Uitvoeringsbesluit 2019/1741 - Formaat en de frequentie van de door de lidstaten ter beschikking te stellen gegevens ten behoeve van de rapportage uit hoofde van Verordening 166/2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen

1.

Wettekst

21.10.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 267/3

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2019/1741 VAN DE COMMISSIE

van 23 september 2019

betreffende het formaat en de frequentie van de door de lidstaten ter beschikking te stellen gegevens ten behoeve van de rapportage uit hoofde van Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2019) 6745)

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (1), en met name artikel 7, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 166/2006 (hierna “de verordening” genoemd) verstrekken de lidstaten de Commissie gegevens over de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen door grote industriële inrichtingen. De Commissie verzamelt die gegevens in een elektronisch en openbaar Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (hierna “Europees PRTR” genoemd) om inspraak van het publiek bij de besluitvorming op milieugebied te vergemakkelijken en bij te dragen aan de vermindering van milieuverontreiniging.

 

(2)

Ter bevordering van de samenhang met de verslaglegging uit hoofde van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) inzake industriële emissies, waarvan de opmaak, de frequentie en de inhoud zijn vastgesteld bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1135 van de Commissie (3), is de verordening bij Verordening (EU) 2019/1010 van het Europees Parlement en de Raad (4) (hierna “de wijziging” genoemd) gewijzigd om de Commissie uitvoeringsbevoegdheden te verlenen om te bepalen welke informatie krachtens de verordening moet worden verstrekt en om de verslagleggingsvorm die op dit moment in die verordening wordt voorgeschreven, te schrappen.

 

(3)

In de wijziging werd benadrukt dat het van het grootste belang is burgers van de Unie een snelle toegang te geven tot milieu-informatie en dat het essentieel is dat de lidstaten en de Commissie gegevens zo snel als technisch haalbaar is, openbaar maken. In de wijziging is ook vastgesteld dat de verslaglegging door de lidstaten uiterlijk elf maanden na het einde van het jaar moet gebeuren en is als doel gesteld de informatie beschikbaar te hebben binnen drie maanden na het einde van het jaar, onder meer door daartoe een uitvoeringshandeling uit hoofde van de verordening vast te stellen.

 

(4)

De huidige praktijken en de informatietechnologie die voor de verslaglegging worden gebruikt, zijn erop gericht de hoge kwaliteit van de gegevens in zowel de nationale registers inzake de uitstoot en de overbrenging van verontreinigende stoffen als in het Europees PRTR te waarborgen. De doelstelling om de informatie van het Europees PRTR sneller beschikbaar te stellen voor het publiek moet de verslaglegging van kwaliteitsvolle informatie verder bevorderen. Aangezien deze doelstelling een stapsgewijze aanpak en een zorgvuldige voorbereiding vereist, waaronder het testen van nieuwe verslagleggingsmethoden en de ontwikkeling van nieuwe verslagleggingsinstrumenten, met name ten behoeve van de validering en de kwaliteitscontrole van de gerapporteerde gegevens, moeten de indieningstermijnen worden herzien in het licht van de vooruitgang in de informatietechnologie, de resultaten van de proefprojecten en de beste praktijken van de lidstaten.

 

(5)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19 van de verordening ingestelde comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten verstrekken de in de bijlage vastgestelde informatie met gebruik van het specifieke elektronische model dat tot doel van deze verslaglegging moet worden ontwikkeld.

De in de bijlage vastgestelde informatie wordt eerst ingediend voor het verslagjaar 2019, tenzij anders bepaald in die bijlage.

De administratieve informatie van de afdelingen 1 tot en met 4 van de bijlage wordt uiterlijk op 30 september van het volgende verslagjaar bij de Commissie ingediend.

De thematische informatie van de afdelingen 5 tot en met 10 van de bijlage wordt uiterlijk op 30 november van het volgende verslagjaar bij de Commissie ingediend.

Artikel 2

Dit besluit wordt uiterlijk op 31 december 2024 geëvalueerd, met als doel na te gaan of het haalbaar is om vooruitgang te boeken in de richting van de eerdere openbare beschikbaarheid van de gegevens van het Europees PRTR. Die evaluatie omvat een uitwisseling van informatie tussen de lidstaten, de Commissie en het Europees Milieuagentschap over de beste nationale praktijken en beschikbare technieken en instrumenten die eerdere verslaglegging mogelijk maken.

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 23 september 2019

Voor de Commissie

Karmenu VELLA

Lid van de Commissie

 

  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1135 van de Commissie van 10 augustus 2018 tot vaststelling van de soort, de opmaak en de frequentie van de door de lidstaten te verstrekken informatie met het oog op de verslaglegging over de tenuitvoerlegging van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies (PB L 205 van 14.8.2018, blz. 40).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2019/1010 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de onderlinge afstemming van de verslagleggingsverplichtingen op het gebied van de milieuwetgeving, en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 166/2006 en (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/49/EG, 2004/35/EG, 2007/2/EG, 2009/147/EG en 2010/63/EU van het Europees Parlement en de Raad, Verordeningen (EG) nr. 338/97 en (EG) nr. 2173/2005 van de Raad, en Richtlijn 86/278/EEG van de Raad (PB L 170 van 25.6.2019, blz. 115).
 

BIJLAGE

Vaststelling van het formaat en de frequentie van de door de lidstaten ter beschikking te stellen gegevens ten behoeve van de rapportage uit hoofde van Verordening (EG) nr. 166/2006

Opmerking:

De lidstaten kunnen informatie aanmerken die zij vertrouwelijk achten onder opgave van de redenen waarop hun verzoek aan de Commissie tot niet-publicatie is gestoeld.

 
  • A. 
    Administratieve informatie

1.

Identificatiecode van de rapporteur

Soort

Formaat

1.1.

Landcode

Identificatie van het land waar de gerapporteerde inrichting is gevestigd.

1.2.

Verslagjaar

Kalenderjaar waarop de rapportage betrekking heeft.

2.

Identificatie van de inrichting  (1),  (2)

Soort

Formaat

2.1.

inspireId

Unieke identificatiecode van de inrichting overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad (3)

2.2.

thematicId (4)

Thematische objectidentifier.

2.3.

Identifier van het emissiehandelssysteem

Indien de installatie volledig of gedeeltelijk valt onder Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (5), de identifier die wordt aangewend voor de rapportage in het kader van die richtlijn.

2.4.

Naam van de inrichting

Officiële benaming, eigennaam of ingeburgerde aanduiding van de inrichting.

2.5.

Naam van het moederbedrijf

Een moederbedrijf is een bedrijf dat eigenaar is van het bedrijf dat de inrichting exploiteert of dat bedrijf beheert (bijvoorbeeld door het bezit van meer dan 50 % van het aandelenkapitaal of een meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten) — zie Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad (6).

2.6.

Adres

Postadres van de inrichting bestaande uit gebouwnummer, straat, stad/gemeente, postcode en land.

2.7.

Geometrie

Lengte-en breedtegraad (coördinaten van bij benadering het middelpunt van de inrichting), uitgedrukt op basis van het ETRS89 (2D)-EPSG:4258-coördinaatreferentiesysteem, tot op vijf decimalen nauwkeurig.

2.8.

Stroomgebiedsdistrict

Code-identifier en/of naam die is toegekend aan het stroomgebiedsdistrict van een waterloop.

2.9.

Functie

Activiteiten uitgevoerd door de inrichting. De functie wordt beschreven door de activiteit van de inrichting uitgedrukt als NACE-code.

2.10.

Activiteiten van bijlage I bij het E-PRTR

Activiteiten van bijlage I die door de inrichting worden uitgevoerd, met vermelding van de hoofdactiviteit en alle andere activiteiten.

2.11.

Status

De operationele stand van zaken van de inrichting.

2.12.

Productievolume (7),  (8)

 

2.13.

Aantal bedrijfsuren per jaar (9)

Facultatief.

2.14.

Aantal werknemers (10)

Facultatief.

2.15.

Websiteadres

Websiteadres van de inrichting of van het moederbedrijf met het milieuverslag of de EMAS-verklaring van de inrichting of het moederbedrijf.

2.16.

Opmerkingen

Overige relevante informatie. Facultatief.

3.

Informatie over de voor de inrichting bevoegde E-PRTR-instantie

Soort

Formaat

3.1.

Naam van de bevoegde instantie

 

3.2.

Adres van de bevoegde instantie

Postadres bestaande uit gebouwnummer, straat, stad/gemeente, postcode en land.

3.3.

E-mail: van de bevoegde instantie

 

3.4.

Telefoonnummer van de bevoegde instantie

 

4.

Informatie over gevallen waarin de E-PRTR-inrichting deel is van of samenvalt met een “productiesite”  (11)

Soort

Formaat

4.1.

inspireId

Unieke identificatiecode van de productiesite overeenkomstig de voorschriften van Richtlijn 2007/2/EG.

4.2.

thematicId (12)

Thematische objectidentifier van de productiesite.

4.3.

Geometrie

Lengte-en breedtegraad (coördinaten van bij benadering het middelpunt van de inrichting), uitgedrukt op basis van het ETRS89 (2D)-EPSG:4258-coördinaatreferentiesysteem, tot op vijf decimalen nauwkeurig.

4.4.

Naam van de productiesite

Officiële benaming, eigennaam of ingeburgerde aanduiding van de inrichting.

  • B. 
    Thematische informatie

5.

Gegevens over de uitstoot in de lucht van elke verontreinigende stof waarvoor de drempelwaarde van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006 is overschreden

Soort

Formaat

5.1.

Naam verontreinigende stof

Overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006.

5.2.

Totale uitgestoten massa

Totale massa per verontreinigende stof van alle uitstoot uit alle bronnen in de inrichting (kg/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd

5.3.

Accidenteel uitgestoten massa

Het deel van de “totale uitgestoten massa” dat het gevolg is van ongevallen (kg/jaar).

6.

Gegevens over de uitstoot in het water van elke verontreinigende stof waarvoor de drempelwaarde van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006 is overschreden

Soort

Formaat

6.1.

Naam verontreinigende stof

Overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006.

6.2.

Totale uitgestoten massa

Totale massa per verontreinigende stof van alle uitstoot uit alle bronnen in de inrichting (kg/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

6.3.

Accidenteel uitgestoten massa

Het deel van de “totale uitgestoten massa” dat het gevolg is van ongevallen (kg/jaar).

7.

Gegevens over de uitstoot in de bodem van elke verontreinigende stof waarvoor de drempelwaarde van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006 is overschreden

Soort

Formaat

7.1.

Naam verontreinigende stof

Overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006.

7.2.

Totale uitgestoten massa

Totale massa per verontreinigende stof van alle uitstoot uit alle bronnen in de inrichting (kg/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

7.3.

Accidenteel uitgestoten massa

Het deel van de “totale uitgestoten massa” dat het gevolg is van ongevallen (kg/jaar).

8.

Gegevens over de overbrenging van de terreinen naar de afvalwaterbehandeling van elke verontreinigende stof waarvoor de drempelwaarde van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006 is overschreden

Soort

Formaat

8.1.

Naam verontreinigende stof

Overeenkomstig bijlage II bij Verordening (EG) nr. 166/2006.

8.2.

Totale overgebrachte massa

Totale massa per verontreinigende stof van alle overbrengingen uit de inrichting (kg/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

9.

Overbrengingen van het terrein naar elders van gevaarlijk afval waarvoor de drempelwaarde in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 166/2006 is overschreden

Soort

Formaat

9.1.

In het land zelf voor nuttige toepassing (R)

Totale overgebrachte massa (ton/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

9.2.

In het land zelf voor verwijdering (D)

Totale overgebrachte massa (ton/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

9.3.

Naar andere landen voor nuttige toepassing (R)

Totale overgebrachte massa (ton/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

Naam en adres van degene die de nuttige toepassing uitvoert.

Adres van het feitelijke terrein van de nuttige toepassing waarnaar de stoffen worden overgebracht.

9.4.

Naar andere landen voor verwijdering (D)

Totale overgebrachte massa (ton/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

Naam en adres van de verwijderaar.

Adres van het feitelijke verwijderingsterrein waarnaar de stoffen worden overgebracht.

10.

Overbrengingen van het terrein naar elders van niet-gevaarlijk afval waarvoor de drempelwaarde in artikel 5, lid 1, van Verordening (EG) nr. 166/2006 is overschreden

Soort

Formaat

10.1.

Voor nuttige toepassing (R)

Totale overgebrachte massa (ton/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd.

10.2.

Voor verwijdering (D)

Totale overgebrachte massa (ton/jaar).

Gebruikte kwantificeringsmethode: gemeten (met vermelding van de analysemethode); berekend (met vermelding van de methode); geraamd

 

  • (1) 
    Het gaat hierbij om een “productievoorziening” zoals gedefinieerd in punt 8.2.1 van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1253/2013 van de Commissie van 21 oktober 2013 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1089/2010 ter uitvoering van Richtlijn 2007/2/EG betreffende de interoperabiliteit van verzamelingen ruimtelijke gegevens en van diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens (PB L 331 van 10.12.2013, blz. 1) als “een of meer installaties op dezelfde site die door dezelfde natuurlijke of rechtspersoon worden beheerd en die voor specifieke productie- of industriële doeleinden is of zijn ontworpen, gebouwd of geïnstalleerd, met inbegrip van alle infrastructuur, apparatuur en materialen” en vallend onder Verordening (EG) nr. 166/2006.
  • (2) 
    Als een inrichting ook valt onder Richtlijn 2010/75/EU is de rechtsgrondslag voor het verstrekken van deze informatie Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1135.
  • (3) 
    Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2007 tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire) (PB L 108 van 25.4.2007, blz. 1).
  • (4) 
    Dit veld heeft een veelvoud van 0-1 in het kader van Inspire en is daarom geen verplicht veld.
  • (5) 
    Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PB L 275 van 25.10.2003, blz. 32).
  • (6) 
    Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
  • (7) 
    Facultatief voor de verslagjaren 2019 en 2020. Vanaf verslagjaar 2021 is rapportage verplicht voor sectoren waarvoor de Commissie eenheden en meeteenheden voor rapportage heeft vastgesteld.
  • (8) 
    Individuele gegevenspunten worden niet openbaar gemaakt via het E-PRTR onverminderd de toepasselijke EU-wetgeving inzake toegang van het publiek tot milieu-informatie.
  • (9) 
    Zie eindnoot 7.
  • Zie eindnoot 7.
  • Het gaat hierbij om een “productiesite” zoals gedefinieerd in punt 8.2.4 van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 1253/2013 als alle op een afzonderlijke locatie gelegen percelen waar de productievoorziening zich bevindt of gepland is, met inbegrip van alle infrastructuur, apparatuur en materialen en die valt onder Verordening (EG) nr. 166/2006.
  • Dit veld heeft een veelvoud van 0-1 in het kader van Inspire.
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.