2005/243/EG, Euratom: Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 10 van de EU voor het begrotingsjaar 2004

1.

Wettekst

29.3.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 80/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING

van gewijzigde begroting nr. 10 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004

(2005/243/EG, Euratom)

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 272, lid 2, voorlaatste alinea,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 177,

Gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen  (1), inzonderheid op de artikelen 37 en 38,

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, zoals definitief vastgesteld op 18 december 2003  (2) en aangepast in verband met de uitbreiding van de Europese Unie  (3),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure  (4),

Gezien het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 11 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, zoals ingediend door de Commissie op 13 oktober 2004,

Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 10 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004, zoals opgesteld door de Raad op 29 november 2004,

Gelet op artikel 69 en bijlage IV van zijn Reglement,

Gezien de resolutie van het Europees Parlement van 2 december 2004,

 
   

CONSTATEERT:

Enig artikel

Gewijzigde begroting nr. 10 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2004 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 2 december 2004.

De voorzitter

J.P. BORRELL FONTELLES

 

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING NR. 10 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2004

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingslijn

— Titel 1: Eigen middelen

— Titel 7: Achterstandsrente en boeten

STAAT VAN ONTVANGSTEN EN UITGAVEN PER AFDELING

Afdeling III: Commissie

— Ontvangsten

— Titel 7: Achterstandsrente en boeten

— Uitgaven

— Titel 04: Werkgelegenheid en sociale zaken

— Titel 05: Landbouw en plattelandsontwikkeling

— Titel 11: Visserij

— Titel 13: Regionaal beleid

 

  • A. 
    FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2004 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 oktober 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2004 (1)

Begroting 2003 (2)

Verschil (in %)

  • 1. 
    Landbouw

43 993 285 000

44 780 450 000

–1,76

  • 2. 
    Structurele maatregelen

34 522 302 882

28 173 097 000

+22,54

  • 3. 
    Intern beleid

7 510 377 641

6 198 406 000

+21,17

  • 4. 
    Extern beleid

4 950 907 978

4 694 010 314

+5,47

  • 5. 
    Administratieve uitgaven

6 121 983 823

5 381 971 098

+13,75

  • 6. 
    Reserves

442 000 000

434 000 000

+1,84

  • 7. 
    Pretoetredingssteun

2 856 200 000

2 862 902 686

–0,23

  • 8. 
    Compensaties

1 409 545 056

  • 100,00

Totaal van de uitgaven (3)

101 806 602 380

92 524 837 098

+10,03

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2004 (4)

Begroting 2003 (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 tot en met 9)

1 116 573 265

837 078 989

+33,39

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

5 469 843 706

7 413 481 988

–26,22

Overschot aan eigen middelen als gevolg van een overschrijving uit hoofdstukken van het EOGFL, afdeling Garantie (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 1)

p.m.

p.m.

 

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

223 160 000

263 330 000

–15,25

Saldi aan BTW- en aan BNP/BNI-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

p.m.

 

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

6 809 576 971

8 513 890 977

–20,02

Nettobedrag van de douanerechten, de landbouwrechten en de heffingen en bijdragen „suiker” (hoofdstukken 1 0, 1 1 en 1 2)

12 406 875 000

10 906 200 000

+13,76

BTW-middelen tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

13 579 913 763

21 748 030 275

–37,56

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (BNI-middelen, tabellen 3 en 4, hoofdstuk 1 4)

69 010 236 646

51 356 715 846

+34,37

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2000/597/EG, Euratom te dekken kredieten (6)

94 997 025 409

84 010 946 121

+13,08

Totaal van de ontvangsten (7)

101 806 602 380

92 524 837 098

+10,03

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme BTW-grondslagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2000/597/EG, Euratom

 

Lidstaten

1 % van de niet-afgetopte BTW-grondslag

1 % van de verlaagde niet-afgetopte BTW-grondslag (8)

1 % van het bruto nationaal inkomen

1 % van het verlaagd bruto nationaal inkomen (9)

Aftoppingspercentage (in %)

1 % van het verlaagd bruto nationaal inkomen vermenigvuldigd met het aftoppingspercentage

1 % van de verlaagde niet-afgetopte BTW-grondslag (10), (11)

Lidstaten met afgetopte BTW-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

België

1 132 980 000

1 132 980 000

2 825 190 000

2 825 190 000

50

1 412 595 000

1 132 980 000

 

Tsjechië

422 185 000

281 456 667

790 620 000

527 080 000

50

263 540 000

263 540 000

Tsjechië

Denemarken

751 886 000

751 886 000

1 928 917 000

1 928 917 000

50

964 458 500

751 886 000

 

Duitsland

9 451 381 000

9 451 381 000

21 696 270 000

21 696 270 000

50

10 848 135 000

9 451 381 000

 

Estland

48 159 000

32 106 000

77 069 000

51 379 333

50

25 689 667

25 689 667

Estland

Griekenland

897 770 000

897 770 000

1 646 135 000

1 646 135 000

50

823 067 500

823 067 500

Griekenland

Spanje

4 571 090 000

4 571 090 000

7 841 620 000

7 841 620 000

50

3 920 810 000

3 920 810 000

Spanje

Frankrijk

7 575 510 000

7 575 510 000

16 112 960 000

16 112 960 000

50

8 056 480 000

7 575 510 000

 

Ierland

657 675 000

657 675 000

1 179 773 000

1 179 773 000

50

589 886 500

589 886 500

Ierland

Italië

5 511 310 000

5 511 310 000

13 338 450 000

13 338 450 000

50

6 669 225 000

5 511 310 000

 

Cyprus

94 920 000

63 280 000

120 306 000

80 204 000

50

40 102 000

40 102 000

Cyprus

Letland

41 803 000

27 868 667

95 382 000

63 588 000

50

31 794 000

27 868 667

 

Litouwen

76 782 000

51 188 000

170 165 000

113 443 333

50

56 721 667

51 188 000

 

Luxemburg

160 257 000

160 257 000

220 670 000

220 670 000

50

110 335 000

110 335 000

Luxemburg

Hongarije

378 425 000

252 283 333

731 932 000

487 954 667

50

243 977 334

243 977 334

Hongarije

Malta

27 580 000

18 386 667

44 080 000

29 386 667

50

14 693 334

14 693 334

Malta

Nederland

2 220 805 000

2 220 805 000

4 599 995 000

4 599 995 000

50

2 299 997 500

2 220 805 000

 

Oostenrijk

1 065 330 000

1 065 330 000

2 289 350 000

2 289 350 000

50

1 144 675 000

1 065 330 000

 

Polen

970 307 000

646 871 333

1 819 610 000

1 213 073 333

50

606 536 667

606 536 667

Polen

Portugal

841 380 000

841 380 000

1 319 570 000

1 319 570 000

50

659 785 000

659 785 000

Portugal

Slovenië

144 988 000

96 658 667

255 496 000

170 330 667

50

85 165 334

85 165 334

Slovenië

Slowakije

143 215 000

95 476 667

316 358 000

210 905 333

50

105 452 667

95 476 667

 

Finland

641 720 000

641 720 000

1 471 320 000

1 471 320 000

50

735 660 000

641 720 000

 

Zweden

1 210 952 000

1 210 952 000

2 788 731 000

2 788 731 000

50

1 394 365 500

1 210 952 000

 

Verenigd Koninkrijk

8 457 364 000

8 457 364 000

16 774 645 000

16 774 645 000

50

8 387 322 500

8 387 322 500

Verenigd Koninkrijk

Totaal

47 495 774 000

46 712 986 001

100 454 614 000

98 980 941 333

 

49 490 470 670

45 507 318 170

 

Berekening van het uniforme afroepingspercentage van de BTW-middelen (artikel 2, lid 4, van Besluit 2000/597/EG, Euratom)

 

Uniform percentage (%) = maximaal afroepingspercentage – bevroren percentage

  • A. 
    Het maximale afroepingspercentage is vastgesteld op 0,50 % voor 2004.
  • B. 
    Vaststelling van het door de correctie voor het Verenigd Koninkrijk bevroren BTW-percentage (artikel, lid 4, onder b), van Besluit 2000/597/EG, Euratom)
  • 1) 
    Berekening van het theoretische aandeel van de landen waarvan de financiële last beperkt is:

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Besluit 2000/597/EG, Euratom, is de financiële bijdrage van Duitsland (D), Nederland (NL), Oostenrijk (A) en Zweden (S) beperkt tot een kwart van hun normale bijdrage.

Formule voor een lidstaat waarvan de financiële last beperkt is, bijvoorbeeld Duitsland

Theoretische BTW-bijdrage van Duitsland = [afgetopte BTW-grondslag van Duitsland / (afgetopte BTW-grondslag van de EU25 – afgetopte BTW-grondslag Verenigd Koninkrijk)] × 1/4 × correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk

Voorbeeld in cijfers: Duitsland

Theoretische BTW-bijdrage van Duitsland = 9 451 381 000 / (45 507 318 170 – 8 387 322 500) × 1/4 × 5 391 559 038 = 343 195 613

  • 2) 
    Berekening van het bevroren percentage:

Bevroren percentage1 = [correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk – theoretische BTW-bijdragen (DE+NL+AT+SE)] / [afgetopte BTW-grondslag van de EU25 – afgetopte BTW-grondslagen (Verenigd Koninkrijk+DE+NL+AT+SE)]

Bevroren percentage1 = [5 391 559 038 – (343 195 613 + 80 641 182 + 38 683 932 + 43 971 713)] / [45 507 318 170 – (8 387 322 500 + 9 451 381 000 + 2 220 805 000 + 1 065 330 000 + 1 210 952 000)]

Bevroren percentage1 = 0,210821947849923 %

  • C. 
    Vaststelling van het door de correctie voor het Verenigd Koninkrijk bevroren BTW-percentage (artikel, lid 4, onder b), van Besluit 94/728/EG, Euratom):
  • 1) 
    Berekening van het theoretische aandeel van de landen waarvan de financiële last beperkt is:

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Besluit 94/728/EG, Euratom, is de financiële bijdrage van Duitsland (D) beperkt tot een kwart van zijn normale bijdrage.

Rekenformule voor Duitsland:

Theoretische BTW-bijdrage van Duitsland = [afgetopte BTW-grondslag van Duitsland / (afgetopte BTW-grondslag van de EU15 – afgetopte BTW-grondslag Verenigd Koninkrijk)] × 2/3 × correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk

Voorbeeld in cijfers: Duitsland

Theoretische BTW-bijdrage van Duitsland = 9 451 381 000 / (44 053 080 500 – 8 387 322 500) × 2/3 × – 293 991 119 = –51 938 184

  • 2) 
    Berekening van het bevroren percentage:

Bevroren percentage2 = [correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk – theoretische BTW-bijdrage (D)] / [afgetopte BTW-grondslag van de EU15 – afgetopte BTW-grondslag (Verenigd Koninkrijk + D)]

Bevroren percentage2 = [– 293 991 119 – (–51 938 184)] / [44 053 080 500 – (8 387 322 500 + 9 451 381 000)]

Bevroren percentage2 = – 0,00923359477705029 %

Bevroren percentagetot = Bevroren percentage1 + Bevroren percentage2

Uniform percentage = maximaal afroepingspercentage – bevroren percentagetot

0,50 % – 0,201588353072873 % = 0,298411646927127 %

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2000/597/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de verlaagde afgetopte BTW-grondslag (12)

Maximaal BTW-afroepingspercentage (in %)

Uniform percentage van de eigen middelen „BTW” (in %)

Eigen middelen „BTW” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) × (3)

België

1 132 980 000

0,50

0,298411647

338 094 428

Tsjechië

263 540 000

0,50

0,298411647

78 643 405

Denemarken

751 886 000

0,50

0,298411647

224 371 540

Duitsland

9 451 381 000

0,50

0,298411647

2 820 402 170

Estland

25 689 667

0,50

0,298411647

7 666 096

Griekenland

823 067 500

0,50

0,298411647

245 612 928

Spanje

3 920 810 000

0,50

0,298411647

1 170 015 369

Frankrijk

7 575 510 000

0,50

0,298411647

2 260 620 415

Ierland

589 886 500

0,50

0,298411647

176 029 002

Italië

5 511 310 000

0,50

0,298411647

1 644 639 094

Cyprus

40 102 000

0,50

0,298411647

11 966 904

Letland

27 868 667

0,50

0,298411647

8 316 335

Litouwen

51 188 000

0,50

0,298411647

15 275 095

Luxemburg

110 335 000

0,50

0,298411647

32 925 249

Hongarije

243 977 334

0,50

0,298411647

72 805 678

Malta

14 693 334

0,50

0,298411647

4 384 662

Nederland

2 220 805 000

0,50

0,298411647

662 714 078

Oostenrijk

1 065 330 000

0,50

0,298411647

317 906 880

Polen

606 536 667

0,50

0,298411647

180 997 606

Portugal

659 785 000

0,50

0,298411647

196 887 528

Slovenië

85 165 334

0,50

0,298411647

25 414 328

Slowakije

95 476 667

0,50

0,298411647

28 491 349

Finland

641 720 000

0,50

0,298411647

191 496 722

Zweden

1 210 952 000

0,50

0,298411647

361 362 181

Verenigd Koninkrijk

8 387 322 500

0,50

0,298411647

2 502 874 721

Totaal

45 507 318 170

   

13 579 913 763

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 2000/597/EG, Euratom

 

Lidstaten

1 % van het verlaagd bruto nationaal inkomen (13)

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

2 825 190 000

 

1 969 743 143

Tsjechië

527 080 000

 

367 484 033

Denemarken

1 928 917 000

 

1 344 855 048

Duitsland

21 696 270 000

 

15 126 798 217

Estland

51 379 333

 

35 822 047

Griekenland

1 646 135 000

 

1 147 697 369

Spanje

7 841 620 000

 

5 467 234 849

Frankrijk

16 112 960 000

 

11 234 073 628

Ierland

1 179 773 000

 

822 546 369

Italië

13 338 450 000

 

9 299 664 952

Cyprus

80 204 000

 

55 918 816

Letland

63 588 000

0,6972073 (14)

44 334 019

Litouwen

113 443 333

 

79 093 522

Luxemburg

220 670 000

 

153 852 739

Hongarije

487 954 667

 

340 205 565

Malta

29 386 667

 

20 488 599

Nederland

4 599 995 000

 

3 207 150 177

Oostenrijk

2 289 350 000

 

1 596 151 574

Polen

1 213 073 333

 

845 763 605

Portugal

1 319 570 000

 

920 013 861

Slovenië

170 330 667

 

118 755 788

Slowakije

210 905 333

 

147 044 742

Finland

1 471 320 000

 

1 025 815 071

Zweden

2 788 731 000

 

1 944 323 661

Verenigd Koninkrijk

16 774 645 000

 

11 695 405 252

Totaal

98 980 941 333

 

69 010 236 646

TABEL 4

Eigen middelen op basis van het BNI — Financiering van de reserves (artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom) (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

Reserve voor leningen en garantie van leningen

Reserve voor spoedhulp

Eigen middelen „BNI”, exclusief reserves

Eigen middelen „BNI” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (2) + (3)

België

6 307 952

6 307 952

1 957 127 239

1 969 743 143

Tsjechië

1 176 839

1 176 839

365 130 355

367 484 033

Denemarken

4 306 795

4 306 795

1 336 241 458

1 344 855 048

Duitsland

48 442 414

48 442 414

15 029 913 389

15 126 798 217

Estland

114 717

114 717

35 592 613

35 822 047

Griekenland

3 675 413

3 675 413

1 140 346 543

1 147 697 369

Spanje

17 508 401

17 508 401

5 432 218 047

5 467 234 849

Frankrijk

35 976 261

35 976 261

11 162 121 106

11 234 073 628

Ierland

2 634 142

2 634 142

817 278 085

822 546 369

Italië

29 781 465

29 781 465

9 240 102 022

9 299 664 952

Cyprus

179 076

179 076

55 560 664

55 918 816

Letland

141 976

141 976

44 050 067

44 334 019

Litouwen

253 291

253 291

78 586 940

79 093 522

Luxemburg

492 702

492 702

152 867 335

153 852 739

Hongarije

1 089 482

1 089 482

338 026 601

340 205 565

Malta

65 613

65 613

20 357 373

20 488 599

Nederland

10 270 653

10 270 653

3 186 608 871

3 207 150 177

Oostenrijk

5 111 553

5 111 553

1 585 928 468

1 596 151 574

Polen

2 708 493

2 708 493

840 346 619

845 763 605

Portugal

2 946 274

2 946 274

914 121 313

920 013 861

Slovenië

380 306

380 306

117 995 176

118 755 788

Slowakije

470 900

470 900

146 102 942

147 044 742

Finland

3 285 094

3 285 094

1 019 244 883

1 025 815 071

Zweden

6 226 548

6 226 548

1 931 870 565

1 944 323 661

Verenigd Koninkrijk

37 453 640

37 453 640

11 620 497 972

11 695 405 252

Totaal

221 000 000

221 000 000

68 568 236 646

69 010 236 646

Percentage van 1 % verlaagd BNI (15)

0,0022

0,0022

0,6927

0,6972

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2003 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2000/597/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (%) (16)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in het totaal van de niet-afgetopte BTW-grondslagen

18,50 %

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in het totaal van de verdeelde uitgaven

7,68 %

 
  • 3. 
    (1) – (2)

10,82 %

 
  • 4. 
    Totaal van de verdeelde uitgaven
 

82 025 811 437

  • 5. 
    (3) × (4)
 

8 875 351 609

  • 6. 
    0,66 × (5) = oorspronkelijk bedrag
 

5 857 732 062

  • 7. 
    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (17)
 

447 826 885

  • 8. 
    Basiscompensatie voor het Verenigd Koninkrijk = (6) – (7)
 

5 409 905 177

  • 9. 
    Uitzonderlijke „meevallers” aan traditionele eigen middelen (18)
 

18 346 139

  • 10. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (8) – (9)
 

5 391 559 038

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2000 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 94/728/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (%) (19)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in het totaal van de niet-afgetopte BTW-grondslagen

18,71 %

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk in het totaal van de verdeelde uitgaven

10,43 %

 
  • 3. 
    (1) – (2)

8,28 %

 
  • 4. 
    Totaal van de verdeelde uitgaven
 

74 700 969 031

  • 5. 
    (3) × (4)
 

6 183 698 001

  • 6. 
    0,66 × (5) = oorspronkelijk bedrag
 

4 081 240 681

  • 7. 
    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (20)
 

–51 336 943

  • 8. 
    Basiscompensatie voor het Verenigd Koninkrijk = (6) – (7)
 

4 132 577 623

  • 9. 
    Reed in GAB 1/200 en GAB 3/2001 opgenomen bedrag
 

4 426 568 742

  • 10. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (8) – (9)
 
  • – 
    293 991 119

TABEL 6.1

Berekening van de financiering van de correctie 2003 ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –5 391 559 038 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaten

Aandelen in de verlaagde BNI-grondslagen (21)

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,85

3,44

5,56

 

1,59

5,03

271 066 206

Tsjechië

0,53

0,64

1,04

 

0,30

0,94

50 571 316

Denemarken

1,95

2,35

3,79

 

1,09

3,43

185 072 230

Duitsland

21,92

26,39

0,00

–19,79

0,00

6,60

355 741 367

Estland

0,05

0,06

0,10

 

0,03

0,09

4 929 651

Griekenland

1,66

2,00

3,24

 

0,93

2,93

157 940 375

Spanje

7,92

9,54

15,43

 

4,42

13,95

752 373 534

Frankrijk

16,28

19,60

31,70

 

9,07

28,67

1 545 977 063

Ierland

1,19

1,44

2,32

 

0,66

2,10

113 194 720

Italië

13,48

16,23

26,24

 

7,51

23,74

1 279 773 409

Cyprus

0,08

0,10

0,16

 

0,05

0,14

7 695 268

Letland

0,06

0,08

0,13

 

0,04

0,11

6 101 026

Litouwen

0,11

0,14

0,22

 

0,06

0,20

10 884 455

Luxemburg

0,22

0,27

0,43

 

0,12

0,39

21 172 445

Hongarije

0,49

0,59

0,96

 

0,27

0,87

46 817 389

Malta

0,03

0,04

0,06

 

0,02

0,05

2 819 539

Nederland

4,65

5,60

0,00

–4,20

0,00

1,40

75 423 495

Oostenrijk

2,31

2,78

0,00

–2,09

0,00

0,70

37 537 166

Polen

1,23

1,48

2,39

 

0,68

2,16

116 389 760

Portugal

1,33

1,61

2,60

 

0,74

2,35

126 607 709

Slovenië

0,17

0,21

0,34

 

0,10

0,30

16 342 578

Slowakije

0,21

0,26

0,41

 

0,12

0,38

20 235 562

Finland

1,49

1,79

2,89

 

0,83

2,62

141 167 543

Zweden

2,82

3,39

0,00

–2,54

0,00

0,85

45 725 232

Verenigd Koninkrijk

16,95

0,00

0,00

 

0,00

0,00

Totaal

100,00

100,00

100,00

–28,62

28,62

100,00

5 391 559 038

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 6.2

Berekening van de financiering van de correctie 2000 ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op 293 991 119 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de BNI-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland en het Verenigd Koninkrijk

1/3 van het aandeel van Duitsland in kolom (2)

Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,94

3,56

4,91

 

0,45

4,01

–11 795 938

Denemarken

2,01

2,43

3,35

 

0,31

2,74

–8 053 754

Duitsland

22,59

27,37

0,00

–9,12

0,00

18,25

–53 651 236

Griekenland

1,71

2,08

2,86

 

0,26

2,34

–6 873 062

Spanje

8,17

9,89

13,62

 

1,24

11,14

–32 740 901

Frankrijk

16,78

20,33

27,99

 

2,55

22,88

–67 276 001

Ierland

1,23

1,49

2,05

 

0,19

1,68

–4 925 874

Italië

13,89

16,83

23,17

 

2,11

18,94

–55 691 665

Luxemburg

0,23

0,28

0,38

 

0,03

0,31

  • – 
    921 357

Nederland

4,79

5,80

7,99

 

0,73

6,53

–19 206 233

Oostenrijk

2,38

2,89

3,98

 

0,36

3,25

–9 558 660

Portugal

1,37

1,66

2,29

 

0,21

1,87

–5 509 564

Finland

1,53

1,86

2,56

 

0,23

2,09

–6 143 162

Zweden

2,90

3,52

4,84

 

0,44

3,96

–11 643 712

Verenigd Koninkrijk

17,47

0,00

0,00

 

0,00

0,00

Totaal

100,00

100,00

100,00

–9,12

9,12

100,00

  • – 
    293 991 119

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Netto-landbouw-rechten (75 %)

Netto-heffingen en -bijdragen „suiker” en „isoglucose” (75 %)

Netto-douane-rechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Eigen middelen „BTW” tegen uniform percentage

Eigen middelen „BNI”, exclusief reserves

Eigen middelen „BNI”, reserves

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk

Resultaat van de definitieve berekening van de financiering van de correctie ten gunste van het Verenigd Koninkrijk in 2000

Totaal van de eigen middelen (22)

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (2) + (3)

(5)

(6)

(7)

(8)

(9)

  • (10) 
    = (4) + (5) + (6) + (7) + (8) + (9)

België

24 707 502

27 550 744

1 225 727 711

1 277 985 957

338 094 428

1 957 127 239

12 615 904

259 270 268

–3 078 908

3 842 014 888

Tsjechië

8 848 733

 

57 532 359

66 381 092

78 643 405

365 130 355

2 353 678

50 571 316

 

563 079 846

Denemarken

7 929 384

15 980 951

209 135 735

233 046 070

224 371 540

1 336 241 458

8 613 590

177 018 476

–16 290 924

1 963 000 210

Duitsland

155 599 798

133 520 474

2 197 848 296

2 486 968 568

2 820 402 170

15 029 913 389

96 884 828

302 090 131

49 233 892

20 785 492 978

Estland

1 379 024

 

9 214 793

10 593 817

7 666 096

35 592 613

229 434

4 929 651

 

59 011 611

Griekenland

12 985 803

2 477 240

151 362 989

166 826 032

245 612 928

1 140 346 543

7 350 826

151 067 313

–1 603 327

1 709 600 315

Spanje

41 140 863

15 033 422

776 526 590

832 700 875

1 170 015 369

5 432 218 047

35 016 802

719 632 633

–3 468 605

8 186 115 121

Frankrijk

143 073 671

128 293 057

899 844 557

1 171 211 285

2 260 620 415

11 162 121 106

71 952 522

1 478 701 062

16 635 782

16 161 242 172

Ierland

804 431

4 173 620

109 856 357

114 834 408

176 029 002

817 278 085

5 268 284

108 268 846

–1 552 469

1 220 126 156

Italië

78 374 494

9 268 668

1 106 736 689

1 194 379 851

1 644 639 094

9 240 102 022

59 562 930

1 224 081 744

–4 564 420

13 358 201 221

Cyprus

1 379 024

 

9 054 536

10 433 560

11 966 904

55 560 664

358 152

7 695 268

 

86 014 548

Letland

919 349

 

5 929 519

6 848 868

8 316 335

44 050 067

283 952

6 101 026

 

65 600 248

Litouwen

3 102 803

 

20 032 159

23 134 962

15 275 095

78 586 940

506 582

10 884 455

 

128 388 034

Luxemburg

229 838

 

13 381 482

13 611 320

32 925 249

152 867 335

985 404

20 251 088

  • – 
    233 413

220 406 983

Hongarije

13 560 397

 

88 141 497

101 701 894

72 805 678

338 026 601

2 178 964

46 817 389

 

561 530 526

Malta

919 349

 

5 689 133

6 608 482

4 384 662

20 357 373

131 226

2 819 539

 

34 301 282

Nederland

217 655 851

31 134 739

1 133 579 782

1 382 370 372

662 714 078

3 186 608 871

20 541 306

56 217 262

–9 171 563

5 299 280 326

Oostenrijk

11 606 780

12 872 821

164 263 700

188 743 301

317 906 880

1 585 928 468

10 223 106

27 978 506

–2 610 155

2 128 170 106

Polen

15 169 257

 

98 958 863

114 128 120

180 997 606

840 346 619

5 416 986

116 389 760

 

1 257 279 091

Portugal

21 949 455

1 568 330

87 820 982

111 338 767

196 887 528

914 121 313

5 892 548

121 098 145

–1 401 699

1 347 936 602

Slovenië

2 528 210

 

16 346 241

18 874 451

25 414 328

117 995 176

760 612

16 342 578

 

179 387 145

Slowakije

4 251 989

 

27 724 508

31 976 497

28 491 349

146 102 942

941 800

20 235 562

 

227 748 150

Finland

4 022 152

3 136 556

77 724 775

84 883 483

191 496 722

1 019 244 883

6 570 188

135 024 381

–2 235 647

1 434 984 010

Zweden

15 858 769

7 713 534

285 097 679

308 669 982

361 362 181

1 931 870 565

12 453 096

34 081 520

–3 881 694

2 644 555 650

Verenigd Koninkrijk

537 589 266

24 164 652

1 886 869 068

2 448 622 986

2 502 874 721

11 620 497 972

74 907 280

–5 097 567 919

–15 776 850

11 533 558 190

Totaal

1 325 586 192

416 888 808

10 664 400 000

12 406 875 000

13 579 913 763

68 568 236 646

442 000 000

94 997 025 409

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSLIJN

ONTVANGSTEN

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 0

DOOR DE INSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID INGEVOERDE LANDBOUWRECHTEN OP HET HANDELSVERKEER MET NIET-LIDSTATEN (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

865 125 000

460 461 192

1 325 586 192

1 1

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

359 925 000

56 963 808

416 888 808

1 2

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

9 981 825 000

682 575 000

10 664 400 000

1 3

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

13 579 913 763

 

13 579 913 763

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER d), EN ARTIKEL 6 VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

68 510 236 646

500 000 000

69 010 236 646

1 5

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

0

 

0

1 9

KOSTEN VOOR DE LIDSTATEN IN VERBAND MET DE INNING VAN DE EIGEN MIDDELEN

 

 

Titel 1 — Totaal

93 297 025 409

1 700 000 000

94 997 025 409

HOOFDSTUK 1 0 —

DOOR DE INSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID INGEVOERDE LANDBOUWRECHTEN OP HET HANDELSVERKEER MET NIET-LIDSTATEN (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 0

DOOR DE INSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID INGEVOERDE LANDBOUWRECHTEN OP HET HANDELSVERKEER MET NIET-LIDSTATEN (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

1 0 0

Door de instellingen van de Europese Gemeenschappen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingevoerde landbouwrechten op het handelsverkeer met niet-lidstaten (artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2000/597/EG, Euratom)

1 0 0 0

Door de instellingen van de Europese Gemeenschappen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingevoerde landbouwrechten op het handelsverkeer met niet-lidstaten (artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2000/597/EG, Euratom)

865 125 000

460 461 192

1 325 586 192

 

Artikel 1 0 0 — Subtotaal

865 125 000

460 461 192

1 325 586 192

 

Hoofdstuk 1 0 — Totaal

865 125 000

460 461 192

1 325 586 192

1 0 0

Door de instellingen van de Europese Gemeenschappen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingevoerde landbouwrechten op het handelsverkeer met niet-lidstaten (artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2000/597/EG, Euratom)

1 0 0 0

Door de instellingen van de Europese Gemeenschappen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ingevoerde landbouwrechten op het handelsverkeer met niet-lidstaten (artikel 2, lid 1, onder a), van Besluit 2000/597/EG, Euratom)

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

865 125 000

460 461 192

1 325 586 192

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Het betreft hier rechten die worden geïnd bij invoer uit derde landen van onder een gemeenschappelijke marktordening vallende landbouwproducten. Deze landbouwrechten dienen ter compensatie van het verschil tussen de wereldmarktprijzen en de prijzen die binnen de Gemeenschap gelden.

Vanaf 2003 worden de ramingen netto gegeven (zonder inningskosten).

 

Lidstaten

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

België

16 125 000

8 582 502

24 707 502

Tsjechië

5 775 000

3 073 733

8 848 733

Denemarken

5 175 000

2 754 384

7 929 384

Duitsland

101 550 000

54 049 798

155 599 798

Estland

900 000

479 024

1 379 024

Griekenland

8 475 000

4 510 803

12 985 803

Spanje

26 850 000

14 290 863

41 140 863

Frankrijk

93 375 000

49 698 671

143 073 671

Ierland

525 000

279 431

804 431

Italië

51 150 000

27 224 494

78 374 494

Cyprus

900 000

479 024

1 379 024

Letland

600 000

319 349

919 349

Litouwen

2 025 000

1 077 803

3 102 803

Luxemburg

150 000

79 838

229 838

Hongarije

8 850 000

4 710 397

13 560 397

Malta

600 000

319 349

919 349

Nederland

142 050 000

75 605 851

217 655 851

Oostenrijk

7 575 000

4 031 780

11 606 780

Polen

9 900 000

5 269 257

15 169 257

Portugal

14 325 000

7 624 455

21 949 455

Slovenië

1 650 000

878 210

2 528 210

Slowakije

2 775 000

1 476 989

4 251 989

Finland

2 625 000

1 397 152

4 022 152

Zweden

10 350 000

5 508 769

15 858 769

Verenigd Koninkrijk

350 850 000

186 739 266

537 589 266

Totaal van post 1 0 0 0

865 125 000

460 461 192

1 325 586 192

HOOFDSTUK 1 1 —

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 1

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

1 1 0

Productieheffingen op suiker

355 915 972

56 963 808

412 879 780

 

Artikel 1 1 0 — Subtotaal

355 915 972

56 963 808

412 879 780

1 1 1

Bijdragen in verband met de opslag van suiker

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 1 1 1 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

1 1 2

Productieheffingen op isoglucose

3 087 180

 

3 087 180

 

Artikel 1 1 2 — Subtotaal

3 087 180

 

3 087 180

1 1 3

Heffingen op de niet-uitgevoerde productie van C-suiker, C-isoglucose en C-inulinestroop

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 1 1 3 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

1 1 4

Heffingen op C-suiker en C-isoglucose voor vervanging

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 1 1 4 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

1 1 5

Productieheffing op inulinestroop

921 848

 

921 848

 

Artikel 1 1 5 — Subtotaal

921 848

 

921 848

1 1 6

Aanvullende heffing zoals bedoeld in Verordening (EEG) nr. 1107/88

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 1 1 6 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

 

Hoofdstuk 1 1 — Totaal

359 925 000

56 963 808

416 888 808

1 1 0

Productieheffingen op suiker

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

355 915 972

56 963 808

412 879 780

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

De gemeenschappelijke ordening van de markten in de sector suiker houdt in dat de suikerfabrikanten heffingen op de basisproductie van B-suiker storten ter dekking van de uitgaven voor steun aan de markt.

De in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 bedoelde maximalisering van de bijdragen kan echter ten gevolge hebben dat zij het te verwachten totale verlies wegens het bestaan van een exportabel overschot dat berekend wordt overeenkomstig het bepaalde in de leden 1 en 2 van dat artikel, niet volledig dekken. In dit geval moet de in artikel 1 1 6 van dit hoofdstuk bedoelde aanvullende heffing overeenkomstig het bepaalde in artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1260/2001 door de suikerfabrikanten worden gestort.

Vanaf 2003 worden de ramingen netto gegeven (zonder inningskosten).

 

Lidstaten

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

België

19 423 587

6 550 745

25 974 332

Denemarken

12 225 000

3 755 951

15 980 951

Duitsland

129 199 115

3 845 475

133 044 590

Griekenland

4 583 633

–2 247 761

2 335 872

Spanje

9 045 422

5 433 422

14 478 844

Frankrijk

97 267 101

30 793 057

128 060 158

Ierland

2 850 000

1 323 620

4 173 620

Italië

24 378 049

–15 331 332

9 046 717

Luxemburg

Nederland

23 387 492

7 434 738

30 822 230

Oostenrijk

9 675 000

3 197 821

12 872 821

Portugal

273 376

1 193 330

1 466 706

Finland

2 098 338

961 556

3 059 894

Zweden

5 475 000

2 238 534

7 713 534

Verenigd Koninkrijk

16 034 859

7 814 652

23 849 511

Totaal van artikel 1 1 0

355 915 972

56 963 808

412 879 780

HOOFDSTUK 1 2 —

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 2

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

1 2 0

Douanerechten en overige rechten zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2000/597/EG, Euratom

9 981 825 000

682 575 000

10 664 400 000

 

Artikel 1 2 0 — Subtotaal

9 981 825 000

682 575 000

10 664 400 000

 

Hoofdstuk 1 2 — Totaal

9 981 825 000

682 575 000

10 664 400 000

1 2 0

Douanerechten en overige rechten zoals bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2000/597/EG, Euratom

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

9 981 825 000

682 575 000

10 664 400 000

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name artikel 2, lid 1, onder a).

De aanwending van de douanerechten als eigen middelen voor de financiering van de gemeenschappelijke uitgaven vloeit logischerwijs voort uit het feit dat er binnen de Gemeenschap vrij verkeer van goederen bestaat.

Vanaf 2003 worden de ramingen netto gegeven (zonder inningskosten).

 

Lidstaten

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

België

1 147 275 000

78 452 711

1 225 727 711

Tsjechië

53 850 000

3 682 359

57 532 359

Denemarken

195 750 000

13 385 735

209 135 735

Duitsland

2 057 175 000

140 673 296

2 197 848 296

Estland

8 625 000

589 793

9 214 793

Griekenland

141 675 000

9 687 989

151 362 989

Spanje

726 825 000

49 701 590

776 526 590

Frankrijk

842 250 000

57 594 557

899 844 557

Ierland

102 825 000

7 031 357

109 856 357

Italië

1 035 900 000

70 836 689

1 106 736 689

Cyprus

8 475 000

579 536

9 054 536

Letland

5 550 000

379 519

5 929 519

Litouwen

18 750 000

1 282 159

20 032 159

Luxemburg

12 525 000

856 482

13 381 482

Hongarije

82 500 000

5 641 497

88 141 497

Malta

5 325 000

364 133

5 689 133

Nederland

1 061 025 000

72 554 782

1 133 579 782

Oostenrijk

153 750 000

10 513 700

164 263 700

Polen

92 625 000

6 333 863

98 958 863

Portugal

82 200 000

5 620 982

87 820 982

Slovenië

15 300 000

1 046 241

16 346 241

Slowakije

25 950 000

1 774 508

27 724 508

Finland

72 750 000

4 974 775

77 724 775

Zweden

266 850 000

18 247 679

285 097 679

Verenigd Koninkrijk

1 766 100 000

120 769 068

1 886 869 068

Totaal van artikel 1 2 0

9 981 825 000

682 575 000

10 664 400 000

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER D), EN ARTIKEL 6 VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER d), EN ARTIKEL 6 VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom

1 4 0 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, met uitzondering van die welke overeenkomen met de reserve voor garantie voor verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp

68 068 236 646

500 000 000

68 568 236 646

1 4 0 1

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, die overeenkomen met de financiering van de monetaire reserve van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

 

1 4 0 2

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor verstrekte leningen en de garantie voor verstrekte leningen

221 000 000

 

221 000 000

1 4 0 3

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6, van Besluit 2000/597/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor noodhulp

221 000 000

 

221 000 000

 

Artikel 1 4 0 — Subtotaal

68 510 236 646

500 000 000

69 010 236 646

 

Hoofdstuk 1 4 — Totaal

68 510 236 646

500 000 000

69 010 236 646

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom

1 4 0 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, met uitzondering van die welke overeenkomen met de reserve voor garantie voor verstrekte leningen en de reserve voor noodhulp

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

68 068 236 646

500 000 000

68 568 236 646

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), met name artikel 2, lid 1, onder a).

Het voor het begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage, reserve voor garantie voor verstrekte leningen en reserve voor noodhulp niet inbegrepen, bedraagt 0,6927 %.

 

Lidstaten

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

België

1 942 855 855

14 271 384

1 957 127 239

Tsjechië

362 467 822

2 662 533

365 130 355

Denemarken

1 326 497 577

9 743 881

1 336 241 458

Duitsland

14 920 315 172

109 598 217

15 029 913 389

Estland

35 333 071

259 542

35 592 613

Griekenland

1 132 031 129

8 315 414

1 140 346 543

Spanje

5 392 606 280

39 611 767

5 432 218 047

Frankrijk

11 080 726 850

81 394 256

11 162 121 106

Ierland

811 318 488

5 959 597

817 278 085

Italië

9 172 723 141

67 378 881

9 240 102 022

Cyprus

55 155 515

405 149

55 560 664

Letland

43 728 854

321 213

44 050 067

Litouwen

78 013 884

573 056

78 586 940

Luxemburg

151 752 625

1 114 710

152 867 335

Hongarije

335 561 709

2 464 892

338 026 601

Malta

20 208 927

148 446

20 357 373

Nederland

3 163 372 100

23 236 771

3 186 608 871

Oostenrijk

1 574 363 868

11 564 600

1 585 928 468

Polen

834 218 806

6 127 813

840 346 619

Portugal

907 455 535

6 665 778

914 121 313

Slovenië

117 134 754

860 422

117 995 176

Slowakije

145 037 558

1 065 384

146 102 942

Finland

1 011 812 543

7 432 340

1 019 244 883

Zweden

1 917 783 353

14 087 212

1 931 870 565

Verenigd Koninkrijk

11 535 761 230

84 736 742

11 620 497 972

Totaal van post 1 4 0 0

68 068 236 646

500 000 000

68 568 236 646

TITEL 7

RENTE WEGENS VERTRAAGDE OVERMAKING EN BOETEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

7 0

RENTE WEGENS VERTRAAGDE OVERMAKING

p.m.

40 000 000

40 000 000

7 1

GELDBOETEN

p.m.

260 000 000

260 000 000

7 2

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

p.m.

 

p.m.

 

Titel 7 — Totaal

p.m.

300 000 000

300 000 000

HOOFDSTUK 7 0 —

RENTE WEGENS VERTRAAGDE OVERMAKING

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

7 0

RENTE WEGENS VERTRAAGDE OVERMAKING

7 0 0

Rente wegens vertraagde overmaking

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

p.m.

5 000 000

5 000 000

7 0 0 1

Overige rente wegens vertraagde overmaking

p.m.

35 000 000

35 000 000

 

Artikel 7 0 0 — Subtotaal

p.m.

40 000 000

40 000 000

 

Hoofdstuk 7 0 — Totaal

p.m.

40 000 000

40 000 000

7 0 0

Rente wegens vertraagde overmaking

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

p.m.

5 000 000

5 000 000

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

 

Raad

p.m.

Commissie

5 000 000

Totaal

5 000 000

7 0 0 1

Overige rente wegens vertraagde overmaking

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

p.m.

35 000 000

35 000 000

Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962, eerste verordening over de toepassing van de artikelen 81 (ex artikel 85) en 82 (ex artikel 86) van het Verdrag (PB 13 van 21.2.1962, blz. 204/62), gewijzigd bij en aangevuld door de verordeningen:

 

59 (PB 58 van 10.7.1962, blz. 1655/62),

 

118/63/EEG (PB 162 van 7.11.1963, blz. 2696/63),

 

(EEG) nr. 2822/71 (PB L 285 van 29.12.1971, blz. 49).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1. Verordening gerectificeerd in PB L 257 van 21.9.1990, blz. 13), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EEG) nr. 1865/90 van de Commissie van 2 juli 1990 inzake de bij te late terugbetaling van bijstand uit de structuurfondsen te betalen rente (PB L 170 van 3.7.1990, blz. 35).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

7 1

GELDBOETEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

p.m.

260 000 000

260 000 000

 

Artikel 7 1 0 — Subtotaal

p.m.

260 000 000

260 000 000

7 1 1

Ontvangsten uit boeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 7 1 1 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 7 1 2 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

 

Hoofdstuk 7 1 — Totaal

p.m.

260 000 000

260 000 000

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

p.m.

260 000 000

260 000 000

Verordening nr. 11 van de Raad van 27 juni 1960 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden (PB 52 van 16.8.1960, blz. 1121/60), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3626/84 (PB L 335 van 22.12.1984, blz. 4), met name de artikelen 17 en 18.

Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962, eerste verordening over de toepassing van de artikelen 81 (ex artikel 85) en 82 (ex artikel 86) van het Verdrag (PB 13 van 21.2.1962, blz. 204/62), gewijzigd bij en aangevuld door de verordeningen:

 

59 (PB 58 van 10.7.1962, blz. 1655/62),

 

118/63/EEG (PB 162 van 7.11.1963, blz. 2696/63),

 

(EEG) nr. 2822/71 (PB L 285 van 29.12.1971, blz. 49),

met name de artikelen 15 en 16; Verordening nr. 17 is laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1216/1999 (PB L 148 van 15.6.1999, blz. 5).

Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad van 19 juli 1968 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (PB L 175 van 23.7.1968, blz. 1), met name de artikelen 22 en 23.

Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1. Verordening gerectificeerd in PB L 257 van 21.9.1990, blz. 13), met name de artikelen 14 en 15.

AFDELING III

COMMISSIE

ONTVANGSTEN

TITEL 7

ACHTERSTANDSRENTE, RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

7 0

ACHTERSTANDSRENTE

p.m.

40 000 000

40 000 000

7 1

GELDBOETEN

p.m.

260 000 000

260 000 000

7 2

RENTE OP DEPOSITO'S EN BOETEN

p.m.

 

p.m.

 

Titel 7 — Totaal

p.m.

300 000 000

300 000 000

HOOFDSTUK 7 0 —

ACHTERSTANDSRENTE

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

7 0

ACHTERSTANDSRENTE

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

p.m.

5 000 000

5 000 000

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

p.m.

35 000 000

35 000 000

 

Artikel 7 0 0 — Subtotaal

p.m.

40 000 000

40 000 000

 

Hoofdstuk 7 0 — Totaal

p.m.

40 000 000

40 000 000

7 0 0

Achterstandsrente

7 0 0 0

Invorderbare rente wegens te late overmakingen op de rekeningen bij de Schatkisten van de lidstaten

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

p.m.

5 000 000

5 000 000

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 94/728/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

7 0 0 1

Overige achterstandsrente

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

p.m.

35 000 000

35 000 000

Rechtsgronden

Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962, eerste verordening over de toepassing van de artikelen 81 (ex artikel 85) en 82 (ex artikel 86) van het Verdrag (PB 13 van 21.2.1962, blz. 204/62), gewijzigd en aangevuld door de verordeningen:

 

nr. 59 (PB 58 van 10.7.1962, blz. 1655/62),

 

nr. 118/63/EEG (PB 162 van 7.11.1963, blz. 2696/63),

 

(EEG) nr. 2822/71 (PB L 285 van 29.12.1971, blz. 49).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11), met name artikel 24.

Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1. Verordening gerectificeerd in PB L 257 van 21.9.1990, blz. 13), met name de artikelen 14 en 15.

Verordening (EEG) nr. 1865/90 van de Commissie van 2 juli 1990 inzake de bij te late terugbetaling van bijstand uit de structuurfondsen te betalen rente (PB L 170 van 3.7.1990, blz. 35).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 71, lid 4.

HOOFDSTUK 7 1 —

GELDBOETEN

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

7 1

GELDBOETEN

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

p.m.

260 000 000

260 000 000

 

Artikel 7 1 0 — Subtotaal

p.m.

260 000 000

260 000 000

7 1 1

Ontvangsten uit boeten wegens fraude en onregelmatigheden ten koste van de financiële belangen van de Europese Gemeenschap

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 7 1 1 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

7 1 2

Aan de lidstaten opgelegde dwangsommen en forfaitaire bedragen wegens niet-nakoming van een arrest van het Hof van Justitie waarin wordt vastgesteld dat een lidstaat de krachtens het Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 7 1 2 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

 

Hoofdstuk 7 1 — Totaal

p.m.

260 000 000

260 000 000

7 1 0

Geldboeten, dwangsommen en andere sancties

 

Begroting 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

p.m.

260 000 000

260 000 000

Rechtsgronden

Verordening nr. 11 van de Raad van 27 juni 1960 ter uitvoering van artikel 79, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de opheffing van discriminaties inzake vrachtprijzen en vervoervoorwaarden (PB 52 van 16.8.1960, blz. 1121/60), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3626/84 (PB L 335 van 22.12.1984, blz. 4), met name de artikelen 17 en 18.

Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962, eerste verordening over de toepassing van de artikelen 81 (ex artikel 85) en 82 (ex artikel 86) van het Verdrag (PB 13 van 21.2.1962, blz. 204/62), gewijzigd bij en aangevuld door de verordeningen:

 

nr. 59 (PB 58 van 10.7.1962, blz. 1655/62),

 

nr. 118/63/EEG (PB 162 van 7.11.1963, blz. 2696/63),

 

(EEG) nr. 2822/71 (PB L 285 van 29.12.1971, blz. 49),

met name de artikelen 15 en 16; Verordening nr. 17 is laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1216/1999 (PB L 148 van 15.6.1999, blz. 5).

Verordening (EEG) nr. 1017/68 van de Raad van 19 juli 1968 houdende de toepassing van mededingingsregels op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (PB L 175 van 23.7.1968, blz. 1), met name de artikelen 22 en 23.

Verordening (EEG) nr. 4064/89 van de Raad van 21 december 1989 betreffende de controle op concentraties van ondernemingen (PB L 395 van 30.12.1989, blz. 1), met name de artikelen 14 en 15. Verordening gerectificeerd in PB L 257 van 21.9.1990, blz. 13.

UITGAVEN

Cijfers

 

Titel

Omschrijving

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

01

ECONOMISCHE EN FINANCIËLE ZAKEN

474 730 403

487 768 403

   

474 730 403

487 768 403

02

ONDERNEMINGEN

306 077 738

342 797 738

   

306 077 738

342 797 738

03

CONCURRENTIE

81 439 430

81 439 430

   

81 439 430

81 439 430

04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

10 839 559 367

8 599 068 925

 

790 710 495

10 839 559 367

9 389 779 420

05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

50 459 480 211

48 927 013 647

–1 703 577 000

–1 186 778 967

48 755 903 211

47 740 234 680

06

ENERGIE EN VERVOER

1 346 296 320

1 330 344 312

   

1 346 296 320

1 330 344 312

07

MILIEU

319 711 478

301 152 478

   

319 711 478

301 152 478

08

ONDERZOEK

3 215 490 198

2 398 620 198

   

3 215 490 198

2 398 620 198

09

INFORMATIEMAATSCHAPPIJ

1 179 109 785

1 035 618 785

   

1 179 109 785

1 035 618 785

10

EIGEN ONDERZOEK

305 619 818

336 996 818

   

305 619 818

336 996 818

11

VISSERIJ

931 067 217

934 072 892

  • – 
    750 000

33 510 000

930 317 217

967 582 892

12

INTERNE MARKT

68 368 209

67 818 209

   

68 368 209

67 818 209

13

REGIONAAL BELEID

26 785 080 334

19 703 324 427

 

2 362 558 472

26 785 080 334

22 065 882 899

14

BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

106 599 945

100 611 945

   

106 599 945

100 611 945

15

ONDERWIJS EN CULTUUR

951 270 054

867 620 054

   

951 270 054

867 620 054

16

PERS EN COMMUNICATIE

173 163 680

165 718 023

   

173 163 680

165 718 023

17

GEZONDHEIDSZORG EN CONSUMENTENBESCHERMING

469 119 678

482 444 643

   

469 119 678

482 444 643

18

JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

507 355 314

498 096 314

   

507 355 314

498 096 314

19

EXTERNE BETREKKINGEN

3 525 740 612

3 318 069 612

   

3 525 740 612

3 318 069 612

20

HANDEL

73 771 527

75 099 527

   

73 771 527

75 099 527

21

ONTWIKKELING EN BETREKKINGEN MET DE ACS-LANDEN

1 176 134 983

1 166 037 323

   

1 176 134 983

1 166 037 323

22

UITBREIDING

1 290 088 520

1 931 538 520

   

1 290 088 520

1 931 538 520

23

HUMANITAIRE HULP

507 297 794

510 297 794

   

507 297 794

510 297 794

24

FRAUDEBESTRIJDING

54 307 000

53 057 000

   

54 307 000

53 057 000

25

BELEIDSCOÖRDINATIE EN JURIDISCH ADVIES VAN DE COMMISSIE

194 235 979

199 435 979

   

194 235 979

199 435 979

26

ADMINISTRATIE

686 259 637

687 854 637

   

686 259 637

687 854 637

27

BEGROTING

1 476 313 179

1 476 313 179

   

1 476 313 179

1 476 313 179

28

AUDIT

9 385 182

9 385 182

   

9 385 182

9 385 182

29

STATISTIEK

118 279 922

114 472 122

   

118 279 922

114 472 122

30

PENSIOENEN

817 641 000

817 641 000

   

817 641 000

817 641 000

31

RESERVES

608 583 845

455 980 765

   

608 583 845

455 980 765

 

Uitgaven — Totaal

109 057 578 359

97 475 709 881

–1 704 327 000

2 000 000 000

107 353 251 359

99 475 709 881

TITEL 04

WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

Algemene doelstellingen

Het beleidsterrein „Werkgelegenheid en sociale zaken” omvat activiteiten die bijdragen tot de ontzikkeling van een modern, vernieuwend en duurzaam Europees sociaal model dat meer en betere banen helpt scheppen in een integrerende samenleving met gelijke kansen voor mannen en vrouwen.

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

98 494 698

98 494 698

   

98 494 698

98 494 698

04 02

WERKGELEGENHEID EN EUROPEES SOCIAAL FONDS

10 604 921 169

8 360 144 778

 

790 710 495

10 604 921 169

9 150 855 273

04 03

ARBEIDSORGANISATIES EN ARBEIDSVOORWAARDEN

69 038 000

65 342 000

   

69 038 000

65 342 000

04 04

BEVORDERING VAN EEN OP INTEGRATIE GERICHTE SAMENLEVING

55 300 000

55 904 654

   

55 300 000

55 904 654

04 05

GELIJKE KANSEN VOOR VROUWEN EN MANNEN

11 250 000

11 250 000

   

11 250 000

11 250 000

04 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

7 377 295

   

7 377 295

04 50

PRESTATIEFACILITEIT VOOR HET BELEIDSTERREIN WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

555 500

555 500

   

555 500

555 500

04 80

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

           

04 81

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL WERKGELEGENHEID EN SOCIALE ZAKEN

           
 

Titel 04 — Totaal

10 839 559 367

8 599 068 925

 

790 710 495

10 839 559 367

9 389 779 420

HOOFDSTUK 04 02 —

WERKGELEGENHEID EN EUROPEES SOCIAAL FONDS

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

04 02

WERKGELEGENHEID EN EUROPEES SOCIAAL FONDS

04 02 01

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1

2.1

5 689 178 864

4 307 126 991

 

790 710 495

5 689 178 864

5 097 837 486

 

Artikel 04 02 01 — Subtotaal

 

5 689 178 864

4 307 126 991

 

790 710 495

5 689 178 864

5 097 837 486

04 02 02

Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland

2.1

39 280 000

31 695 019

   

39 280 000

31 695 019

 

Artikel 04 02 02 — Subtotaal

 

39 280 000

31 695 019

   

39 280 000

31 695 019

04 02 03

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

101 390 723

   

p.m.

101 390 723

 

Artikel 04 02 03 — Subtotaal

 

p.m.

101 390 723

   

p.m.

101 390 723

04 02 04

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 2

2.1

394 533 753

316 571 121

   

394 533 753

316 571 121

 

Artikel 04 02 04 — Subtotaal

 

394 533 753

316 571 121

   

394 533 753

316 571 121

04 02 05

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

42 132 145

   

p.m.

42 132 145

 

Artikel 04 02 05 — Subtotaal

 

p.m.

42 132 145

   

p.m.

42 132 145

04 02 06

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 3

2.1

3 834 809 871

3 076 656 514

   

3 834 809 871

3 076 656 514

 

Artikel 04 02 06 — Subtotaal

 

3 834 809 871

3 076 656 514

   

3 834 809 871

3 076 656 514

04 02 07

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

74 022 885

   

p.m.

74 022 885

 

Artikel 04 02 07 — Subtotaal

 

p.m.

74 022 885

   

p.m.

74 022 885

04 02 08

Equal

2.1

578 468 964

310 749 986

   

578 468 964

310 749 986

 

Artikel 04 02 08 — Subtotaal

 

578 468 964

310 749 986

   

578 468 964

310 749 986

04 02 09

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

41 259 394

   

p.m.

41 259 394

 

Artikel 04 02 09 — Subtotaal

 

p.m.

41 259 394

   

p.m.

41 259 394

04 02 10

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Operationele technische bijstand en innoverende acties

2.1

39 249 717

31 400 000

   

39 249 717

31 400 000

 

Artikel 04 02 10 — Subtotaal

 

39 249 717

31 400 000

   

39 249 717

31 400 000

04 02 11

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

1 500 000

   

p.m.

1 500 000

 

Artikel 04 02 11 — Subtotaal

 

p.m.

1 500 000

   

p.m.

1 500 000

04 02 12

Eures (European Employment Services)

3

17 000 000

14 400 000

   

17 000 000

14 400 000

 

Artikel 04 02 12 — Subtotaal

 

17 000 000

14 400 000

   

17 000 000

14 400 000

04 02 13

Projecten voor een innoverend beleid ten aanzien van de arbeidsmarkten van de lidstaten

3

240 000

   

240 000

 

Artikel 04 02 13 — Subtotaal

 

240 000

   

240 000

04 02 14

Proefprojecten in het kader van het derde systeem

3

   

 

Artikel 04 02 14 — Subtotaal

 

   

04 02 15

Arbeidsmarkt

3

12 400 000

11 000 000

   

12 400 000

11 000 000

 

Artikel 04 02 15 — Subtotaal

 

12 400 000

11 000 000

   

12 400 000

11 000 000

04 02 16

Voorbereidende acties ten behoeve van plaatselijke werkgelegenheidsinitiatieven

3

p.m.

   

p.m.

 

Artikel 04 02 16 — Subtotaal

 

p.m.

   

p.m.

 

Hoofdstuk 04 02 — Totaal

 

10 604 921 169

8 360 144 778

 

790 710 495

10 604 921 169

9 150 855 273

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad is voorzien in financiële correcties waarvan de ontvangsten worden opgenomen in post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1) in die specifieke gevallen waar het noodzakelijk is annullatierisico's te dekken of reductierisico's van eerder besloten correcties.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder het voorschot wordt terugbetaald dat niet tot gevolg heeft het aandeel van de structuurfondsen aan de betrokken financiële tussenkomst te verminderen. Eventuele ontvangsten uit deze terugbetalingen van het voorschot, die in post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten worden opgenomen, geven aanleiding tot het openen van aanvullende kredieten overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 18 en 157 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn om 500 miljoen euro voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1105/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 3).

04 02 01

Europees Sociaal Fonds (ESF) — Doelstelling 1

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

5 689 178 864

4 307 126 991

 

790 710 495

5 689 178 864

5 097 837 486

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

5 819 920 260

3 693 414 241 (23)

2 126 506 019

     

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

4 895 753 634

 

2 620 167 161

2 275 584 473

   

Kredieten 2004

5 689 178 864

 

351 164 306

2 669 007 279

2 669 007 279

 

Totaal

16 404 852 758

3 693 414 241

5 097 837 486

4 944 591 752

2 669 007 279

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het Europees Sociaal Fonds (ESF) wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Overeenkomstig artikel 3 van het EG-Verdrag streeft de Gemeenschap bij de omschrijving en uitvoering van andere communautaire beleidsvormen ernaar de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op te heffen en de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen.

De middelen voor de structuurfondsen kunnen daarom alleen worden toegekend als de uit deze fondsen gefinancierde maatregelen overeenkomen met de bepalingen van de Verdragen en de op basis van de Verdragen vastgestelde wettelijke bepalingen, met name die over milieubescherming en de gelijkheid van mannen en vrouwen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1262/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 48).

TITEL 05

LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING

Algemene doelstellingen

De doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) vloeien rechtstreeks voort uit het Verdrag en zijn in het bijzonder gericht op de stabilisering van de markten, een redelijke levensstandaard voor de agrarische gemeenschap en het waarborgen van de voedselvoorziening.

Sinds de invoering van het GLB hebben een aantal hervormingen plaatsgevonden, waarvan de meest recente deel uitmaakte van Agenda 2000. Het hoofddoel van die hervorming was de agrarische economie meer marktgericht te maken om het concurrentievermogen van de landbouwsector te vergroten. Vanwege het multifunctionaliteitsbeginsel van landbouwactiviteiten moet het GLB ook volledig stroken met duurzame ontwikkeling, met name door milieuvriendelijke productiemethoden en een doelmatig gebruik van middelen te bevorderen. De plattelandsontwikkeling, de tweede pijler van het GLB, is erop gericht het concurrentievermogen van landelijke gebieden te vergroten en het milieu en het landelijke erfgoed in stand te houden, teneinde de toekomst van de plattelandsgebieden zeker te stellen en het behoud en de schepping van werkgelegenheid te bevorderen.

Voor 2004 gelden ongeveer dezelfde prioriteiten als voor 2003, met name ten aanzien van de tussenbalans van het GLB, de WTO-onderhandelingen en de voltooiing van de voorbereidingen voor de uitbreiding (voorbereiding van de toepassing van het acquis, vooronderhandelingen over programma's voor plattelandsontwikkeling, intensieve contacten met nationale overheidsdiensten). Deze prioriteiten komen bovenop de gewone activiteiten in het kader van het GLB-beheer.

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN LANDBOUW

143 266 051

143 266 051

–3 577 000

–3 577 000

139 689 051

139 689 051

05 02

PLANTAARDIGE PRODUCTEN

27 537 400 000

27 537 400 000

  • – 
    707 000 000
  • – 
    707 000 000

26 830 400 000

26 830 400 000

05 03

DIERLIJKE PRODUCTEN

12 717 500 000

12 717 500 000

  • – 
    888 000 000
  • – 
    888 000 000

11 829 500 000

11 829 500 000

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

10 093 244 160

8 387 281 328

 

518 127 033

10 093 244 160

8 905 408 361

05 05

SAPARD

225 200 000

400 000 000

   

225 200 000

400 000 000

05 06

EXTERNE BETREKKINGEN

5 145 000

5 795 000

   

5 145 000

5 795 000

05 07

AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

  • – 
    361 275 000
  • – 
    361 275 000

–85 000 000

–85 000 000

  • – 
    446 275 000
  • – 
    446 275 000

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN LANDBOUW

99 000 000

94 775 000

–20 000 000

–20 000 000

79 000 000

74 775 000

05 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

2 271 268

 

–1 329 000

942 268

05 80

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW

           
 

Titel 05 — Totaal

50 459 480 211

48 927 013 647

–1 703 577 000

–1 186 778 967

48 755 903 211

47 740 234 680

HOOFDSTUK 05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW”

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

05 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN LANDBOUW

05 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein Landbouw

5

87 091 744 (24)

 

87 091 744 (25)

 

Artikel 05 01 01 — Subtotaal

 

87 091 744

 

87 091 744

05 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven ter ondersteuning van het beleidsterrein Landbouw

05 01 02 01

Extern personeel

5

9 609 336

 

9 609 336

05 01 02 11

Andere beheersuitgaven

5

11 651 660 (26)

 

11 651 660 (27)

 

Artikel 05 01 02 — Subtotaal

 

21 260 996

 

21 260 996

05 01 03

Gebouwen en diverse uitgaven voor het beleidsterrein Landbouw

5

21 965 597

 

21 965 597

 

Artikel 05 01 03 — Subtotaal

 

21 965 597

 

21 965 597

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Landbouw

05 01 04 01

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Europese Gemeenschap — Uitgaven voor administratief beheer

1.1

4 360 000

 

4 360 000

05 01 04 02

Informatienetwerk inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) — Uitgaven voor administratief beheer

3

60 000

 

60 000

05 01 04 03

Pretoetredingsinstrument Sapard — Uitgaven voor administratief beheer

7.1

1 500 000

 

1 500 000

05 01 04 04

Het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie (EOGFL) — Niet-operationele technische bijstand

2.1

6 027 714

–3 577 000

2 450 714

05 01 04 05

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen — Uitgaven voor administratief beheer

3

p.m.

 

p.m.

05 01 04 06

Proefproject betreffende kwaliteitsverbetering

1.1

500 000

 

500 000

 

Artikel 05 01 04 — Subtotaal

 

12 447 714

–3 577 000

8 870 714

05 01 06

Uitgaven in verband met landbouwanalyses en -controles en met het bemiddelingsorgaan in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie

5

500 000

 

500 000

 

Artikel 05 01 06 — Subtotaal

 

500 000

 

500 000

 

Hoofdstuk 05 01 — Totaal

 

143 266 051

–3 577 000

139 689 051

05 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Landbouw”

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001 (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1268/1999 van de Raad van 21 juni 1999 inzake steunverlening door de Gemeenschap voor pretoetredingsmaatregelen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling in de kandidaat-lidstaten in Midden- en Oost-Europa gedurende de pretoetredingsperiode (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 87).

05 01 04 04

Het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie (EOGFL) — Niet-operationele technische bijstand

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

6 027 714

–3 577 000

2 450 714

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de in artikel 23 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad bedoelde uitgaven voor technische bijstand die uit het EOGFL worden gefinancierd.

De technische bijstand omvat voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het EOGFL, afdeling Oriëntatie, en betrekking hebben op ten hoogste 0,25 % van de jaarlijkse toewijzing. In deze context kan dit krediet met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor voorlichting en publicatie;

 

uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverleners;

 

uitgaven voor tijdelijke functionarissen (nationale deskundigen, hulpfunctionarissen, uitzendkrachten) tot een bedrag van 700 000 euro.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 656 011 euro naar uitgaven voor de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

HOOFDSTUK 05 02 —

PLANTAARDIGE PRODUCTEN

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

05 02

PLANTAARDIGE PRODUCTEN

05 02 01

Marktmaatregelen voor granen

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

1.1

174 000 000

–85 000 000

89 000 000

05 02 01 02

Interventie in de vorm van opslag van granen

1.1

7 000 000

 

7 000 000

05 02 01 03

Interventie voor zetmeel

1.1

343 000 000

  • – 
    100 000 000

243 000 000

05 02 01 04

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten (granen en rijst)

1.1

36 000 000

 

36 000 000

05 02 01 05

Speciale steunregeling voor Portugese producenten

1.1

3 000 000

 

3 000 000

05 02 01 99

Overige interventiemaatregelen voor granen

1.1

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 05 02 01 — Subtotaal

 

563 000 000

  • – 
    185 000 000

378 000 000

05 02 02

Rijst

05 02 02 01

Uitvoerrestituties voor rijst

1.1

32 000 000

 

32 000 000

05 02 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rijst

1.1

34 000 000

 

34 000 000

05 02 02 03

Restituties voor de productie van zetmeel, ook voor de bierbrouwerij

1.1

p.m.

 

p.m.

05 02 02 04

Steun per hectare voor rijst

1.1

109 000 000

 

109 000 000

05 02 02 99

Overige interventiemaatregelen voor rijst

1.1

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 05 02 02 — Subtotaal

 

175 000 000

 

175 000 000

05 02 03

Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen

05 02 03 01

Steun voor de producenten van maïs

1.1

1 273 000 000

–36 000 000

1 237 000 000

05 02 03 02

Steun voor de producenten van granen, behalve basisareaal maïs

1.1

10 834 000 000

–25 000 000

10 809 000 000

05 02 03 03

Steun voor de producenten van sojabonen, kool- en raapzaad en zonnebloemzaad

1.1

1 377 000 000

–15 000 000

1 362 000 000

05 02 03 04

Steun voor de producenten van erwten, tuin- en veldbonen en niet-bittere lupinen

1.1

507 000 000

 

507 000 000

05 02 03 05

Steun voor de producenten van lijnzaad (ander dan van vezelvlas) en van vezelvlas en -hennep

1.1

84 000 000

–13 000 000

71 000 000

05 02 03 06

Toeslag voor durumtarwe: traditionele productiegebieden

1.1

1 099 000 000

 

1 099 000 000

05 02 03 07

Toeslag voor durumtarwe: niet-traditionele productiegebieden

1.1

9 000 000

 

9 000 000

05 02 03 08

Steun voor kuilgras

1.1

74 000 000

–2 000 000

72 000 000

05 02 03 09

Braaklegging

1.1

1 812 000 000

 

1 812 000 000

05 02 03 99

Overige uitgaven in verband met rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen

1.1

–10 000 000

 

–10 000 000

 

Artikel 05 02 03 — Subtotaal

 

17 059 000 000

–91 000 000

16 968 000 000

05 02 04

Voedselprogramma's

05 02 04 01

Programma's voor hulpbehoevenden

1.1

216 000 000

 

216 000 000

05 02 04 02

Voedselhulp

1.1

10 000 000

 

10 000 000

05 02 04 99

Overige

1.1

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 05 02 04 — Subtotaal

 

226 000 000

 

226 000 000

05 02 05

Suiker en monetaire maatregelen

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

1.1

1 285 000 000

  • – 
    225 000 000

1 060 000 000

05 02 05 02

Vergoeding van opslagkosten

1.1

p.m.

 

p.m.

05 02 05 03

Productierestituties voor in de chemische industrie gebruikte suiker

1.1

194 000 000

 

194 000 000

05 02 05 04

Steunmaatregelen voor de afzet van ruwe suiker

1.1

18 000 000

 

18 000 000

05 02 05 05

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten (suiker)

1.1

183 000 000

–40 000 000

143 000 000

05 02 05 06

Agromonetaire steun

1.1

p.m.

 

p.m.

05 02 05 07

Aanpassingssteun voor de raffinaderij-industrie

1.1

41 000 000

 

41 000 000

05 02 05 99

Overige uitgaven voor suiker

1.1

–10 000 000

 

–10 000 000

 

Artikel 05 02 05 — Subtotaal

 

1 711 000 000

  • – 
    265 000 000

1 446 000 000

05 02 06

Olijfolie

05 02 06 01

Uitvoerrestituties voor olijfolie

1.1

p.m.

 

p.m.

05 02 06 02

Productiesteun en steun voor specifieke maatregelen in verband met de olijfolieproductie

1.1

2 342 000 000

 

2 342 000 000

05 02 06 03

Opslag van olijfolie

1.1

p.m.

 

p.m.

05 02 06 04

Overige maatregelen voor olijfolie

1.1

24 000 000

 

24 000 000

05 02 06 99

Overige

1.1

–2 000 000

 

–2 000 000

 

Artikel 05 02 06 — Subtotaal

 

2 364 000 000

 

2 364 000 000

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 01

Steun voor vezelvlas en -hennep

1.1

27 000 000

–3 000 000

24 000 000

05 02 07 02

Steun voor katoen

1.1

858 000 000

–20 000 000

838 000 000

05 02 07 03

Steun voor zijderupsen

1.1

1 000 000

 

1 000 000

05 02 07 99

Overige maatregelen voor vezelgewassen

1.1

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 05 02 07 — Subtotaal

 

886 000 000

–23 000 000

863 000 000

05 02 08

Groenten en fruit

05 02 08 01

Uitvoerrestituties voor groenten en fruit

1.1

39 000 000

 

39 000 000

05 02 08 02

Compensatie voor het uit de markt nemen en aankopen van producten

1.1

95 000 000

 

95 000 000

05 02 08 03

Actiefondsen van de telersverenigingen

1.1

405 000 000

 

405 000 000

05 02 08 04

Bijzondere maatregelen voor dopvruchten

1.1

20 000 000

 

20 000 000

05 02 08 05

Bananen

1.1

289 000 000

 

289 000 000

05 02 08 06

Productiesteun voor verwerkte producten op basis van tomaten

1.1

290 000 000

 

290 000 000

05 02 08 07

Productiesteun voor verwerkte producten op basis van fruit

1.1

93 000 000

 

93 000 000

05 02 08 08

Productiesteun en interventiemaatregelen voor krenten en rozijnen

1.1

115 000 000

 

115 000 000

05 02 08 09

Financiële compensaties om de verwerking van citrusvruchten te stimuleren

1.1

257 000 000

 

257 000 000

05 02 08 10

Gratis verstrekking van groenten en fruit

1.1

10 000 000

 

10 000 000

05 02 08 11

Overige maatregelen voor groenten en fruit

1.1

5 000 000

 

5 000 000

05 02 08 99

Overige

1.1

–1 000 000

 

–1 000 000

 

Artikel 05 02 08 — Subtotaal

 

1 617 000 000

 

1 617 000 000

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

05 02 09 01

Uitvoerrestituties voor producten van de wijnbouwsector

1.1

26 000 000

–12 000 000

14 000 000

05 02 09 02

Interventie in de vorm van opslag van wijn en druivenmost

1.1

67 000 000

–10 000 000

57 000 000

05 02 09 03

Distillatie van wijn

1.1

315 000 000

–21 000 000

294 000 000

05 02 09 04

Interventie in de vorm van opslag van alcohol

1.1

191 000 000

–30 000 000

161 000 000

05 02 09 05

Steun voor druivenmost

1.1

156 000 000

–14 000 000

142 000 000

05 02 09 06

Premies voor de definitieve stopzetting van de wijnbouw op met wijnstokken beplante oppervlakten

1.1

18 000 000

–6 000 000

12 000 000

05 02 09 07

Acties voor de herstructurering en de omschakeling van wijngaarden

1.1

443 000 000

 

443 000 000

05 02 09 99

Overige maatregelen voor producten van de wijnbouwsector

1.1

–1 000 000

 

–1 000 000

 

Artikel 05 02 09 — Subtotaal

 

1 215 000 000

–93 000 000

1 122 000 000

05 02 10

Tabak

05 02 10 01

Premies voor tabak

1.1

929 000 000

 

929 000 000

05 02 10 02

Communautair Fonds voor onderzoek en informatie

1.1

14 400 000

 

14 400 000

05 02 10 99

Overige maatregelen voor tabak

1.1

–2 000 000

 

–2 000 000

 

Artikel 05 02 10 — Subtotaal

 

941 400 000

 

941 400 000

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 01

Gedroogde voedergewassen en zaaddragende leguminosen

1.1

386 000 000

 

386 000 000

05 02 11 02

Zaaizaad

1.1

109 000 000

 

109 000 000

05 02 11 03

Hop

1.1

13 000 000

 

13 000 000

05 02 11 04

POSEI

1.1

268 000 000

–50 000 000

218 000 000

05 02 11 05

Steunregeling voor kleine producenten

1.1

4 000 000

 

4 000 000

05 02 11 99

Overige maatregelen voor plantaardige producten/overige maatregelen

1.1

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 05 02 11 — Subtotaal

 

780 000 000

–50 000 000

730 000 000

 

Hoofdstuk 05 02 — Totaal

 

27 537 400 000

  • – 
    707 000 000

26 830 400 000

05 02 01

Marktmaatregelen voor granen

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1766/92 van de Raad van 30 juni 1992 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector granen (PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).

05 02 01 01

Uitvoerrestituties voor granen

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

174 000 000

–85 000 000

89 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de restituties die worden toegekend op grond van artikel 13 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 79 000 000 euro naar uitgaven in het kader van de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

05 02 01 03

Interventie voor zetmeel

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

343 000 000

  • – 
    100 000 000

243 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de compensatiebedragen voor de telers van voor de zetmeelproductie bestemde aardappelen overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1766/92, van de premies op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1868/94 en van de productierestituties als bedoeld in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 1766/92.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 2 000 000 euro naar uitgaven in het kader van de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad van 27 juli 1994 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel (PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 962/2002 (PB L 149 van 7.6.2002, blz. 1).

05 02 03

Rechtstreekse betalingen voor akkerbouwgewassen

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1251/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot instelling van een steunregeling voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1038/2001 (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 16).

05 02 03 01

Steun voor de producenten van maïs

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 273 000 000

–36 000 000

1 237 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de areaalbetalingen die overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1251/1999 worden toegekend aan maïsproducenten voor wie een regionaal basisareaal voor maïs geldt, zoals omschreven in artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1251/1999.

05 02 03 02

Steun voor de producenten van granen, behalve basisareaal maïs

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

10 834 000 000

–25 000 000

10 809 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1251/1999 aan de overige graanproducenten toe te kennen areaalbetalingen.

05 02 03 03

Steun voor de producenten van sojabonen, kool- en raapzaad en zonnebloemzaad

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 377 000 000

–15 000 000

1 362 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de areaalbetalingen die op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1251/1999 aan de producenten van kool- en raapzaad, zonnebloemzaad en sojabonen worden toegekend.

05 02 03 05

Steun voor de producenten van lijnzaad (ander dan van vezelvlas) en van vezelvlas en -hennep

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

84 000 000

–13 000 000

71 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de areaalbetalingen die op grond van artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1251/1999 aan de producenten van lijnzaad (ander dan van vezelvlas) en van vezelvlas en -hennep worden toegekend.

05 02 03 08

Steun voor kuilgras

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

74 000 000

–2 000 000

72 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de betalingen per hectare aan de producenten van kuilgras overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1251/1999.

05 02 05

Suiker en monetaire maatregelen

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1).

05 02 05 01

Uitvoerrestituties voor suiker en isoglucose

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 285 000 000

  • – 
    225 000 000

1 060 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de restituties die worden toegekend op grond van artikel 27 van Verordening (EG) nr. 1260/2001, inclusief die voor suiker die aan verwerkte groenten en fruit wordt toegevoegd, overeenkomstig de artikelen 16 en 18 van Verordening (EG) nr. 2201/96.

05 02 05 05

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten (suiker)

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

183 000 000

–40 000 000

143 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de restituties die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 3448/93 worden betaald voor door verwerking van suiker en isoglucose verkregen goederen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 3448/93 van de Raad van 6 december 1993 tot vaststelling van de handelsregeling voor bepaalde, door verwerking van landbouwproducten verkregen goederen (PB L 318 van 20.12.1993, blz. 18), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2580/2000 (PB L 298 van 25.11.2000, blz. 5).

05 02 07

Vezelgewassen

05 02 07 01

Steun voor vezelvlas en -hennep

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

27 000 000

–3 000 000

24 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de steun voor de verwerking van lange en korte vlasvezels en van hennepvezels overeenkomstig artikel 3, onder a) en b), van Verordening (EG) nr. 1673/2000.

Voorts dient het voor de financiering van de resterende bedragen in verband met uitgaven voor productiesteun voor vezelvlas en hennep op grond van artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 1308/70, verminderd met de inhoudingen op grond van artikel 2 van die verordening, alsmede voor de financiering van eventuele resterende bedragen in verband met andere interventiemaatregelen, met name steun voor particuliere opslag op grond van artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 1308/70.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 1 000 000 euro naar uitgaven in het kader van de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1308/70 van de Raad van 29 juni 1970 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlas en hennep (PB L 146 van 4.7.1970, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1673/2000 van de Raad van 27 juli 2000 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vezelvlas en –hennep (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 16).

05 02 07 02

Steun voor katoen

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

858 000 000

–20 000 000

838 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de productiesteun voor katoen, niet gekaard en niet gekamd, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1051/2001.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1050/2001 van de Raad van 22 mei 2001 houdende zesde aanpassing van de steunregeling voor katoen die bij het aan de Akte van Toetreding van Griekenland gehechte Protocol nr. 4 is ingesteld (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1051/2001 van de Raad van 22 mei 2001 betreffende de steun voor de katoenproductie (PB L 148 van 1.6.2001, blz. 3).

05 02 09

Producten van de wijnbouwsector

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2585/2001 (PB L 345 van 29.12.2001, blz. 10).

05 02 09 01

Uitvoerrestituties voor producten van de wijnbouwsector

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

26 000 000

–12 000 000

14 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de restituties voor de producten van de wijnbouwsector overeenkomstig artikel 63 van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 1 000 000 euro naar uitgaven in het kader van de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

05 02 09 02

Interventie in de vorm van opslag van wijn en druivenmost

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

67 000 000

–10 000 000

57 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de steun voor:

 

de particuliere opslag van wijn en druivenmost overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1493/1999;

 

de hernieuwde opslag van tafelwijn overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EEG) nr. 822/87.

05 02 09 03

Distillatie van wijn

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

315 000 000

–21 000 000

294 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven die voortvloeien uit:

 

de distillatie van wijn overeenkomstig artikel 28, artikel 29, lid 3, en artikel 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999,

 

de distillatie van de bijproducten van de wijnbereiding overeenkomstig artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

05 02 09 04

Interventie in de vorm van opslag van alcohol

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

191 000 000

–30 000 000

161 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van:

 

de technische kosten en de financieringskosten in verband met de aankoop van alcohol voor openbare opslag overeenkomstig de artikelen 27 tot en met 30 van Verordening (EG) nr. 1493/1999;

 

de overige kosten van de opslag van alcohol overeenkomstig artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1493/1999; het betreft het verschil tussen de boekwaarde en de verkoopwaarde.

Dit krediet dient ook voor de financiering van de waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

Voorts dient het voor de financiering van de steun voor particuliere opslag van alcohol (bijkomende steun), als bedoeld in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/96 (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 10), met name artikel 8, lid 1.

05 02 09 05

Steun voor druivenmost

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

156 000 000

–14 000 000

142 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de steun voor het gebruik van most, met name:

 

voor de verwerking tot druivensap, bestemd om als zodanig verbruikt te worden;

 

voor de verrijking van bepaalde wijnsoorten of voor diervoeding;

 

voor de bereiding van „British”, „Irish” en „home-made” wijn, met al dan niet geconcentreerde most,

overeenkomstig de artikelen 34 en 35 van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

05 02 09 06

Premies voor de definitieve stopzetting van de wijnbouw op met wijnstokken beplante oppervlakten

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

18 000 000

–6 000 000

12 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor de premies voor de rooiing van bepaalde met wijnstokken beplante oppervlakten overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1493/1999.

05 02 11

Overige plantaardige producten/overige maatregelen

05 02 11 04

POSEI

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

268 000 000

–50 000 000

218 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van:

 

de uitgaven die voortvloeien uit de toepassing van de regelgeving inzake „POSEI” en „Eilanden van de Egeïsche Zee”;

 

de subsidies voor de levering van rijst uit de Gemeenschap aan het Franse overzeese departement Réunion overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 3072/95.

Voorts dient dit krediet voor de financiering van eventuele resterende bedragen in verband met de steun voor ananasconserven overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 525/77.

Ten slotte dient het voor de verdiscontering van:

 

bedragen die in verband met onregelmatigheden of fraude zijn teruggevorderd overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 595/91;

 

geïnde boeten en renten;

 

verbeurde zekerheden, en met name die welke op de rekening van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw moeten worden gecrediteerd ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 352/78;

 

bedragen die zijn ingehouden overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 595/91,

voorzover de betalingen waarop deze bedragen betrekking hebben, oorspronkelijk op deze post waren geboekt.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 525/77 van de Raad van 14 maart 1977 tot instelling van een steunregeling voor de productie van ananasconserven (PB L 73 van 21.3.1977, blz. 46), ingetrokken bij Verordening (EG) nr. 1452/2001 (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

Besluit 89/687/EEG van de Raad van 22 december 1989 tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de franse overzeese departementen afgestemde maatregelen (Poseidom) (PB L 399 van 30.12.1989, blz. 39).

Verordening (EEG) nr. 595/91 van de Raad van 4 maart 1991 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en terugvordering van bedragen die in dat kader onverschuldigd zijn betaald, alsmede de organisatie van een informatiesysteem op dit gebied en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 283/72 (PB L 67 van 14.3.1991, blz. 11).

Besluit 91/314/EEG van de Raad van 26 juni 1991 tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van de Canarische eilanden afgestemde maatregelen (Poseican) (PB L 171 van 29.6.1991, blz. 5).

Besluit 91/315/EEG van de Raad van 26 juni 1991 tot instelling van een programma van speciaal op het afgelegen en insulaire karakter van Madeira en de Azoren afgestemde maatregelen (Poseima) (PB L 171 van 29.6.1991, blz. 10).

Verordening (EEG) nr. 2019/93 van de Raad van 19 juli 1993 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee (PB L 184 van 27.7.1993, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 442/2002 (PB L 68 van 12.3.2002, blz. 4).

Verordening (EG) nr. 3072/95 van de Raad van 22 december 1995 houdende een gemeenschappelijke ordening van de rijstmarkt (PB L 329 van 30.12.1995, blz. 18), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1987/2001 (PB L 271 van 12.10.2001, blz. 5).

Verordening (EG) nr. 1452/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Franse overzeese departementen, houdende wijziging van Richtlijn 72/462/EEG en houdende intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 525/77 en (EEG) nr. 3763/91 (Poseidom) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 11).

Verordening (EG) nr. 1453/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Azoren en Madeira en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1600/92 (Poseima) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 26).

Verordening (EG) nr. 1454/2001 van de Raad van 28 juni 2001 houdende specifieke maatregelen voor bepaalde landbouwproducten ten behoeve van de Canarische Eilanden en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/92 (Poseican) (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 45).

HOOFDSTUK 05 03 —

DIERLIJKE PRODUCTEN

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

05 03

DIERLIJKE PRODUCTEN

05 03 01

Melk en zuivelproducten

05 03 01 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

1.1

1 731 000 000

  • – 
    145 000 000

1 586 000 000

05 03 01 02

Interventie in de vorm van opslag van mageremelkpoeder

1.1

11 000 000

–20 000 000

–9 000 000

05 03 01 03

Steun voor de afzet van ondermelk

1.1

624 000 000

–32 000 000

592 000 000

05 03 01 04

Interventie in de vorm van opslag van boter en room

1.1

25 000 000

–40 000 000

–15 000 000

05 03 01 05

Andere maatregelen voor botervet

1.1

425 000 000

–23 000 000

402 000 000

05 03 01 06

Interventie in de vorm van opslag van kaas

1.1

41 000 000

 

41 000 000

05 03 01 07

Extra heffing van de melkproducenten

1.1

  • – 
    172 000 000
  • – 
    315 000 000
  • – 
    487 000 000

05 03 01 08

Schoolmelk

1.1

86 000 000

–18 000 000

68 000 000

05 03 01 09

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten (melk en boter)

1.1

193 000 000

 

193 000 000

05 03 01 99

Overige maatregelen voor melk en zuivelproducten

1.1

–5 000 000

 

–5 000 000

 

Artikel 05 03 01 — Subtotaal

 

2 959 000 000

  • – 
    593 000 000

2 366 000 000

05 03 02

Rundvlees

05 03 02 01

Restituties voor rundvlees

1.1

308 000 000

–89 000 000

219 000 000

05 03 02 02

Interventie in de vorm van opslag van rundvlees

1.1

–5 000 000

 

–5 000 000

05 03 02 03

Premies voor zoogkoeien

1.1

1 972 000 000

 

1 972 000 000

05 03 02 04

Aanvullende premies voor zoogkoeien

1.1

97 000 000

 

97 000 000

05 03 02 05

Speciale premies

1.1

1 946 000 000

 

1 946 000 000

05 03 02 06

Seizoencorrectiepremies

1.1

p.m.

 

p.m.

05 03 02 07

Slachtpremies

1.1

1 750 000 000

 

1 750 000 000

05 03 02 08

Premies voor extensivering

1.1

1 020 000 000

 

1 020 000 000

05 03 02 09

Buitengewone marktondersteuningsmaatregelen

1.1

249 000 000

 

249 000 000

05 03 02 10

Programma voor de verplichte slachting van runderen

1.1

50 000 000

–25 000 000

25 000 000

05 03 02 11

Extra betalingen

1.1

483 000 000

 

483 000 000

05 03 02 12

Overige interventiemaatregelen

1.1

124 000 000

  • – 
    114 000 000

10 000 000

05 03 02 13

Restituties voor levende runderen

1.1

68 000 000

–10 000 000

58 000 000

05 03 02 99

Overige maatregelen voor rundvlees

1.1

–8 000 000

 

–8 000 000

 

Artikel 05 03 02 — Subtotaal

 

8 054 000 000

  • – 
    238 000 000

7 816 000 000

05 03 03

Schapen- en geitenvlees

05 03 03 01

Interventie in de vorm van opslag van schapen- en geitenvlees

1.1

p.m.

 

p.m.

05 03 03 02

Premies voor ooien en geiten

1.1

1 066 000 000

 

1 066 000 000

05 03 03 03

Forfaitaire premies voor ooien en geiten in probleemgebieden en bergstreken

1.1

393 000 000

–57 000 000

336 000 000

05 03 03 04

Aanvullende betalingen in de sector schapen- en geitenvlees

1.1

72 000 000

 

72 000 000

05 03 03 99

Overige maatregelen voor schapen- en geitenvlees

1.1

–1 000 000

 

–1 000 000

 

Artikel 05 03 03 — Subtotaal

 

1 530 000 000

–57 000 000

1 473 000 000

05 03 04

Varkensvlees, eieren, pluimvee, producten van de bijenteelt en andere dierlijke producten

05 03 04 01

Restituties voor varkensvlees

1.1

38 000 000

 

38 000 000

05 03 04 02

Interventiemaatregelen voor varkensvlees

1.1

p.m.

 

p.m.

05 03 04 03

Buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de markt voor varkensvlees

1.1

p.m.

 

p.m.

05 03 04 04

Restituties voor eieren

1.1

9 000 000

 

9 000 000

05 03 04 05

Restituties voor slachtpluimvee

1.1

106 000 000

 

106 000 000

05 03 04 06

Restituties voor niet in bijlage 1 genoemde producten (eieren)

1.1

3 000 000

 

3 000 000

05 03 04 07

Bijzondere steun voor de bijenteelt

1.1

16 500 000

 

16 500 000

05 03 04 08

Buitengewone ondersteuningsmaatregelen voor eieren

1.1

3 000 000

 

3 000 000

05 03 04 99

Overige maatregelen voor dierlijke producten

1.1

–1 000 000

 

–1 000 000

 

Artikel 05 03 04 — Subtotaal

 

174 500 000

 

174 500 000

 

Hoofdstuk 05 03 — Totaal

 

12 717 500 000

  • – 
    888 000 000

11 829 500 000

05 03 01

Melk en zuivelproducten

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 509/2002 (PB L 79 van 22.3.2002, blz. 15).

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (COM(2003) 23 def.), door de Commissie ingediend op 24 januari 2003.

05 03 01 01

Restituties voor melk en zuivelproducten

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 731 000 000

  • – 
    145 000 000

1 586 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties op grond van artikel 31 van Verordening (EG) nr. 1255/1999.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 97 000 000 euro naar uitgaven voor de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

05 03 01 02

Interventie in de vorm van opslag van mageremelkpoeder

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

11 000 000

–20 000 000

–9 000 000

Toelichting

Deze post dient voor de financiering van de uitgaven voor de steun voor particuliere opslag die worden verricht overeenkomstig artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999.

Voorts dient hij voor de financiering van de technische kosten, de financieringskosten en de overige kosten van openbare opslag die worden gemaakt overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1255/1999, en voor de dekking van de financiële waardevermindering van de nieuw gevormde voorraden.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 1883/78 van de Raad van 2 augustus 1978 betreffende de algemene regels voor de financiering van de interventies door het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Garantie (PB L 216 van 5.8.1978, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1259/96 (PB L 163 van 2.7.1996, blz. 10), met name artikel 8, lid 1.

05 03 01 03

Steun voor de afzet van ondermelk

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

624 000 000

–32 000 000

592 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven voor:

 

steun voor vervoedering aan kalveren overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1255/1999,

 

steun voor ontroomde melk bestemd voor vervoedering aan andere dieren dan kalveren, overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1255/1999;

 

steun voor melkpoeder van gedeeltelijk ontroomde melk bestemd voor vervoedering aan kalveren, overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1255/1999;

 

steun voor ondermelk die voor de productie van caseïne wordt gebruikt.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat 20 000 000 euro naar uitgaven voor de uitbreiding.

05 03 01 05

Andere maatregelen voor botervet

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

425 000 000

–23 000 000

402 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de steun voor gebruik voor specifieke doeleinden overeenkomstig artikel 13 van Verordening (EG) nr. 1255/1999.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 15 000 000 euro naar uitgaven voor de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

05 03 01 07

Extra heffing van de melkproducenten

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

  • – 
    172 000 000
  • – 
    315 000 000
  • – 
    487 000 000

Toelichting

De heffing, ten laste van producenten of kopers van koeienmelk, bedraagt 115 % van de richtprijs voor melk voor de hoeveelheid melk en/of melkequivalent die gedurende de betrokken periode van twaalf maanden wordt afgezet boven een referentiehoeveelheid.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een extra heffing in de sector melk en zuivelproducten (PB L 405 van 31.12.1992, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 572/2003 (PB L 82 van 29.3.2003 blz. 20).

Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48), met name artikel 5.

05 03 01 08

Schoolmelk

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

86 000 000

–18 000 000

68 000 000

Toelichting

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 6 000 000 euro naar uitgaven voor de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 509/2002 (PB L 79 van 22.3.2002, blz. 15).

05 03 02

Rundvlees

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2345/2001 (PB L 315 van 1.12.2001, blz. 29).

05 03 02 01

Restituties voor rundvlees

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

308 000 000

–89 000 000

219 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

Van het in deze post opgenomen bedrag gaat naar schatting 22 000 000 euro naar uitgaven voor de uitbreiding met tien nieuwe lidstaten.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1512/2001 (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 1).

05 03 02 10

Programma voor de verplichte slachting van runderen

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

50 000 000

–25 000 000

25 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van het ten laste van de Gemeenschap vallende gedeelte van de uitgaven voor het programma voor verplichte selectieve slachting en destructie van dieren waarvoor de kans het grootst is dat zij zijn gevoederd met vlees- en beendermeel dat met BSE is besmet.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 716/96 van de Commissie van 19 april 1996 houdende vaststelling van buitengewone maatregelen ter ondersteuning van de rundvleesmarkt in het Verenigd Koninkrijk (PB L 99 van 20.4.1996, blz. 14), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 667/2003 (PB L 96 van 31.3.2004, blz. 13).

05 03 02 12

Overige interventiemaatregelen

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

124 000 000

  • – 
    114 000 000

10 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de overige interventiemaatregelen, met name die welke voortvloeien uit de toepassing van artikel 38 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

Voorts dient het voor de financiering van de resterende bedragen voor de premies voor het vroegtijdig slachten van kalveren die de Raad van ministers van Landbouw van 30 oktober 1996 principieel heeft goedgekeurd in het kader van het urgentieprogramma voor de bestrijding van de gevolgen van BSE.

Bovendien dient het ter dekking van mogelijke betalingen naar aanleiding van het arrest van het Hof van Justitie (C-239/01) met betrekking tot het medefinancieringspercentage voor de bijzondere marktondersteuningsmaatregelen die zijn genomen in de nasleep van de tweede BSE-crisis (Verordening (EG) nr. 690/2001).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 3886/92 van de Commissie van 23 december 1992 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen inzake de premieregelingen in de sector rundvlees (PB L 391 van 31.12.1992, blz. 20), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2604/98 (PB L 328 van 4.12.1998, blz. 5).

05 03 02 13

Restituties voor levende runderen

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

68 000 000

–10 000 000

58 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitvoerrestituties overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1254/1999.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1254/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 21), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1512/2001 (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 1).

05 03 03

Schapen- en geitenvlees

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2467/98 van de Raad (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 1).

05 03 03 03

Forfaitaire premies voor ooien en geiten in probleemgebieden en bergstreken

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

393 000 000

–57 000 000

336 000 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de uitgaven in verband met de toekenning van bijzondere steun per ooi of geit voor producenten van schapen- en geitenvlees in probleemgebieden of bergstreken van de Gemeenschap.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2529/2001 van de Raad van 19 december 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector schapen- en geitenvlees (PB L 341 van 22.12.2001, blz. 3) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2467/98 van de Raad (PB L 312 van 20.11.1998, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 04 —

PLATTELANDSONTWIKKELING

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 04

PLATTELANDSONTWIKKELING

05 04 01

Plattelandsontwikkeling in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie

05 04 01 01

Investeringen op landbouwbedrijven

1.2

253 000 000

253 000 000

   

253 000 000

253 000 000

05 04 01 02

Vestiging van jonge landbouwers

1.2

103 000 000

103 000 000

   

103 000 000

103 000 000

05 04 01 03

Opleiding

1.2

30 000 000

30 000 000

   

30 000 000

30 000 000

05 04 01 04

Vervroegde uittreding — Oude regeling

1.2

87 000 000

87 000 000

   

87 000 000

87 000 000

05 04 01 05

Vervroegde uittreding — Nieuwe regeling

1.2

136 000 000

136 000 000

   

136 000 000

136 000 000

05 04 01 06

Probleemgebieden

1.2

846 000 000

846 000 000

   

846 000 000

846 000 000

05 04 01 07

Milieumaatregelen in de landbouw — Oude regeling

1.2

1 820 000 000

1 820 000 000

   

1 820 000 000

1 820 000 000

05 04 01 08

Milieumaatregelen in de landbouw — Nieuwe regeling

1.2

187 000 000

187 000 000

   

187 000 000

187 000 000

05 04 01 09

Verbetering van de verwerking en de afzet van landbouwproducten

1.2

189 000 000

189 000 000

   

189 000 000

189 000 000

05 04 01 10

Bosbouw — Oude regeling

1.2

170 000 000

170 000 000

   

170 000 000

170 000 000

05 04 01 11

Bosbouw — Nieuwe regeling

1.2

302 000 000

302 000 000

   

302 000 000

302 000 000

05 04 01 12

Bevordering van de aanpassing en de ontwikkeling van plattelandsgebieden

1.2

612 000 000

612 000 000

   

612 000 000

612 000 000

05 04 01 13

Overige plattelandsontwikkelingsmaatregelen in het kader van het EOGFL, afdeling Garantie

1.2

68 000 000

68 000 000

   

68 000 000

68 000 000

05 04 01 99

Overige

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 04 01 — Subtotaal

 

4 803 000 000

4 803 000 000

   

4 803 000 000

4 803 000 000

05 04 02

Plattelandsontwikkeling in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie

05 04 02 01

Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1

2.1

3 186 352 777

2 411 810 898

 

497 427 033

3 186 352 777

2 909 237 931

05 04 02 02

Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland

2.1

9 280 000

7 488 029

   

9 280 000

7 488 029

05 04 02 03

Voltooiing van vroegere programma's in de regio's van de doelstellingen 1 en 6

2.1

p.m.

58 371 399

   

p.m.

58 371 399

05 04 02 04

Voltooiing van vroegere programma's in de regio's van doelstelling 5 b)

2.1

p.m.

15 661 586

   

p.m.

15 661 586

05 04 02 05

Voltooiing van vroegere programma's in de regio's buiten doelstelling 1

2.1

p.m.

213 816 000

   

p.m.

213 816 000

05 04 02 06

Leader

2.1

361 111 383

199 779 923

 

20 700 000

361 111 383

220 479 923

05 04 02 07

Voltooiing van vroegere programma's (communautaire initiatieven)

2.1

p.m.

15 260 493

   

p.m.

15 260 493

05 04 02 08

Voltooiing van vroegere programma's (innovatieve acties)

2.1

p.m.

4 093 000

   

p.m.

4 093 000

 

Artikel 05 04 02 — Subtotaal

 

3 556 744 160

2 926 281 328

 

518 127 033

3 556 744 160

3 444 408 361

05 04 03

Overige

05 04 03 01

Bosbouw (niet in het kader van het EOGFL)

3

500 000

12 500 000

   

500 000

12 500 000

05 04 03 02

Plantaardige en dierlijke genetische hulpbronnen

3

p.m. (28)

500 000 (29)

   

p.m. (30)

500 000 (31)

 

Artikel 05 04 03 — Subtotaal

 

500 000

13 000 000

   

500 000

13 000 000

05 04 04

Overgangsinstrument voor de financiering van plattelandsontwikkeling uit het EOGFL, Garantie, voor de nieuwe lidstaten

1.2

1 733 000 000

645 000 000

   

1 733 000 000

645 000 000

 

Artikel 05 04 04 — Subtotaal

 

1 733 000 000

645 000 000

   

1 733 000 000

645 000 000

 

Hoofdstuk 05 04 — Totaal

 

10 093 244 160

8 387 281 328

 

518 127 033

10 093 244 160

8 905 408 361

05 04 02

Plattelandsontwikkeling in het kader van het EOGFL, afdeling Oriëntatie

Toelichting

In artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad is bepaald dat de nodige financiële correcties moeten worden verricht. De eventueel hieruit voortvloeiende ontvangsten worden geboekt op post 6 5 0 0 van de „Staat van ontvangsten”. Met deze ontvangsten kunnen, overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), aanvullende kredieten worden geopend in specifieke gevallen waarin die nodig zijn om het risico dat vooraf vastgestelde correcties wordt geannuleerd of verlaagd, te dekken.

In Verordening (EG) nr. 1260/1999 zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder het voorschot wordt terugbetaald. Deze terugbetaling heeft niet tot gevolg dat de bijdrage uit de structuurfondsen in de betrokken bijstandsverlening wordt verlaagd. Eventuele ontvangsten uit de terugbetaling van het voorschot worden geboekt op post 6 1 5 7 van de „Staat van ontvangsten” en worden gebruikt om aanvullende kredieten te openen overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn, in het kader waarvan 500 000 000 euro voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar is gesteld. Bij de voortzetting van dit programma moet het additionaliteitsbeginsel volledig in acht worden genomen. De Commissie brengt jaarlijks verslag over deze maatregel uit bij het Europees Parlement.

De maatregelen voor fraudebestrijding worden gefinancierd uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Conclusies van de Europese Raad van Berlijn van 24 en 25 maart 1999.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1105/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 3).

05 04 02 01

Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie — Regio's van doelstelling 1

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 186 352 777

2 411 810 898

 

497 427 033

3 186 352 777

2 909 237 931

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

3 752 967 945

2 166 898 000

1 586 069 945

     

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

2 755 465 855

 

1 323 167 986

1 432 297 869

   

Kredieten 2004

3 186 352 777

   

1 593 176 389

1 593 176 389

 

Totaal

9 694 786 577

2 166 898 000

2 909 237 931

3 025 474 258

1 593 176 389

 

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie, wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Van de opgenomen vastleggingskredieten en betalingskredieten gaan respectievelijk 441 900 000 en 197 300 000 euro naar de nieuwe toetredende landen.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001 (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 1).

05 04 02 06

Leader

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

361 111 383

199 779 923

 

20 700 000

361 111 383

220 479 923

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

419 511 656

145 707 000

220 479 923

   

53 324 733

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

370 000

370 000

 

   

Kredieten 2003

353 100 000

 

353 100 000

   

Kredieten 2004

361 111 383

   

361 111 383

 

Totaal

1 134 093 039

146 077 000

220 479 923

353 100 000

361 111 383

53 324 733

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de bijstand die in het kader van het communautaire initiatief Leader+ wordt verleend voor plattelandsontwikkeling.

Een indicatief bedrag van ten hoogste 2 % van de aan het initiatief toegewezen begrotingsmiddelen moet dienen voor de financiering van de technische bijstand. Als dergelijke maatregelen voor technische bijstand op initiatief van de Commissie worden uitgevoerd, kunnen de kosten daarvan tot 100 % worden gefinancierd.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 14 april 2000 tot vaststelling van de richtsnoeren voor het communautaire initiatief voor plattelandsontwikkeling (Leader+) (PB C 139 van 18.5.2000, blz. 5).

HOOFDSTUK 05 07 —

AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 07

AUDIT VAN DE LANDBOUWUITGAVEN

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 01

Controle- en preventiemaatregelen — Betalingen door de lidstaten

1.1

16 000 000

16 000 000

   

16 000 000

16 000 000

05 07 01 02

Controle- en preventiemaatregelen — Rechtstreekse betalingen door de Europese Gemeenschap

1.1

6 550 000

6 550 000

   

6 550 000

6 550 000

05 07 01 03

Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlaging/opschorting van de voorschotten in het kader van de activiteiten 20 tot en met 40

1.1

  • – 
    400 000 000
  • – 
    400 000 000

–85 000 000

–85 000 000

  • – 
    485 000 000
  • – 
    485 000 000

05 07 01 04

Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlaging/opschorting van de voorschotten voor plattelandsontwikkeling

1.2

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 07 01 05

Controles op de toepassing van de landbouwregelingen

3

16 175 000

16 175 000

   

16 175 000

16 175 000

 

Artikel 05 07 01 — Subtotaal

 
  • – 
    361 275 000
  • – 
    361 275 000

–85 000 000

–85 000 000

  • – 
    446 275 000
  • – 
    446 275 000

05 07 02

Regeling van geschillen

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 07 02 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 05 07 — Totaal

 
  • – 
    361 275 000
  • – 
    361 275 000

–85 000 000

–85 000 000

  • – 
    446 275 000
  • – 
    446 275 000

05 07 01

Controle van de landbouwuitgaven

05 07 01 03

Goedkeuring van de rekeningen over de voorgaande begrotingsjaren en verlaging/opschorting van de voorschotten in het kader van de activiteiten 20 tot en met 40

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

  • – 
    400 000 000

–85 000 000

  • – 
    485 000 000

Toelichting

Deze post is gecreëerd met het oog op de toepassing van artikel 154 van het Financieel Reglement, op grond waarvan de resultaten van de in artikel 7, leden 3 en 4, en artikel 8, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1258/1999 bedoelde besluiten worden geboekt als uitgaven uit hoofde van het begrotingsjaar waarin de goedkeuring van de rekeningen plaatsvindt. Het beginsel van de goedkeuring van de rekeningen is vastgesteld bij artikel 53, lid 5, van het Financieel Reglement.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Verordening (EG) nr. 2040/2000 van de Raad van 26 september 2000 betreffende de begrotingsdiscipline (PB L 244 van 29.9.2000, blz. 27), met name artikel 14, op grond waarvan, onder meer bij het duidelijk niet naleven van de voorschriften, de Commissie tijdelijk de maandelijkse voorschotten aan de lidstaten kan verlagen of opschorten, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de besluiten die zullen worden genomen in het kader van de goedkeuring van de rekeningen.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 05 08 —

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN „LANDBOUW”

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 08

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET BELEIDSTERREIN LANDBOUW

05 08 01

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB)

3

13 300 000

12 500 000

   

13 300 000

12 500 000

 

Artikel 05 08 01 — Subtotaal

 

13 300 000

12 500 000

   

13 300 000

12 500 000

05 08 02

Enquêtes inzake de structuur van de landbouwbedrijven

3

13 900 000

11 000 000

   

13 900 000

11 000 000

 

Artikel 05 08 02 — Subtotaal

 

13 900 000

11 000 000

   

13 900 000

11 000 000

05 08 03

Herstructurering van het stelsel van landbouwenquêtes

3

5 800 000

5 275 000

   

5 800 000

5 275 000

 

Artikel 05 08 03 — Subtotaal

 

5 800 000

5 275 000

   

5 800 000

5 275 000

05 08 04

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

05 08 04 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

1.1

48 500 000

48 500 000

–20 000 000

–20 000 000

28 500 000

28 500 000

 

Artikel 05 08 04 — Subtotaal

 

48 500 000

48 500 000

–20 000 000

–20 000 000

28 500 000

28 500 000

05 08 05

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Europese Gemeenschap

05 08 05 01

Afzetbevordering — Rechtstreekse betalingen door de Europese Gemeenschap

1.1

11 000 000

11 000 000

   

11 000 000

11 000 000

 

Artikel 05 08 05 — Subtotaal

 

11 000 000

11 000 000

   

11 000 000

11 000 000

05 08 06

Voorlichting over het gemeenschappelijk landbouwbeleid

1.1

6 500 000

6 500 000

   

6 500 000

6 500 000

 

Artikel 05 08 06 — Subtotaal

 

6 500 000

6 500 000

   

6 500 000

6 500 000

05 08 07

Voltooiing van vroegere maatregelen op het gebied van voorlichting

3

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 08 07 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

05 08 99

Overige maatregelen in verband met afzetbevordering

1.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 05 08 99 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 05 08 — Totaal

 

99 000 000

94 775 000

–20 000 000

–20 000 000

79 000 000

74 775 000

05 08 04

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

05 08 04 01

Afzetbevordering — Betalingen door de lidstaten

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

48 500 000

–20 000 000

28 500 000

Toelichting

Dit krediet dient niet alleen voor de financiering van de maatregelen als bedoeld in Verordening (EG) nr. 2702/1999 en Verordening (EG) nr. 2826/2000, maar ook van de resterende uitgaven voor maatregelen ter bevordering van de kwaliteit van landbouwproducten en levensmiddelen, en met name de uitgaven:

 

voor maatregelen om de consumptie en het gebruik van appelen te doen toenemen, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1195/90 van de Raad (PB L 119 van 11.5.1990, blz. 53);

 

voor maatregelen ter stimulering van het citrusverbruik, overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 1201/90 van de Raad (PB L 119 van 11.5.1990, blz. 65);

 

ter bevordering van het gebruik van krenten en rozijnen, overeenkomstig artikel 1, tweede streepje, van Verordening (EG) nr. 399/94 van de Raad (PB L 54 van 25.2.1994, blz. 3);

 

voor reclamecampagnes ter stimulering van het verbruik van druivensap, overeenkomstig artikel 46, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 827/87 van de Raad (PB L 84 van 27.3.1987, blz. 1);

 

voor maatregelen ter bevordering van het verbruik van tafelolijven, overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Verordening (EEG) nr. 1332/92 van de Raad (PB L 145 van 27.5.1992, blz. 1);

 

voor acties ter bevordering van de verkoop en de afzet van kwaliteitsrundvlees, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1358/2001 van de Commissie (PB L 182 van 5.7.2001, blz. 34);

 

in verband met de goedkeuring van Verordening (EG) nr. 2275/96 van de Raad van 22 november 1996 tot instelling van specifieke maatregelen voor de sector levende planten en producten van de bloementeelt (PB L 308 van 29.11.1996, blz. 7).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 2702/1999 van de Raad van 14 december 1999 inzake voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten in derde landen (PB L 327 van 21.12.1999, blz. 7).

Verordening (EG) nr. 2826/2000 van de Raad van 19 december 2000 betreffende voorlichtings- en afzetbevorderingsacties voor landbouwproducten op de binnenmarkt (PB L 328 van 23.12.2000, blz. 2).

HOOFDSTUK 05 49 —

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

05 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

05 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Landbouw

05 49 04 02

Communautair informatienet inzake landbouwbedrijfsboekhoudingen (ILB) — Uitgaven voor administratief beheer

3

21 268

   

21 268

05 49 04 03

Pretoetredingsinstrument Sapard — Uitgaven voor administratief beheer

7.1

300 000

   

300 000

05 49 04 04

Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie (EOGFL) — Uitgaven voor administratief beheer

2.1

1 950 000

 

–1 329 000

621 000

 

Artikel 05 49 04 — Subtotaal

 

2 271 268

 

–1 329 000

942 268

 

Hoofdstuk 05 49 — Totaal

 

2 271 268

 

–1 329 000

942 268

05 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Landbouw”

05 49 04 04

Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw, afdeling Oriëntatie (EOGFL) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

1 950 000

 

–1 329 000

621 000

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

929 240

929 240

       

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

4 950 000

2 510 760

621 000

1 818 240

   

Kredieten 2004

         

Totaal

5 879 240

3 440 000

621 000

1 818 240

   

Toelichting

Dit krediet is bestemd voor de afsluiting van de op 31 december 2003 nog betaalbaar te stellen verplichtingen van het vroegere artikel B2-1 6 0.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) en tot wijziging en intrekking van een aantal verordeningen (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 80).

Verordening (EG) nr. 1258/1999 van de Raad van 17 mei 1999 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 103).

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001 (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 1).

TITEL 11

VISSERIJ

Algemene doelstellingen

Dit beleidsterrein omvat alle activiteiten die onder het gemeenschappelijk visserijbeleid vallen, dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het betreft alle visserijactiviteiten, alsmede het verwerken en op de markt brengen van deze producten.

Voorts zorgt het directoraat-generaal ervoor dat de desbetreffende bepalingen van het Gemeenschapsrecht in de visserijsector juist worden toegepast.

Het beleidsterrein omvat vijf beleidsactiviteiten: specifieke maatregelen ter ondersteuning van het gemeenschappelijk visserijbeleid (inclusief instandhouding van visbestanden, controle en dialoog met de visserijsector), betrekkingen en overeenkomsten met derde landen en internationale organisaties, gemeenschappelijke ordening van de visserijmarkt, visserijonderzoek en structurele visserijmaatregelen via het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV).

60 % van de kredieten is bestemd voor het FIOV. De FIOV-maatregelen worden echter hoofdzakelijk door de lidstaten ten uitvoer gelegd in het kader van het gedecentraliseerd beheer.

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN VISSERIJ

39 552 246

39 552 246

  • – 
    750 000
  • – 
    750 000

38 802 246

38 802 246

11 02

VISSERIJMARKTEN

33 075 000

33 075 000

   

33 075 000

33 075 000

11 03

INTERNATIONALE VISSERIJ

172 559 507

177 039 507

   

172 559 507

177 039 507

11 04

BEHEER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK VISSERIJBELEID

2 236 000

2 236 000

   

2 236 000

2 236 000

11 05

VISSERIJONDERZOEK

11 600 000

35 893 000

   

11 600 000

35 893 000

11 06

STRUCTURELE MAATREGELEN VOOR DE VISSERIJ

629 859 662

568 770 659

 

34 000 000

629 859 662

602 770 659

11 07

INSTANDHOUDINGSMAATREGELEN, CONTROLE EN RECHTSHANDHAVING IN DE VISSERIJ

41 975 000

75 780 040

   

41 975 000

75 780 040

11 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

1 516 638

 

260 000

1 776 638

11 50

PRESTATIEFACILITEIT VOOR HET BELEIDSTERREIN VISSERIJ

209 802

209 802

   

209 802

209 802

11 80

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VISSERIJ

           

11 81

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL VISSERIJ

           
 

Titel 11 — Totaal

931 067 217

934 072 892

  • – 
    750 000

33 510 000

930 317 217

967 582 892

HOOFDSTUK 11 01 —

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN „VISSERIJ”

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

11 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN VISSERIJ

11 01 01

Uitgaven voor personeel in actieve dienst voor het beleidsterrein Visserij

5

23 684 301 (32)

 

23 684 301 (33)

 

Artikel 11 01 01 — Subtotaal

 

23 684 301

 

23 684 301

11 01 02

Extern personeel en andere beheersuitgaven voor het beleidsterrein Visserij

11 01 02 01

Extern personeel

5

1 689 628

 

1 689 628

11 01 02 11

Andere beheersuitgaven

5

2 245 397 (34)

 

2 245 397 (35)

 

Artikel 11 01 02 — Subtotaal

 

3 935 025

 

3 935 025

11 01 03

Gebouwen en daarmee samenhangende uitgaven voor het beleidsterrein Visserij

5

6 245 943

 

6 245 943

 

Artikel 11 01 03 — Subtotaal

 

6 245 943

 

6 245 943

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Visserij

11 01 04 01

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en niet-operationele technische bijstand

2.1

1 927 000

  • – 
    750 000

1 177 000

11 01 04 02

Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

3

164 657

 

164 657

11 01 04 03

Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens en verbetering van het wetenschappelijk advies) — Uitgaven voor administratief beheer

3

180 000

 

180 000

11 01 04 04

Internationale visserijovereenkomsten — Uitgaven voor administratief beheer

4

1 219 500

 

1 219 500

11 01 04 05

Bijdragen aan internationale organisaties — Uitgaven voor administratief beheer

4

395 820

 

395 820

 

Artikel 11 01 04 — Subtotaal

 

3 886 977

  • – 
    750 000

3 136 977

11 01 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten voor het beleidsterrein Visserij

11 01 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

3

1 200 000

 

1 200 000

11 01 05 02

Extern personeel voor onderzoek

3

300 000

 

300 000

11 01 05 03

Andere beheersuitgaven voor onderzoek

3

300 000

 

300 000

 

Artikel 11 01 05 — Subtotaal

 

1 800 000

 

1 800 000

 

Hoofdstuk 11 01 — Totaal

 

39 552 246

  • – 
    750 000

38 802 246

11 01 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Visserij”

11 01 04 01

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en niet-operationele technische bijstand

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

1 927 000

  • – 
    750 000

1 177 000

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de in artikel 23 van Verordening (EG) nr.1260/1999 van de Raad bedoelde uitgaven voor technische bijstand die uit het FIOV worden gefinancierd.

De technische bijstand omvat voorbereidings-, toezicht-, evaluatie-, controle- en beheersmaatregelen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van het FIOV binnen de Commissie. In deze context kan dit krediet met name worden gebruikt voor de financiering van:

 

ondersteunende uitgaven (representatievergoedingen, opleiding, vergaderingen, dienstreizen);

 

uitgaven voor voorlichting en publicatie;

 

uitgaven voor informatie- en telecommunicatietechnologie;

 

contracten voor dienstverleners;

 

uitgaven voor tijdelijke functionarissen (nationale deskundigen, hulpfunctionarissen, uitzendkrachten) tot een bedrag van 100 000 euro.

Eventuele ontvangsten kunnen worden gebruikt om extra kredieten te openen overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

HOOFDSTUK 11 06 —

STRUCTURELE MAATREGELEN VOOR DE VISSERIJ

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 06

STRUCTURELE MAATREGELEN VOOR DE VISSERIJ

11 06 01

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Regio's van doelstelling 1

2.1

451 799 662

341 975 809

 

30 000 000

451 799 662

371 975 809

 

Artikel 11 06 01 — Subtotaal

 

451 799 662

341 975 809

 

30 000 000

451 799 662

371 975 809

11 06 02

Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland

2.1

760 000

613 244

   

760 000

613 244

 

Artikel 11 06 02 — Subtotaal

 

760 000

613 244

   

760 000

613 244

11 06 03

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

6 932 746

   

p.m.

6 932 746

 

Artikel 11 06 03 — Subtotaal

 

p.m.

6 932 746

   

p.m.

6 932 746

11 06 04

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) (regio's buiten doelstelling 1)

2.1

174 900 000

141 126 752

   

174 900 000

141 126 752

 

Artikel 11 06 04 — Subtotaal

 

174 900 000

141 126 752

   

174 900 000

141 126 752

11 06 05

Voltooiing van vroegere FIOV-programma's (regio's buiten doelstelling 1)

2.1

p.m.

5 445 235

   

p.m.

5 445 235

 

Artikel 11 06 05 — Subtotaal

 

p.m.

5 445 235

   

p.m.

5 445 235

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

1 176 873

 

4 000 000

p.m.

5 176 873

 

Artikel 11 06 06 — Subtotaal

 

p.m.

1 176 873

 

4 000 000

p.m.

5 176 873

11 06 07

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Operationele technische bijstand en innovatieve acties

2.1

2 400 000

2 400 000

   

2 400 000

2 400 000

 

Artikel 11 06 07 — Subtotaal

 

2 400 000

2 400 000

   

2 400 000

2 400 000

11 06 08

Voltooiing van vroegere programma's

2.1

p.m.

100 000

   

p.m.

100 000

 

Artikel 11 06 08 — Subtotaal

 

p.m.

100 000

   

p.m.

100 000

11 06 09

Specifieke maatregelen ter bevordering van de omschakeling van vaartuigen en vissers die tot in 1999 afhankelijk waren van de visserijovereenkomst met Marokko

2.1

p.m.

69 000 000

   

p.m.

69 000 000

 

Artikel 11 06 09 — Subtotaal

 

p.m.

69 000 000

   

p.m.

69 000 000

11 06 10

Noodmaatregel van de Gemeenschap voor de sloop van vissersvaartuigen

2.1

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Artikel 11 06 10 — Subtotaal

 

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

 

Hoofdstuk 11 06 — Totaal

 

629 859 662

568 770 659

 

34 000 000

629 859 662

602 770 659

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opening van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot, die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten, geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn om 500 000 000 euro voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad van Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1105/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 3).

11 06 01

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) — Regio's van doelstelling 1

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

451 799 662

341 975 809

 

30 000 000

451 799 662

371 975 809

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

542 678 448

401 178 540 (36)

141 499 908

   

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

 

   

Kredieten 2003

391 875 521

 

202 502 146

189 373 375

   

Kredieten 2004

451 799 662

 

27 973 755

211 912 954

211 912 953

 

Totaal

1 386 353 631

401 178 540

371 975 809

401 286 329

211 912 953

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Bijzondere aandacht zal worden besteed aan economische diversificatie van gebieden die worden geconfronteerd met een beperking van de visserijactiviteiten, alsmede aan modernisering van de vloot, zonder dat dit echter mag leiden tot intensivering van de visserij.

Bij acties die worden gefinancierd uit hoofde van dit artikel wordt rekening gehouden met de noodzaak om een stabiel en duurzaam evenwicht tot stand te brengen tussen de vangstcapaciteit van de visserijvloot en de beschikbare visbestanden, en met de noodzaak om in de visserij een veiligheidscultuur te bevorderen.

Dit krediet is tevens bedoeld om acties ter bevordering van selectiever vistuig te financieren.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2369/2002 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 49).

11 06 06

Voltooiing van vroegere programma's

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

1 176 873

 

4 000 000

p.m.

5 176 873

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

22 166 178

859 313

5 176 873

   

16 129 992

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

       

Kredieten 2003

p.m.

         

Kredieten 2004

p.m.

         

Totaal

22 166 178

859 313

5 176 873

   

16 129 992 (37)

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met de communautaire initiatieven in de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 def.).

HOOFDSTUK 11 49 —

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

11 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

11 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Visserij

11 49 04 01

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en niet-operationele technische bijstand

2.1

600 000

 

260 000

860 000

11 49 04 02

Intensivering van de dialoog met het bedrijfsleven uit de visserijsector en met andere organisaties die belang hebben bij het gemeenschappelijk visserijbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

3

15 000

   

15 000

11 49 04 03

Ondersteuning van het beheer van de visbestanden (verzameling van basisgegevens en verbetering van de wetenschappelijke adviezen) — Uitgaven voor administratief beheer

3

50 000

   

50 000

11 49 04 04

Internationale visserijovereenkomsten — Uitgaven voor administratief beheer

4

241 165

   

241 165

11 49 04 05

Bijdragen aan internationale organisaties — Uitgaven voor administratief beheer

4

305 473

   

305 473

 

Artikel 11 49 04 — Subtotaal

 

1 211 638

 

260 000

1 471 638

11 49 05

Ondersteunende uitgaven voor onderzoeksactiviteiten voor het beleidsterrein Visserij

11 49 05 01

Uitgaven voor onderzoekspersoneel

3

80 000

   

80 000

11 49 05 02

Extern personeel voor onderzoek

3

105 000

   

105 000

11 49 05 03

Andere beheersuitgaven voor onderzoek

3

120 000

   

120 000

 

Artikel 11 49 05 — Subtotaal

 

305 000

   

305 000

 

Hoofdstuk 11 49 — Totaal

 

1 516 638

 

260 000

1 776 638

11 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Visserij”

11 49 04 01

Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (FIOV) en niet-operationele technische bijstand

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

600 000

 

260 000

860 000

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

1 206 311

982 800

223 511

     

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

1 400 000

 

636 489

763 511

   

Kredieten 2004

         

Totaal

2 606 311

982 800

860 000

763 511

   

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de afwikkeling van de meerjarige betalingsverplichtingen die het FIOV in vorige programmeringsperioden heeft aangegaan en die betrekking hebben op voor de uitvoering van het FIOV noodzakelijke technische bijstand.

Eventuele ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opvoering van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1).

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001 (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1263/1999 van de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van de Visserij (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 54).

Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (PB L 337 van 30.12.1999, blz. 10), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2369/2002 (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 49).

TITEL 13

REGIONAAL BELEID

Algemene doelstellingen

Het doel van dit beleid is de economische en sociale samenhang te versterken door de verschillen in de regionale ontwikkelingsniveaus binnen de Europese Unie te verkleinen.

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 01

ADMINISTRATIEVE UITGAVEN VOOR HET BELEIDSTERREIN REGIONAAL BELEID

71 510 039

71 510 039

   

71 510 039

71 510 039

13 02

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE

16 721 379

13 760 000

   

16 721 379

13 760 000

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE STEUNMAATREGELEN

20 565 148 916

16 160 654 388

 

2 365 137 363

20 565 148 916

18 525 791 751

13 04

COHESIEFONDS

5 680 500 000

2 798 500 000

   

5 680 500 000

2 798 500 000

13 05

PRETOETREDINGSSTEUN MET BETREKKING TOT HET STRUCTUURBELEID

451 200 000

653 800 000

   

451 200 000

653 800 000

13 06

BEHEER VAN HET SOLIDARITEITSFONDS

p.m.

p.m.

   

p.m.

p.m.

13 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

5 100 000

 

–2 578 891

2 521 109

13 80

ADMINISTRATIEVE ONDERSTEUNING VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID

           

13 81

BELEIDSSTRATEGIE EN -COÖRDINATIE VOOR HET DIRECTORAAT-GENERAAL REGIONAAL BELEID

           
 

Titel 13 — Totaal

26 785 080 334

19 703 324 427

 

2 362 558 472

26 785 080 334

22 065 882 899

HOOFDSTUK 13 03 —

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE STEUNMAATREGELEN

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 03

EUROPEES FONDS VOOR REGIONALE ONTWIKKELING EN ANDERE REGIONALE STEUNMAATREGELEN

13 03 01

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Regio's van doelstelling 1

2.1

16 031 391 467

12 323 588 274

 

1 485 812 762

16 031 391 467

13 809 401 036

 

Artikel 13 03 01 — Subtotaal

 

16 031 391 467

12 323 588 274

 

1 485 812 762

16 031 391 467

13 809 401 036

13 03 02

Speciaal programma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en het grensgebied in Ierland

2.1

60 680 000

58 544 000

   

60 680 000

58 544 000

 

Artikel 13 03 02 — Subtotaal

 

60 680 000

58 544 000

   

60 680 000

58 544 000

13 03 03

Voltooiing van vroegere programma's — Regio's van doelstelling 1

2.1

p.m.

250 626 336

 

334 007 019

p.m.

584 633 355

 

Artikel 13 03 03 — Subtotaal

 

p.m.

250 626 336

 

334 007 019

p.m.

584 633 355

13 03 04

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Regio's van doelstelling 2

2.1

3 224 515 495

2 587 327 544

 

460 111 710

3 224 515 495

3 047 439 254

 

Artikel 13 03 04 — Subtotaal

 

3 224 515 495

2 587 327 544

 

460 111 710

3 224 515 495

3 047 439 254

13 03 05

Voltooiing van vroegere programma's — Regio's van doelstelling 2

2.1

p.m.

119 718 930

 

34 082 349

p.m.

153 801 279

 

Artikel 13 03 05 — Subtotaal

 

p.m.

119 718 930

 

34 082 349

p.m.

153 801 279

13 03 06

Urban

2.1

128 961 104

71 345 963

   

128 961 104

71 345 963

 

Artikel 13 03 06 — Subtotaal

 

128 961 104

71 345 963

   

128 961 104

71 345 963

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven

2.1

p.m.

86 517 855

 

51 123 523

p.m.

137 641 378

 

Artikel 13 03 07 — Subtotaal

 

p.m.

86 517 855

 

51 123 523

p.m.

137 641 378

13 03 08

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Innovatieve acties

2.1

34 479 021

70 000 000

   

34 479 021

70 000 000

 

Artikel 13 03 08 — Subtotaal

 

34 479 021

70 000 000

   

34 479 021

70 000 000

13 03 09

Voltooiing van vroegere programma's — Technische bijstand en innovatieve acties

2.1

p.m.

6 326 759

   

p.m.

6 326 759

 

Artikel 13 03 09 — Subtotaal

 

p.m.

6 326 759

   

p.m.

6 326 759

13 03 10

Voltooiing van de overige regionale acties

3

   

 

Artikel 13 03 10 — Subtotaal

 

   

13 03 11

Moderniseringsprogramma voor de textiel- en kledingindustrie in Portugal

3

p.m.

   

p.m.

 

Artikel 13 03 11 — Subtotaal

 

p.m.

   

p.m.

13 03 12

Bijdrage van de Gemeenschap aan het Internationaal Fonds voor Ierland

3

15 000 000

15 000 000

   

15 000 000

15 000 000

 

Artikel 13 03 12 — Subtotaal

 

15 000 000

15 000 000

   

15 000 000

15 000 000

13 03 13

Communautair initiatief Interreg III

2.1

1 070 121 829

561 658 727

   

1 070 121 829

561 658 727

 

Artikel 13 03 13 — Subtotaal

 

1 070 121 829

561 658 727

   

1 070 121 829

561 658 727

13 03 14

Bijstand voor aan de kandidaat-lidstaten grenzende regio's

2.1

p.m.

10 000 000

   

p.m.

10 000 000

 

Artikel 13 03 14 — Subtotaal

 

p.m.

10 000 000

   

p.m.

10 000 000

 

Hoofdstuk 13 03 — Totaal

 

20 565 148 916

16 160 654 388

 

2 365 137 363

20 565 148 916

18 525 791 751

Toelichting

Artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1) voorziet in financiële correcties, waarvan de eventuele ontvangsten worden opgevoerd onder post 6 5 0 0 van de staat van ontvangsten. Deze ontvangsten kunnen aanleiding geven tot de opening van extra kredieten overeenkomstig artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), en wel in specifieke gevallen wanneer deze kredieten nodig blijken om het risico af te dekken dat eerder besloten correcties komen te vervallen of worden verlaagd.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 stelt de voorwaarden vast waaronder wordt overgegaan tot terugbetaling van het voorschot die niet leidt tot vermindering van de bijdrage van de structuurfondsen aan de betrokken maatregel. Eventuele ontvangsten als gevolg van deze terugbetaling van voorschotten, die worden opgevoerd onder post 6 1 5 7 van de staat van ontvangsten geven aanleiding tot de opening van extra kredieten overeenkomstig de artikelen 18 en 157 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002.

Het speciale programma voor vrede en verzoening wordt voortgezet, in overeenstemming met de besluiten van de Europese Raad van Berlijn om 500 miljoen euro voor de nieuwe looptijd van het programma beschikbaar te stellen. Het additionaliteitsbeginsel moet ten volle worden geëerbiedigd. De Commissie brengt jaarlijks verslag uit aan het Europees Parlement over deze maatregel.

De maatregelen inzake fraudebestrijding worden gefinancierd met middelen uit artikel 24 02 01.

Rechtsgronden

Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name de artikelen 158, 159 en 161.

Conclusies van de vergadering van de Europese Raad te Berlijn op 24 en 25 maart 1999.

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1105/2003 (PB L 158 van 27.6.2003, blz. 3).

13 03 01

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Regio's van doelstelling 1

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

16 031 391 467

12 323 588 274

 

1 485 812 762

16 031 391 467

13 809 401 036

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

18 716 564 070

10 512 485 373 (38)

8 204 078 697

     

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

   

Kredieten 2003

13 424 966 295

 

4 605 629 719

8 819 336 576

   

Kredieten 2004

16 031 391 467

 

999 692 620

7 515 849 424

7 515 849 424

 

Totaal

48 172 921 832

10 512 485 373

13 809 401 036

16 335 186 000

7 515 849 424

 

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die in het kader van doelstelling 1 uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43).

13 03 03

Voltooiing van vroegere programma's — Regio's van doelstelling 1

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

250 626 336

 

334 007 019

p.m.

584 633 355

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

4 286 554 138

529 318 705

584 633 355

   

3 172 602 078

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

45 000

45 000

       

Kredieten 2003

p.m.

         

Kredieten 2004

p.m.

         

Totaal

4 286 599 138

529 363 705

584 633 355

   

3 172 602 078 (39)

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 1 en 6.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43).

13 03 04

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Regio's van doelstelling 2

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 224 515 495

2 587 327 544

 

460 111 710

3 224 515 495

3 047 439 254

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

6 210 823 319

2 569 400 000

3 029 489 763

   

611 934 556

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

3 267 054 622

   

3 267 054 622

   

Kredieten 2004

3 224 515 495

 

18 003 380

1 603 256 058

1 603 256 058

 

Totaal

12 702 393 436

2 569 400 000

3 047 493 143

4 870 310 680

1 603 256 058

611 934 556

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de bijstand die in het kader van doelstelling 2 uit het EFRO wordt verleend en waarvoor de betalingsverplichtingen in de programmeringsperiode 2000-2006 worden aangegaan.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43).

13 03 05

Voltooiing van vroegere programma's — Regio's van doelstelling 2

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

119 718 930

 

34 082 349

p.m.

153 801 279

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

1 986 849 689

988 895 723

153 801 279

   

844 152 687

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

p.m.

         

Kredieten 2004

p.m.

         

Totaal

1 986 849 689

988 895 723

153 801 279

   

844 152 687 (40)

Toelichting

Dit krediet dient ter dekking van de nog uit de drie fondsen (EFRO, ESF, EOGFL — afdeling „Oriëntatie”) betaalbaar te stellen verplichtingen die in de vorige programmeringsperioden zijn aangegaan in het kader van de oude doelstellingen 2 en 5 b).

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 34).

Verordening (EG) nr. 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43).

13 03 07

Voltooiing van vroegere programma's — Communautaire initiatieven

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

p.m.

86 517 855

 

51 123 523

p.m.

137 641 378

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

1 546 825 839

646 108 746

137 641 378

   

763 075 715

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

       

Kredieten 2003

p.m.

         

Kredieten 2004

p.m.

         

Totaal

1 546 825 839

646 108 746

137 641 378

   

763 075 715 (41)

Toelichting

Dit krediet dient voor de financiering van de nog uit het EFRO betaalbaar te stellen verplichtingen in verband met communautaire initiatieven voorafgaande aan de programmeringsperiode 2000-2006.

Rechtsgronden

Verordening (EEG) nr. 2052/88 van de Raad van 24 juni 1988 betreffende de taken van de fondsen met structurele strekking, hun doeltreffendheid alsmede de coördinatie van hun bijstandsverlening onderling en met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten (PB L 185 van 15.7.1988, blz. 9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 3193/94 (PB L 337 van 24.12.1994, blz. 11).

Verordening (EEG) nr. 4254/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 15), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2083/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 34).

Verordening (EEG) nr. 4255/88 van de Raad van 19 december 1988 tot vaststelling van bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot het Europees Sociaal Fonds (PB L 374 van 31.12.1988, blz. 21), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2084/93 (PB L 193 van 31.7.1993, blz. 39).

Verordening (EG) nr. 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43).

Referentiebesluiten

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 13 mei 1992 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's die de lidstaten worden uitgenodigd op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor de sterk van de textiel- en kledingsector afhankelijke regio's (Retex) (PB C 142 van 4.6.1992, blz. 5).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor globale subsidies of geïntegreerde operationele programma's in het kader waarvan de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen uit hoofde van een communautair initiatief betreffende de herstructurering van de visserijsector (Pesca) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 1).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 6).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief betreffende de aanpassing van middelgrote en kleine bedrijven aan de interne markt (MKB-initiatief) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 10).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 houdende nadere bijzonderheden betreffende de richtsnoeren voor het initiatief Retex (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 17).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de omschakeling van de defensiesector (Konver) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 18).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van ijzer- en staalzones (Resider II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 22).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies waarvoor de lidstaten voorstellen mogen indienen in het kader van een communautair initiatief voor de economische omschakeling van steenkoolwinningsgebieden (Rechar II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 26).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 30).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's/globale subsidies die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen” (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 36).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap voor de ultraperifere gebieden (Regis II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 44).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van richtsnoeren voor geïntegreerde globale subsidies en geïntegreerde operationele programma's in het kader van een communautair initiatief voor plattelandsontwikkeling, waarvoor de lidstaten bijstandsaanvragen kunnen indienen (Leader II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 48).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 15 juni 1994 tot vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's van de lidstaten in het kader van een initiatief van de Gemeenschap betreffende de ontwikkeling van grensgebieden, grensoverschrijdende samenwerking en geselecteerde energienetten (Interreg II) (PB C 180 van 1.7.1994, blz. 60).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 16 mei 1995 tot vaststelling van de richtsnoeren voor een initiatief in het kader van het speciaal steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (Peace I-programma) (PB C 186 van 20.7.1995, blz. 3).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 houdende vaststelling van de richtsnoeren voor operationele programma's die de lidstaten worden verzocht op te stellen in het kader van een communautair initiatief voor stedelijke gebieden (Urban) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 4).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 betreffende de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief inzake „Werkgelegenheid en ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen”, bedoeld om de groei van de werkgelegenheid in hoofdzaak door de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen te bevorderen (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 13).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 over de vaststelling van gewijzigde richtsnoeren voor de operationele programma's of globale subsidies die de lidstaten worden verzocht voor te stellen in het kader van een communautair initiatief: „Aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (Adapt)”, dat gericht is op de bevordering van de werkgelegenheid en de aanpassing van de werknemers aan de gewijzigde omstandigheden in het bedrijfsleven (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 7).

Mededeling van de Commissie aan de lidstaten van 8 mei 1996 tot vaststelling van de richtsnoeren voor de door de lidstaten op te stellen operationele programma's in het kader van het communautair initiatief Interreg betreffende transnationale samenwerking op het gebied van ruimtelijke ordening (Interreg II C) (PB C 200 van 10.7.1996, blz. 23).

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 26 november 1997 over het speciale steunprogramma voor vrede en verzoening in Noord-Ierland en de aangrenzende graafschappen van Ierland (1995-1999) (Peace I-programma) (COM(97) 642 def.).

HOOFDSTUK 13 49 —

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

Cijfers

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

FV

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

13 49

UITGAVEN VOOR HET ADMINISTRATIEVE BEHEER VAN PROGRAMMA'S WAARVOOR KREDIETEN ZIJN VASTGELEGD OVEREENKOMSTIG HET OUDE FINANCIEEL REGLEMENT

13 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein Regionaal beleid

13 49 04 01

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Uitgaven voor administratief beheer

2.1

3 000 000

 

–2 578 891

421 109

13 49 04 02

Pretoetredingsinstrument voor structuurbeleid — Uitgaven voor administratief beheer

7.2

2 100 000

   

2 100 000

 

Artikel 13 49 04 — Subtotaal

 

5 100 000

 

–2 578 891

2 521 109

 

Hoofdstuk 13 49 — Totaal

 

5 100 000

 

–2 578 891

2 521 109

13 49 04

Ondersteunende uitgaven voor maatregelen op het beleidsterrein „Regionaal beleid”

13 49 04 01

Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) — Uitgaven voor administratief beheer

Cijfers

 

Kredieten 2004

Gewijzigde begroting nr. 10

Nieuw bedrag

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

Vastleggingen

Betalingen

3 000 000

 

–2 578 891

421 109

Indicatief tijdschema voor de betalingen:

 

Vastleggingen

Betalingen

2003

2004

2005

2006

Volgende begrotingsjaren

Nog betaalbaar te stellen verplichtingen die zijn aangegaan vóór 2003

11 231 112

4 915 000

421 109

   

5 895 003

Overgedragen en/of wederopgevoerde vastleggingskredieten van 2002

           

Kredieten 2003

4 999 954

 

4 999 954

   

Kredieten 2004

         

Totaal

16 231 066

4 915 000

421 109

4 999 954

 

5 895 003

Toelichting

Dit krediet dient voor de betaalbaarstelling van meerjarenverplichtingen die vroeger al waren aangegaan en bedoeld zijn voor de financiering van de voor de tenuitvoerlegging van het EFRO vereiste technische bijstand.

Rechtsgronden

Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de structuurfondsen (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1447/2001 (PB L 198 van 21.7.2001, blz. 1).

Verordening (EG) nr. 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (PB L 161 van 26.6.1999, blz. 43).

 

  • (1) 
    Inclusief GB 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10/2004.
  • (2) 
    De cijfers uit deze kolom stemmen overeen met die van de begroting 2003 (PB L 54 van 28.2.2003), inclusief de gewijzigde begrotingen nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7/2003.
  • (3) 
    Artikel 268, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    Inclusief GB 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10/2004.
  • (5) 
    De cijfers uit deze kolom stemmen overeen met die van de begroting 2003 (PB L 54 van 28.2.2003), inclusief de gewijzigde begrotingen nrs. 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7/2003.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2004 zijn vastgesteld op basis van de BTW/BNI begrotingsramingen die tijdens de 131e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 20 april 2004 werden goedgekeurd.
  • (7) 
    Artikel 268, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De BTW-grondslagen van de nieuwe lidstaten zijn met een derde verlaagd om hun bijdrage aan te passen, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht is geworden.
  • (9) 
    De BNI-grondslagen van de tien nieuwe lidstaten zijn met een derde verlaagd om hun bijdrage aan te passen, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht is geworden.
  • Evenals bij het BNI, zijn de BTW-grondslagen van de nieuwe lidstaten met een derde verlaagd, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht is geworden.
  • De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het BNI.
  • Evenals bij het BNI, zijn de BTW-grondslagen van de nieuwe lidstaten met een derde verlaagd, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht is geworden.
  • De BNI-grondslagen van de tien nieuwe lidstaten zijn met een derde verlaagd om hun bijdrage aan te passen, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht is geworden.
  • Berekening van het percentage: (69 010 236 646) / (98 980 941 333) = 0,697207318061666 %
  • De BNI-grondslagen van de tien nieuwe lidstaten zijn met een derde verlaagd om hun bijdrage aan te passen, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht is geworden.
  • Afgeronde cijfers.
  • Het betreft het voordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van het huidige stelsel van eigen middelen ten opzichte van vorige stelsels, als gevolg van de invoering van de BNP/BNI-middelen en de aftopping van de BTW-grondslagen.
  • Deze „meevallers” komen overeen met het voordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van het huidige stelsel van eigen middelen ten opzichte van vorige stelsels, als gevolg van de stijging vanaf 2001 van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten inhouden als inningskosten.
  • Afgeronde cijfers.
  • Het betreft het voordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van het huidige stelsel van eigen middelen ten opzichte van vorige stelsels, als gevolg van de invoering van de BNP/BNI-middelen en de aftopping van de BTW-grondslagen.
  • De BNP-grondslagen van de tien nieuwe lidstaten zijn met een derde verlaagd om hun bijdrage aan te passen, omdat het toetredingsverdrag pas op 1 mei 2004 van kracht wordt.
  • Totaal van de eigen middelen in procent van het BNI: (94 997 025 409) / (10 045 461 400 000) = 0,95 %; maximum van de eigen middelen in procent van het BNI: 1,24 %.
  • Dit is het werkelijke bedrag van de in 2003 verrichte betalingen.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 224 466 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 224 466 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 39 668 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 39 668 euro.
  • In post 31 02 41 01 is een krediet opgenomen van 2 000 000 euro.
  • In post 31 02 41 01 is een krediet opgenomen van 1 000 000 euro.
  • In post 31 02 41 01 is een krediet opgenomen van 2 000 000 euro.
  • In post 31 02 41 01 is een krediet opgenomen van 1 000 000 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 61 043 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 61 043 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 463 euro.
  • In artikel 31 01 40 is een krediet opgenomen van 463 euro.
  • Dit is het werkelijke bedrag van de in 2003 verrichte betalingen.
  • Het bedrag onder „Volgende begrotingsjaren” kan eventueel later vrijgemaakt worden.
  • Dit is het werkelijke bedrag van de in 2003 verrichte betalingen.
  • Het bedrag onder „Volgende begrotingsjaren” kan eventueel later vrijgemaakt worden.
  • Het bedrag onder „Volgende begrotingsjaren” kan eventueel later vrijgemaakt worden.
  • Het bedrag onder „Volgende begrotingsjaren” kan eventueel later vrijgemaakt worden.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.