Rol van onderwijs en opleiding in met werkgelegenheid samenhangende beleidsmaatregelen

Inhoudsopgave

  1. Wettekst
  2. 32001G0720(01)

1.

Wettekst

Avis juridique important

|

2.

32001G0720(01)

Resolutie van de Raad van 13 juli 2001 over de rol van onderwijs en opleiding in met werkgelegenheid samenhangende beleidsmaatregelen

Publicatieblad Nr. C 204 van 20/07/2001 blz. 0001 - 0002

Resolutie van de Raad

van 13 juli 2001

over de rol van onderwijs en opleiding in met werkgelegenheid samenhangende beleidsmaatregelen

(2001/C 204/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien:

  • 1. 
    De conlcusies van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000, waarin de Europese Unie een nieuw strategisch doel voor het komende decennium heeft vastgesteld en de nadruk heeft geleged op de fundamentele rol van onderwijs en opleiding voor een geslaagde overgang naar een kenniseconomie en kennismaatschappij. De Europese Raad heeft de Raad "Onderwijs" met name verzocht om een bijdrage te leveren aan de processen van Luxemburg en Cardiff.
  • 2. 
    Het advies van de Raad "Onderwijs" van 9 november 2000 inzake het voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten voor 2001, waarin wordt aanbevolen dat de Commissie, met ingang van 2001, bij de uitwerking van de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid voor het volgende jaar, rekening houdt met het advies dat de ministers van Onderwijs haar zullen toezenden.
  • 3. 
    De conclusies van de Europese Raad van 23 et 24 maart 2001, waarin het strategische doel van Lissabon wordt bevestigd en het belang wordt benadrukt van basisvaardigheden, met name informatietechnologie en digitale vaardigheden, alsmede de rol van goed algemeen vormend onderwijs ter ondersteuning van de arbeidsmobiliteit en levenslang leren.
  • 4. 
    Het "werkgelegenheidspakket 2000" dat door de Europese Raad van Nice van 7 en 8 december 2000 is goedgekeurd, alsmede Besluit 2001/63/EG van de Raad van 19 januari 2001 betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaaten voor 2001(1), waarin prioriteit wordt gegeven aan levenslang leren als een horizontaal doel, waarvoor de lidstaten samenhangende strategieën dienen op te stellen.
  • 5. 
    De Europese sociale agenda, die eveneens door de Europese Raad van Nice is goedgekeurd en waarin onder meer wordt benadrukt dat de toegang tot levenslang leren moet worden verbeterd; tevens omvat deze agenda het formuleren en uitvoeren van geïntegreerde beleidsmaatregelen op Europees en nationaal niveau.
  • 6. 
    Het verslag van de Raad "Onderwijs" over de concrete toekomstige doelstellingen voor onderwijs- en opleidingssystemen, dat aan de Europese Raad van Stockholm is voorgelegd als bijdrage aan de processen van Luxemburg en Cardiff, alsmede het verzoek van de Europese Raad van Stockholm om een nieuw verslag voor de Europese Raad in het voorjaar van 2002.
  • 7. 
    De mededeling van de Commissie over "Nieuwe Europese arbeidsmarkten, open voor allen met toegang voor allen", waarin gewezen wordt op het belang van een verhoging van het niveau van de vaardigheden en van de overdraagbaarheid daarvan van het ene land naar het andere, op het belang van een versterking van de onderwijsvaardigheden en van beleidsmaatregelen op het gebied van levenslang leren, alsmede de goedkeuring door de Europese Raad van Stockholm van het instellen van een task force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit, die een beroep zal doen op de expertise van het bedrijfsleven, het onderwijsveld en de sociale partners.
  • 8. 
    Het memorandum van de Commissie over levenslag leren, dat de aanzet heeft gegeven tot een brede discussie op Europees niveau en in de lidstaten over de vraag hoe brede, samenhangende strategieën voor levenslang leren moeten worden uitgevoerd, alsmede het e-Learing-actieplan voor de periode 2001-2004, dat erop gericht is de actoren in de sectoren onderwijs en opleiding, alsmede de betrokken sociale, industriële en economische actoren, te mobiliseren, teneinde het gebrek aan vaardigheden op het gebied van de nieuwe economie aan te pakken en de sociale integratie te verbeteren,

ERKENT het belang dat in de Europese werkgelegenheidsstrategie gehecht wordt aan het onderwijs- en opleidingsbeleid en de belangrijke rol van onderwijs en opleiding voor de verwezenlijking van het nieuwe strategische doel dat in Lissabon is vastgesteld, namelijk dat Europa de meest concurrende en dynamische kenniseconomie van de wereld moet worden;

ERKENT dat het van belang is om kwesties in verband met het onderwijs- en opleidingsbeleid te behandelen in een brede context, met volledige inachtneming van alle algemene doelen die de maatschappij met onderwijs en opleiding nastreeft: de ontwikkeling van de maatschappij en het individu, alsook van de economie;

BENADRUKT de relevantie en de complementariteit, voor de doelstellingen van het Luxemburg-proces, van de drie belangrijkste doelstellingen die worden genoemd in het verslag over de concrete doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels:

  • verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit van de onderwijs- en opleidingsstelsels in de Europese Unie;
  • gemakkelijker toegang voor indereen tot de onderwijs- en opleidingsstelsels;
  • meer naar buiten gerichte onderwijs- en opleidingsstelsels openen;

BENADRUKT dat verscheidene, in dit verslag genoemde, afgeleide doelstellingen verband houden met het toegankelijker maken van de arbeidsmarkt en het verbeteren van het aanpassingsvermogen van de werknemers, met name door:

  • het ontwikkelen van vaardigheden voor de kennismaatschappij;
  • iedereen toegang te verschaffen tot informatie- en communicatietechnologieën;
  • een open leeromgeving;
  • nauwere contacten met het beroepsleven, onderzoek, en samenleving als geheel;
  • ontwikkeling van de ondernemingsgeest;
  • beter vreemdetalenonderwijs;
  • meer mobiliteit en meer uitwisselingen;

BENADRUKT derhalve dat de opstelling en uitvoering van het werkprogramma dat voortvloeit uit het verslag over de concrete doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels een op zichzelf staand proces is;

BENADRUKT DAT DE FOLLOW-UP VAN DIT VERSLAG een belangrijke bijdrage zal leveren aan het Luxemburg-proces en aan de ontwikkeling van het werkgelegenheidsbeleid op Europees en nationaal niveau;

NEEMT NOTA van het document van de Commissie "Onderwijs en opleiding in het werkgelegenheidsbeleid", waarin in dit verband gewezen wordt op:

  • de noodzaak van intensievere inspanningen ten behoeve van kwaliteitsbasisonderwijs, teneinde jongeren de basisvaardigheden te verschaffen die nodig zijn om aan de behoeften van de kennismaatschappij te voldoen;
  • het belang van een samenhangende onderwijs- en opleidingsstrategie, voor een goede aansluiting tussen de diverse onderwijs- en opleidingssystemen en voor de erkenning van formele en informele opleidingen;
  • het belang van vergelijkbare statistieken en van de beschikbaarheid van indicatoren om de bijdrage van het onderwijs- en opleidingsbeleid van de lidstaten te analyseren en te volgen;

ZIET UIT NAAR het actieplan van de Commissie met betrekking tot levenslang leren, dat in november 2001 zal worden uitgebracht en dat een belangrijke bijdrage zal vormen aan de bestaande processen en initiatieven voor de verwezenlijking van een kennismaatschappij en kenniseconomie;

ZIET UIT NAAR het verslag dat uiterlijk in december 2001 door de task force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit zal worden ingediend, en naar de mogelijkheid om een bijdrage te leveren aan de voorbereiding van het actieplan voor het ontwikkelen en opstellen van nieuwe Europese arbeidsmarkten, dat in het voorjaar van 2002 aan de Europese Raad zal worden voorgelegd;

BEVESTIGT voornmens te zijn actief deel te namen aan de uitvoering van de Europese sociale agenda, met name van het richtsnoer "meer en betere banen", door doeltreffende strategieën voor levenslang leren, de ontwikkeling van vaardigheden in informatie- en communicatietechnologieën, en de mobiliteit van studenten, leraren en stagiairs, te bevorderen;

BENADRUKT dat degenen die verantwoordelijk zijn voor onderwijs en opleiding actief betrokken moeten worden bij de verschillende bestaande processen die op Europees niveau volledige werkgelegenheid bevorderen, vanwege de essentiële bijdrage die in dit verband van de onderwijs- en opleidingsstelsels wordt verwacht en het belang van een coherente aanpak van de activiteiten en initiatieven op het gebied van onderwijs en opleiding;

ROEPT DE COMMISSIE EN DE LIDSTATEN OP OM,

binnen hun respectieve bevoegdheden,

  • ervoor te zorgen dat de follow-up van het Verslag over de concrete doelstellingen van de onderwijs- en opleidingsstelsels een bijdrage levert aan de processen van Luxemburg en Cardiff en dat daardoor onderwijs en opleiding centraal komen te staan in de communautaire samenwerking op het gebied van de werkgelegenheid en aanverwante beleidsterreinen;
  • ervoor te zorgen dat de Raad "Onderwijs" actief betrokken wordt bij de bestudering van het Commissievoorstel betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid en bij de omschrijving van beleidsrelevante en vergelijkbare indicatoren, zodat tijdig een bijdrage kan worden geleverd aan de voorbereiding van de richtsnoeren en de aanduiding van de relevante sectoren in de context van onderwijs en opleiding, en levenslang leren;
  • de uitwisseling van ervaringen en voorbeelden van goede praktijken op onderwijsgebied te intensiveren, op basis van een vergelijkende analyse van de nationale actieplannen voor de werkgelegenheid, zoals het document van de Commissie "Onderwijs en opleiding in het werkgelegenheidsbeleid".
  • (1) 
    PB L 22 van 24.1.2001, blz. 18.

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.