Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 2 van de EU voor het begrotingsjaar 2006

1.

Wettekst

13.7.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 193/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING

van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2006

(2006/465/EG, Euratom)

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 272, lid 4, derde alinea,

gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, inzonderheid op artikel 177,

gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1), inzonderheid op de artikelen 37 en 38,

gezien de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen voor het begrotingsjaar 2006 zoals definitief vastgesteld op 15 december 2005 (2),

gelet op het Interinstitutioneel Akkoord van 6 mei 1999 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de begrotingsdiscipline en de verbetering van de begrotingsprocedure (3),

gezien het voorontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2006 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2006, ingediend door de Commissie op 12 april 2006,

gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2/2006, opgesteld door de Raad op 21 april 2006,

gelet op artikel 69 en bijlage IV van zijn Reglement,

onder verwijzing naar de resolutie van het Europees Parlement van 18 mei 2006,

overwegende dat de procedure van de artikelen 272 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en 177 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie aldus is afgerond,

CONSTATEERT:

Enig artikel

Gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2006 wordt definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 18 mei 2006.

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2006

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

  • A. 
    Financiering van de algemene begroting
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel
 

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2006 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 oktober 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2006 (1)

Begroting 2005 (2)

Verschil (in %)

  • 1. 
    Landbouw

50 991 020 000

48 464 850 000

+5,21

  • 2. 
    Structurele maatregelen

35 639 599 237

32 396 027 704

+10,01

  • 3. 
    Intern beleid

8 904 016 732

8 016 662 269

+11,07

  • 4. 
    Extern beleid

5 369 049 920

5 476 162 603

–1,96

  • 5. 
    Administratie

6 656 369 817

6 292 367 368

+5,78

  • 6. 
    Reserves

458 000 000

446 000 000

+2,69

  • 7. 
    Pretoetredingsstrategie

2 984 409 038

3 286 990 000

–9,21

  • 8. 
    Compensaties

1 073 500 332

1 304 988 996

–17,74

Totaal uitgaven (3)

112 075 965 076

105 684 048 940

+6,05

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2006 (4)

Begroting 2005 (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 297 689 094

1 585 916 305

–18,17

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

2 410 079 591

2 736 707 563

–11,94

Overschot aan eigen middelen als gevolg van een overschrijving uit hoofdstukken van het EOGFL, afdeling Garantie (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 1)

p.m.

p.m.

 

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

525 961 402

 

Saldi aan BTW- en aan BNP/BNI-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

2 451 315 772

 

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

3 707 768 685

7 299 901 042

–49,21

Nettobedrag van de douanerechten, de landbouwrechten en de heffingen en bijdragen „suiker” (hoofdstukken 1 0, 1 1 en 1 2)

14 225 100 000

13 944 000 000

+2,02

BTW-middelen tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

15 884 321 797

15 556 051 275

+2,11

Nog te financieren uit de aanvullendemiddelenbron (BNI-middelen, tabellen 3 en 4, hoofdstuk 1 4)

78 258 774 594

68 884 096 623

+13,61

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, te dekken kredieten (6)

108 368 196 391

98 384 147 898

+10,15

Totaal ontvangsten (7)

112 075 965 076

105 684 048 940

+6,05

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme BTW-grondslagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2000/597/EG, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte BTW-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppings-percentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (BNI) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte BTW-grondslag (8)

Lidstaten met afgetopte BTW-grondslag

 

(1)

(2)

(4)

(5)

(6)

(7)

België

1 310 215 000

3 128 969 000

50

1 564 484 500

1 310 215 000

 

Tsjechische Republiek

602 106 000

994 862 000

50

497 431 000

497 431 000

Tsjechië

Denemarken

819 859 000

2 099 021 000

50

1 049 510 500

819 859 000

 

Duitsland

9 799 832 000

22 810 270 000

50

11 405 135 000

9 799 832 000

 

Estland

55 930 000

98 555 000

50

49 277 500

49 277 500

Estland

Griekenland

1 072 870 000

1 893 940 000

50

946 970 000

946 970 000

Griekenland

Spanje

5 426 125 000

9 003 310 000

50

4 501 655 000

4 501 655 000

Spanje

Frankrijk

8 370 700 000

17 612 620 000

50

8 806 310 000

8 370 700 000

 

Ierland

789 535 000

1 416 737 000

50

708 368 500

708 368 500

Ierland

Italië

6 337 513 000

14 454 499 000

50

7 227 249 500

6 337 513 000

 

Cyprus

108 709 000

135 816 000

50

67 908 000

67 908 000

Cyprus

Letland

57 459 000

129 939 000

50

64 969 500

57 459 000

 

Litouwen

132 640 000

210 135 000

50

105 067 500

105 067 500

Litouwen

Luxemburg

170 252 000

256 440 000

50

128 220 000

128 220 000

Luxemburg

Hongarije

404 168 000

906 498 000

50

453 249 000

404 168 000

 

Malta

35 810 000

45 841 000

50

22 920 500

22 920 500

Malta

Nederland

2 359 925 000

4 865 105 000

50

2 432 552 500

2 359 925 000

 

Oostenrijk

1 084 190 000

2 479 885 000

50

1 239 942 500

1 084 190 000

 

Polen

1 325 076 000

2 398 275 000

50

1 199 137 500

1 199 137 500

Polen

Portugal

941 550 000

1 429 050 000

50

714 525 000

714 525 000

Portugal

Slovenië

158 752 000

292 944 000

50

146 472 000

146 472 000

Slovenië

Slowakije

165 376 000

394 000 000

50

197 000 000

165 376 000

 

Finland

699 620 000

1 613 560 000

50

806 780 000

699 620 000

 

Zweden

1 268 455 000

3 078 609 000

50

1 539 304 500

1 268 455 000

 

Verenigd Koninkrijk

9 765 154 000

19 112 000 000

50

9 556 000 000

9 556 000 000

Verenigd Koninkrijk

Totaal

53 261 821 000

110 860 880 000

 

55 430 440 000

51 321 264 500

 

Berekening van het uniforme afroepingspercentage van de BTW — middelen (artikel 2, lid 4, van Besluit 2000/597/EG, Euratom)

 

Uniform percentage (%) = maximaal afroepingspercentage – bevroren percentage

A.

Het maximale afroepingspercentage is vastgesteld op 0,50 % voor 2006.

B.

Vaststelling van het door de correctie voor het Verenigd Koninkrijk bevroren BTW — percentage (artikel, lid 4, onder b), van Besluit 2000/597/EG, Euratom):

1.   

Berekening van het theoretische aandeel van de landen waarvan de financiële last beperkt is

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Besluit 2000/597/EG, Euratom, is de financiële bijdrage van Duitsland (D), Nederland (NL), Oostenrijk (A) en Zweden (S) beperkt tot een kwart van hun normale bijdrage.

Formule voor een lidstaat waarvan de financiële last beperkt is, bijvoorbeeld Duitsland

Theoretische BTW – bijdrage van Duitsland = [afgetopte BTW – grondslag van Duitsland / (afgetopte BTW – grondslag van de Europese Unie – afgetopte BTW – grondslag Verenigd Koninkrijk)] × 1/4 × correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk.

Voorbeeld in cijfers: Duitsland

Theoretische BTW – bijdrage van Duitsland = 9 799 832 000/(51 321 264 500 – 9 556 000 000) × 1/4 × 5 685 342 107 = 333 503 200

2.   

Berekening van het bevroren percentage

Bevroren percentage = [correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk – theoretische BTW – bijdragen (DE + NL + A + S)] / [afgetopte BTW – grondslag van de Europese Unie – afgetopte BTW – grondslagen (Verenigd Koninkrijk + DE + NL + A + S)]

Bevroren percentage = 5 685 342 107 – (333 503 200 + 80 311 840 + 36 896 636 + 43 167 455)]/[51 321 264 500 – (9 556 000 000 + 9 799 832 000 + 2 359 925 000 + 1 084 190 000 + 1 268 455 000)]

Bevroren percentage = 0,190492392346244 %

Uniform percentage:

0,5 % – 0,190492392346244 % = 0,309507607653756 %

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (BTW) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2000/597/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte BTW-grondslag

Maximaal BTW-afroepingspercentage (in %)

Uniform percentage van de eigen middelen „BTW” (in %)

Eigen middelen „BTW” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) × (3)

België

1 310 215 000

0,50

0,309507608

405 521 510

Tsjechische Republiek

497 431 000

0,50

0,309507608

153 958 679

Denemarken

819 859 000

0,50

0,309507608

253 752 598

Duitsland

9 799 832 000

0,50

0,309507608

3 033 122 558

Estland

49 277 500

0,50

0,309507608

15 251 761

Griekenland

946 970 000

0,50

0,309507608

293 094 419

Spanje

4 501 655 000

0,50

0,309507608

1 393 296 470

Frankrijk

8 370 700 000

0,50

0,309507608

2 590 795 331

Ierland

708 368 500

0,50

0,309507608

219 245 440

Italië

6 337 513 000

0,50

0,309507608

1 961 508 487

Cyprus

67 908 000

0,50

0,309507608

21 018 043

Letland

57 459 000

0,50

0,309507608

17 783 998

Litouwen

105 067 500

0,50

0,309507608

32 519 191

Luxemburg

128 220 000

0,50

0,309507608

39 685 065

Hongarije

404 168 000

0,50

0,309507608

125 093 071

Malta

22 920 500

0,50

0,309507608

7 094 069

Nederland

2 359 925 000

0,50

0,309507608

730 414 741

Oostenrijk

1 084 190 000

0,50

0,309507608

335 565 053

Polen

1 199 137 500

0,50

0,309507608

371 142 179

Portugal

714 525 000

0,50

0,309507608

221 150 923

Slovenië

146 472 000

0,50

0,309507608

45 334 198

Slowakije

165 376 000

0,50

0,309507608

51 185 130

Finland

699 620 000

0,50

0,309507608

216 537 712

Zweden

1 268 455 000

0,50

0,309507608

392 596 472

Verenigd Koninkrijk

9 556 000 000

0,50

0,309507608

2 957 654 699

Totaal

51 321 264 500

   

15 884 321 797

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal product overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), van Besluit 2000/597/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

3 128 969 000

 

2 208 797 907

Tsjechische Republiek

994 862 000

 

702 291 746

Denemarken

2 099 021 000

 

1 481 738 295

Duitsland

22 810 270 000

 

16 102 197 444

Estland

98 555 000

 

69 571 823

Griekenland

1 893 940 000

 

1 336 967 770

Spanje

9 003 310 000

 

6 355 605 403

Frankrijk

17 612 620 000

 

12 433 078 815

Ierland

1 416 737 000

 

1 000 101 222

Italië

14 454 499 000

 

10 203 701 965

Cyprus

135 816 000

 

95 875 062

Letland

129 939 000

0,7059188 (9)

91 726 377

Litouwen

210 135 000

 

148 338 238

Luxemburg

256 440 000

 

181 025 806

Hongarije

906 498 000

 

639 913 941

Malta

45 841 000

 

32 360 022

Nederland

4 865 105 000

 

3 434 368 874

Oostenrijk

2 479 885 000

 

1 750 597 336

Polen

2 398 275 000

 

1 692 987 307

Portugal

1 429 050 000

 

1 008 793 199

Slovenië

292 944 000

 

206 794 664

Slowakije

394 000 000

 

278 131 990

Finland

1 613 560 000

 

1 139 042 269

Zweden

3 078 609 000

 

2 173 247 838

Verenigd Koninkrijk

19 112 000 000

 

13 491 519 281

Totaal

110 860 880 000

 

78 258 774 594

TABEL 4

Eigen middelen op basis van het BNI — Financiering van de reserves (artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom) (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

Reserve voor leningen en garantie van leningen

Reserve voor spoedhulp

Eigen middelen „BNI”, exclusief reserves

Eigen middelen „BNI” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (2) + (3)

België

6 463 361

6 463 361

2 195 871 185

2 208 797 907

Tsjechische Republiek

2 055 039

2 055 039

698 181 668

702 291 746

Denemarken

4 335 847

4 335 847

1 473 066 601

1 481 738 295

Duitsland

47 118 080

47 118 080

16 007 961 284

16 102 197 444

Estland

203 580

203 580

69 164 663

69 571 823

Griekenland

3 912 221

3 912 221

1 329 143 328

1 336 967 770

Spanje

18 597 705

18 597 705

6 318 409 993

6 355 605 403

Frankrijk

36 381 544

36 381 544

12 360 315 727

12 433 078 815

Ierland

2 926 486

2 926 486

994 248 250

1 000 101 222

Italië

29 857 965

29 857 965

10 143 986 035

10 203 701 965

Cyprus

280 549

280 549

95 313 964

95 875 062

Letland

268 409

268 409

91 189 559

91 726 377

Litouwen

434 066

434 066

147 470 106

148 338 238

Luxemburg

529 716

529 716

179 966 374

181 025 806

Hongarije

1 872 509

1 872 509

636 168 923

639 913 941

Malta

94 692

94 692

32 170 638

32 360 022

Nederland

10 049 614

10 049 614

3 414 269 646

3 434 368 874

Oostenrijk

5 122 579

5 122 579

1 740 352 178

1 750 597 336

Polen

4 954 002

4 954 002

1 683 079 303

1 692 987 307

Portugal

2 951 920

2 951 920

1 002 889 359

1 008 793 199

Slovenië

605 120

605 120

205 584 424

206 794 664

Slowakije

813 867

813 867

276 504 256

278 131 990

Finland

3 333 053

3 333 053

1 132 376 163

1 139 042 269

Zweden

6 359 335

6 359 335

2 160 529 168

2 173 247 838

Verenigd Koninkrijk

39 478 741

39 478 741

13 412 561 799

13 491 519 281

Totaal

229 000 000

229 000 000

77 800 774 594

78 258 774 594

Percentage van de 1 % BNI

0,0021

0,0021

0,7018

0,7059

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2005 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2000/597/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (10)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in het totaal van de niet-afgetopte BTW-grondslagen

17,8134

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in het totaal van de voor pretoetredingsuitgaven gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

7,1843

 
  • 3. 
    (1) – (2)

10,6290

 
  • 4. 
    Totale toegerekende uitgaven
 

93 429 615 393

  • 5. 
    Pretoetredingsuitgaven (PTU) (11)
 

1 755 539 532

  • 6. 
    Voor PTU gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven = (4) – (5)
 

91 674 075 861

  • 7. 
    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66
 

6 431 081 164

  • 8. 
    Voordeel van het Verenigd Koninkrijk (12)
 

747 129 835

  • 9. 
    Basiscompensatie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)
 

5 683 951 329

  • 10. 
    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (13)
 

–1 390 778

  • 11. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)
 

5 685 342 107

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –5 685 342 107 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de BNI-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

Financieringssleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,82

3,41

5,35

 

1,45

4,86

276 481 607

Tsjechische Republiek

0,90

1,08

1,70

 

0,46

1,55

87 907 884

Denemarken

1,89

2,29

3,59

 

0,97

3,26

185 473 457

Duitsland

20,58

24,86

0,00

–18,65

0,00

6,22

353 367 227

Estland

0,09

0,11 %

0,17

 

0,05 %

0,15

8 708 506

Griekenland

1,71

2,06

3,24

 

0,88

2,94

167 352 113

Spanje

8,12

9,81

15,39

 

4,18

13,99

795 549 465

Frankrijk

15,89

19,20

30,10

 

8,18

27,37

1 556 284 347

Ierland

1,28

1,54

2,42

 

0,66

2,20

125 185 555

Italië

13,04

15,75

24,70

 

6,71

22,47

1 277 226 814

Cyprus

0,12

0,15

0,23

 

0,06

0,21

12 000 958

Letland

0,12

0,14 %

0,22

 

0,06

0,20

11 481 655

Litouwen

0,19

0,23 %

0,36

 

0,10 %

0,33

18 567 925

Luxemburg

0,23 %

0,28

0,44

 

0,12

0,40

22 659 522

Hongarije

0,82

0,99

1,55

 

0,42

1,41

80 099 874

Malta

0,04

0,05 %

0,08

 

0,02

0,07

4 050 597

Nederland

4,39

5,30

0,00

–3,98

0,00

1,33

75 368 185

Oostenrijk

2,24

2,70

0,00

–2,03

0,00

0,68

38 417 348

Polen

2,16

2,61

4,10

 

1,11

3,73

211 916 106

Portugal

1,29

1,56

2,44

 

0,66

2,22

126 273 555

Slovenië

0,26

0,32

0,50

 

0,14 %

0,46

25 885 085

Slowakije

0,36

0,43

0,67

 

0,18

0,61

34 814 584

Finland

1,46

1,76

2,76

 

0,75

2,51

142 577 207

Zweden

2,78

3,36

0,00

–2,52

0,00

0,84

47 692 531

Verenigd Koninkrijk

17,24

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–27,17

27,17

100,00

5 685 342 107

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Nettolandbouwrechten (75 %)

Nettoheffingen en -bijdragen „suiker” en „isoglucose” (75 %)

Nettodouanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Eigen middelen „BTW” tegen uniform percentage

Eigen middelen „BNI”, exclusief reserves

Eigen middelen „BNI”, reserves

Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, BTW

Totaal van de eigen middelen (14)

Aandeel in het financieringstotaal(%)

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (2) + (3)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (4) + (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

België

10 800 000

33 600 000

1 441 900 000

1 486 300 000

405 521 510

2 195 871 185

12 926 722

276 481 607

4 377 101 024

4,04

Tsjechische Republiek

2 600 000

6 500 000

158 800 000

167 900 000

153 958 679

698 181 668

4 110 078

87 907 884

1 112 058 309

1,03

Denemarken

15 800 000

19 100 000

226 400 000

261 300 000

253 752 598

1 473 066 601

8 671 694

185 473 457

2 182 264 350

2,01

Duitsland

115 500 000

159 900 000

2 517 300 000

2 792 700 000

3 033 122 558

16 007 961 284

94 236 160

353 367 227

22 281 387 229

20,56

Estland

400 000

0

16 900 000

17 300 000

15 251 761

69 164 663

407 160

8 708 506

110 832 090

0,10

Griekenland

7 300 000

4 100 000

191 300 000

202 700 000

293 094 419

1 329 143 328

7 824 442

167 352 113

2 000 114 302

1,85

Spanje

38 000 000

16 600 000

1 101 900 000

1 156 500 000

1 393 296 470

6 318 409 993

37 195 410

795 549 465

9 700 951 338

8,95

Frankrijk

58 900 000

153 000 000

1 027 300 000

1 239 200 000

2 590 795 331

12 360 315 727

72 763 088

1 556 284 347

17 819 358 493

16,44

Ierland

400 000

4 700 000

149 900 000

155 000 000

219 245 440

994 248 250

5 852 972

125 185 555

1 499 532 217

1,38

Italië

58 900 000

21 100 000

1 333 100 000

1 413 100 000

1 961 508 487

10 143 986 035

59 715 930

1 277 226 814

14 855 537 266

13,71

Cyprus

1 900 000

0

38 200 000

40 100 000

21 018 043

95 313 964

561 098

12 000 958

168 994 063

0,16

Letland

400 000

600 000

19 700 000

20 700 000

17 783 998

91 189 559

536 818

11 481 655

141 692 030

0,13

Litouwen

1 300 000

1 000 000

32 000 000

34 300 000

32 519 191

147 470 106

868 132

18 567 925

233 725 354

0,22

Luxemburg

100 000

0

13 800 000

13 900 000

39 685 065

179 966 374

1 059 432

22 659 522

257 270 393

0,24

Hongarije

3 200 000

5 300 000

130 400 000

138 900 000

125 093 071

636 168 923

3 745 018

80 099 874

984 006 886

0,91

Malta

1 200 000

0

9 000 000

10 200 000

7 094 069

32 170 638

189 384

4 050 597

53 704 688

0,05

Nederland

170 000 000

37 400 000

1 209 300 000

1 416 700 000

730 414 741

3 414 269 646

20 099 228

75 368 185

5 656 851 800

5,22

Oostenrijk

4 000 000

15 200 000

186 100 000

205 300 000

335 565 053

1 740 352 178

10 245 158

38 417 348

2 329 879 737

2,15

Polen

20 900 000

30 500 000

217 900 000

269 300 000

371 142 179

1 683 079 303

9 908 004

211 916 106

2 545 345 592

2,35

Portugal

19 900 000

1 900 000

93 900 000

115 700 000

221 150 923

1 002 889 359

5 903 840

126 273 555

1 471 917 677

1,36

Slovenië

100 000

500 000

31 100 000

31 700 000

45 334 198

205 584 424

1 210 240

25 885 085

309 713 947

0,29

Slowakije

600 000

5 200 000

46 800 000

52 600 000

51 185 130

276 504 256

1 627 734

34 814 584

416 731 704

0,38

Finland

3 000 000

3 600 000

100 200 000

106 800 000

216 537 712

1 132 376 163

6 666 106

142 577 207

1 604 957 188

1,48

Zweden

8 700 000

8 800 000

313 700 000

331 200 000

392 596 472

2 160 529 168

12 718 670

47 692 531

2 944 736 841

2,72

Verenigd Koninkrijk

219 600 000

27 600 000

2 298 500 000

2 545 700 000

2 957 654 699

13 412 561 799

78 957 482

–5 685 342 107

13 309 531 873

12,28

Totaal

763 500 000

556 200 000

12 905 400 000

14 225 100 000

15 884 321 797

77 800 774 594

458 000 000

0

108 368 196 391

100,00

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

ONTVANGSTEN

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

1 0

DOOR DE INSTELLINGEN VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN IN HET KADER VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID INGEVOERDE LANDBOUWRECHTEN OP HET HANDELSVERKEER MET NIET-LIDSTATEN (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

763 500 000

 

763 500 000

1 1

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER A), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM)

556 200 000

 

556 200 000

1 2

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER B), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

12 905 400 000

 

12 905 400 000

1 3

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

15 884 321 797

 

15 884 321 797

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER D), EN ARTIKEL 6 VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

80 668 854 185

–2 410 079 591

78 258 774 594

1 5

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

0

 

0

 

Titel 1 — Totaal

110 778 275 982

–2 410 079 591

108 368 196 391

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER D), EN ARTIKEL 6 VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG HET BEPAALDE IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER d), EN ARTIKEL 6 VAN BESLUIT 2000/597/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom

1 4 0 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom

80 210 854 185

–2 410 079 591

77 800 774 594

1 4 0 2

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor verstrekte leningen en de garantie voor verstrekte leningen

229 000 000

 

229 000 000

1 4 0 3

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom, die overeenkomen met de reserve voor noodhulp

229 000 000

 

229 000 000

 

Artikel 1 4 0 — Subtotaal

80 668 854 185

–2 410 079 591

78 258 774 594

 

Hoofdstuk 1 4 — Totaal

80 668 854 185

–2 410 079 591

78 258 774 594

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom

1 4 0 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder d), en artikel 6 van Besluit 2000/597/EG, Euratom

 

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

80 210 854 185

–2 410 079 591

77 800 774 594

Toelichting

Het percentage, exclusief de reserve voor leninggaranties en de reserve voor spoedhulp, dat moet worden toegepast op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten bedraagt 0,7018 %.

Rechtsgronden

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), en met name artikel 2, lid 1, onder a).

 

Lidstaat

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

België

2 263 893 956

–68 022 771

2 195 871 185

Tsjechische Republiek

719 809 646

–21 627 978

698 181 668

Denemarken

1 518 698 637

–45 632 036

1 473 066 601

Duitsland

16 503 849 158

  • – 
    495 887 874

16 007 961 284

Estland

71 307 217

–2 142 554

69 164 663

Griekenland

1 370 316 970

–41 173 642

1 329 143 328

Spanje

6 514 139 033

  • – 
    195 729 040

6 318 409 993

Frankrijk

12 743 208 376

  • – 
    382 892 649

12 360 315 727

Ierland

1 025 047 653

–30 799 403

994 248 250

Italië

10 458 222 157

  • – 
    314 236 122

10 143 986 035

Cyprus

98 266 560

–2 952 596

95 313 964

Letland

94 014 391

–2 824 832

91 189 559

Litouwen

152 038 373

–4 568 267

147 470 106

Luxemburg

185 541 296

–5 574 922

179 966 374

Hongarije

655 875 896

–19 706 973

636 168 923

Malta

33 167 206

  • – 
    996 568

32 170 638

Nederland

3 520 035 451

  • – 
    105 765 805

3 414 269 646

Oostenrijk

1 794 264 074

–53 911 896

1 740 352 178

Polen

1 735 217 024

–52 137 721

1 683 079 303

Portugal

1 033 956 443

–31 067 084

1 002 889 359

Slovenië

211 952 932

–6 368 508

205 584 424

Slowakije

285 069 688

–8 565 432

276 504 256

Finland

1 167 454 435

–35 078 272

1 132 376 163

Zweden

2 227 457 130

–66 927 962

2 160 529 168

Verenigd Koninkrijk

13 828 050 483

  • – 
    415 488 684

13 412 561 799

Totaal van post 1 4 0 0

80 210 854 185

–2 410 079 591

77 800 774 594

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

3 0

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

p.m.

2 410 079 591

2 410 079 591

3 1

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN EN VAN FINANCIËLE BIJDRAGEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, 6 EN 9, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

p.m.

 

p.m.

3 2

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNP/BNI-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 7, 8 EN 9, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) NR. 1150/2000

p.m.

 

p.m.

3 3

RESTITUTIES AAN DE LIDSTATEN

p.m.

 

p.m.

3 4

AANPASSING IN VERBAND MET DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN HET COMMUNAUTAIRE BELEID INZAKE JUSTITIE EN BINNENLANDSE ZAKEN

p.m.

 

p.m.

3 5

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

p.m.

 

p.m.

 

Titel 3 — Totaal

p.m.

2 410 079 591

2 410 079 591

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

3 0

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

2 410 079 591

2 410 079 591

 

Artikel 3 0 0 — Subtotaal

p.m.

2 410 079 591

2 410 079 591

3 0 1

Overschot aan eigen middelen door een overschrijving uit hoofdstukken van het EOGFL, afdeling Garantie

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 3 0 1 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds

p.m.

 

p.m.

 

Artikel 3 0 2 — Subtotaal

p.m.

 

p.m.

 

Hoofdstuk 3 0 — Totaal

p.m.

2 410 079 591

2 410 079 591

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begroting 2006

Gewijzigde begroting nr. 2

Nieuw bedrag

p.m.

2 410 079 591

2 410 079 591

Toelichting

Overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar als overschot of als tekort bij de ontvangsten of bij de uitgaven opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 34 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de indiening van de rekeningen van elk begrotingsjaar wordt het verschil ten opzichte van de raming middels een gewijzigde begroting opgenomen in de begroting van het volgende begrotingsjaar.

Een tekort wordt onder post 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2000/597/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1), gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 2028/2004 (PB L 352 van 27.11.2004, blz. 1).

Besluit 2000/597/EG, Euratom van de Raad van 29 september 2000 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 253 van 7.10.2000, blz. 42), en met name artikel 7.

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), en met name artikel 15.

 

  • (1) 
    Inclusief gewijzigde begrotingen nrs. 1 en 2/2006.
  • (2) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2005 (PB L 60 van 8.3.2005, blz. 1) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 8 voor 2005.
  • (3) 
    Artikel 268, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    Inclusief gewijzigde begrotingen nrs. 1 en 2/2006.
  • (5) 
    De cijfers in deze kolom komen overeen met die van de begroting 2005 (PB L 60 van 8.3.2005, blz. 1) plus met die van de gewijzigde begrotingen nrs. 1 tot en met 8 voor 2005.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2006 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 133e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 8 april 2005 werden goedgekeurd.
  • (7) 
    Artikel 268, derde alinea, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het BNI.
  • (9) 
    Berekening van het percentage: (78 258 774 594) / (110 860 880 000) = 0,705918756859949 %.
  • Afgeronde percentages.
  • De pretoetredingsuitgaven (PTU) zijn uit kredieten van 2003, gecorrigeerd op basis van de BBP-deflator van de Europese Unie voor 2004, gefinancierde betalingen aan de tien nieuwe (op 1 mei 2004 toegetreden) lidstaten. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegerekende uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dat ook na de uitbreiding niet worden.
  • Het „Britse voordeel” bestaat uit het gecombineerde effect van het overstappen op afgetopte BTW en het invoeren van de BNP/BNI-eigenmiddelenbron.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • Totaal van de eigen middelen in percentage van het BNI: (108 368 196 391) / (11 086 088 000 000) = 0,98 %; maximum van de eigen middelen in percentage van het BNI: 1,24 %.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.