Besluit 2022/48 - Globaliseringsfonds aanvraag van Italië - EGF/2021/003 IT/Porto Canale

1.

Wettekst

14.1.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 9/35

 

BESLUIT (EU) 2022/48 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 15 december 2021

betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers naar aanleiding van een aanvraag van Italië — EGF/2021/003 IT/Porto Canale

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/691 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 betreffende het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1309/2013 (1), en met name artikel 15, lid 1,

Gezien het Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (2), en met name punt 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers (EFG) heeft tot doel solidariteit te betonen en fatsoenlijke en duurzame werkgelegenheid in de Unie te bevorderen door steun te verlenen aan ontslagen werknemers en zelfstandigen die hun werkzaamheden hebben beëindigd als gevolg van grote herstructureringen en hen te helpen zo snel mogelijk weer fatsoenlijk en duurzaam werk te vinden.

 

(2)

Zoals vastgesteld in artikel 8 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad, mag het EFG een jaarlijks maximumbedrag van 186 miljoen EUR (in prijzen van 2018) niet overschrijden (3).

 

(3)

Op 15 juli 2021 heeft Italië een aanvraag ingediend voor een financiële bijdrage uit het EFG voor ontslagen werknemers bij Porto Industriale di Cagliari SpA in Italië. Het betrokken land heeft overeenkomstig artikel 8, lid 5, van Verordening (EU) 2021/691 aanvullende gegevens verstrekt. Die aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 13 van Verordening (EU) 2021/691 voor een financiële bijdrage uit het EFG.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2021/691 wordt de aanvraag van Italië als ontvankelijk beschouwd, aangezien het grondgebied waarop de ontslagen gevallen zijn, een kleine arbeidsmarkt is en de ontslagen ernstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de regionale economie.

 

(5)

Er moeten dan ook middelen uit het EFG beschikbaar worden gesteld om een financiële bijdrage van 1 493 407 EUR te leveren in het kader van de door Italië ingediende aanvraag.

 

(6)

Om zo snel mogelijk middelen uit het EFG ter beschikking te stellen, moet dit besluit van toepassing zijn vanaf de datum waarop het wordt vastgesteld,

HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Ten laste van de algemene begroting van de Unie voor het begrotingsjaar 2021 wordt een bedrag van 1 493 407 EUR aan vastleggings- en betalingskredieten beschikbaar gesteld uit het Europees Fonds voor aanpassing aan de globalisering voor ontslagen werknemers.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Het is van toepassing vanaf 15 december 2021.

Gedaan te Straatsburg, 15 december 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

  • A. 
    LOGAR
 

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.