Besluit 2019/2198 - Standpunt EU in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels opgerichte Gemengd Comité over de wijziging van de conventie - Hoofdinhoud
30.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 339/1 |
BESLUIT (EU) 2019/2198 VAN DE RAAD
van 25 november 2019
inzake het namens de Europese Unie in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels opgerichte Gemengd Comité in te nemen standpunt over de wijziging van de conventie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (hierna “de conventie” genoemd) is door de Unie gesloten bij Besluit 2013/94/EU van de Raad (1) en is in de Unie op 1 mei 2012 in werking getreden. |
(2) |
Op grond van het systeem van pan-Euromediterrane cumulatie van de oorsprong mag tussen de 26 partijen bij de conventie diagonale cumulatie worden toegepast, te weten de Unie, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland, Algerije, Egypte, Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Palestina (2), Syrië, Tunesië, Turkije, Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Noord-Macedonië, Montenegro, Servië, Kosovo (3), de Faeröer, Moldavië, Georgië en Oekraïne. |
(3) |
De conventie is gesloten vanuit de overweging dat de oorsprongsregels gewijzigd moesten worden om deze beter aan de economische realiteit aan te passen, en voorziet in de procedures voor de vaststelling van wijzigingen. Wijzigingen van de conventie moeten met eenparigheid van stemmen bij besluit van het van de conventie opgerichte Gemengd Comité (hierna “het Gemengd Comité” genoemd) worden vastgesteld. |
(4) |
Het proces om de conventie te wijzigen is in 2012 van start gegaan en heeft geresulteerd in een reeks gemoderniseerde en flexibelere oorsprongsregels, die aansluiten bij de regels waarover de Unie reeds overeenstemming heeft bereikt in bepaalde andere recente overeenkomsten, namelijk de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (4), de vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Socialistische Republiek Vietnam, de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap (5), en de economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de SADC-EPO-staten, anderzijds (6), of stelsels van algemene tariefpreferenties van de Europese Unie. |
(5) |
Het Gemengd Comité zal op zijn vergadering van 27 november 2019 of op een latere datum een besluit over de wijziging van de conventie vaststellen. |
(6) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gemengd Comité moet worden ingenomen met betrekking tot de wijziging van de conventie, aangezien de wijziging van de conventie rechtsgevolgen zal hebben in de Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het namens de Unie in het bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (hierna de “conventie” genoemd) opgerichte Gemengd Comité in te nemen standpunt is dat de wijziging van de conventie overeenkomstig de bijlage bij het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité wordt gesteund.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 25 november 2019.
Voor de Raad
De voorzitter
-
F.MOGHERINI
-
Besluit 2013/94/EU van de Raad van 26 maart 2012 betreffende de sluiting van de regionale conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (PB L 54 van 26.2.2013, blz. 3).
-
Deze benaming mag niet worden uitgelegd als erkenning van de staat Palestina en laat de afzonderlijke standpunten van de lidstaten ter zake onverlet.
-
Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/ … VAN HET GEMENGD COMITÉ
van …
over de wijziging van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels
HET GEMENGD COMITÉ,
Gezien de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels, en met name artikel 4, lid 3, onder a),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (hierna de “conventie” genoemd) is op 15 juni 2011 in Brussel ondertekend en op 1 januari 2012 in werking getreden. |
(2) |
Het pan-Euromediterrane systeem van cumulatie van de oorsprong bestaat uit een netwerk van vrijhandelsovereenkomsten. Zij vormt een multilateraal kader van identieke oorsprongsregels dat diagonale cumulatie mogelijk maakt zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de desbetreffende overeenkomsten zijn vastgelegd. |
(3) |
In de conventie wordt erkend dat de oorsprongsregels gewijzigd zullen moeten worden om deze beter aan de economische realiteit aan te passen, |
(4) |
De partijen bij de conventie hebben overeenstemming bereikt over de wijziging van de conventie, die moet voorzien in een nieuw systeem van gemoderniseerde en flexibelere oorsprongsregels. |
(5) |
De conventie moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
-
1.De Conventie wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
-
2.De wijzigingen van de conventie worden op [1 januari 2021] van toepassing tussen de partijen die die wijzigingen van de conventie, of verwijzingen ernaar, vòòr die datum in hun oorsprongsprotocollen hebben opgenomen.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te …,
Voor het Gemengd Comité
De voorzitter
BIJLAGE
Enig artikel
Wijziging van de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels
De Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels (hierna de “Conventie” genoemd) wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 1 wordt vervangen door: “Artikel 1
Aanhangsel I bevat de algemene regels in verband met de definitie van “producten van oorsprong” en de methoden van administratieve samenwerking. Aanhangsel II bevat bijzondere bepalingen die vóór 1 januari 2019 zijn overeengekomen en tussen bepaalde partijen van toepassing zijn maar afwijken van de bepalingen van Aanhangsel I. Bijzondere bepalingen die tussen bepaalde partijen van toepassing zijn maar afwijken van de bepalingen van Aanhangsel I, en die vóór 1 januari 2019 zijn overeengekomen maar niet in aanhangsel II zijn opgenomen, blijven geldig.
|
2) |
Artikel 2, punt 1, wordt vervangen door:
|
3) |
Artikel 4, lid 3, onder a), wordt vervangen door:
|
4) |
Artikel 5, lid 9, wordt vervangen door: “9. Met ingang van de in lid 4 bedoelde datum van het besluit van het Gemengd Comité kan de betrokken derde partij in het Gemengd Comité en in de subcomités en werkgroepen als waarnemer worden vertegenwoordigd.”; |
5) |
Aanhangsel I wordt vervangen door: “Aanhangsel 1 DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG” EN METHODEN VAN ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING INHOUDSOPGAVE
Lijst van bijlagen
TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze conventie wordt verstaan onder:
TITEL II DEFINITIE VAN HET BEGRIP “PRODUCTEN VAN OORSPRONG” Artikel 2 Algemene eisen Voor de toepassing van de desbetreffende overeenkomst worden de volgende producten beschouwd van oorsprong te zijn uit een partij wanneer zij naar een andere partij worden uitgevoerd:
Artikel 3 Geheel en al verkregen producten
Artikel 4 Toereikende be- of verwerking
Wanneer de relevante regel evenwel gebaseerd is op een maximuminhoud van niet-oorsprongsmaterialen, kunnen de douaneautoriteiten van de partijen exporteurs toestemming verlenen om overeenkomstig lid 4 van dit artikel een gemiddelde te berekenen van de prijs af fabriek van de producten en de waarde van de niet-oorsprongsmaterialen om rekening te houden met schommelingen in kosten en wisselkoersen.
Artikel 5 Tolerantieregel
Dit lid is niet van toepassing op producten die onder de hoofdstukken 50 tot en met 63 vallen, waarvoor de afwijkingen gelden die in de aantekeningen 6 en 7 van bijlage I vermeld zijn.
Artikel 6 Ontoereikende be- of verwerking
Artikel 7 Cumulatie van oorsprong
Voor de toepassing van dit lid worden de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie en de Republiek Moldavië als één partij beschouwd.
Artikel 8 Toepassingsvoorwaarden van de cumulatie van oorsprong
De cumulatie waarin artikel 7 voorziet, is van toepassing met ingang van de datum die in deze kennisgevingen is vermeld. De partijen verstrekken via de Europese Commissie de andere partijen bij de desbetreffende overeenkomsten de bijzonderheden van de overeenkomsten, met inbegrip van de datum van inwerkingtreding, die met de andere partijen worden toegepast.
Indien een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 wordt gebruikt als bewijs van oorsprong, wordt die vermelding aangebracht in vak 7 van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1.
De partijen stellen het Gemengd Comité in kennis van hun besluit om van die keuzemogelijkheid gebruik te maken. Kennisgevingen met de bijgewerkte lijst van partijen die van die keuzemogelijkheid gebruik hebben gemaakt, worden door de partijen gepubliceerd, volgens hun eigen procedures. Artikel 9 Determinerende eenheid
Hieruit volgt dat: a) wanneer een product, bestaande uit een groep of verzameling van artikelen, onder één enkele post van het geharmoniseerde systeem wordt ingedeeld, het geheel de determinerende eenheid vormt; b) wanneer een zending uit een aantal identieke producten bestaat die onder dezelfde post van het geharmoniseerde systeem worden ingedeeld, elk product voor de toepassing van deze conventie afzonderlijk moet worden genomen.
Artikel 10 Stellen en assortimenten Stellen of assortimenten in de zin van algemene regel 3 van het geharmoniseerde systeem worden als van oorsprong beschouwd indien alle samenstellende delen van oorsprong zijn. Een stel of assortiment bestaande uit producten van oorsprong en producten die niet van oorsprong zijn, wordt toch als van oorsprong beschouwd indien de waarde van de producten die niet van oorsprong zijn, niet hoger is dan 15 % van de prijs af fabriek van het stel of assortiment. Artikel 11 Neutrale elementen Om te bepalen of een product een product van oorsprong is, behoeft niet te worden nagegaan wat de oorsprong is van bij de vervaardiging van dat product gebruikte:
Artikel 12 Gescheiden boekhouding
Door middel van een gescheiden boekhouding moet worden gegarandeerd dat er te allen tijde niet meer producten als “van oorsprong uit de partij van uitvoer” kunnen worden beschouwd dan het geval zou zijn geweest bij een methode van fysieke scheiding van de voorraden. De methode wordt toegepast en de toepassing ervan wordt geregistreerd overeenkomstig de algemeen aanvaarde boekhoudkundige beginselen die in de partij van uitvoer van toepassing zijn.
TITEL III TERRITORIALITEITSVEREISTEN Artikel 13 Territorialiteitsbeginsel
Artikel 14 Niet-wijziging
Artikel 15 Tentoonstellingen
TITEL IV TERUGGAVE OF VRIJSTELLING Artikel 16 Teruggave of vrijstelling van douanerechten
TITEL V BEWIJS VAN OORSPRONG Artikel 17 Algemene eisen
Artikel 18 Voorwaarden voor het opstellen van een oorsprongsverklaring
Wanneer een zending overeenkomstig artikel 14, lid 3, wordt gesplitst en op voorwaarde dat dezelfde termijn van twee jaar wordt nagekomen, wordt de oorsprongsverklaring achteraf opgesteld door de toegelaten exporteur van de partij van uitvoer van de producten. Artikel 19 Toegelaten exporteur
Artikel 20 Procedure voor de afgifte van een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
Artikel 21 Afgifte achteraf van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
Artikel 22 Afgifte van een duplicaat van het certificaat inzake goederenverkeer EUR.1
Artikel 23 Geldigheid van het bewijs van oorsprong
Artikel 24 Vrije zones
Artikel 25 Vereisten bij invoer Bewijzen van oorsprong worden bij de douaneautoriteiten van de partij van invoer ingediend overeenkomstig de aldaar geldende procedures. Artikel 26 Invoer in deelzendingen Wanneer, op verzoek van de importeur en op de door de douaneautoriteiten van de partij van invoer vastgestelde voorwaarden, gedemonteerde of niet-gemonteerde producten in de zin van algemene regel 2 a) voor de interpretatie van het geharmoniseerde systeem, vallende onder de afdelingen XVI en XVII of de posten 7308 en 9406, in deelzendingen worden ingevoerd, wordt één enkel bewijs van oorsprong bij de douaneautoriteiten ingediend bij de invoer van de eerste deelzending. Artikel 27 Vrijstelling van het bewijs van oorsprong
Artikel 28 Verschillen en vormfouten
Artikel 29 Leveranciersverklaring
Artikel 30 Bedragen in euro
TITEL VI SAMENWERKINGSBEGINSELEN EN BEWIJSSTUKKEN Artikel 31 Bewijsstukken, bewaring van het bewijs van oorsprong en andere stukken
De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 29, lid 6, bedoelde documenten, gedurende ten minste drie jaar. Die periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt.
Artikel 32 Geschillenregeling Indien er een geschil rijst in verband met de in de artikelen 34 en 35 beschreven controleprocedures dat niet kan worden geregeld tussen de douaneautoriteiten die de controle hebben aangevraagd en de douaneautoriteiten die die controle moeten uitvoeren, wordt dit voorgelegd aan het bilaterale orgaan dat bij de desbetreffende overeenkomst is opgericht. Indien er een ander geschil rijst dan geschillen in verband met de in de artikelen 34 en 35 beschreven controleprocedures dat betrekking heeft op de interpretatie van deze conventie, wordt dit voorgelegd aan het Gemengd Comité. Op de regeling van geschillen tussen de importeur en de douaneautoriteiten van de partij van invoer is in alle gevallen overeenkomstig de wetgeving van die partij van toepassing. TITEL VII ADMINISTRATIEVE SAMENWERKING Artikel 33 Kennisgeving en samenwerking
Artikel 34 Controle van het bewijs van oorsprong
Artikel 35 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 36 Sancties Elke partij voorziet in het opleggen van straf-, civiel- of bestuursrechtelijke sancties voor schendingen van haar nationale wetgeving met betrekking tot deze conventie. TITEL VIII TOEPASSING VAN AANHANGSEL I Artikel 37 Europese Economische Ruimte Goederen van oorsprong uit de Europese Economische Ruimte (EER) in de zin van protocol 4 bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte worden geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen (hierna de “EER-partijen” genoemd) wanneer zij respectievelijk uit de Europese Unie, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen naar een andere partij dan de EER-partijen worden uitgevoerd, op voorwaarde dat er een vrijhandelsovereenkomst van toepassing is tussen de partij van invoer en de EER-partijen. Artikel 38 Liechtenstein Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit Liechtenstein als gevolg van de douane-unie tussen Zwitserland en Liechtenstein geacht van oorsprong te zijn uit Zwitserland. Artikel 39 Republiek San Marino Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit de Republiek San Marino als gevolg van de douane-unie tussen de Europese Unie en de Republiek San Marino geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie. Artikel 40 Vorstendom Andorra Onverminderd artikel 2 wordt een product van oorsprong uit het Vorstendom Andorra dat is ingedeeld onder de hoofdstukken 25 tot en met 97, als gevolg van de douane-unie tussen de Europese Unie en het Vorstendom Andorra geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie. Artikel 41 Ceuta en Melilla
“BIJLAGE I INLEIDENDE AANTEKENINGEN BIJ DE LIJST IN BIJLAGE II Aantekening 1 — Algemene inleiding In deze lijst zijn de voorwaarden omschreven waarop producten als voldoende be- of verwerkt worden beschouwd in de zin van artikel 4 van titel II van aanhangsel I. Er zijn vier verschillende soorten oorsprongsregels, al naargelang van het product:
Aantekening 2 — Structuur van de lijst
Aantekening 3 — Voorbeelden van toepassing van de regels
Aantekening 4 — Algemene bepalingen betreffende bepaalde landbouwproducten
Aantekening 5 — Terminologie in verband met bepaalde textielproducten
Aantekening 6 — Toegestane afwijkingen voor producten die gemaakt zijn van een mengsel van textielmaterialen
Aantekening 7 — Andere toegestane afwijkingen voor bepaalde textielproducten
Aantekening 8 — Definitie van specifieke en eenvoudige behandelingen van bepaalde producten van hoofdstuk 27
Aantekening 9 — Definitie van specifieke en eenvoudige behandelingen van bepaalde producten Aantekening 9.1: Producten die onder hoofdstuk 30 vallen en op het grondgebied van een partij zijn verkregen door gebruik te maken van celculturen, worden als van oorsprong uit die partij beschouwd. Onder “celcultuur” wordt verstaan de teelt van menselijke, dierlijke en plantaardige cellen onder gecontroleerde omstandigheden (zoals vastgestelde temperaturen, groeimedium, gasmengsel en pH) buiten een levend organisme. Aantekening 9.2: Producten die onder de hoofdstukken 29 (behalve 2905.43-2905.44), 30, 32, 33 (behalve 3302.10, 3301), 34, 35 (behalve 35.01, 3502.11-3502.19, 3502.20, 35.05), 36, 37, 38 (behalve 3809.10, 38.23, 3824.60, 38.26) en 39 (behalve 39.16-39.26) vallen en op het grondgebied van een partij zijn verkregen door fermentatie, worden als van oorsprong uit die partij beschouwd. “Fermentatie” is een biotechnologisch proces waarbij menselijke, dierlijke of plantaardige cellen, bacteriën, gisten, schimmels of enzymen worden gebruikt voor de vervaardiging van producten die onder de hoofdstukken 29 tot en met 39 vallen. Aantekening 9.3: De volgende transformaties worden overeenkomstig artikel 4 als toereikend beschouwd voor producten vallende onder de hoofdstukken 28, 29 (behalve 2905.43-2905.44), 30, 32, 33 (behalve 3302.10, 3301), 34, 35 (behalve 35.01, 3502.11-3502.19, 3502.20, 35.05), 36, 37, 38 (behalve 3809.10, 38.23, 3824.60, 38.26) en 39 (behalve 39.16-39.26):
“BIJLAGE II LIJST VAN OORSPRONGVERLENENDE BE- OF VERWERKINGEN VAN NIET-OORSPRONGSMATERIALEN
“BIJLAGE III TEKST VAN DE OORSPRONGSVERKLARING Bij het opstellen van de oorsprongsverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, moet met de voetnoten rekening worden gehouden. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. Albaanse versie Eksportuesi i producteve të mbuluara nga ky dokument (autorizim doganor Nr. … (6) deklaron që përveç rasteve kur tregohet qartësisht ndryshe, këto producte janë me origjine preferenciale … (7) Arabische versie Bosnische versie Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br. … (6)) izjavljuje da su, osim ako je to drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi … (7) preferencijalnog porijekla. Bulgaarse versie Износителят на продуктите, обхванати от този документ (митническо разрешение № … (6)) декларира, че освен където ясно е отбелязано друго, тези продукти са с … преференциален произход (7). Kroatische versie Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlaštenje br. … (6)) izjavljuje da su, osim ako je drukčije izričito navedeno, ovi proizvodi … (7) preferencijalnog podrijetla. Tsjechische versie Vývozce výrobků uvedených v tomto dokumentu (číslo povolení … (6)) prohlašuje, že kromě zřetelně označených mají tyto výrobky preferenční původ v … (7) Deense versie Eksportøren af varer, der er omfattet af nærværende dokument, (toldmyndighedernes tilladelse nr. … (6), erklærer, at varerne, medmindre andet tydeligt er angivet, har præferenceoprindelse i … (7) Nederlandse versie De exporteur van de goederen waarop dit document van toepassing is (douanevergunning nr. … (6), verklaart dat, behoudens uitdrukkelijke andersluidende vermelding, deze goederen van preferentiële … oorsprong zijn (7). Engelse versie The exporter of the products covered by this document (customs authorization No … (6) declares that, except where otherwise clearly indicated, these products are of … (7) preferential origin. Estse versie Käesoleva dokumendiga hõlmatud toodete eksportija (tolli kinnitus nr. … (6) deklareerib, et need tooted on … (7) sooduspäritoluga, välja arvatud juhul, kui on selgelt näidatud teisiti. Faeröerse versie Ùtflytarin av vørunum, sum hetta skjal fevnir um (tollvaldsins loyvi nr. … (6) váttar, at um ikki nakað annað er tilskilað, eru hesar vørur upprunavørur … (7). Finse versie Tässä asiakirjassa mainittujen tuotteiden viejä (tullin lupa n:o … (6)) ilmoittaa, että nämä tuotteet ovat, ellei toisin ole selvästi merkitty, etuuskohteluun oikeutettuja … alkuperätuotteita (7) Franse versie L'exportateur des produits couverts par le présent document (autorisation douanière no … (6)) déclare que, sauf indication claire du contraire, ces produits ont l'origine préférentielle … (7) Duitse versie Der Ausführer (ermächtigter Ausführer; Bewilligungs-Nr. … (6)) der Waren, auf die sich dieses Handelspapier bezieht, erklärt, dass diese Waren, soweit nicht anderes angegeben, präferenzbegünstigte … (7) Ursprungswaren sind. Georgische versie Griekse versie Ο εξαγωγέας των προϊόντων που καλύπτονται από το παρόν έγγραφο (άδεια τελωνείου υπ” αριθ. … (6)) δηλώνει ότι, εκτός εάν δηλώνεται σαφώς άλλως, τα προϊόντα αυτά είναι προτιμησιακής καταγωγής … (7) Hebreeuwse versie Hongaarse version A jelen okmányban szereplő áruk exportőre (vámfelhatalmazási szám: … (6)) kijelentem, hogy eltérő egyértelmű jelzés hiányában az áruk kedvezményes … (7) származásúak. IJslandse versie Útflytjandi framleiðsluvara sem skjal þetta tekur til (leyfi tollyfirvalda nr … (6)), lýsir því yfir að vörurnar séu, ef annars er ekki greinilega getið, af … fríðindauppruna (7). Italiaanse versie L'esportatore delle merci contemplate nel presente documento (autorizzazione doganale n. … (6)) dichiara che, salvo indicazione contraria, le merci sono di origine preferenziale … (7) Letse versie Eksportētājs productiem, kuri ietverti šajā dokumentā (muitas pilnvara Nr. … (6)), deklarē, ka, izņemot tur, kur ir citādi skaidri noteikts, šiem productiem ir priekšrocību izcelsme no … (7) Litouwse versie Šiame dokumente nurodytų productų eksportuotojas (muitinės leidimo Nr. … (6)) deklaruoja, kad, jeigu aiškiai nenurodyta kitaip, šie productai turi … (7) lengvatinės kilmės statusą. Maltese versie L-esportatur tal-prodotti koperti b'dan id-dokument (awtorizzazzjoni tad-dwana nru. … (6)) jiddikjara li, ħlief fejn indikat b'mod ċar li mhux hekk, dawn il-prodotti huma ta' oriġini preferenzjali … (7). Montenegrijnse versie Извозник производа обухваћених овом исправом (царинско овлашћење бр. … (6)) изјављује да су, осим ако је тo другачије изричито наведено, ови производи … (7) преференцијалног поријекла. Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlašćenje br … (6)) izjavljuje da su, osim ako je to drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi … (7) preferencijalnog porijekla. Noorse versie Eksportøren av productene omfattet av dette dokument (tollmyndighetenes autorisasjons nr … (6)) erklærer at disse productene, unntatt hvor annet er tydelig angitt, har … preferanseopprinnelse (7). Poolse versie Eksporter productów objętych tym dokumentem (upoważnienie władz celnych nr … (6)) deklaruje, że z wyjątkiem gdzie jest to wyraźnie określone, producty te mają … (7) preferencyjne pochodzenie. Portugese versie O abaixo assinado, exportador dos produtos cobertos pelo presente documento (autorização aduaneira no. … (6)), declara que, salvo expressamente indicado em contrário, estes produtos são de origem preferencial … (7). Roemeense versie Exportatorul produselor ce fac obiectul acestui document (autorizația vamală nr. … (6)) declară că, exceptând cazul în care în mod expres este indicat altfel, aceste produse sunt de origine preferențială … (7). Servische versie Извозник производа обухваћених овом исправом (царинско овлашћење бр. … (6)) изјављује да су, осим ако је тo другачије изричито наведено, ови производи … (7) преференцијалног порекла. Izvoznik proizvoda obuhvaćenih ovom ispravom (carinsko ovlašćenje br … (6)) izjavljuje da su, osim ako je to drugačije izričito navedeno, ovi proizvodi … (7) preferencijalnog porekla. Slowaakse versie Vývozca výrobkov uvedených v tomto dokumente (číslo povolenia … (6)) vyhlasuje, že okrem zreteľne označených, majú tieto výrobky preferenčný pôvod v … (7). Sloveense versie Izvoznik blaga, zajetega s tem dokumentom (pooblastilo carinskih organov št … (6)), izjavlja, da, razen če ni drugače jasno navedeno, ima to blago preferencialno … (7) poreklo. Spaanse versie El exportador de los productos incluidos en el presente documento (autorización aduanera no … (6) declara que, salvo indicación en sentido contrario, estos productos gozan de un origen preferencial … (7). Zweedse versie Exportören av de varor som omfattas av detta dokument (tullmyndighetens tillstånd nr. … (6)) försäkrar att dessa varor, om inte annat tydligt markerats, har förmånsberättigande … ursprung (7). Turkse versie İșbu belge (gümrük onay No: … (6)) kapsamındaki maddelerin ihracatçısı aksi açıkça belirtilmedikçe, bu maddelerin … tercihli menșeli (7) maddeler olduğunu beyan eder. Oekraïense versie Експортер продукцiї, на яку поширюється цей документ (митний дозвiл № … (6)), заявляє, що за винятком випадкiв, де цеявно зазначено, цi товари є товарами преференцiйного походження … (7). Macedonische versie Извозникот на производите што ги покрива овоj документ (царинскo одобрение бр. … (6)) изјавува дека, освен ако тоа не е јасно поинаку назначено, овие производи се со … (7) преференцијално потекло. … (Plaats en datum) (8) … (Handtekening van de exporteur; gevolgd door de naam van de ondertekenaar in duidelijk leesbare letters) (9) “BIJLAGE IV MODELLEN VAN HET CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1 EN DE AANVRAAG VOOR EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1 AANWIJZINGEN VOOR HET DRUKKEN
CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1
EUR.1 Nr. A 000.000 Raadpleeg de aantekeningen op de keerzijde alvorens het formulier in te vullen.
… en … (de betrokken landen, groepen van landen of gebieden vermelden)
(facultatief)
Verklaring juist bevonden Uitvoerdocument (2) Formulier … Nr. … Van … Douanekantoor … Land of gebied van afgifte … … … Plaats en datum … … … (Handtekening) Stempel
Ik, ondergetekende, verklaar dat de hierboven omschreven goederen aan de voor de afgifte van dit certificaat gestelde voorwaarden voldoen. Plaats en datum … … (Handtekening)
Uit het ingestelde onderzoek is gebleken dat dit certificaat (1) door het daarin vermelde douanekantoor is afgegeven en dat de daarin voorkomende gegevens juist zijn. niet voldoet aan de voorwaarden inzake echtheid en juistheid (zie bijgaande opmerkingen). … (Plaats en datum) Stempel … (Handtekening)
Er wordt verzocht de echtheid en de juistheid van dit certificaat te controleren. … (Plaats en datum) Stempel … (Handtekening) AANTEKENINGEN
AANVRAAG VOOR EEN CERTIFICAAT INZAKE GOEDERENVERKEER EUR.1
EUR.1 Nr. A 000.000 Raadpleeg de aantekeningen op de keerzijde alvorens het formulier in te vullen.
… en … (de betrokken landen, groepen van landen of gebieden vermelden)
(facultatief)
VERKLARING VAN DE EXPORTEUR Ondergetekende, exporteur van de op de voorzijde omschreven goederen, VERKLAART dat deze goederen aan de voor het verkrijgen van het bijgaande certificaat gestelde voorwaarden voldoen; GEEFT de onderstaande toelichting inzake de omstandigheden waardoor deze goederen aan deze voorwaarden voldoen: … … … … LEGT de volgende bewijsstukken OVER (10): … … … … VERBINDT ZICH ERTOE om op verzoek van de bevoegde autoriteiten alle verdere bewijsstukken voor te leggen die zij voor de afgifte van het bijgaande certificaat verlangen, en toe te staan dat deze autoriteiten in voorkomend geval zijn boekhouding aan een onderzoek onderwerpen en de omstandigheden nagaan waaronder de vervaardiging van bovengenoemde goederen heeft plaatsgevonden; VERZOEKT voor die goederen om afgifte van het bijgaande certificaat. … (Plaats en datum) … (Handtekening) “BIJLAGE V BIJZONDERE VOORWAARDEN VOOR PRODUCTEN UIT CEUTA EN MELILLA Enig artikel
“BIJLAGE VI LEVERANCIERSVERKLARING Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in een partij bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:
“BIJLAGE VII LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in een partij bij de Regionale Conventie betreffende de pan-Euromediterrane preferentiële oorsprongsregels een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan (15) …, verklaart het volgende:
Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van … naar … (20) Ondergetekende verbindt zich ertoe … (15) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.
“BIJLAGE VIII LIJST VAN PARTIJEN DIE HEBBEN GEKOZEN VOOR DE VERLENGING VAN DE TOEPASSING VAN ARTIKEL 7, LID 3, OP DE INVOER VAN PRODUCTEN DIE ONDER DE HOOFDSTUKKEN 50 TOT EN MET 63 VALLEN De partijen die voor deze mogelijkheid hebben gekozen, zijn hieronder vermeld. ”; |
6) |
Aanhangsel II wordt vervangen door: “Aanhangsel II BIJZONDERE BEPALINGEN IN AFWIJKING VAN AANHANGSEL I INHOUDSOPGAVE Enig artikel
Enig artikel Dit aanhangsel bevat bijzondere bepalingen die vóór 1 januari 2019 zijn overeengekomen en tussen bepaalde partijen van toepassing zijn maar afwijken van de bepalingen van aanhangsel I. “BIJLAGE I HANDEL TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE DEELNEMERS AAN HET STABILISATIE- EN ASSOCIATIEPROCES VAN DE EUROPESE UNIE Artikel 1 Onderstaande producten worden uitgesloten van de cumulatie waarin artikel 7 van aanhangsel I voorziet, indien:
“BIJLAGE II HANDEL TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE DEMOCRATISCHE VOLKSREPUBLIEK ALGERIJE Artikel 1 Goederen die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 7 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie in de Europese Unie Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Marokko, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in de Europese Unie te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in de Europese Unie worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Cumulatie in Algerije Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in de Europese Unie, Marokko of Tunesië zijn verricht, geacht in Algerije te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Algerije worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Algerije indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 4 Bewijs van oorsprong
Artikel 5 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van het land waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage B omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 6 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in de Europese Unie, Tunesië, Marokko of Algerije, opgesteld in een van deze landen, wordt behandeld als een in artikel 20, lid 3, en artikel 18, lid 3, van aanhangsel I en artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit de Europese Unie of Algerije kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I van deze conventie voldoen. Artikel 7 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 8 Administratieve samenwerking Ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage verlenen de Europese Unie en Algerije elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 9 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 10 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 11 Vrije zones
“BIJLAGE III HANDEL TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN HET KONINKRIJK MAROKKO Artikel 1 Goederen die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 7 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie in de Europese Unie Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Marokko, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in de Europese Unie te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in de Europese Unie worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Cumulatie in Marokko Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in de Europese Unie, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in Marokko te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Marokko worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Marokko indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 4 Bewijs van oorsprong
Artikel 5 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van het land waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage B omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 6 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in de Europese Unie, Tunesië, Marokko of Algerije, opgesteld in een van deze landen, wordt behandeld als een in artikel 20, lid 3, en artikel 18, lid 3, van aanhangsel I en artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit de Europese Unie of Marokko kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I van deze conventie voldoen. Artikel 7 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 8 Administratieve samenwerking Ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage verlenen de Europese Unie en Marokko elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 9 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 10 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 11 Vrije zones
“BIJLAGE IV HANDEL TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK TUNESIË Artikel 1 Goederen die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 7 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie in de Europese Unie Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Marokko, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in de Europese Unie te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in de Europese Unie worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit de Europese Unie indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Cumulatie in Tunesië Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in de Europese Unie, Marokko of Algerije zijn verricht, geacht in Tunesië te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Tunesië worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Tunesië indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 4 Bewijs van oorsprong
Artikel 5 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van het land waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage B omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 6 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in de Europese Unie, Tunesië, Marokko of Algerije, opgesteld in een van deze landen, wordt behandeld als een in artikel 20, lid 3, en artikel 18, lid 3, van aanhangsel I en artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit de Europese Unie of Tunesië kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I van deze conventie voldoen. Artikel 7 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 8 Administratieve samenwerking Ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage verlenen de Europese Unie en Tunesië elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 9 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 10 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 11 Vrije zones
“BIJLAGE V HANDEL TUSSEN DE REPUBLIEK TURKIJE EN DE DEELNEMERS AAN HET STABILISATIE- EN ASSOCIATIEPROCES VAN DE EUROPESE UNIE Artikel 1 Onderstaande producten worden uitgesloten van de cumulatie waarin artikel 7 van aanhangsel I voorziet, indien:
“BIJLAGE VI HANDEL TUSSEN DE REPUBLIEK TURKIJE EN HET KONINKRIJK MAROKKO Artikel 1 Goederen die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 7 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie in Turkije Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Marokko, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in Turkije te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Turkije worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Turkije indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Cumulatie in Marokko Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Turkije, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in Marokko te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Marokko worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Marokko indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 4 Bewijs van oorsprong
Artikel 5 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van het land waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage D omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 6 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in Turkije, Tunesië, Marokko of Algerije, opgesteld in een van deze landen, wordt behandeld als een in artikel 20, lid 3, en artikel 18, lid 3, van aanhangsel I en artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit Turkije of Marokko kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I van deze conventie voldoen. Artikel 7 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 8 Administratieve samenwerking Ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage verlenen Turkije en Marokko elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 9 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 10 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 11 Vrije zones
“BIJLAGE VII HANDEL TUSSEN DE REPUBLIEK TURKIJE EN DE REPUBLIEK TUNESIË Artikel 1 Goederen die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 7 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie in Turkije Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Marokko, Algerije of Tunesië zijn verricht, geacht in Turkije te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Turkije worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Turkije indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Cumulatie in Tunesië Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Turkije, Marokko of Algerije zijn verricht, geacht in Tunesië te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Tunesië worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken landen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Tunesië indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 4 Bewijs van oorsprong
Artikel 5 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van het land waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage D omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 6 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in Turkije, Tunesië, Marokko of Algerije, opgesteld in een van deze landen, wordt behandeld als een in artikel 20, lid 3, en artikel 18, lid 3, van aanhangsel I en artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit Turkije of Tunesië kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I van deze conventie voldoen. Artikel 7 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 8 Administratieve samenwerking Ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage verlenen Turkije en Tunesië elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 9 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 10 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 11 Vrije zones
“BIJLAGE VIII HANDEL TUSSEN DE EVA-STATEN EN DE REPUBLIEK TUNESIË Artikel 1 Goederen die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 7 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie in een EVA-staat Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in Tunesië zijn verricht, geacht in een EVA-staat te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in een EVA-staat worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken partijen bij de conventie, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit een EVA-staat indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Cumulatie in Tunesië Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden in de EVA-staten verrichte be- en verwerkingen geacht in Tunesië te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in Tunesië worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken partijen bij de conventie, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit Tunesië indien de be- en verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 4 Bewijs van oorsprong
Artikel 5 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteiten van het land waar de verklaring wordt opgesteld, stellen de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage F omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 6 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in een EVA-staat of Tunesië, opgesteld in een van deze landen, wordt behandeld als een in artikel 20, lid 3, en artikel 18, lid 3, van aanhangsel I en artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit een EVA-staat of Tunesië kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I voldoen. Artikel 7 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van de factuur, de pakbon of een ander handelsdocument waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 5, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 8 Administratieve samenwerking Ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage verlenen de EVA-staten en Tunesië elkaar, via de bevoegde douaneautoriteiten, bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 9 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekken bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 10 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 11 Vrije zones
“BIJLAGE IX HANDEL IN HET KADER VAN DE OVEREENKOMST TOT INSTELLING VAN EEN VRIJHANDELSZONE TUSSEN DE MEDITERRANE ARABISCHE LANDEN (OVEREENKOMST VAN AGADIR) Producten die verkregen zijn in de landen die lid zijn van de overeenkomst tot instelling van een vrijhandelszone tussen de mediterrane Arabische landen (overeenkomst van Agadir) uit materialen die zijn ingedeeld onder de hoofdstukken 1 tot en met 24, zijn uitgesloten van diagonale cumulatie met de andere partijen, wanneer de handel in deze materialen niet is geliberaliseerd in het kader van de vrijhandelsovereenkomsten tussen het land van eindbestemming en het land van oorsprong van de materialen die bij de vervaardiging van die producten zijn gebruikt. “BIJLAGE X HANDEL IN HET KADER VAN DE MIDDEN-EUROPESE VRIJHANDELSOVEREENKOMST (CEFTA) WAAR DE REPUBLIEK MOLDAVIË EN DE DEELNEMERS AAN HET STABILISATIE- EN ASSOCIATIEPROCES VAN DE EUROPESE UNIE PARTIJ BIJ ZIJN Artikel 1 Uitsluitingen van cumulatie van de oorsprong Producten die de oorsprong hebben verkregen door toepassing van de bepalingen van deze bijlage, worden uitgesloten van cumulatie als bedoeld in artikel 3 van aanhangsel I. Artikel 2 Cumulatie van oorsprong Voor de toepassing van artikel 2, lid 1, onder b), van aanhangsel I worden be- en verwerkingen die in de Republiek Moldavië of de deelnemers aan het stabilisatie- en associatieproces van de Europese Unie (hierna “de CEFTA-partijen” genoemd) zijn verricht, geacht in een andere CEFTA-partij te zijn verricht, wanneer de daarbij verkregen producten later in de betrokken CEFTA-partij worden be- of verwerkt. Wanneer bij toepassing van deze bepaling producten van oorsprong zijn verkregen in twee of meer van de betrokken partijen, worden zij uitsluitend geacht van oorsprong te zijn uit de betrokken CEFTA-partij indien de be- of verwerking meer inhoudt dan de in artikel 6 van aanhangsel I genoemde behandelingen. Artikel 3 Bewijs van oorsprong
Artikel 4 Leveranciersverklaring
Een langlopende leveranciersverklaring is gewoonlijk een jaar geldig vanaf de datum van opstelling. De douaneautoriteit van een CEFTA-partij waar de verklaring wordt opgesteld, stelt de voorwaarden vast waaronder verklaringen met een langere geldigheidsduur mogen worden opgesteld. De langlopende leveranciersverklaring wordt door de leverancier opgesteld in de in bijlage H bij dit aanhangsel omschreven vorm en de goederen worden daarin voldoende nauwkeurig omschreven om ze te kunnen identificeren. De leverancier doet de afnemer deze verklaring toekomen voordat de eerste partij goederen waarop zij betrekking heeft, wordt verzonden of tegelijk met deze eerste zending. Indien de langlopende leveranciersverklaring niet langer van toepassing is op de geleverde goederen, stelt de leverancier zijn afnemer hiervan onmiddellijk in kennis.
Artikel 5 Bewijsstukken Een leveranciersverklaring ten bewijze van de be- of verwerking van gebruikte materialen in de CEFTA-partijen, opgesteld in een van deze partijen, wordt behandeld als een in artikel 16, lid 3, en artikel 21, lid 5, van aanhangsel I en artikel 4, lid 6, van deze bijlage bedoeld document dat moet staven dat producten die door een certificaat inzake goederenverkeer EUR.1 of een oorsprongsverklaring zijn gedekt, als producten van oorsprong uit een CEFTA-partij kunnen worden beschouwd en aan de andere eisen van aanhangsel I voldoen. Artikel 6 Bewaring van de leveranciersverklaring De leverancier die een leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten waaraan zijn verklaring werd gehecht, alsmede de in artikel 4, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. De leverancier die een langlopende leveranciersverklaring opstelt, bewaart gedurende een periode van ten minste drie jaar een kopie van deze verklaring en van alle facturen, pakbonnen of andere handelsdocumenten betreffende de goederen waarop zijn aan de betrokken afnemer gezonden verklaring betrekking heeft, alsmede de in artikel 4, lid 6, van deze bijlage bedoelde documenten. Deze periode begint op de dag waarop de langlopende leveranciersverklaring vervalt. Artikel 7 Administratieve samenwerking Onverminderd de artikelen 31 en 32 van aanhangsel I verlenen de CEFTA-partijen elkaar, ten behoeve van de correcte toepassing van deze bijlage, via de bevoegde douaneautoriteiten bijstand bij het controleren van de echtheid van de certificaten inzake goederenverkeer EUR.1, de oorsprongsverklaringen of de leveranciersverklaringen en van de juistheid van de daarin vermelde gegevens. Artikel 8 Controle van de leveranciersverklaring
Zij verstrekt bij dit verzoek om controle achteraf alle documenten en gegevens die het vermoeden hebben doen rijzen dat de gegevens in de leveranciersverklaring of de langlopende leveranciersverklaring onjuist zijn.
Artikel 9 Sancties Er worden sancties getroffen tegen eenieder die een document met onjuiste gegevens opstelt of laat opstellen met het doel een preferentiële behandeling voor producten te verkrijgen. Artikel 10 Verbod op de teruggave of vrijstelling van douanerechten Het in artikel 14, lid 1, van aanhangsel I vastgestelde verbod is niet van toepassing op de bilaterale handel tussen CEFTA-partijen. “BIJLAGE A LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN DE EUROPESE UNIE, ALGERIJE, MAROKKO OF TUNESIË EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:
“BIJLAGE B LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN DE EUROPESE UNIE, ALGERIJE, MAROKKO OF TUNESIË EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan … (25), verklaart het volgende:
Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van … naar … (30) Ondergetekende verbindt zich ertoe … (25) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.
“BIJLAGE C LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN TURKIJE, ALGERIJE, MAROKKO OF TUNESIË EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:
“BIJLAGE D LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN TURKIJE, ALGERIJE, MAROKKO OF TUNESIË EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan … (35), verklaart het volgende:
Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van … naar … (40) Ondergetekende verbindt zich ertoe … (35) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.
“BIJLAGE E LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN EEN EVA-STAAT OF TUNESIË EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in een EVA-staat of Tunesië een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:
“BIJLAGE F LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN EEN EVA-STAAT OF TUNESIË EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in een EVA-staat of Tunesië een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan … (45), verklaart het volgende:
Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van … naar … (50) Ondergetekende verbindt zich ertoe … (45) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.
“BIJLAGE G LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN DE CEFTA-PARTIJEN EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het stellen van de leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder is weergegeven, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in de CEFTA-partijen een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de op het bijgevoegde document vermelde goederen, verklaart het volgende:
“BIJLAGE H LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING VOOR GOEDEREN DIE IN DE CEFTA-PARTIJEN EEN BE- OF VERWERKING HEBBEN ONDERGAAN ZONDER DE PREFERENTIËLE OORSPRONG TE HEBBEN VERKREGEN Bij het opstellen van de langlopende leveranciersverklaring, waarvan de tekst hieronder volgt, dient rekening te worden gehouden met de voetnoten. De voetnoten hoeven echter niet te worden overgenomen. LANGLOPENDE LEVERANCIERSVERKLARING voor goederen die in de CEFTA-partijen een be- of verwerking hebben ondergaan zonder de preferentiële oorsprong te hebben verkregen Ondergetekende, leverancier van de goederen waarop dit document betrekking heeft en die regelmatig geleverd worden aan … (55), verklaart het volgende:
Deze verklaring is geldig voor alle toekomstige zendingen van deze goederen die worden verzonden van … naar … (60). Ondergetekende verbindt zich ertoe … (55) onmiddellijk in kennis te stellen indien deze verklaring niet langer geldig is.
”. |
-
Een toelichting met een definitie van “eenvoudig samenvoegen” zal door de partijen worden opgesteld.
-
Zie de aantekeningen 8.1 en 8.3 voor de bijzondere voorwaarden in verband met "specifieke behandelingen".
-
Zie aantekening 6 voor de bijzondere voorwaarden voor producten die uit een mengsel van textielstoffen zijn vervaardigd.
-
Zie aantekening 7.
-
Wanneer de oorsprongsverklaring wordt opgesteld door een toegelaten exporteur, moet het nummer van zijn vergunning hier worden ingevuld. Wanneer de oorsprongsverklaring niet door een toegelaten exporteur wordt opgesteld, hoeft hier niets te worden ingevuld.
-
Aanduiding van de oorsprong van de producten. Wanneer de oorsprongsverklaring geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op producten van oorsprong uit Ceuta en Melilla, moet de exporteur deze duidelijk aangeven met de letters “CM” op het document waarop de verklaring wordt opgemaakt.
-
Deze gegevens kunnen worden weggelaten als ze in het document zelf al voorkomen.
-
Indien de exporteur niet hoeft te ondertekenen, hoeft evenmin diens naam te worden vermeld.
-
Bijvoorbeeld: invoerdocumenten, certificaten inzake goederenverkeer, facturen, verklaringen van de fabrikant enz., ter zake van de be- of verwerkte producten of de in ongewijzigde staat wederuitgevoerde goederen.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Algerije weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in [naam van de desbetreffende partij(en)] is betaald.
De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten [naam van de desbetreffende partij(en)] zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten [naam van de desbetreffende partij(en)] is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Naam en adres van de afnemer.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Algerije weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in [naam van de desbetreffende partij(en)] is betaald.
De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten [naam van de desbetreffende partij(en)] zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten [naam van de desbetreffende partij(en)] is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Data vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan twaalf maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van het land waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Algerije weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië is verkregen, wordt opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Naam en adres van de afnemer.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Algerije weefsels uit de Europese Unie invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de Europese Unie verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten de Europese Unie, Algerije, Marokko of Tunesië is verkregen, wordt opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Data vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan twaalf maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van het land waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Tunesië weefsels uit Turkije invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in Turkije verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Naam en adres van de afnemer.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Tunesië weefsels uit Turkije invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in Turkije verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten Turkije, Algerije, Marokko of Tunesië is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Data vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan twaalf maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van het land waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Tunesië weefsels uit een EVA-staat invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de EVA-staat verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in een EVA-staat of Tunesië is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten een EVA-staat of Tunesië zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten een EVA-staat of Tunesië is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Naam en adres van de afnemer.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van deze motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Tunesië weefsels uit een EVA-staat invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in de EVA-staat verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in een EVA-staat of Tunesië is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten een EVA-staat of Tunesië zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten een EVA-staat of Tunesië is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Data vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan twaalf maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van het land waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van die motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Servië weefsels uit Montenegro invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in Montenegro verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden.
Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in een van de CEFTA-partijen is betaald. De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten de CEFTA-partijen zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten de CEFTA-partijen is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Naam en adres van de afnemer.
-
Indien de factuur, pakbon of een ander handelsdocument waaraan de verklaring is gehecht, op verschillende soorten goederen betrekking heeft of op goederen waarin niet in dezelfde mate niet-oorsprongsmaterialen zijn verwerkt, moet de leverancier dit duidelijk aangeven.
Voorbeeld:
Het document heeft betrekking op verschillende modellen elektromotoren van post 8501 die worden gebruikt bij de vervaardiging van wasmachines van post 8450. Bij de vervaardiging van die motoren zijn materialen gebruikt die niet van oorsprong zijn en waarvan het soort en de waarde per model verschillen. Deze modellen moeten derhalve in de eerste kolom apart worden opgegeven en de gegevens die in de andere kolommen worden gevraagd, moeten eveneens voor elk model apart worden opgegeven, zodat de wasmachinefabrikant de oorsprong van zijn producten correct kan bepalen afhankelijk van het model van elektromotor dat hij gebruikt.
-
Slechts invullen indien nodig.
Voorbeelden:
Volgens de regel voor kledingstukken van ex hoofdstuk 62 mogen garens worden gebruikt die niet van oorsprong zijn. Indien een producent van dergelijke kledingstukken in Servië weefsels uit Montenegro invoert die daar verkregen zijn uit garen dat niet van oorsprong is, dan is het voldoende dat de leverancier in Montenegro verklaart dat de gebruikte garens niet van oorsprong zijn. Hij behoeft daarbij niet de tariefpost en de waarde van het garen te vermelden. Een producent van ijzerdraad van post 7217 die dit ijzerdraad van ijzeren staven heeft vervaardigd die niet van oorsprong zijn, dient in de tweede kolom “ijzeren staven” in te vullen. Wanneer dit draad gebruikt wordt bij de vervaardiging van een machine waarvoor de regel geldt dat niet-oorsprongsmaterialen slechts tot een bepaald percentage van de waarde gebruikt mogen worden, dan moet in de derde kolom de waarde worden vermeld van de staven die niet van oorsprong zijn.
-
Onder “waarde van de materialen” wordt verstaan de douanewaarde ten tijde van de invoer van de gebruikte materialen die niet van oorsprong zijn, of, indien deze niet bekend is en niet kan worden vastgesteld, de eerste controleerbare prijs die voor de materialen in een van de CEFTA-partijen is betaald.
De precieze waarde van elk gebruikt materiaal dat niet van oorsprong is, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Onder “totale toegevoegde waarde” wordt verstaan alle kosten die buiten de CEFTA-partijen zijn gemaakt, met inbegrip van de waarde van alle materialen die daar zijn toegevoegd. De precieze totale toegevoegde waarde die buiten de CEFTA-partijen is verkregen, moet worden opgegeven per eenheid van de in de eerste kolom vermelde goederen.
-
Data vermelden. Een langlopende leveranciersverklaring is normalerwijze niet langer dan twaalf maanden geldig, afhankelijk van de voorwaarden die zijn gesteld door de douane van het land waar de langlopende leveranciersverklaring is opgesteld.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.