Besluit 2004/869 - Sluiting van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32004D0869

1.

Wettekst

Belangrijke juridische mededeling

|

2.

32004D0869

2004/869/EG: Besluit van de raad van 24 februari 2004 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw

Publicatieblad Nr. L 378 van 23/12/2004 blz. 0001 - 0001

Publicatieblad Nr. L 378 van 23/12/2004 blz. 0001 - 0002

Besluit van de raad

van 24 februari 2004

betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw

(2004/869/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37 en artikel 175, lid 1, in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, en artikel 300, lid 3, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement [1],

Overwegende hetgeen volgt:

  • (1) 
    Het behoud en duurzaam gebruik van plantgenetische hulpbronnen voor landbouwonderzoek en plantenveredeling zijn van cruciaal belang voor de wereldvoedselzekerheid en een duurzame landbouw.
  • (2) 
    De Gemeenschap is lid van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO).
  • (3) 
    Het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw ("het Internationaal Verdrag") werd op 3 november 2001 in Rome door de FAO-conferentie aangenomen.
  • (4) 
    De Europese Gemeenschap en haar lidstaten hebben het Internationaal Verdrag op 6 juni 2002 ondertekend.
  • (5) 
    Het Internationaal Verdrag verschaft een juridisch bindend algemeen kader voor het behoud op lange termijn van plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw, alsmede een multilateraal stelsel waarbij alle partijen bij het Verdrag niet alleen toegang hebben tot die hulpbronnen, maar ook kunnen delen in de commerciƫle en andere voordelen van het gebruik ervan.
  • (6) 
    De instandhouding en het duurzaam gebruik van plantgenetische hulpbronnen voor landbouwonderzoek en plantenveredeling zijn van essentieel belang voor de ontwikkeling van de landbouwproductie en voor het behoud van de biodiversiteit in de landbouw.
  • (7) 
    Het Internationaal Verdrag vergemakkelijkt de toegang tot plantgenetische hulpbronnen in een multilateraal stelsel en bevordert aldus de technische vooruitgang in de landbouw in overeenstemming met artikel 33 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.
  • (8) 
    Overeenkomstig artikel 174 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap is het gemeenschappelijk milieubeleid erop gericht bij te dragen tot het behoud, de bescherming en de verbetering van de kwaliteit van het milieu.
  • (9) 
    Bij Besluit 93/626/EEG van de Raad [2] heeft de Gemeenschap het Verdrag inzake biologische diversiteit onder auspiciƫn van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties gesloten. De maatregelen tot behoud van de biodiversiteit in de landbouw, die in het Internationaal Verdrag zijn opgenomen, zullen de doelstellingen van het Verdrag inzake biologische diversiteit bevorderen.
  • (10) 
    In artikel 26 van het Internationaal Verdrag is bepaald dat dit Verdrag dient te worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd en dat de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden neergelegd bij de directeur-generaal van de FAO.
  • (11) 
    De gedeelde bevoegdheid van de Gemeenschap en de lidstaten en het beginsel van eenheid bij de internationale vertegenwoordiging van de Gemeenschap pleiten ervoor dat de Gemeenschap en haar lidstaten gezamenlijk optreden en gelijktijdig de akten van bekrachtiging of goedkeuring van het Internationaal Verdrag neerleggen.
  • (12) 
    Om ervoor te zorgen dat de Gemeenschap en haar lidstaten zo snel als mogelijk na de inwerkingtreding van het Internationaal Verdrag hun plaats kunnen innemen in het bestuursorgaan van het Internationaal Verdrag, streven de lidstaten ernaar hun interne procedures voor de goedkeuring ervan onverwijld te voltooien.
  • (13) 
    Het Internationaal Verdrag, dat aan dit besluit is gehecht, dient dan ook namens de Gemeenschap te worden goedgekeurd,

BESLUIT:

Artikel 1

Het Internationaal Verdrag inzake plantgenetische hulpbronnen voor voeding en landbouw ("het Internationaal Verdrag"), dat door de FAO-Conferentie tijdens haar 31e zitting in november 2001 werd aangenomen, wordt hierbij namens de Gemeenschap goedgekeurd.

De tekst van het Internationaal Verdrag is als bijlage A bij dit besluit gevoegd.

Artikel 2

  • 1. 
    De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon of personen aan te wijzen die bevoegd is of zijn om namens de Gemeenschap de in bijlage B bij dit besluit opgenomen akte van goedkeuring en de in bijlage C bij dit besluit opgenomen verklaringen neer te leggen bij de directeur-generaal van de FAO, zoals bepaald in de artikelen 26 en 34 van het Internationaal Verdrag.
  • 2. 
    De lidstaten streven naar de noodzakelijke stappen om hun akten van ratificatie of goedkeuring gelijktijdig met die van de Europese Gemeenschap en de andere lidstaten neer te leggen, en voor zover mogelijk niet later dan 31 maart 2004.
  • 3. 
    Indien op de genoemde datum een of meer lidstaten niet in staat zijn om hun akten van goedkeuring neer te leggen, mogen de Gemeenschap en de andere lidstaten verder gaan met de neerleggging van hun akten.

Artikel 3

  • 1. 
    In procedures voor de regeling van geschillen overeenkomstig artikel 22 van het Internationaal Verdrag wordt de Gemeenschap door de Commissie vertegenwoordigd.
  • 2. 
    Wanneer de Gemeenschap of een of meer van haar lidstaten partij zijn bij hetzelfde geschil of betrokken zijn bij verschillende geschillen over dezelfde of soortgelijke rechtsvragen, komen de Commissie en de betrokken lidstaten samen voor hun belangen op, waarbij zij in overeenstemming met de communautaire en nationale bevoegdheden een samenhangende juridische en feitelijke argumentatie opbouwen.

Gedaan te Brussel, 24 februari 2004.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    Walsh

[1] Advies uitgebracht op 29 januari 2004 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

[2] PB L 309 van 13.12.1993, blz. 1.

--------------------------------------------------

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.