Definitieve vaststelling van de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de EU voor het begrotingsjaar 2001

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001B0603

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001B0603

Definitieve vaststelling van de gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001

Publicatieblad Nr. L 218 van 13/08/2001 blz. 0001 - 0028

II

(Besluiten waarvan de publicatie niet voorwaarde is voor de toepassing)

EUROPEES PARLEMENT

DEFINITIEVE VASTSTELLING

van de gewijzigde en aanvullende begroting Nr. 1 van de Europese Unie voor

het begrotingsjaar 2001

(2001/.../EG, EGKS, Euratom)

DE VOORZITSTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 272, lid 4, voorlaatste alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 234,

Gelet op het Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 762/2001(1), inzonderheid op artikel 15,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure(2),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001(3),

Gezien het door de Commissie ingediende voorontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001,

Gezien het door de Raad op 12 februari 2001 opgestelde ontwerp van gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001,

Gelet op de debatten en beraadslagingen van het Europees Parlement van 28 februari en 1 maart 2001, tot besluit waarvan het zijn goedkeuring heeft gehecht aan de door de Raad opgestelde gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001,

Gezien de op 1 maart 2001 door het Europees Parlement aangenomen resolutie,

Overwegende dat de procedure zoals bedoeld in artikel 272 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en artikel 234 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie afgerond is,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De gewijzigde en aanvullende begroting nr. 1 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2001 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 1 maart 2001.

De voorzitster

Nicole FONTAINE

  • (1) 
    PB L 111 van 20.4.2001, blz. 1.
  • (2) 
    PB C 172 van 18.6.1999, blz. 1.
  • (3) 
    PB L 56 van 26.2.2001, blz. 1.

INHOUD

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

  • A. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

TITEL 3

OVERSCHOTTEN

HOOFDSTUK 3 0 - OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0 Overschot van het vorige begrotingsjaar

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 32 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar als overschot of als tekort bij de ontvangsten of bij de uitgaven opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de sluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de ramingen in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen door middel van een gewijzigde en/of aanvullende begroting.

Een tekort wordt in hoofdstuk B0-3 0 van de staat van uitgaven van afdeling III"Commissie" opgenomen.

AFDELING III

COMMISSIE

UITGAVEN

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

DEEL B

BELEIDSKREDIETEN

De kredieten van deel B dienen ter dekking van de beleidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met de doelstellingen van het programma of de actie, met inbegrip van de uitgaven in verband met evaluatie en technische en administratieve bijstand die uitsluitend aan de partners ten goede komt. Bijzondere voorschriften gelden voor de volgende gevallen:

  • op de uitgaven voor technische bijstand, studies en voorlichting met betrekking tot de Structuurfondsen en het Cohesiefonds zijn de in de Verordeningen (EEG) nr. 4254/88, (EEG) nr. 4255/88, (EEG) nr. 4256/88, (EEG) nr. 792/93, (EEG) nr. 2080/93, (EG) nr. 1164/94 en (EG) nr..../1999 van de Raad vervatte voorschriften van toepassing;
  • op de kredieten van onderafdeling B6 zijn de bijzondere voorschriften van toepassing die zijn vervat in titel 27 van het Financieel Reglement;
  • uitgaven voor technische en administratieve bijstand zijn toegestaan indien dat uitdrukkelijk in de toelichting bij de betrokken lijn wordt vermeld, met vaststelling van het maximale bedrag voor die soort uitgaven.

Voor nieuwe programma's of acties dienen ten laste van deel B geboekte uitgaven voor technische en administratieve bijstand in de specifieke wetgeving betreffende het programma of de actie te zijn voorzien; deze uitgaven zijn onderworpen aan een besluit van de begrotingsautoriteit, die het maximale bedrag vaststelt.

De Commissie verbindt zich ertoe bij de opstelling van het voorontwerp van begroting een specifiek verslag voor te leggen aan de begrotingsautoriteit over het gebruik van de interne en externe hulpbronnen voor technische en administratieve bijstand, alsook voor de ondersteunende uitgaven die vermeld zijn in de toelichting bij de betrokken begrotingsposten.

De Commissie moet, op een met redenen omkleed verzoek van elk van beide takken van de begrotingsautoriteit, alle gewenste informatie verschaffen, ook met betrekking tot de resultaten van de werkzaamheden van deskundigen, over de tenuitvoerlegging van de programma's of acties.

HUISHOUDELIJKE KREDIETEN

De op de B...A-lijnen ingeschreven kredieten dienen onder meer ter financiering van:

  • de uitgaven voor technische bijstand in verband met overheidstaken die de Commissie aan communautaire uitvoeringsorganen delegeert;
  • de uitgaven voor technische en administratieve bijstand die geen overheidstaken betreft en die de Commissie in het kader van specifieke dienstverlenings-of studiecontracten aan particuliere organisaties uitbesteedt.

Gedurende het begrotingsjaar 2001

De Commissie verbindt zich ertoe de Begrotingsautoriteit in te lichten over elke kredietoverschrijving tussen beleidslijnen (B) en huishoudelijke lijnen (B...A) en haar op het einde van het begrotingsjaar verslag uit te brengen over het gebruik van de kredieten op B...A-lijnen.

Uitvoering

De uitvoering van alle programma's en projecten alsook de subsidies aan organisaties die met beleidskredieten van de begroting van de Europese Unie worden gefinancierd of medegefinancierd, moeten regelmatig worden geëvalueerd. De resultaten van deze evaluaties moeten aan de Begrotingsautoriteit worden medegedeeld, ook als de rechtsgrond hierin niet uitdrukkelijk voorziet.

De begunstigden van subsidies uit de begroting van de Commissie wordt gevraagd voor het publiek duidelijk en zichtbaar aan te geven dat zij door de Europese Unie financieel worden gesteund.

ONDERAFDELING B1

EUROPEES ORIËNTATIE-EN GARANTIEFONDS VOOR DE LANDBOUW, AFDELING GARANTIE

Overeenkomstig artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103) worden in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid de volgende uitgaven gefinancierd uit de afdeling"Garantie"van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw:

  • de restituties bij uitvoer naar derde landen,
  • de interventies ter regulering van de landbouwmarkten;
  • maatregelen voor plattelandsontwikkeling buiten de programma's van doelstelling 1, met uitzondering van het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling;
  • de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan specifieke veterinaire maatregelen, controlemaatregelen op veterinair gebied, programma's voor de uitroeiing van en de controle op dierziekten (veterinaire maatregelen), en aan fytosanitaire maatregelen;
  • maatregelen inzake voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid en bepaalde acties om de door de afdeling Garantie van het Fonds gefinancierde maatregelen te evalueren.

De kredieten van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling"Garantie", worden in het algemeen vastgesteld:

  • enerzijds op grond van de geldende regelgeving inzake de landbouwmarkten,
  • anderzijds op grond van de verwachte ontwikkeling van deze markten.

TITEL B1-1

PLANTAARDIGE PRODUCTEN

HOOFDSTUK B1-1 0 - AKKERBOUWGEWASSEN

B1-1 0 0 Restituties voor granen

Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).

B1-1 0 0 0 Restituties voor zachte tarwe en meel van zachte tarwe

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de restituties die worden toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

B1-1 0 0 1 Restituties voor gerst en mout

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de restituties die worden toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

B1-1 0 0 3 Restituties voor andere granen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de restituties die worden toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

B1-1 0 1 Interventies in de vorm van opslag van granen

Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).

B1-1 0 1 3 Andere kosten van openbare opslag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de andere kosten van openbare opslag overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4 en 6 van Verordening (EEG) nr. 1766/92; het betreft voornamelijk het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde.

B1-1 0 1 4 Waardevermindering van de voorraden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/96 (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 10), met name artikel 8, lid 1.

Dit krediet dient ter dekking van de waardevermindering van de nieuwgevormde voorraden.

B1-1 0 2 Andere interventies dan openbare opslag van granen

Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).

B1-1 0 2 2 Restituties bij de productie van zetmeel

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de productierestituties overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

HOOFDSTUK B1-1 1 - SUIKER

Tegenover de uitgaven voor hoofdstuk B1-1 1 staan de door de bedrijven betaalde bijdragen, enerzijds de opslagbijdragen en anderzijds de productieheffingen, die een belangrijk deel van de restitutie-uitgaven dekken, met name het deel dat overeenstemt met de communautaire productieoverschotten in het kader van de productiequota.

B1-1 1 0 Restituties voor suiker en isoglucose

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EG) nr. 2038/1999 van de Raad van 13 september 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 252 van 25.9.1999, blz. 1).

Dit krediet dient ter dekking van de restituties die worden toegekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 van Verordening (EG) nr. 2038/1999, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

B1-1 1 1 Interventies voor suiker

Verordening (EG) nr. 2038/1999 van de Raad van 13 september 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 252 van 25.9.1999, blz. 1).

B1-1 1 1 2 Restituties voor gebruik in de chemische industrie

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de restituties voor gebruik in de chemische industrie overeenkomstig het bepaalde in artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2038/1999.

HOOFDSTUK B1-1 4 - VEZELGEWASSEN EN ZIJDERUPSEN

B1-1 4 1 Steun voor katoen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 1152/90 van de Raad van 27 april 1990 tot invoering van een steunregeling voor kleine katoenproducenten (PB L 116 van 8.5.1990, blz. 1), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1553/95 (PB L 148 van 30.6.1995, blz. 45).

Verordening (EG) nr. 1554/95 van de Raad van 29 juni 1995 tot vaststelling van de algemene voorschriften van de steunregeling voor katoen (PB L 148 van 30.6.1995, blz. 48), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1419/98 (PB L 190 van 22.6.1998, blz. 4).

Voorstel voor een verordening van de Raad houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld en voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de steun voor de katoenproductie, door de Commissie ingediend op 13 december 1999 (COM(1999) 492 def).

Dit krediet dient ter dekking van de productiesteun voor niet-geëgreneerde katoen overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1554/95.

Tevens dient het ter dekking van de nog resterende uitgaven in verband met de toepassing van Verordening (EEG) nr. 1152/90, teneinde de consequenties van de stabilisatoren voor het inkomen van de kleine katoenproducenten te verzachten.

HOOFDSTUK B1-1 8 - ANDERE SECTOREN OF PLANTAARDIGE PRODUCTEN

B1-1 8 5 Rijst

Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1667/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 3).

B1-1 8 5 0 Restituties voor rijst

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de restituties overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

B1-1 8 5 1 Technische kosten van openbare opslag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de technische kosten van openbare opslag overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 8 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

B1-1 8 5 2 Financiële kosten van openbare opslag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Dit krediet dient ter dekking van de financiële kosten van openbare opslag overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 4, 5 en 8 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

B1-1 8 5 4 Waardevermindering van de voorraden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/96 (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 10), met name artikel 8, lid 1.

Dit krediet dient ter dekking van de waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

TITEL B1-2

DIERLIJKE PRODUCTEN

HOOFDSTUK B1-2 1 - RUNDVLEES

B1-2 1 1 Interventies in de vorm van opslag van rundvlees

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).

B1-2 1 1 1 Technische kosten van openbare opslag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze post dient ter dekking van de technische kosten van openbare opslag overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

B1-2 1 1 2 Financiële kosten van openbare opslag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze post dient ter dekking van de financiële kosten van openbare opslag overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

B1-2 1 1 3 Andere kosten van openbare opslag

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze post dient ter dekking van de andere kosten van openbare opslag, met name het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde van de producten, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 27 en 28 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

B1-2 1 1 4 Waardevermindering van de voorraden

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies van het Europees Oriëntatie-en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/96 (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 10), met name artikel 8, lid 1.

Deze post dient ter dekking van de waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

B1-2 1 2 Andere interventies dan opslag van rundvlees

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21).

B1-2 1 2 9 Overige interventies

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 3886/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de premieregelingen in de sector rundvlees (PB L 391 van 31.12.1992, blz. 20), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2604/98 (PB L 328 van 4.12.1998, blz. 5).

Deze post dient ter dekking van de overige interventies, met name die welke het gevolg waren van de toepassing van artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

Voorts dient hij ter dekking van de resterende bedragen voor de premies voor het vroegtijdig slachten van kalveren die door de Raad van ministers van Landbouw van 30 oktober 1996 principieel waren goedgekeurd in het kader van het urgentieprogramma ter bestrijding van de gevolgen van BSE.

TITEL B1-3

BIJKOMENDE UITGAVEN

HOOFDSTUK B1-3 1 - VOEDSELPROGRAMMA'S

B1-3 1 1 Restituties voor in het kader van voedselhulp geleverde granen

B1-3 1 1 0 Restituties voor in het kader van voedselhulp geleverde granen

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 3972/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp (PB L 370 van 30.12.1986, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1930/90 (PB L 174 van 7.7.1990, blz. 6), met name artikel 5.

B1-3 1 1 1 Restituties voor in het kader van voedselhulp geleverde rijst

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 3972/86 van de Raad van 22 december 1986 betreffende het voedselhulpbeleid en het beheer van de voedselhulp (PB L 370 van 30.12.1986, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 1930/90 (PB L 174 van 7.7.1990, blz. 6), met name artikel 5.

HOOFDSTUK B1-3 2 - PROGRAMMA'S VOOR ULTRAPERIFERE GEBIEDEN EN EILANDEN IN DE EGEÏSCHE ZEE

Met de in dit hoofdstuk opgevoerde kredieten worden de uitgaven in de landbouwsector gefinancierd die voortvloeien uit de nieuwe maatregelen die zijn genomen om de afgelegen ligging van bepaalde gebieden te compenseren.

B1-3 2 2 Poseican

B1-3 2 2 0 Voorziening

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Besluit 91/314/EEG van de Raad van 26 juni 1991 tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Canarische Eilanden afgestemde maatregelen (Poseican) (PB L 171 van 29.6.1991, blz. 5).

Verordening (EEG) nr. 1601/92 van de Raad van 15 juni 1992 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden (PB L 173 van 27.6.1992, blz. 13), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1257/1999 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

HOOFDSTUK B1-3 3 - VETERINAIRE EN FYTOSANITAIRE MAATREGELEN

B1-3 3 0 Programma's voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de bewaking van de lichamelijke toestand van dieren met een volksgezondheidsrisico, die veroorzaakt is door een externe factor

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Beschikking 80/1096/EEG van de Raad van 11 november 1980 betreffende een financiële actie van de Gemeenschap met het oog op de uitroeiing van klassieke varkenspest (PB L 325 van 1.12.1980, blz. 5), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 91/686/EEG (PB L 377 van 31.12.1991, blz. 15).

Beschikking 86/649/EEG van de Raad van 16 december 1986 tot instelling van een financiële actie van de Gemeenschap voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest in Portugal (PB L 382 van 31.12.1986, blz. 5), gewijzigd bij Beschikking 89/577/EEG (PB L 322 van 7.11.1989, blz. 21).

Beschikking 86/650/EEG van de Raad van 16 december 1986 tot instelling van een financiële actie van de Gemeenschap voor de uitroeiing van Afrikaanse varkenspest in Spanje (PB L 382 van 31.12.1986, blz. 9).

Beschikking 87/58/EEG van de Raad van 22 december 1986 tot instelling van een aanvullende gemeenschappelijke actie voor de uitroeiing van brucellose, tuberculose en leukose bij runderen (PB L 24 van 27.1.1987, blz. 51).

Beschikking 89/145/EEG van de Raad van 20 februari 1989 houdende instelling van een financiële maatregel van de Gemeenschap voor de uitroeiing van besmettelijke bovine pleuropneumonie (BBPP) in Portugal (PB L 53 van 25.2.1989, blz. 55).

Beschikking 89/455/EEG van de Raad van 24 juli 1989 tot instelling van een communautaire actie betreffende het opzetten van proefprojecten voor de bestrijding van rabies met het oog op de uitroeiing of de voorkoming daarvan (PB L 223 van 2.8.1989, blz. 19).

Beschikking 90/217/EEG van de Raad van 25 april 1990 betreffende financiële steun van de Gemeenschap voor de uitroeiing van de Afrikaanse varkenspest op Sardinië (PB L 116 van 8.5.1990, blz. 24).

Beschikking 90/242/EEG van de Raad van 21 mei 1990 inzake een financiële actie van de Gemeenschap voor de uitroeiing van schapen- en geitenbrucellose (PB L 140 van 1.6.1990, blz. 123).

Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied (PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19), laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2001/12/EG (PB L 3 van 6.1.2001, blz. 27).

Beschikking 90/495/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake een financiële actie van de Gemeenschap met het oog op de uitroeiing van infectieuze hematopoiëtische necrose bij zalmachtigen in de Gemeenschap (PB L 276 van 6.10.1990, blz. 37).

Richtlijn 92/117/EEG van de Raad van 17 december 1992 inzake maatregelen voor de bescherming tegen bepaalde zoönoses en bepaalde zoönoseverwekkers bij dieren en in producten van dierlijke oorsprong teneinde door voedsel overgedragen infecties en vergiftigingen te voorkomen (PB L 62 van 15.3.1993, blz. 38), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/22/EG (PB L 113 van 30.4.1997, blz. 9).

In hoofdstuk B0-4 0 is een krediet opgenomen van10 miljoen euro om post-mortemonderzoeken in verband met boviene spongiforme encefalopathie te financieren. De lidstaten moeten hun bemonsteringsprogramma's indienen tegen 1 juni 2000.

ONDERAFDELING B7

EXTERNE MAATREGELEN

Alle contracten voor extern personeel dat ten laste komt van de beleidskredieten, moeten worden gecentraliseerd en geharmoniseerd door een onder verantwoordelijkheid van het terzake van de begroting bevoegde lid van de Commissie staande eenheid voor het beheer en het toezicht op de externe contracten.

TITEL B7-5

SAMENWERKING MET DE PARTNERLANDEN VAN OOST-EUROPA EN CENTRAAL-AZIË EN DE LANDEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

HOOFDSTUK B7-5 4 - SAMENWERKING MET DE LANDEN VAN DE WESTELIJKE BALKAN

B7-5 4 1 Bijstand voor de landen van de westelijke Balkan

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Verordening (EEG) nr. 3800/91 van de Raad van 23 december 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89 met het oog op de uitbreiding van de economische hulp tot andere landen in Midden-en Oost-Europa (PB L 357 van 28.12.1991, blz. 10) (Albanië).

Verordening (EG) nr. 1366/95 van de Raad van 12 juni 1995 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89 met het oog op uitbreiding van de economische hulp tot Kroatië (PB L 133 van 17.6.1995, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 463/96 van de Raad van 11 maart 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89 met het oog op uitbreiding van de economische hulp tot de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 65 van 15.3.1996, blz. 3).

Verordening (EG) nr. 753/96 van de Raad van 22 april 1996 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 3906/89 met het oog op uitbreiding van de economische hulp tot Bosnië-Herzegovina (PB L 103 van 26.4.1996, blz. 5).

Besluit 97/831/EG van de Raad van 27 november 1997 betreffende de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië (PB L 348 van 18.12.1997, blz. 1) (met financieel protocol).

Verordening (EG) nr. 2760/98 van de Commissie van 18 december 1998 betreffende de tenuitvoerlegging van een programma voor grensoverschrijdende samenwerking in het kader van het Phare-programma (PB L 345 van 19.12.1998, blz. 49).

Besluit 1999/311/EG van de Raad van 29 april 1999 tot goedkeuring van de derde fase van het trans-Europees mobiliteitsprogramma voor hoger onderwijs (Tempus III) (2000-2006) (PB L 120 van 8.5.1999, blz. 30).

Verordening (EG) nr. 2454/1999 van de Raad van 15 november 1999 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1628/96 betreffende de steun aan Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, met name door de oprichting van het Europees Bureau voor wederopbouw (PB L 299 van 20.11.1999, blz. 1).

Besluit 2000/460/EG van de Raad van 17 juli 2000 tot wijziging van Besluit 1999/311/EG tot goedkeuring van de derde fase van het trans-Europees mobiliteitsprogramma voor hoger onderwijs (Tempus III) (2000-2006) (PB L 183 van 22.7.2000, blz. 16).

Verordening (EG) nr. 2666/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende de steun aan Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de Federale Republiek Joegoslavië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1628/96 en tot wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 3906/89 en (EEG) nr. 1360/90, alsmede van de Besluiten 97/256/EG en 1999/311/EG (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 2667/2000 van de Raad van 5 december 2000 betreffende het Europees Bureau voor wederopbouw (PB L 306 van 7.12.2000, blz. 7).

Dit krediet dient ter dekking van de financiering van het bijstandsprogramma waarvan het belangrijkste doel is de ondersteuning van de deelname van de begunstigde landen aan het stabilisatie-en associatieproces.

Deze bijstand is vooral gericht op:

  • de wederopbouw en de stabilisatie van de regio, inclusief de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden;
  • de instelling van een institutioneel en wetgevingskader ter ondersteuning van de democratie, de rechtsstaat, de mensenrechten, de rechten van minderheden en de vrijheden van de burger;
  • het herstel van het maatschappelijk middenveld en vrije media;
  • hervormingen met het oog op een markteconomie die gericht is op economische, sociale, burgerlijke en onderwijsontwikkeling;
  • de ontwikkeling van nauwere banden tussen de begunstigde landen en regio's en tussen deze landen en de Europese Unie;
  • regionale, transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking.

Dit krediet dient tevens ter financiering van het nieuwe beleid inzake universiteiten van de regering van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, in het bijzonder ten aanzien van de oprichting van een universiteit in Tetovo.

Wat betreft de Republiek Montenegro en de andere regio's die onder dit artikel vallenen mits het mandaat van het Europees Bureau voor Wederopbouw tot deze regio's wordt uitgebreid, dient het krediet met name ter dekking van de subsidie op de begroting van het Europees Bureau voor Wederopbouw voor de operationele programma's van het Bureau en voor de huishoudelijke uitgaven. Deze worden gefinancierd voor een bedrag gelijk aan maximaal 8 % van de totale meerjarenbegroting die voor de door het Bureau uitgevoerde maatregelen is vastgesteld.

Op dit artikel mogen, ongeacht de begunstigde van de actie, geen administratieve uitgaven worden afgeboekt.

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

ONDERAFDELING B0

GARANTIES, RESERVES

TITEL B0-4

RESERVES EN VOORZIENINGEN

HOOFDSTUK B0-4 0 - VOORZIENINGEN

B0-4 0 0 Niet-gesplitste kredieten

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Financieel Reglement van 21 december 1977 van toepassing op de algemene begroting der Europese Gemeenschappen (PB L 356 van 31.12.1977, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, EGKS, Euratom) nr. 2673/1999 (PB L 326 van 18.12.1999, blz. 1).

In dit hoofdstuk zijn uitsluitend voorzieningen opgenomen die slechts mogen worden gebruikt na overschrijving naar andere hoofdstukken overeenkomstig de bepalingen van het Financieel Reglement.

Het gaat om de volgende kredieten:

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.