van het steunprogramma voor structurele hervormingen (zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad (5)) voor het vormgeven en implementeren van hervormingen, inclusief voor de voortzetting en voltooiing van essentiële hervormingen in overeenstemming met de beleidstoezeggingen die in het kader van het verscherpt toezicht worden gemonitord. |
(15) |
De Commissie is voornemens bij de implementatie van het verscherpt toezicht nauw samen te werken met het Europees Stabiliteitsmechanisme, in de context van het systeem voor vroegtijdige waarschuwing daarvan, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De looptijd van het bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1192 van de Commissie geactiveerde verscherpt toezicht op Griekenland ingevolge artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) nr. 472/2013 wordt met ingang van 21 februari 2019 voor een periode van zes maanden verlengd.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de Helleense Republiek.
Gedaan te Brussel, 20 februari 2019.
Voor de Commissie
Pierre MOSCOVICI
Lid van de Commissie
-
Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1192 van de Commissie van 11 juli 2018 betreffende de activering van verscherpt toezicht voor Griekenland (PB L 211 van 22.8.2018, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 1176/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 betreffende de preventie en correctie van macro-economische onevenwichtigheden (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 25).
-
Europese Commissie: Enhanced Surveillance Report — Greece, November 2018, Institutional Paper 90, november 2018.
-
Verordening (EU) 2017/825 van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2017 tot vaststelling van het steunprogramma voor structurele hervormingen voor de periode 2017-2020 en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1303/2013 en (EU) nr. 1305/2013 (PB L 129 van 19.5.2017, blz. 1).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.