2011/495/EU, Euratom: Definitieve vaststelling van gewijzigde begroting nr. 2 van de EU voor het begrotingsjaar 2011

1.

Wettekst

19.8.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 213/1

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING

van gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011

(2011/495/EU, Euratom)

DE VOORZITTER VAN HET EUROPEES PARLEMENT,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 314, lid 4, onder a), en artikel 314, lid 9,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, met name artikel 106 bis,

Gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (1),

Gezien de algemene begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, definitief vastgesteld op 15 december 2010 (2),

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 17 mei 2006 tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer (3),

Gezien het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011, ingediend door de Commissie op 15 april 2011,

Gezien het standpunt van de Raad over het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 3/2011 van 16 juni 2011,

Gezien de artikelen 75 ter en 75 sexies van het Reglement van het Europees Parlement,

Gezien de goedkeuring door het Parlement op 5 juli 2011 van het standpunt van de Raad,

CONSTATEERT:

Enig artikel

De procedure zoals vastgelegd in artikel 314 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is afgerond en de gewijzigde begroting nr. 2 van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2011 is definitief vastgesteld.

Gedaan te Straatsburg, 5 juli 2011.

De voorzitter

  • J. 
    BUZEK
 

 

DEFINITIEVE VASTSTELLING VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 VAN DE EUROPESE UNIE VOOR HET BEGROTINGSJAAR 2011

INHOUD

ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN

  • A. 
    Inleiding en financiering van de algemene begroting
  • B. 
    Algemene staat van ontvangsten per begrotingsonderdeel

— Titel 1: Eigen middelen

— Titel 3: Overschotten, saldi en aanpassingen

 

  • A. 
    INLEIDING EN FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

FINANCIERING VAN DE ALGEMENE BEGROTING

Kredieten die gedurende het begrotingsjaar 2011 moeten worden gedekt overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen

UITGAVEN

 

Omschrijving

Begroting 2011 (1)

Begroting 2010 (2)

Verschil (in %)

  • 1. 
    Duurzame groei

53 279 897 424

47 647 241 763

+11,82

  • 2. 
    Instandhouding en beheer van natuurlijke hulpbronnen

56 378 918 184

58 135 640 809

–3,02

  • 3. 
    Burgerschap, vrijheid, veiligheid en recht

1 459 246 345

1 477 871 910

–1,26

  • 4. 
    EU als mondiale speler

7 237 527 520

7 787 695 183

–7,06

  • 5. 
    Administratie

8 171 544 289

7 907 468 861

+3,34

Totaal uitgaven  (3)

126 527 133 762

122 955 918 526

+2,90

ONTVANGSTEN

 

Omschrijving

Begroting 2011 (4)

Begroting 2010 (5)

Verschil (in %)

Diverse ontvangsten (titels 4 t/m 9)

1 421 368 232

1 432 338 606

–0,77

Overschot van het vorige begrotingsjaar (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 0)

4 539 394 283

2 253 591 199

  • 101,43

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds (hoofdstuk 3 0, artikel 3 0 2)

p.m.

p.m.

Saldi aan btw- en aan bnp/bni-middelen uit vorige begrotingsjaren (hoofdstukken 3 1 en 3 2)

p.m.

p.m.

Totaal van de ontvangsten van de titels 3 t/m 9

5 960 762 515

3 685 929 805

+61,72

Nettobedrag van de douanerechten en de suikerheffingen (hoofdstukken 1 1 en 1 2)

16 777 100 000

15 719 200 000

+6,73

Eigen middelen uit de btw tegen uniform percentage (tabellen 1 en 2, hoofdstuk 1 3)

13 786 799 525

13 277 325 100

+3,84

Nog te financieren uit de aanvullende middelenbron (bni-middelen, tabel 3, hoofdstuk 1 4)

90 002 471 722

90 273 463 621

–0,30

Uit de eigen middelen zoals bedoeld in artikel 2 van Besluit 2007/436/EG, Euratom, te dekken kredieten (6)

120 566 371 247

119 269 988 721

+1,09

Totaal ontvangsten  (7)

126 527 133 762

122 955 918 526

+2,90

TABEL 1

Berekening van de aftopping van de uniforme btw-grondslagen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Lidstaat

1 % van de niet-afgetopte btw-grondslag

1 % van het bruto nationaal inkomen

Aftoppings-percentage (in %)

1 % van het bruto nationaal inkomen (bni) × aftoppingspercentage

1 % van de afgetopte btw-grondslag (8)

Lidstaten met afgetopte btw-grondslag

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

(6)

België

1 490 188 000

3 616 891 000

50

1 808 445 500

1 490 188 000

 

Bulgarije

166 799 000

348 101 000

50

174 050 500

166 799 000

 

Tsjechië

661 192 000

1 398 582 000

50

699 291 000

661 192 000

 

Denemarken

960 047 000

2 447 431 000

50

1 223 715 500

960 047 000

 

Duitsland

10 786 131 000

25 498 136 000

50

12 749 068 000

10 786 131 000

 

Estland

67 256 000

137 606 000

50

68 803 000

67 256 000

 

Ierland

671 307 000

1 329 568 000

50

664 784 000

664 784 000

Ierland

Griekenland

1 068 721 000

2 326 192 000

50

1 163 096 000

1 068 721 000

 

Spanje

3 980 274 000

10 530 906 000

50

5 265 453 000

3 980 274 000

 

Frankrijk

8 957 675 000

20 468 603 000

50

10 234 301 500

8 957 675 000

 

Italië

6 217 429 000

15 802 535 000

50

7 901 267 500

6 217 429 000

 

Cyprus

167 385 000

173 886 000

50

86 943 000

86 943 000

Cyprus

Letland

67 515 000

171 066 000

50

85 533 000

67 515 000

 

Litouwen

139 817 000

272 430 000

50

136 215 000

136 215 000

Litouwen

Luxemburg

203 892 000

292 046 000

50

146 023 000

146 023 000

Luxemburg

Hongarije

435 758 000

989 419 000

50

494 709 500

435 758 000

 

Malta

43 813 000

57 711 000

50

28 855 500

28 855 500

Malta

Nederland

2 971 670 000

6 033 982 000

50

3 016 991 000

2 971 670 000

 

Oostenrijk

1 300 651 000

2 882 680 000

50

1 441 340 000

1 300 651 000

 

Polen

2 046 902 000

3 683 272 000

50

1 841 636 000

1 841 636 000

Polen

Portugal

1 016 939 000

1 633 378 000

50

816 689 000

816 689 000

Portugal

Roemenië

484 272 000

1 280 218 000

50

640 109 000

484 272 000

 

Slovenië

192 557 000

356 079 000

50

178 039 500

178 039 500

Slovenië

Slowakije

265 882 000

688 108 000

50

344 054 000

265 882 000

 

Finland

804 121 000

1 830 942 000

50

915 471 000

804 121 000

 

Zweden

1 538 220 000

3 505 588 000

50

1 752 794 000

1 538 220 000

 

Verenigd Koninkrijk

8 557 834 000

17 661 074 000

50

8 830 537 000

8 557 834 000

 

Totaal

55 264 247 000

125 416 430 000

 

62 708 215 000

54 680 820 000

 

TABEL 2

Verdeling van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (btw) overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder b), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 3)

 

Lidstaat

1 % van de afgetopte btw-grondslag

Uniform percentage van de eigen middelen „btw” (9) (in %)

Eigen middelen „btw” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

1 490 188 000

0,300

447 056 400

Bulgarije

166 799 000

0,300

50 039 700

Tsjechië

661 192 000

0,300

198 357 600

Denemarken

960 047 000

0,300

288 014 100

Duitsland

10 786 131 000

0,150

1 617 919 650

Estland

67 256 000

0,300

20 176 800

Ierland

664 784 000

0,300

199 435 200

Griekenland

1 068 721 000

0,300

320 616 300

Spanje

3 980 274 000

0,300

1 194 082 200

Frankrijk

8 957 675 000

0,300

2 687 302 500

Italië

6 217 429 000

0,300

1 865 228 700

Cyprus

86 943 000

0,300

26 082 900

Letland

67 515 000

0,300

20 254 500

Litouwen

136 215 000

0,300

40 864 500

Luxemburg

146 023 000

0,300

43 806 900

Hongarije

435 758 000

0,300

130 727 400

Malta

28 855 500

0,300

8 656 650

Nederland

2 971 670 000

0,100

297 167 000

Oostenrijk

1 300 651 000

0,225

292 646 475

Polen

1 841 636 000

0,300

552 490 800

Portugal

816 689 000

0,300

245 006 700

Roemenië

484 272 000

0,300

145 281 600

Slovenië

178 039 500

0,300

53 411 850

Slowakije

265 882 000

0,300

79 764 600

Finland

804 121 000

0,300

241 236 300

Zweden

1 538 220 000

0,100

153 822 000

Verenigd Koninkrijk

8 557 834 000

0,300

2 567 350 200

Totaal

54 680 820 000

 

13 786 799 525

TABEL 3

Vaststelling van het uniforme percentage en verdeling van de eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, lid 1, onder c), van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 4)

 

Lidstaat

1 % van het bruto nationaal inkomen

Uniform percentage van de eigen middelen „aanvullende grondslag”

Eigen middelen „aanvullende grondslag” tegen uniform percentage

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) × (2)

België

3 616 891 000

 

2 595 586 001

Bulgarije

348 101 000

 

249 807 385

Tsjechië

1 398 582 000

 

1 003 663 052

Denemarken

2 447 431 000

 

1 756 347 548

Duitsland

25 498 136 000

 

18 298 202 749

Estland

137 606 000

 

98 750 061

Ierland

1 329 568 000

 

954 136 602

Griekenland

2 326 192 000

 

1 669 342 922

Spanje

10 530 906 000

 

7 557 283 918

Frankrijk

20 468 603 000

 

14 688 863 833

Italië

15 802 535 000

 

11 340 357 954

Cyprus

173 886 000

 

124 785 643

Letland

171 066 000

0,7176290 (10)

122 761 929

Litouwen

272 430 000

 

195 503 678

Luxemburg

292 046 000

 

209 580 689

Hongarije

989 419 000

 

710 035 803

Malta

57 711 000

 

41 415 089

Nederland

6 033 982 000

 

4 330 160 684

Oostenrijk

2 882 680 000

 

2 068 694 869

Polen

3 683 272 000

 

2 643 222 934

Portugal

1 633 378 000

 

1 172 159 479

Roemenië

1 280 218 000

 

918 721 609

Slovenië

356 079 000

 

255 532 629

Slowakije

688 108 000

 

493 806 280

Finland

1 830 942 000

 

1 313 937 142

Zweden

3 505 588 000

 

2 515 711 736

Verenigd Koninkrijk

17 661 074 000

 

12 674 099 504

Totaal

125 416 430 000

 

90 002 471 722

TABEL 4

Berekening van de brutovermindering van de jaarlijkse bni-bijdragen van Nederland en Zweden overeenkomstig artikel 2, lid 5, van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 6)

 

Lidstaat

Brutovermindering

Aandelen in de bni-grondslagen

Bni-sleutel toegepast op de brutovermindering

Financiering van de vermindering ten gunste van Nederland en Zweden

 

(1)

(2)

(3)

  • (4) 
    = (1) + (3)

België

 

2,88

23 934 277

23 934 277

Bulgarije

 

0,28

2 303 510

2 303 510

Tsjechië

 

1,12

9 254 923

9 254 923

Denemarken

 

1,95

16 195 537

16 195 537

Duitsland

 

20,33

168 730 393

168 730 393

Estland

 

0,11

910 589

910 589

Ierland

 

1,06

8 798 233

8 798 233

Griekenland

 

1,85

15 393 254

15 393 254

Spanje

 

8,40

69 686 816

69 686 816

Frankrijk

 

16,32

135 448 153

135 448 153

Italië

 

12,60

104 571 093

104 571 093

Cyprus

 

0,14

1 150 667

1 150 667

Letland

 

0,14

1 132 006

1 132 006

Litouwen

 

0,22

1 802 768

1 802 768

Luxemburg

 

0,23

1 932 574

1 932 574

Hongarije

 

0,79

6 547 344

6 547 344

Malta

 

0,05

381 895

381 895

Nederland

  • – 
    665 039 963

4,81

39 929 040

  • – 
    625 110 923

Oostenrijk

 

2,30

19 075 737

19 075 737

Polen

 

2,94

24 373 544

24 373 544

Portugal

 

1,30

10 808 653

10 808 653

Roemenië

 

1,02

8 471 666

8 471 666

Slovenië

 

0,28

2 356 304

2 356 304

Slowakije

 

0,55

4 553 460

4 553 460

Finland

 

1,46

12 116 006

12 116 006

Zweden

  • – 
    164 885 941

2,80

23 197 744

  • – 
    141 688 197

Verenigd Koninkrijk

 

14,08

116 869 718

116 869 718

Totaal

  • – 
    829 925 904

100,00

829 925 904

0

bbp-deflator van de EU, in EUR, (economische voorjaarsprognoses 2010)

(a) 2004 EU25 = 107,4023 / (b) 2006 EU25 = 112,1509 / (c) 2006 EU27 = 112,4894 / (d) 2011 EU27 = 118,4172

Forfaitair bedrag voor Nederland in prijzen van 2011:

605 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 665 039 963 EUR

Forfaitair bedrag voor Zweden in prijzen van 2011:

150 000 000 EUR × [(b/a) × (d/c)] = 164 885 941 EUR

TABEL 5

Correctie van de begrotingsonevenwichtigheden ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk voor het begrotingsjaar 2010 overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van Besluit 2007/436/EG, Euratom (hoofdstuk 1 5)

 

Omschrijving

Coëfficiënt (11) (%)

Bedrag

  • 1. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de theoretische niet-afgetopte btw-grondslag

15,3816

 
  • 2. 
    Aandeel van het Verenigd Koninkrijk (in %) in de voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegerekende uitgaven

8,1222

 
  • 3. 
    (1) – (2)

7,2593

 
  • 4. 
    Totale toegerekende uitgaven
 

112 118 871 234

  • 5. 
    Uitbreidingsuitgaven (12) = (5a + 5b)
 

25 444 654 082

5a. Pretoetredingsuitgaven

 

2 981 845 806

5b. Uitgaven in verband met artikel 4, lid 1, onder g)

 

22 462 808 276

  • 6. 
    Voor de uitbreiding gecorrigeerde totale toegewezen uitgaven = (4) – (5)
 

86 674 217 152

  • 7. 
    Oorspronkelijk bedrag van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (3) × (6) × 0,66
 

4 152 698 471

  • 8. 
    Voordeel voor het Verenigd Koninkrijk (13)
 

1 046 923 607

  • 9. 
    Kerncorrectie voor het Verenigd Koninkrijk = (7) – (8)
 

3 105 774 864

  • 10. 
    Uitzonderlijke meevallers aan traditionele eigen middelen (14)
 

26 548 215

  • 11. 
    Correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk = (9) – (10)
 

3 079 226 649

Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Besluit 2007/436/EG, Euratom mag de aanvullende bijdrage van het Verenigd Koninkrijk als gevolg van de in lid 1, onder g), van dat artikel bedoelde vermindering van de toegewezen uitgaven in de periode 2007-2013 in totaal niet meer bedragen dan 10 500 000 000 EUR in prijzen van 2004. De corresponderende bedragen worden weergegeven in de tabel hierna.

 

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk 2007-2012

Verschil van het oorspronkelijke bedrag t.o.v. de grenswaarde van 10,5 miljard EUR

(EMB 2007 t.o.v. EMB 2000), in EUR

Verschil

in lopende

prijzen

Verschil

in constante

prijzen van 2004

(A) Britse correctie voor 2007

0

0

(B) Britse correctie voor 2008

  • – 
    299 990 334
  • – 
    278 238 906

(C) Britse correctie voor 2009

–1 349 647 274

–1 270 060 542

(D) Britse correctie voor 2010

–2 280 386 723

–2 106 891 926

(E) Britse correctie voor 2011

n.b.

n.b.

(F) Britse correctie voor 2012

n.b.

n.b.

(G) Totaal verschil = (A) + (B) + (C) + (D) + (E) + (F)

–3 930 024 332

–3 655 191 375

TABEL 6

Berekening van de financiering van de correctie ten behoeve van het Verenigd Koninkrijk, vastgesteld op –3 079 226 649 EUR (hoofdstuk 1 5)

 

Lidstaat

Aandelen in de bni-grondslagen

Aandelen zonder het Verenigd Koninkrijk

Aandelen zonder Duitsland, Nederland, Oostenrijk, Zweden en het Verenigd Koninkrijk

3/4 van het aandeel van Duitsland, Nederland, Oostenrijk en Zweden in kolom (2)

Kolom (4) verdeeld volgens de sleutel van kolom (3)

Financierings-sleutel

Op de correctie toegepaste financieringssleutel

 

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)

  • (6) 
    = (2) + (4) + (5)

(7)

België

2,88

3,36

5,18

 

1,37

4,72

145 448 571

Bulgarije

0,28

0,32

0,50

 

0,13

0,45

13 998 429

Tsjechië

1,12

1,30

2,00

 

0,53

1,83

56 242 158

Denemarken

1,95

2,27

3,50

 

0,92

3,20

98 420 257

Duitsland

20,33

23,66

0,00

–17,75

0,00

5,92

182 159 254

Estland

0,11

0,13

0,20

 

0,05

0,18

5 533 646

Ierland

1,06

1,23

1,90

 

0,50

1,74

53 466 849

Griekenland

1,85

2,16

3,33

 

0,88

3,04

93 544 788

Spanje

8,40

9,77

15,08

 

3,98

13,75

423 486 700

Frankrijk

16,32

19,00

29,31

 

7,74

26,73

823 118 270

Italië

12,60

14,67

22,63

 

5,97

20,64

635 478 409

Cyprus

0,14

0,16

0,25

 

0,07

0,23

6 992 600

Letland

0,14

0,16

0,24

 

0,06

0,22

6 879 197

Litouwen

0,22

0,25

0,39

 

0,10

0,36

10 955 418

Luxemburg

0,23

0,27

0,42

 

0,11

0,38

11 744 250

Hongarije

0,79

0,92

1,42

 

0,37

1,29

39 788 199

Malta

0,05

0,05

0,08

 

0,02

0,08

2 320 773

Nederland

4,81

5,60

0,00

–4,20

0,00

1,40

43 106 902

Oostenrijk

2,30

2,68

0,00

–2,01

0,00

0,67

20 593 930

Polen

2,94

3,42

5,27

 

1,39

4,81

148 117 997

Portugal

1,30

1,52

2,34

 

0,62

2,13

65 684 174

Roemenië

1,02

1,19

1,83

 

0,48

1,67

51 482 303

Slovenië

0,28

0,33

0,51

 

0,13

0,47

14 319 254

Slowakije

0,55

0,64

0,99

 

0,26

0,90

27 671 369

Finland

1,46

1,70

2,62

 

0,69

2,39

73 628 953

Zweden

2,80

3,25

0,00

–2,44

0,00

0,81

25 043 999

Verenigd Koninkrijk

14,08

0,00

0,00

 

0,00

0,00

0

Totaal

100,00

100,00

100,00

–26,39

26,39

100,00

3 079 226 649

De berekening is tot op 15 decimalen nauwkeurig.

TABEL 7

Overzicht van de financiering (15) van de algemene begroting per soort eigen middelen en per lidstaat

 

Lidstaat

Traditionele eigen middelen (TEM)

Btw- en bni-middelen, inclusief aanpassingen

Total van de eigen middelen (16)

Nettobijdragen van de suikersector (75 %)

Nettodouanerechten (75 %)

Totaal netto traditionele eigen middelen (75 %)

Inningskosten (25 % van bruto TEM) (p.m.)

Eigen middelen uit de btw

Bni-middelen

Vermindering ten voordele van Nederland en Zweden

Correctie voor het Verenigd Koninkrijk

Totaal nationale bijdragen

Aandeel (%) in totaal „nationale bijdragen”

 

(1)

(2)

  • (3) 
    = (1) + (2)

(4)

(5)

(6)

(7)

(8)

  • (9) 
    = (5) + (6) + (7) + (8)

(10)

  • (11) 
    = (3) + (9)

België

6 600 000

1 512 400 000

1 519 000 000

506 333 333

447 056 400

2 595 586 001

23 934 277

145 448 571

3 212 025 249

3,09

4 731 025 249

Bulgarije

400 000

55 400 000

55 800 000

18 600 000

50 039 700

249 807 385

2 303 510

13 998 429

316 149 024

0,30

371 949 024

Tsjechië

3 400 000

193 300 000

196 700 000

65 566 667

198 357 600

1 003 663 052

9 254 923

56 242 158

1 267 517 733

1,22

1 464 217 733

Denemarken

3 400 000

318 500 000

321 900 000

107 300 000

288 014 100

1 756 347 548

16 195 537

98 420 257

2 158 977 442

2,08

2 480 877 442

Duitsland

26 300 000

3 403 800 000

3 430 100 000

1 143 366 662

1 617 919 650

18 298 202 749

168 730 393

182 159 254

20 267 012 046

19,53

23 697 112 046

Estland

0

16 800 000

16 800 000

5 600 000

20 176 800

98 750 061

910 589

5 533 646

125 371 096

0,12

142 171 096

Ierland

0

178 200 000

178 200 000

59 400 000

199 435 200

954 136 602

8 798 233

53 466 849

1 215 836 884

1,17

1 394 036 884

Griekenland

1 400 000

155 000 000

156 400 000

52 133 334

320 616 300

1 669 342 922

15 393 254

93 544 788

2 098 897 264

2,02

2 255 297 264

Spanje

4 700 000

1 056 600 000

1 061 300 000

353 766 667

1 194 082 200

7 557 283 918

69 686 816

423 486 700

9 244 539 634

8,91

10 305 839 634

Frankrijk

30 900 000

1 357 500 000

1 388 400 000

462 800 000

2 687 302 500

14 688 863 833

135 448 153

823 118 270

18 334 732 756

17,67

19 723 132 756

Italië

4 700 000

1 795 300 000

1 800 000 000

600 000 000

1 865 228 700

11 340 357 954

104 571 093

635 478 409

13 945 636 156

13,44

15 745 636 156

Cyprus

0

33 200 000

33 200 000

11 066 667

26 082 900

124 785 643

1 150 667

6 992 600

159 011 810

0,15

192 211 810

Letland

0

21 100 000

21 100 000

7 033 333

20 254 500

122 761 929

1 132 006

6 879 197

151 027 632

0,15

172 127 632

Litouwen

800 000

47 900 000

48 700 000

16 233 334

40 864 500

195 503 678

1 802 768

10 955 418

249 126 364

0,24

297 826 364

Luxemburg

0

12 300 000

12 300 000

4 100 000

43 806 900

209 580 689

1 932 574

11 744 250

267 064 413

0,26

279 364 413

Hongarije

2 000 000

112 200 000

114 200 000

38 066 667

130 727 400

710 035 803

6 547 344

39 788 199

887 098 746

0,85

1 001 298 746

Malta

0

10 100 000

10 100 000

3 366 667

8 656 650

41 415 089

381 895

2 320 773

52 774 407

0,05

62 874 407

Nederland

7 300 000

2 039 100 000

2 046 400 000

682 133 333

297 167 000

4 330 160 684

  • – 
    625 110 923

43 106 902

4 045 323 663

3,90

6 091 723 663

Oostenrijk

3 200 000

168 100 000

171 300 000

57 100 000

292 646 475

2 068 694 869

19 075 737

20 593 930

2 401 011 011

2,31

2 572 311 011

Polen

12 800 000

379 500 000

392 300 000

130 766 667

552 490 800

2 643 222 934

24 373 544

148 117 997

3 368 205 275

3,25

3 760 505 275

Portugal

200 000

131 300 000

131 500 000

43 833 334

245 006 700

1 172 159 479

10 808 653

65 684 174

1 493 659 006

1,44

1 625 159 006

Roemenië

1 000 000

142 300 000

143 300 000

47 766 667

145 281 600

918 721 609

8 471 666

51 482 303

1 123 957 178

1,08

1 267 257 178

Slovenië

0

78 800 000

78 800 000

26 266 667

53 411 850

255 532 629

2 356 304

14 319 254

325 620 037

0,31

404 420 037

Slowakije

1 400 000

93 400 000

94 800 000

31 600 000

79 764 600

493 806 280

4 553 460

27 671 369

605 795 709

0,58

700 595 709

Finland

800 000

138 000 000

138 800 000

46 266 667

241 236 300

1 313 937 142

12 116 006

73 628 953

1 640 918 401

1,58

1 779 718 401

Zweden

2 600 000

450 300 000

452 900 000

150 966 667

153 822 000

2 515 711 736

  • – 
    141 688 197

25 043 999

2 552 889 538

2,46

3 005 789 538

Verenigd Koninkrijk

9 500 000

2 753 300 000

2 762 800 000

920 933 334

2 567 350 200

12 674 099 504

116 869 718

–3 079 226 649

12 279 092 773

11,83

15 041 892 773

Totaal

123 400 000

16 653 700 000

16 777 100 000

5 592 366 667

13 786 799 525

90 002 471 722

0

0

103 789 271 247

100,00

120 566 371 247

  • B. 
    ALGEMENE STAAT VAN ONTVANGSTEN PER BEGROTINGSONDERDEEL

ONTVANGSTEN

 

Titel

Omschrijving

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

1

EIGEN MIDDELEN

125 105 765 530

–4 539 394 283

120 566 371 247

3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

p.m.

4 539 394 283

4 539 394 283

4

ONTVANGSTEN AFKOMSTIG VAN PERSONEN DIE VERBONDEN ZIJN AAN DE INSTELLINGEN EN ANDERE ORGANEN VAN DE UNIE

1 180 425 515

 

1 180 425 515

5

ONTVANGSTEN VOORTVLOEIENDE UIT DE ADMINISTRATIEVE WERKING VAN DE INSTELLINGEN

57 294 000

 

57 294 000

6

BIJDRAGEN EN TERUGBETALINGEN IN HET KADER VAN UNIALE/COMMUNAUTAIRE OVEREENKOMSTEN EN PROGRAMMA'S

30 000 000

 

30 000 000

7

INTREST VOOR BETALINGSACHTERSTAND

123 000 000

 

123 000 000

8

OPGENOMEN EN VERSTREKTE LENINGEN

438 717

 

438 717

9

DIVERSE ONTVANGSTEN

30 210 000

 

30 210 000

 

Totaal

126 527 133 762

 

126 527 133 762

TITEL 1

EIGEN MIDDELEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

1 1

BIJDRAGEN EN ANDERE HEFFINGEN VASTGESTELD IN HET KADER VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ORDENING DER MARKTEN IN DE SECTOR SUIKER (ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM)

123 400 000

 

123 400 000

1 2

DOUANERECHTEN EN OVERIGE RECHTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 2, LID 1, ONDER a), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

16 653 700 000

 

16 653 700 000

1 3

EIGEN MIDDELEN UIT DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER b), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

13 786 799 525

 

13 786 799 525

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

94 541 866 005

–4 539 394 283

90 002 471 722

1 5

CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN

0

 

0

1 6

AAN NEDERLAND EN ZWEDEN TOEGEKENDE BRUTOVERMINDERING VAN DE JAARLIJKSE BNI-BIJDRAGE

0

 

0

 

Titel 1 — Totaal

125 105 765 530

–4 539 394 283

120 566 371 247

HOOFDSTUK 1 4 —

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER C), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

1 4

EIGEN MIDDELEN OP BASIS VAN HET BRUTO NATIONAAL INKOMEN OVEREENKOMSTIG ARTIKEL 2, LID 1, ONDER c), VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

94 541 866 005

–4 539 394 283

90 002 471 722

 

Hoofdstuk 1 4 — Totaal

94 541 866 005

–4 539 394 283

90 002 471 722

1 4 0

Eigen middelen op basis van het bruto nationaal inkomen overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder c) van Besluit 2007/436/EG, Euratom

 

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

94 541 866 005

–4 539 394 283

90 002 471 722

Toelichting

De bni-middelenbron is een „aanvullende” bron van eigen middelen, die de ontvangsten verschaft welke in een begrotingsjaar nodig zijn ter dekking van uitgaven die uitstijgen boven het bedrag aan traditionele eigen middelen, btw-afdrachten en andere ontvangsten. Deze middelenbron zorgt er met andere woorden voor dat de algemene begroting van de Europese Unie altijd in evenwicht is ex ante.

Het bni-afroepingspercentage is afhankelijk van hoeveel aanvullende middelen er nodig zijn ter financiering van de gebudgetteerde uitgaven die niet gedekt worden door de andere middelen (btw-afdrachten, traditionele eigen middelen en overige ontvangsten). Het afroepingspercentage wordt toegepast op het bruto nationaal inkomen van elk van de lidstaten.

Het voor dit begrotingsjaar op het bruto nationaal inkomen van de lidstaten toe te passen percentage bedraagt 0,7176 %.

Rechtsgronden

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 2, lid 1, onder c).

 

Lidstaat

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

België

2 726 497 830

  • – 
    130 911 829

2 595 586 001

Bulgarije

262 406 752

–12 599 367

249 807 385

Tsjechië

1 054 284 132

–50 621 080

1 003 663 052

Denemarken

1 844 931 271

–88 583 723

1 756 347 548

Duitsland

19 221 096 928

  • – 
    922 894 179

18 298 202 749

Estland

103 730 652

–4 980 591

98 750 061

Ierland

1 002 259 749

–48 123 147

954 136 602

Griekenland

1 753 538 451

–84 195 529

1 669 342 922

Spanje

7 938 445 577

  • – 
    381 161 659

7 557 283 918

Frankrijk

15 429 716 203

  • – 
    740 852 370

14 688 863 833

Italië

11 912 323 979

  • – 
    571 966 025

11 340 357 954

Cyprus

131 079 372

–6 293 729

124 785 643

Letland

128 953 590

–6 191 661

122 761 929

Litouwen

205 364 166

–9 860 488

195 503 678

Luxemburg

220 151 170

–10 570 481

209 580 689

Hongarije

745 847 402

–35 811 599

710 035 803

Malta

43 503 914

–2 088 825

41 415 089

Nederland

4 548 558 093

  • – 
    218 397 409

4 330 160 684

Oostenrijk

2 173 032 244

  • – 
    104 337 375

2 068 694 869

Polen

2 776 537 395

  • – 
    133 314 461

2 643 222 934

Portugal

1 231 278 900

–59 119 421

1 172 159 479

Roemenië

965 058 554

–46 336 945

918 721 609

Slovenië

268 420 757

–12 888 128

255 532 629

Slowakije

518 712 057

–24 905 777

493 806 280

Finland

1 380 207 308

–66 270 166

1 313 937 142

Zweden

2 642 595 001

  • – 
    126 883 265

2 515 711 736

Verenigd Koninkrijk

13 313 334 558

  • – 
    639 235 054

12 674 099 504

Totaal van artikel 1 4 0

94 541 866 005

–4 539 394 283

90 002 471 722

TITEL 3

OVERSCHOTTEN, SALDI EN AANPASSINGEN

 

Titel

Hoofdstuk

Omschrijving

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

3 0

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

p.m.

4 539 394 283

4 539 394 283

3 1

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN DE BTW-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 4, 5, EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000

p.m.

 

p.m.

3 2

SALDI EN AANPASSING VAN DE SALDI VAN BNI/BNP-MIDDELEN BETREFFENDE VOORAFGAANDE BEGROTINGSJAREN ALS GEVOLG VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 10, LEDEN 6, 7 EN 8, VAN VERORDENING (EG, EURATOM) Nr. 1150/2000

p.m.

 

p.m.

3 4

AANPASSING IN VERBAND MET DE GEVOLGEN VAN DE NIET-DEELNEMING VAN BEPAALDE LIDSTATEN AAN SOMMIGE BELEIDSMAATREGELEN OP HET GEBIED VAN DE RUIMTE VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHT

p.m.

 

p.m.

3 5

RESULTAAT VAN DE DEFINITIEVE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

p.m.

 

p.m.

3 6

RESULTAAT VAN DE TUSSENTIJDSE BIJSTELLINGEN VAN DE BEREKENING VAN DE FINANCIERING VAN DE CORRECTIE VAN DE BEGROTINGSONEVENWICHTIGHEDEN TEN GUNSTE VAN HET VERENIGD KONINKRIJK

p.m.

 

p.m.

3 7

AANPASSING MET BETREKKING TOT DE TENUITVOERLEGGING VAN BESLUIT 2007/436/EG, EURATOM

 

 

Titel 3 — Totaal

p.m.

4 539 394 283

4 539 394 283

HOOFDSTUK 3 0 —

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

 

Titel

Hoofdstuk

Artikel

Post

Omschrijving

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

3 0

OVERSCHOT VAN HET VORIGE BEGROTINGSJAAR

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

p.m.

4 539 394 283

4 539 394 283

3 0 2

Overschot aan eigen middelen als gevolg van de terugbetaling van het overschot van het Garantiefonds

p.m.

 

p.m.

 

Hoofdstuk 3 0 — Totaal

p.m.

4 539 394 283

4 539 394 283

3 0 0

Overschot van het vorige begrotingsjaar

 

Begroting 2011

Gewijzigde begroting nr. 2/2011

Nieuw bedrag

p.m.

4 539 394 283

4 539 394 283

Toelichting

Overeenkomstig artikel 15 van het Financieel Reglement wordt het saldo van elk begrotingsjaar, naargelang het een overschot of tekort betreft, in de begroting van het volgende begrotingsjaar als ontvangst of als betalingskrediet opgenomen.

De ramingen van deze ontvangsten of uitgaven worden in de begroting opgenomen tijdens de begrotingsprocedure en, in voorkomend geval, door middel van de procedure van een nota van wijzigingen, die wordt ingediend overeenkomstig artikel 34 van het Financieel Reglement. Zij worden vastgesteld overeenkomstig de beginselen bedoeld in artikel 15 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

Na de afsluiting van de rekeningen van elk begrotingsjaar worden verschillen ten opzichte van de raming in de begroting van het volgende begrotingsjaar opgenomen middels een gewijzigde begroting, die door de Commissie moet worden gepresenteerd binnen 15 dagen nadat de voorlopige rekeningen zijn ingediend.

Een tekort wordt onder artikel 27 02 01 van de staat van uitgaven van afdeling III „Commissie” opgenomen.

Rechtsgronden

Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000 houdende toepassing van Besluit 2007/436/EG, Euratom betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1).

Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1), met name artikel 15.

Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Gemeenschappen (PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17), met name artikel 7.

 

  • (1) 
    Inclusief gewijzigde begrotingen nrs. 1/2011 en 2/2011.
  • (3) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (4) 
    Inclusief gewijzigde begrotingen nrs. 1/2011 en 2/2011.
  • (6) 
    De eigen middelen voor de begroting 2011 zijn vastgesteld op basis van de begrotingsramingen die tijdens de 148e vergadering van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen van 18 mei 2010 zijn goedgekeurd.
  • (7) 
    Artikel 310, lid 1, derde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (vroeger artikel 268 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap) bepaalt dat de ontvangsten en uitgaven van de begroting in evenwicht moeten zijn.
  • (8) 
    De betrokken grondslag is niet hoger dan 50 % van het bni.
  • (9) 
    Uitsluitend voor de periode 2007-2013 wordt het btw-afroepingspercentage voor Oostenrijk vastgesteld op 0,225 %, voor Duitsland op 0,15 % en voor Nederland en Zweden op 0,10 %.
  • Berekening van het percentage: (90 002 471 722) / (125 416 430 000) = 0,717629035701303.
  • Afgeronde percentages.
  • De uitbreidingsuitgaven stemmen overeen met het totaal: i) van de betalingen gedaan aan de 10 nieuwe lidstaten (die op 1 mei 2004 tot de Unie zijn toegetreden) uit de kredieten van 2003, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2004-2009, en de betalingen aan Bulgarije en Roemenië uit de kredieten van 2006, gecorrigeerd door toepassing van de EU-bbp-deflator voor de jaren 2007-2009, en ii) de totale toegewezen uitgaven in die lidstaten, met uitzondering van die voor directe betalingen en marktgerelateerde uitgaven in het kader van het landbouwbeleid, en het uit het EOGFL, afdeling Garantie, afkomstige deel van de uitgaven voor plattelandsontwikkeling. Dit bedrag wordt afgetrokken van de totale toegewezen uitgaven, zodat de uitgaven die vóór de uitbreiding niet werden gecompenseerd, dit ook na de uitbreiding niet worden.
  • De „Britse korting” stemt overeen met de gevolgen voor het Verenigd Koninkrijk van de overschakeling naar afgetopte btw en de introductie van op het bnp/bni gebaseerde eigen middelen.
  • Deze uitzonderlijke meevallers komen overeen met het nettovoordeel dat het Verenigd Koninkrijk ondervindt van de verhoging — van 10 naar 25 % sinds 1 januari 2001 — van het percentage van de traditionele eigen middelen dat de lidstaten als inningskosten inhouden.
  • p.m. (eigen middelen + andere ontvangsten = totale ontvangsten = totale uitgaven); (120 566 371 247 + 5 960 762 515 = 126 527 133 762 = 126 527 133 762).
  • Totaal van de eigen middelen als percentage van het bni: (120 566 371 247) / (12 541 643 000 000) = 0,96 %; maximumpercentage van de eigen middelen in vergelijking met het bni: 1,23 %.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.