Verordening 2019/518 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 wat bepaalde kosten van grensoverschrijdende betalingen in de Unie en valutawisselkosten betreft - Hoofdinhoud
29.3.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 91/36 |
VERORDENING (EU) 2019/518 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 19 maart 2019
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 wat bepaalde kosten van grensoverschrijdende betalingen in de Unie en valutawisselkosten betreft
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Sinds de vaststelling van Verordeningen (EG) nr. 2560/2001 (4) en (EG) nr. 924/2009 (5) van het Europees Parlement en de Raad zijn de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro tussen lidstaten van de eurozone sterk gedaald tot een niveau dat in de meeste gevallen verwaarloosbaar is. |
(2) |
Grensoverschrijdende betalingen in euro van lidstaten buiten de eurozone maken echter ongeveer 80 % uit van alle grensoverschrijdende betalingen uit lidstaten buiten de eurozone. De kosten van dergelijke grensoverschrijdende betalingen blijven in de meeste lidstaten buiten de eurozone buitensporig hoog, ook al hebben betalingsdienstaanbieders die zich in lidstaten buiten de eurozone bevinden, toegang tot dezelfde efficiënte infrastructuren om die transacties tegen zeer lage kosten te verwerken, als betalingsdienstaanbieders die zich binnen de eurozone bevinden. |
(3) |
De hoge kosten van grensoverschrijdende betalingen blijven een hinderpaal voor de volledige integratie in de interne markt van burgers en ondernemingen uit lidstaten buiten de eurozone, met negatieve gevolgen voor hun concurrentievermogen. Die hoge kosten leiden ertoe dat er in de Unie twee categorieën betalingsdienstgebruikers blijven bestaan: betalingsdienstgebruikers die profiteren van de gemeenschappelijke eurobetalingsruimte (SEPA) en betalingsdienstgebruikers die hoge kosten betalen voor hun grensoverschrijdende betalingen in euro. |
(4) |
Om de werking van de interne markt te vergemakkelijken en op het vlak van grensoverschrijdende betalingen in euro een einde te maken aan de ongelijkheden tussen betalingsdienstgebruikers in de lidstaten binnen en buiten de eurozone, moet ervoor worden gezorgd dat de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro binnen de Unie worden gelijkgetrokken met de kosten van overeenkomstige binnenlandse betalingen in de nationale valuta van de lidstaat waar de betalingsdienstaanbieder van de betalingsdienstgebruiker zich bevindt. Een betalingsdienstaanbieder wordt geacht zich te bevinden in de lidstaat waar hij zijn diensten aan de betalingsdienstgebruiker aanbiedt. |
(5) |
Valutawisselkosten zijn significante kosten van grensoverschrijdende betalingen wanneer in de lidstaat van de betaler en de lidstaat van de begunstigde andere valuta's worden gebruikt. Artikel 45 van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (6) bepaalt dat de kosten en de gebruikte wisselkoers transparant moeten zijn, artikel 52, lid 3, van die richtlijn bevat informatievereisten met betrekking tot betalingstransacties die onder een raamovereenkomst vallen, en in artikel 59, lid 2, van die richtlijn zijn informatievereisten neergelegd voor partijen die valutawisseldiensten aanbieden aan een geldautomaat of in het verkooppunt. Die informatievereisten hebben niet tot voldoende transparantie en vergelijkbaarheid van de valutawisselkosten geleid in situaties waarin aan een geldautomaat of in het verkooppunt verschillende valutawisselopties worden aangeboden. Dat gebrek aan transparantie en vergelijkbaarheid verhindert concurrentie die de valutawisselkosten zou doen dalen, en verhoogt het risico dat betalers voor een dure valutawisseloptie kiezen. Daarom moeten extra maatregelen worden ingevoerd om consumenten te beschermen tegen buitensporige kosten voor valutawisseldiensten en ervoor te zorgen dat consumenten de informatie krijgen die zij nodig hebben om de beste valutawisseloptie te kiezen. |
(6) |
Om te vermijden dat marktdeelnemers onevenredig hoge bedragen zouden moeten investeren in de aanpassing van hun betalingsinfrastructuur, -apparatuur en -processen met het oog op meer transparantie, moeten de uit te voeren maatregelen passend, adequaat en kosteneffectief zijn. Tegelijk moet de verstrekte informatie in situaties waarin de betaler aan een geldautomaat of in het verkooppunt met verschillende valutawisselopties wordt geconfronteerd, vergelijking mogelijk maken zodat de betaler een geïnformeerde keuze kan maken. |
(7) |
Om vergelijkbaarheid te bewerkstelligen, moeten de valutawisselkosten voor alle op kaarten gebaseerde betalingen op dezelfde wijze worden uitgedrukt, namelijk als in procent uitgedrukte marges op de recentste beschikbare referentiewisselkoersen van de Europese Centrale Bank (ECB). Bij omrekening tussen twee andere valuta's dan de euro kan het nodig zijn een marge te baseren op een koers die is afgeleid van twee ECB-koersen. |
(8) |
Overeenkomstig de in Richtlijn (EU) 2015/2366 vastgestelde algemene informatievereisten met betrekking tot valutawisselkosten moeten aanbieders van valutawisseldiensten informatie over hun valutawisselkosten meedelen voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd. Partijen die valutawisseldiensten aanbieden aan een geldautomaat of in het verkooppunt, moeten op duidelijke en toegankelijke wijze informatie verstrekken over hun kosten voor dergelijke diensten, bijvoorbeeld door hun kosten aan het loket of digitaal op de terminal aan te geven, of op het scherm in het geval van onlineaankopen. Naast de in artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 bedoelde informatie moeten die partijen, voordat de betalingstransactie wordt geïnitieerd, expliciete informatie verstrekken over het aan de begunstigde te betalen bedrag in de door de begunstigde gebruikte valuta en het totale door de betaler te betalen bedrag in de valuta van de rekening van de betaler. Het bedrag dat moet worden betaald in de door de begunstigde gebruikte valuta moet de prijs van de te kopen goederen en diensten weergeven en kan worden aangegeven aan de kassa in plaats van op de betaalterminal. De door de begunstigde gebruikte valuta is over het algemeen de lokale valuta, maar kan volgens het beginsel van contractuele vrijheid in sommige gevallen een andere valuta van de Unie zijn. Het totale bedrag dat de betaler in de valuta van de rekening van de betaler moet betalen, moet bestaan uit de prijs van de goederen of diensten en de valutawisselkosten. Bovendien moeten beide bedragen worden gedocumenteerd op het ontvangstbewijs of op een andere duurzame drager. |
(9) |
Met betrekking tot artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 moet de betaler, wanneer aan een geldautomaat of in het verkooppunt een valutawisseldienst wordt aangeboden, de mogelijkheid hebben om die dienst te weigeren en in plaats daarvan te betalen in de valuta die de begunstigde gebruikt. |
(10) |
Om betalers in staat te stellen de kosten van valutawisselopties aan een geldautomaat of in het verkooppunt te vergelijken, moeten de betalingsdienstaanbieders van de betalers niet alleen volledig vergelijkbare informatie over de toepasselijke valutawisselkosten in de voorwaarden van hun raamovereenkomst opnemen, maar moeten zij die informatie ook op bevattelijke en toegankelijke wijze openbaar maken op een algemeen beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk elektronisch platform, in het bijzonder op hun klantenwebsites, hun thuisbankieren-websites en hun mobiele bankapps. Dit zou de ontwikkeling van vergelijkingswebsites mogelijk maken, zodat het voor consumenten gemakkelijker wordt om prijzen te vergelijken wanneer zij in het buitenland reizen of winkelen. Bovendien moeten betalingsdienstaanbieders betalers aan de toepasselijke valutawisselkosten herinneren wanneer een op een kaart gebaseerde betaling in een andere valuta wordt verricht, met behulp van algemeen beschikbare en gemakkelijk toegankelijke elektronische communicatiekanalen zoals sms-berichten, e-mails of pushmeldingen via de mobiele bankapp van de betaler. Betalingsdienstaanbieders moeten met betalingsdienstgebruikers overeenkomen via welk elektronisch communicatiekanaal zij de informatie over valutawisselkosten zullen verstrekken, rekening houdend met het meest doeltreffende kanaal om de betaler te bereiken. Betalingsdienstaanbieders moeten ook gehoor geven aan verzoeken van betalingsdienstgebruikers om de elektronische berichten met informatie over de valutawisselkosten niet te ontvangen. |
(11) |
Periodieke herinneringen zijn aangewezen in situaties waarin de betaler voor langere tijd in het buitenland verblijft, bijvoorbeeld wanneer de betaler in het buitenland gedetacheerd is of studeert of wanneer de betaler regelmatig een kaart gebruikt voor online aankopen in de lokale valuta. Een verplichting om dergelijke herinneringen te verstrekken, zou geen onevenredige investeringen vereisen om de bestaande bedrijfsprocessen en betalingsverwerkingsinfrastructuur van de betalingsdienstaanbieder aan te passen, en zou ervoor zorgen dat de betaler beter geïnformeerd is wanneer hij verschillende valutawisselopties overweegt. |
(12) |
De Commissie moet bij het Europees Parlement, de Raad, de ECB en het Europees Economisch en Sociaal Comité een verslag indienen over de toepassing van de regel dat de kosten van grensoverschrijdende betalingen in euro gelijk moeten zijn aan die van binnenlandse transacties in nationale valuta en over de effectiviteit van de in deze verordening vastgestelde informatievereisten met betrekking tot valutawissel. De Commissie moet ook verdere mogelijkheden om de regel van gelijke kosten uit te breiden tot alle valuta's van de Unie en de transparantie en vergelijkbaarheid van valutawisselkosten aanvullend te verbeteren — en de technische haalbaarheid van die mogelijkheden — analyseren, en zij moet de mogelijkheid onderzoeken tot deactivering of activering van de optie om valutawissel door andere partijen dan de betalingsdienstaanbieder van de betaler te aanvaarden. |
(13) |
Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de grensoverschrijdende aard van de betalingen beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 924/2009
Verordening (EG) nr. 924/2009 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
|
2. |
in artikel 2 wordt punt 9 vervangen door: „9. „kosten”: elk bedrag dat door een betalingsdienstaanbieder aan een betalingsdienstgebruiker in rekening wordt gebracht en direct of indirect verband houdt met een betalingstransactie, elk bedrag dat door een betalingsdienstaanbieder of een partij die overeenkomstig artikel 59, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad (*1) valutawisseldiensten aanbiedt, aan een betalingsdienstgebruiker in rekening wordt gebracht voor een valutawisseldienst, of een combinatie daarvan; (*1) Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).”;" |
3. |
artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
4. |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 3 bis Valutawisselkosten bij op kaarten gebaseerde transacties
Niettegenstaande de eerste alinea wordt een dergelijk bericht eenmaal verzonden in elke maand waarin de betalingsdienstaanbieder van de betaler een in dezelfde valuta luidende betalingsopdracht van de betaler ontvangt.
De betalingsdienstaanbieder biedt betalingsdienstgebruikers de mogelijkheid om af te zien van het ontvangen van de in lid 5 bedoelde elektronische berichten. De betalingsdienstaanbieder en de betalingsdienstgebruiker kunnen overeenkomen dat lid 5 en dit lid geheel of gedeeltelijk niet van toepassing zijn indien de betalingsdienstgebruiker geen consument is.
|
5. |
het volgende artikel wordt ingevoegd: „Artikel 3 ter Valutawisselkosten bij overmakingen
|
6. |
artikel 15 wordt vervangen door: „Artikel 15 Evaluatie
Bij de voorbereiding van haar verslag mag de Commissie gebruikmaken van de gegevens die de lidstaten met betrekking tot lid 1 hebben verzameld. (*2) Verordening (EU) 2019/518 van het Europees Parlement en de Raad van 19 maart 2019 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 924/2009 wat bepaalde kosten van grensoverschrijdende betalingen in de Unie en valutawisselkosten betreft (PB L 91 van 29.3.2019, blz. 36).”." |
Artikel 2
-
1.Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
-
2.Zij is van toepassing met ingang van 15 december 2019, met uitzondering van de volgende onderdelen:
a) |
artikel 1, punt 6, is van toepassing met ingang van 18 april 2019; |
b) |
artikel 1, punten 4 en 5, is, wat artikel 3 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 3 ter van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft, van toepassing met ingang van 19 april 2020; |
c) |
artikel 1, punt 4, is, wat artikel 3 bis, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft, van toepassing met ingang van 19 april 2021; |
d) |
artikel 1, punt 4, is, wat artikel 3 bis, lid 7, van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft voor zover het betrekking heeft op artikel 3 bis, leden 1 tot en met 4, van die verordening, van toepassing met ingang van 19 april 2020; |
e) |
artikel 1, punt 4, is, wat artikel 3 bis, lid 7, van Verordening (EG) nr. 924/2009 betreft voor zover het betrekking heeft op artikel 3 bis, leden 5 en 6, van die verordening, van toepassing met ingang van 19 april 2021. |
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 maart 2019.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
A.TAJANI
Voor de Raad
De voorzitter
-
G.CIAMBA
-
Standpunt van het Europees Parlement van 14 februari 2019 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 4 maart 2019.
-
Verordening (EG) nr. 2560/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 betreffende grensoverschrijdende betalingen in euro (PB L 344 van 28.12.2001, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 924/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende grensoverschrijdende betalingen in de Gemeenschap en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2560/2001 (PB L 266 van 9.10.2009, blz. 11).
-
Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.