Uitvoeringsbesluit 2020/1342 - Toekenning van tijdelijke steun aan België om het risico op werkloosheid door de COVID-19-uitbraak te beperken - Hoofdinhoud
29.9.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 314/4 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2020/1342 VAN DE RAAD
van 25 september 2020
tot toekenning van tijdelijke steun uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 aan het Koninkrijk België om het risico op werkloosheid in de noodtoestand als gevolg van de COVID-19-uitbraak te beperken
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2020/672 van de Raad van 19 mei 2020 betreffende de instelling van een Europees instrument voor tijdelijke steun om het risico op werkloosheid te beperken in een noodtoestand (SURE) als gevolg van de COVID-19-uitbraak (1), en met name artikel 6, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 7 augustus 2020 heeft België de Unie om financiële bijstand verzocht als aanvulling op zijn nationale inspanningen om het hoofd te bieden aan de gevolgen van de COVID-19-uitbraak en aan de sociaal-economische gevolgen daarvan voor werknemers en zelfstandigen. |
(2) |
De COVID-19-uitbraak en de buitengewone maatregelen die België heeft getroffen om de uitbraak en de sociaal-economische en gezondheidseffecten daarvan in te perken, zullen naar verwachting een dramatisch effect op de overheidsfinanciën hebben. Volgens de voorjaarsprognose 2020 van de Commissie zou België tegen het einde van 2020 een overheidstekort van 8,9 % van het bruto binnenlands product (bbp) en een schuld van 113,8 % van het bbp hebben. Volgens de tussentijdse zomerprognose 2020 van de Commissie zou het bbp van België in 2020 met 8,8 % krimpen. |
(3) |
Door de COVID-19-uitbraak is een aanzienlijk deel van de beroepsbevolking in België inactief geworden. Dat heeft geleid tot een plotse en sterke stijging van de overheidsuitgaven van België ten behoeve van de regeling voor “tijdelijke werkloosheid/chômage temporaire”, het COVID-19-vervangingsinkomen voor zelfstandigen (het “corona-overbruggingsrecht”/”droit passerelle corona”), het corona-ouderschapsverlof en een aantal regionale en gemeenschapsregelingen inzake inkomenssteun, en ten behoeve van volksgezondheidsmaatregelen, zoals uiteengezet in de overwegingen 4 tot en met 8. |
(4) |
Bij het “Koninklijk Besluit van 30 maart 2020/Arrêté royal du 30 mars 2020” (2), waarnaar in het verzoek van België van 7 augustus 2020 wordt verwezen, is de regeling voor “tijdelijke werkloosheid/chômage temporaire” aangepast in verband met het COVID-19-virus, zodat werknemers met verminderde of geschorste arbeidsprestaties vanwege minder werk of de door de overheid opgelegde maatregelen inzake sociale afstand, een uitkering kunnen ontvangen. Die regeling voor tijdelijke werkloosheid bestond al vóór de COVID-19-pandemie, maar de toelatingsvoorwaarden werden aan COVID-19 aangepast en de aanvraagprocedure werd verder versoepeld. Voorts werd de uitkering bij tijdelijke werkloosheid verhoogd van 65 % tot 70 % van het gemiddeld dagloon (met een maximum van 2 754,76 EUR bruto per maand). Daarenboven werd een dagpremie van 5,36 EUR ingevoerd. |
(5) |
Bij de “Wet van 23 maart 2020/Loi du 23 mars 2020” (3), waarnaar in het verzoek van België van 7 augustus 2020 wordt verwezen, werd het bestaande overbruggingsrecht voor zelfstandigen uitgebreid met een corona-overbruggingsrecht. Dat is een uitkering die wordt toegekend wanneer de door de overheid opgelegde maatregelen inzake sociale afstand geleid hebben tot een volledige of gedeeltelijke onderbreking van een zelfstandige activiteit of tot een vrijwillige onderbreking van ten minste zeven opeenvolgende kalenderdagen in een maand. Vanaf juni 2020 is de uitkering bestemd voor zelfstandigen die hun activiteit hebben heropgestart, maar nog steeds een omzetdaling hebben ten opzichte van 2019. Zelfstandigen die hun activiteit nog niet mogen heropstarten, komen nog steeds in aanmerking voor de uitkering, maar moeten aantonen dat dit het gevolg is van COVID-19-beperkingen. |
(6) |
Bij het “Koninklijk Besluit nr. 23 van 13 mei 2020/Arrêté royal n° 23 du 13 mai 2020” (4), waarnaar in het verzoek van België van 7 augustus 2020 wordt verwezen, werd het corona-ouderschapsverlof ingevoerd; dat is een bijzonder ouderschapsverlof dat niet meetelt voor het gewone ouderschapsverlof, waardoor ouders tussen mei en september 2020 verlof kunnen nemen om voor hun kinderen te zorgen, met een hogere uitkering dan bij gewoon ouderschapsverlof. Het corona-ouderschapsverlof kan worden beschouwd als een soortgelijke maatregel als werktijdverkortingsregelingen, zoals bedoeld in Verordening (EU) 2020/672, aangezien het inkomenssteun voor werknemers verleent en bijdraagt aan het behoud van de werkgelegenheid doordat wordt belet dat ouders hun dienstverband moeten beëindigen omdat zij voor hun kinderen moeten zorgen terwijl de scholen gesloten zijn. |
(7) |
Op basis van de volgende rechtshandelingen waarnaar wordt verwezen in het verzoek van België van 7 augustus 2020, hebben de Belgische autoriteiten een aantal regionale en gemeenschapsregelingen ingevoerd om inkomenssteun te verlenen aan zelfstandigen, eenmanszaken en andere soorten werknemers die niet voor andere soorten inkomenssteun in aanmerking komen: het “Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/019 van 23 april 2020/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/019 du 23 avril 2020” (5), het “Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/030 van 28 mei 2020/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/030 du 28 mai 2020” (6), de “Betekening van de vergadering van de Ministerraad van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van donderdag 14 mei 2020/Notification de la réunion du conseil des ministres du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale du jeudi 14 mai 2020” (7), het “Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2020” (8), het “Besluit van de Vlaamse regering van 10 april 2020” (9), het “Besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 2020” (10), het “Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 4 du 23 avril 2020” (11), het “Arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 avril 2020” (12), het “Arrêté ministériel du 8 avril 2020 portant exécution de l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020” (13), het “Arrêté du Gouvernement wallon du 19 juin 2020” (14), het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret I vom 6. April 2020” en het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret III vom 20. Juli 2020”. Met name de compensatiepremie voor bedrijven en voor ondernemers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de corona-hinderpremie, de compensatiepremie en de ondersteuningspremie in het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Gemeenschap en de compensatievergoeding voor sluiting van de onderneming in het Waalse Gewest vormen veralgemeende eenmalige steun voor ondernemingen en zelfstandigen die hun activiteiten moesten stopzetten of een aanzienlijke omzetdaling hadden ten gevolge van COVID-19. Wanneer de maatregelen gericht zijn op een breder scala aan begunstigden, worden alleen de bedragen gevraagd voor de uitgaven voor de steun aan zelfstandigen en eenmanszaken. Andere maatregelen (de compensatiepremie voor cultuurwerkers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de subsidie voor opvangvoorzieningen en de subsidie voor culturele operatoren in de Franse Gemeenschap, de opleidingsactiviteiten in het Waalse Gewest, de subsidie voor culturele operatoren en zelfstandigen en de subsidie voor toeristische operatoren in de Duitstalige Gemeenschap) zijn gericht op de zelfstandigen en werknemers die geen toegang hebben tot de regeling voor tijdelijke werkloosheid in specifieke sectoren (culturele sector en zorgsector, opleidingsactiviteiten). Bij de subsidie voor culturele operatoren en zelfstandigen in de Duitstalige Gemeenschap gaat het om leningen die in subsidies kunnen worden omgezet; om te voldoen aan de voorwaarde dat het om overheidsuitgaven moet gaan, mogen alleen de uitgaven voor leningen die in subsidies worden omgezet, in het kader van Verordening (EU) 2020/672 worden ondersteund. |
(8) |
Ten slotte heeft het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret I vom 6. April 2020”, waarnaar in het verzoek van België van 7 augustus 2020 wordt verwezen, maatregelen op gezondheidsgebied in de Duitstalige Gemeenschap ingevoerd, waaronder opleiding op het gebied van hygiëne, het verstrekken van beschermingsmateriaal voor woon- en zorgcentra, ziekenhuizen en medische zorgverstrekkers, en informatiecampagnes. |
(9) |
België voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672 om financiële bijstand te kunnen aanvragen. België heeft de Commissie het nodige bewijsmateriaal verschaft dat de werkelijke en geplande overheidsuitgaven sinds 1 februari 2020 met 7 803 380 000 EUR zijn gestegen als gevolg van de nationale maatregelen om de sociaal-economische gevolgen van de COVID-19-uitbraak het hoofd te bieden. Dit is een plotse en sterke stijging, die zowel verband houdt met nieuwe maatregelen als met een uitbreiding van bestaande maatregelen die betrekking hebben op een aanzienlijk deel van de ondernemingen en van de beroepsbevolking in België. |
(10) |
De Commissie heeft, overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EU) 2020/672, België geraadpleegd en heeft de plotse en sterke stijging geverifieerd van de werkelijke en geplande overheidsuitgaven die rechtstreeks verband houden met werktijdverkortingsregelingen en soortgelijke maatregelen, alsook het beroep op relevante maatregelen op gezondheidsgebied in verband met de COVID-19-uitbraak, waarvan sprake is in het verzoek van 7 augustus 2020. |
(11) |
Daarom moet financiële bijstand worden verleend om België te helpen het hoofd te bieden aan de sociaal-economische gevolgen van de ernstige economische verstoring als gevolg van de COVID-19-uitbraak. De Commissie moet de besluiten inzake de looptijd, omvang en vrijgave van de tranches en deeltranches in nauwe samenwerking met de nationale autoriteiten nemen. |
(12) |
Dit besluit moet de uitkomst onverlet laten van eventuele procedures met betrekking tot verstoringen van de werking van de interne markt, met name uit hoofde van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag. Het doet geen afbreuk aan het vereiste dat de lidstaten, uit hoofde van artikel 108 van het Verdrag, de Commissie op de hoogte brengen van voorgenomen steunmaatregelen. |
(13) |
België moet de Commissie op regelmatige basis informeren over de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven, zodat de Commissie kan beoordelen in hoeverre België die uitgaven ten uitvoer heeft gelegd. |
(14) |
Bij het nemen van het besluit om financiële bijstand te verlenen is rekening gehouden met de bestaande en verwachte behoeften van België en met verzoeken om financiële bijstand op grond van Verordening (EU) 2020/672 die reeds door andere lidstaten zijn ingediend of gepland, met toepassing van de beginselen inzake gelijke behandeling, solidariteit, evenredigheid en transparantie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
België voldoet aan de voorwaarden van artikel 3 van Verordening (EU) 2020/672.
Artikel 2
-
1.De Unie stelt België een lening van maximaal 7 803 380 000 EUR beschikbaar. De lening heeft een gemiddelde looptijd van ten hoogste 15 jaar.
-
2.De periode waarin de bij dit besluit toegekende financiële bijstand beschikbaar is, bedraagt 18 maanden te rekenen vanaf de eerste dag nadat dit besluit van kracht geworden is.
-
3.De Commissie stelt de financiële bijstand van de Unie in maximaal acht tranches beschikbaar aan België. Een tranche kan in één of meer deeltranches worden uitbetaald. De looptijden van de deeltranches in het kader van de eerste tranche kunnen langer zijn dan de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd. In dergelijke gevallen worden de looptijden van verdere deeltranches zodanig vastgesteld dat de in lid 1 genoemde maximale gemiddelde looptijd in acht is genomen als alle tranches zijn uitbetaald.
-
4.De vrijgave van de eerste tranche hangt af van de inwerkingtreding van de in artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde leningsovereenkomst.
-
5.België betaalt de in artikel 4 van Verordening (EU) 2020/672 bedoelde financieringskosten van de Unie voor elke tranche, vermeerderd met alle vergoedingen, kosten en uitgaven van de Unie die uit de financiering van de uit hoofde van lid 1 van dit artikel toegekende lening voortvloeien.
-
6.De Commissie beslist over de omvang en de vrijgave van de tranches, alsmede over de omvang van de deeltranches.
Artikel 3
België mag de volgende maatregelen financieren:
a) |
de regeling voor “tijdelijke werkloosheid/chômage temporaire” waarin wordt voorzien door het “Koninklijk Besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het Koninklijk Besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52 bis, 58, 58/3 en 63 van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63 bis en 124 bis in hetzelfde besluit/Arrêté royal du 30 mars 2020 visant à adapter les procédures dans le cadre du chômage temporaire dû au virus Covid-19 et à modifier l’article 10 de l’arrêté royal du 6 mai 2019 modifiant les articles 27, 51, 52 bis, 58, 58/3 et 63 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage et insérant les articles 36sexies, 63 bis et 124 bis dans le même arrêtéArrêté royal du 30 mars 2020”; |
b) |
het COVID-19-vervangingsinkomen voor zelfstandigen (het “corona-overbruggingsrecht"/"droit passerelle corona”) waarin wordt voorzien door de “Wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen/Loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants”; |
c) |
het corona-ouderschapsverlof waarin wordt voorzien door het “Koninklijk Besluit nr. 23 van 13 mei 2020, tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) houdende het corona ouderschapsverlof/Arrêté royal n° 23 du 13 mai 2020 pris en exécution de l’article 5, § 1, 5°, de la loi du 27 mars 2020 accordant des pouvoirs au Roi afin de prendre des mesures dans la lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) visant le congé parental corona”; |
d) |
regionale en gemeenschapsregelingen inzake inkomenssteun, met name:
|
e) |
maatregelen op gezondheidsgebied in de Duitstalige Gemeenschap waarin wordt voorzien door artikel 7 van het “Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft, Corona-Krisendekret I vom 6. April 2020”. |
Artikel 4
België stelt de Commissie uiterlijk op 30 maart 2021, en nadien om de zes maanden, in kennis van de tenuitvoerlegging van de geplande overheidsuitgaven totdat die geplande overheidsuitgaven volledig ten uitvoer zijn gelegd.
Artikel 5
Dit besluit is gericht tot het Koninkrijk België.
Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan aan de geadresseerde.
Artikel 6
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 25 september 2020.
Voor de Raad
De voorzitter
-
M.ROTH
-
Koninklijk Besluit van 30 maart 2020 tot aanpassing van de procedures in het kader van tijdelijke werkloosheid omwille van het Covid-19-virus en tot wijziging van artikel 10 van het Koninklijk Besluit van 6 mei 2019 tot wijziging van de artikelen 27, 51, 52 bis, 58, 58/3 en 63 van het Koninklijk Besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering en tot invoeging van de artikelen 36sexies, 63 bis en 124 bis in hetzelfde besluit/Arrêté royal du 30 mars 2020 visant à adapter les procédures dans le cadre du chômage temporaire dû au virus Covid-19 et à modifier l’article 10 de l’arrêté royal du 6 mai 2019 modifiant les articles 27, 51, 52 bis, 58, 58/3 et 63 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage et insérant les articles 36sexies, 63 bis et 124 bis dans le même arrêté.
-
Wet van 23 maart 2020 tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen/Loi du 23 mars 2020 modifiant la loi du 22 décembre 2016 instaurant un droit passerelle en faveur des travailleurs indépendants et introduisant les mesures temporaires dans le cadre du COVID-19 en faveur des travailleurs indépendants.
-
Koninklijk Besluit nr. 23 van 13 mei 2020 tot uitvoering van artikel 5, § 1, 5°, van de wet van 27 maart 2020 die machtiging verleent aan de Koning om maatregelen te nemen in de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 (II) houdende het corona ouderschapsverlof/Arrêté royal n° 23 du 13 mai 2020 pris en exécution de l’article 5, § 1, 5°, de la loi du 27 mars 2020 accordant des pouvoirs au Roi afin de prendre des mesures dans la lutte contre la propagation du coronavirus COVID-19 (II) visant le congé parental corona.
-
Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/019 van 23 april 2020 tot wijziging van het bijzonderemachtenbesluit nr. 2020/013 van 7 april 2020 betreffende de steun tot vergoeding van de ondernemingen getroffen door de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/019 du 23 avril 2020 modifiant l’arrêté de pouvoirs spéciaux n° 2020/013 du 7 avril 2020 relatif à une aide en vue de l’indemnisation des entreprises affectées par les mesures d’urgence pour limiter la propagation du coronavirus COVID-19.
-
Bijzonderemachtenbesluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering nr. 2020/030 van 28 mei 2020 betreffende de steun aan ondernemingen die een terugval van hun activiteit ondergaan als gevolg van de gezondheidscrisis COVID-19/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale de pouvoirs spéciaux n° 2020/030 du 28 mai 2020 relatif à l’aide aux entreprises qui subissent une baisse d’activité en raison de la crise sanitaire du COVID-19.
-
Betekening van de vergadering van de Ministerraad van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van donderdag 14 mei 2020, punt 25/Notification de la réunion du conseil des ministres du gouvernement de la région de Bruxelles-Capitale du jeudi 14 mai 2020, point 25. Dit politiek besluit is omgezet in een rechtshandeling via het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke regering van 24 juli 2020 houdende invoering van uitzonderlijke steun voor de cultuurwerkers/Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 24 juillet 2020 instaurant une aide exceptionnelle pour les travailleurs intermittents de la culture.
-
Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.
-
Besluit van de Vlaamse regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.
-
Besluit van de Vlaamse regering van 12 juni 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ondanks de versoepelde coronavirusmaatregelen, tot wijziging van de artikelen 1, 9 en 11 van het besluit van de Vlaamse regering van 10 april 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die een omzetdaling hebben ten gevolge van de exploitatiebeperkingen opgelegd door de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus, en tot wijziging van de artikelen 1, 6, 9 en 12 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2020 tot toekenning van steun aan ondernemingen die verplicht moeten sluiten ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus.
-
Arrêté du Gouvernement de la Communauté française de pouvoirs spéciaux n° 4 du 23 avril 2020 relatif au soutien du secteur culturel et du cinéma dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19.
-
Arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 7 avril 2020 relatif au soutien des milieux d’accueil dans le cadre de la crise sanitaire du COVID-19.
-
Arrêté ministériel du 8 avril 2020 portant exécution de l’arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l’octroi d’indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19 en Arrêté du Gouvernement wallon du 20 mars 2020 relatif à l’octroi d’indemnités compensatoires dans le cadre des mesures contre le coronavirus COVID-19.
-
Arrêté du Gouvernement wallon du 19 juin 2020 portant des dispositions diverses relatives aux formateurs et au subventionnement des activités de formation des centres de formation du réseau IFAPME.
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.