Verordening 2022/590 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 138/2004 wat de regionale landbouwrekeningen betreft - Hoofdinhoud
12.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 114/1 |
VERORDENING (EU) 2022/590 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 6 april 2022
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 138/2004 wat de regionale landbouwrekeningen betreft
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 338, lid 1,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) voert het Europees systeem van rekeningen 2010 (“ESR 2010”) in en bevat het referentiekader van gemeenschappelijke normen, definities, classificaties en registratieregels voor het opstellen van de rekeningen van de lidstaten met het oog op de statistische eisen van de Unie. |
(2) |
Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) voert de landbouwrekeningen (“LR”) in de Unie in door middel van methoden en een tijdschema voor de indiening van de landbouwrekeningen. De LR zijn satellietrekeningen van de nationale rekeningen, zoals bepaald in het ESR 2010, met als doel geharmoniseerde en tussen de lidstaten vergelijkbare resultaten te verkrijgen om de rekeningen ten behoeve van de doelstellingen van de Unie op te stellen. In 2016 publiceerde de Europese Rekenkamer Speciaal verslag nr. 1/2016 getiteld “Is het systeem van de Commissie voor prestatiemeting met betrekking tot de inkomens van landbouwers goed opgezet en gebaseerd op degelijke gegevens?”. Dat verslag bevat degelijke en relevante opmerkingen en aanbevelingen over de LR en Verordening (EG) nr. 138/2004. |
(3) |
De regionale landbouwrekeningen (“RLR”) zijn een aanpassing op regionaal niveau van de LR. Nationale cijfers kunnen op zichzelf niet het volledige en soms complexe beeld geven van wat er op een gedetailleerder niveau gebeurt. Daarom dragen gegevens op regionaal niveau bij tot een beter begrip van de diversiteit tussen regio’s, vullen zij de informatie over de Unie, de eurozone en de afzonderlijke lidstaten aan, terwijl tegelijkertijd wordt ingespeeld op de toegenomen behoefte aan statistieken om te voldoen aan de verantwoordingsplicht, en vergroten zij de mate van harmonisering, efficiëntie en consistentie van de landbouwstatistieken in de Unie. De RLR moeten daarom in Verordening (EG) nr. 138/2004 worden geïntegreerd, wat de methoden en het programma voor de indiening van gegevens betreft. |
(4) |
Statistieken worden niet langer beschouwd als slechts één van de vele informatiebronnen voor beleidsontwikkeling, maar spelen een centrale rol in het besluitvormingsproces. Voor empirisch onderbouwde besluitvorming zijn statistieken nodig die voldoen aan strenge kwaliteitscriteria, zoals uiteengezet in Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad (4), overeenkomstig de doeleinden waarvoor zij bedoeld zijn. |
(5) |
Hoogwaardige statistische gegevens op regionaal niveau vormen een cruciaal instrument voor de uitvoering, monitoring, evaluatie, herziening en beoordeling van de economische, ecologische en sociale gevolgen van beleidsmaatregelen op het vlak van landbouw in de Unie, met name het gemeenschappelijk landbouwbeleid (“GLB”), met inbegrip van maatregelen voor plattelandsontwikkeling, het nieuwe uitvoeringsmodel van het GLB en de nationale strategische plannen, alsmede het beleid van de Unie met betrekking tot onder meer milieu, klimaatverandering, biodiversiteit, de circulaire economie, landgebruik, evenwichtige en duurzame regionale ontwikkeling, volksgezondheid, dierenwelzijn, voedselveiligheid en -zekerheid en de doelstellingen inzake duurzame ontwikkeling van de Verenigde Naties. De RLR zijn ook van cruciaal belang om de bijdrage van de landbouwsector aan de verwezenlijking van de Europese Green Deal, met name de “van boer tot bord”-strategie en de biodiversiteitsstrategie van de Unie, nauwkeurig te kunnen beoordelen. Er is steeds meer erkenning van de rol van regio’s en regionale gegevens bij de uitvoering van het GLB. Regio’s vormen een belangrijke motor voor banen en duurzame economische groei in de Unie en verstrekken betere gegevens voor de beoordeling van de duurzaamheid van de landbouwsector voor het milieu, de mensen, de regio’s en de economie. |
(6) |
Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5) moet het publiek toegang worden verleend tot de krachtens deze verordening verzamelde gegevens die nog niet zijn bekendgemaakt. |
(7) |
Verordening (EG) nr. 223/2009 biedt het rechtskader voor Europese statistieken en verplicht de lidstaten te voldoen aan de statistische beginselen en kwaliteitscriteria die in die verordening worden uiteengezet. Kwaliteitsverslagen zijn essentieel voor het beoordelen en verbeteren van en het communiceren over de kwaliteit van de Europese statistieken. Het Comité voor het Europees statistisch systeem (“ESS-comité”) heeft zijn goedkeuring gehecht aan de geïntegreerde metagegevensstructuur als norm die binnen het Europees statistisch systeem wordt gehanteerd voor kwaliteitsrapportage, waardoor het door middel van uniforme normen en geharmoniseerde methoden helpt te voldoen aan de statistische kwaliteitseisen van Verordening (EG) nr. 223/2009, en met name die in artikel 12, lid 3. De middelen moeten optimaal worden ingezet en de responslast moet tot een minimum worden beperkt. |
(8) |
Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van deze verordening, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend in verband met de praktische regelingen voor en de inhoud van de kwaliteitsverslagen. Aan de Commissie moeten ook uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend met betrekking tot mogelijke afwijkingen van de RLR-vereisten. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (6). |
(9) |
De LR verschaffen drie keer per jaar belangrijke macro-economische gegevens aan Europese beleidsmakers, zoals bepaald in bijlage II bij deze verordening. De huidige indieningstermijn voor de tweede schattingen van de LR, één van de drie toezendingen van gegevens die jaarlijks moeten worden verricht, biedt niet veel tijd na het einde van de referentieperiode om betere gegevens te verzamelen in vergelijking met de gegevens voor de eerste schattingen van de LR. Om de kwaliteit van de tweede schattingen van de LR te verbeteren, moet de betreffende indieningstermijn enigszins worden uitgesteld. |
(10) |
Verordening (EG) nr. 138/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(11) |
Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de integratie van RLR in het huidig rechtskader voor Europese statistieken inzake LR, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar om redenen van consistentie en vergelijkbaarheid beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken. |
(12) |
Het ESS-comité is geraadpleegd, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 138/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 3 wordt lid 2 vervangen door: “2. De gegevens moeten in november 2003 voor het eerst worden ingediend. De gegevens voor de regionale landbouwrekeningen (“RLR”) op NUTS 2-niveau in de zin van Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad (*1) moeten echter uiterlijk op 30 september 2023 voor het eerst worden ingediend. (*1) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).”." |
2) |
De volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 3 bis Verspreiding van statistieken Onverminderd Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad (*2) en Verordening (EG) nr. 223/2009 verspreidt de Commissie (Eurostat) de haar overeenkomstig artikel 3 van deze verordening toegezonden gegevens kosteloos online. Artikel 3 ter Kwaliteitsbeoordeling
(*2) Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de instellingen en organen van de Unie (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13).”." |
3) |
De volgende artikelen worden ingevoegd: “Artikel 4 bis Comitéprocedure
Artikel 4 ter Afwijkingen
|
4) |
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening. |
5) |
Bijlage II wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening. |
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 6 april 2022.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
R.METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
-
C.BEAUNE
-
Standpunt van het Europees Parlement van 8 maart 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 29 maart 2022.
-
Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB L 174 van 26.6.2013, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 138/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 5 december 2003 betreffende de landbouwrekeningen in de Gemeenschap (PB L 33 van 5.2.2004, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 223/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2009 betreffende de Europese statistiek en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1101/2008 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen, Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen (PB L 87 van 31.3.2009, blz. 164).
-
Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
BIJLAGE I
Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 138/2004 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Aan de rubriek “Inhoud” wordt het volgende hoofdstuk toegevoegd:
|
2) |
In punt 1.27 wordt het derde streepje vervangen door:
|
3) |
Punt 2.006 wordt vervangen door:
|
4) |
In punt 2.108 wordt punt g) vervangen door:
|
5) |
In punt 2.136 wordt het derde streepje vervangen door:
|
6) |
Het volgende hoofdstuk wordt toegevoegd: “VII. REGIONALE LANDBOUWREKENINGEN (“RLR”)
(b) Waardering van het intermediair verbruik
(*1) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1)." (*2) Zolang de overeenkomstige verkopen en aankopen in dezelfde verslagperiode plaatsvinden." (*3) De aankoop van een dier mag nooit als intermediair verbruik worden geregistreerd (in wezen gaat het om een verwerving van onderhanden werk, zie punt 2.067) en de berekening van de dierlijke productie kan alleen indirect worden berekend op basis van de verkopen, de BIVA en de voorraadwijzigingen." (*4) Afhankelijk van de gebruikte methode wordt het verbruik binnen de eenheid aangepast aan de LR-waarden." (*5) Ingevoerde landbouwproducten (met uitzondering van dieren) zijn hiervan uitgesloten.”" |
(*1) Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1).
(*2) Zolang de overeenkomstige verkopen en aankopen in dezelfde verslagperiode plaatsvinden.
(*3) De aankoop van een dier mag nooit als intermediair verbruik worden geregistreerd (in wezen gaat het om een verwerving van onderhanden werk, zie punt 2.067) en de berekening van de dierlijke productie kan alleen indirect worden berekend op basis van de verkopen, de BIVA en de voorraadwijzigingen.
(*4) Afhankelijk van de gebruikte methode wordt het verbruik binnen de eenheid aangepast aan de LR-waarden.
(*5) Ingevoerde landbouwproducten (met uitzondering van dieren) zijn hiervan uitgesloten.””
BIJLAGE II
“BIJLAGE II
TABEL VOOR DE INDIENING VAN GEGEVENS
Voor elk van de outputposten (posten 01 tot en met 18, incl. subposten) afzonderlijk wordt de waarde tegen de basisprijs en de elementen hiervan (waarde tegen producentenprijzen, productgebonden subsidies en productgebonden belastingen) meegedeeld.
De gegevens van de productierekening en voor de bruto-investeringen in vaste activa (“BIVA”) worden in lopende prijzen en in prijzen van het voorgaande jaar ingediend.
De waarden worden opgegeven in miljoenen eenheden van de nationale valuta. De arbeidsinput wordt uitgedrukt in 1 000 arbeidsjaareenheden.
De gegevens voor de regionale economische landbouwrekeningen (“RLR”) worden op NUTS 2-niveau verstrekt en alleen tegen lopende prijzen ingediend.
-
1.Productierekening
Indiening betreffende referentiejaar n |
|||||||
a |
b |
c |
d |
||||
Punt |
Lijst van variabelen |
November jaar n (LR-schattingen) |
Maart jaar n+1 (LR-schattingen) |
September jaar n+1 (LR-gegevens) |
September jaar n+2 (RLR-gegevens) |
||
01 |
GRANEN (incl. zaaigoed) |
X |
X |
X |
X |
||
01.1 |
Tarwe en spelt |
X |
X |
X |
X |
||
01.1/1 |
Zachte tarwe en spelt |
— |
— |
X |
X |
||
01.1/2 |
Harde tarwe |
— |
— |
X |
X |
||
01.2 |
Rogge en mengkoren |
X |
X |
X |
X |
||
01.3 |
Gerst |
X |
X |
X |
X |
||
01.4 |
Haver en mengsels van zomergranen |
X |
X |
X |
X |
||
01.5 |
Korrelmaïs |
X |
X |
X |
X |
||
01.6 |
Rijst |
X |
X |
X |
X |
||
01.7 |
Andere granen |
X |
X |
X |
X |
||
02 |
HANDELSGEWASSEN |
X |
X |
X |
X |
||
02.1 |
Oliehoudende zaden en vruchten (incl. zaaigoed) |
X |
X |
X |
X |
||
02.1/1 |
Kool- en raapzaad |
— |
— |
X |
X |
||
02.1/2 |
Zonnebloem |
— |
— |
X |
X |
||
02.1/3 |
Sojabonen |
— |
— |
X |
X |
||
02.1/4 |
Andere oliehoudende producten |
— |
— |
X |
X |
||
02.2 |
Eiwitrijke gewassen (incl. zaaigoed) |
X |
X |
X |
X |
||
02.3 |
Ruwe tabak |
X |
X |
X |
X |
||
02.4 |
Suikerbieten |
X |
X |
X |
X |
||
02.5 |
Andere handelsgewassen |
X |
X |
X |
X |
||
02.5/1 |
Vezelplanten |
— |
— |
X |
— |
||
02.5/2 |
Hop |
— |
— |
X |
— |
||
02.5/3 |
Andere handelsgewassen: andere |
— |
— |
X |
— |
||
03 |
VOEDERGEWASSEN |
X |
X |
X |
X |
||
03.1 |
Voedermaïs |
— |
— |
X |
X |
||
03.2 |
Voederwortels en voederbieten |
— |
— |
X |
X |
||
03.3 |
Andere voedergewassen |
— |
— |
X |
X |
||
04 |
GROENTEN EN TUINBOUWPRODUCTEN |
X |
X |
X |
X |
||
04.1 |
Verse groenten |
X |
X |
X |
X |
||
04.1/1 |
Bloemkool |
— |
— |
X |
— |
||
04.1/2 |
Tomaten |
— |
— |
X |
— |
||
04.1/3 |
Andere verse groenten |
— |
— |
X |
— |
||
04.2 |
Planten en bloemen |
X |
X |
X |
X |
||
04.2/1 |
Kwekerijplanten |
— |
— |
X |
— |
||
04.2/2 |
Bloemen en sierplanten (incl. kerstbomen) |
— |
— |
X |
— |
||
04.2/3 |
Aanplantingen |
— |
— |
X |
— |
||
05 |
AARDAPPELEN (incl. pootgoed) |
X |
X |
X |
X |
||
06 |
FRUIT |
X |
X |
X |
X |
||
06.1 |
Vers fruit |
X |
X |
X |
X |
||
06.1/1 |
Tafelappelen |
— |
— |
X |
— |
||
06.1/2 |
Tafelperen |
— |
— |
X |
— |
||
06.1/3 |
Perziken |
— |
— |
X |
— |
||
06.1/4 |
Ander vers fruit |
— |
— |
X |
— |
||
06.2 |
Citrusvruchten |
X |
X |
X |
X |
||
06.2/1 |
Zoete sinaasappelen |
— |
— |
X |
— |
||
06.2/2 |
Mandarijnen |
— |
— |
X |
— |
||
06.2/3 |
Citroenen |
— |
— |
X |
— |
||
06.2/4 |
Andere citrusvruchten |
— |
— |
X |
— |
||
06.3 |
Tropisch fruit |
X |
X |
X |
X |
||
06.4 |
Druiven |
X |
X |
X |
X |
||
06.4/1 |
Tafeldruiven |
— |
— |
X |
— |
||
06.4/2 |
Andere druiven |
— |
— |
X |
— |
||
06.5 |
Olijven |
X |
X |
X |
X |
||
06.5/1 |
Tafelolijven |
— |
— |
X |
— |
||
06.5/2 |
Andere olijven |
— |
— |
X |
— |
||
07 |
WIJN |
X |
X |
X |
X |
||
07.1 |
Tafelwijn |
— |
— |
X |
— |
||
07.2 |
Kwaliteitswijn |
— |
— |
X |
— |
||
08 |
OLIJFOLIE |
X |
X |
X |
X |
||
09 |
ANDERE PLANTAARDIGE PRODUCTEN |
X |
X |
X |
X |
||
09.1 |
Plantaardige stoffen, hoofdzakelijk gebruikt voor vlechtwerk |
— |
— |
X |
— |
||
09.2 |
Zaaigoed |
— |
— |
X |
— |
||
09.3 |
Andere plantaardige producten: andere |
— |
— |
X |
— |
||
10 |
OUTPUT VAN PLANTAARDIGE PRODUCTEN (01 TOT EN MET 09) |
X |
X |
X |
X |
||
11 |
DIEREN |
X |
X |
X |
X |
||
11.1 |
Rundvee |
X |
X |
X |
X |
||
11.2 |
Varkens |
X |
X |
X |
X |
||
11.3 |
Eenhoevigen |
X |
X |
X |
X |
||
11.4 |
Schapen en geiten |
X |
X |
X |
X |
||
11.5 |
Pluimvee |
X |
X |
X |
X |
||
11.6 |
Andere dieren |
X |
X |
X |
X |
||
12 |
DIERLIJKE PRODUCTEN |
X |
X |
X |
X |
||
12.1 |
Melk |
X |
X |
X |
X |
||
12.2 |
Eieren |
X |
X |
X |
X |
||
12.3 |
Andere dierlijke producten |
X |
X |
X |
X |
||
12.3/1 |
Ruwe wol |
— |
— |
X |
— |
||
12.3/2 |
Cocons van zijderupsen |
— |
— |
X |
— |
||
12.3/3 |
Andere dierlijke producten: andere |
— |
— |
X |
— |
||
13 |
OUTPUT VAN DE VEETEELT (11+12) |
X |
X |
X |
X |
||
14 |
OUTPUT VAN DE LANDBOUW: GOEDEREN (10+13) |
X |
X |
X |
X |
||
15 |
OUTPUT VAN DE LANDBOUW: DIENSTEN |
X |
X |
X |
X |
||
15.1 |
Landbouwdiensten |
— |
— |
X |
— |
||
15.2 |
Verhuur van melkquota |
— |
— |
X |
— |
||
16 |
OUTPUT VAN DE LANDBOUW (14+15) |
X |
X |
X |
X |
||
17 |
NIET TOT DE LANDBOUW BEHORENDE NEVENACTIVITEITEN (NIET-SCHEIDBAAR) |
X |
X |
X |
X |
||
17.1 |
Verwerking van landbouwproducten |
X |
X |
X |
X |
||
17.2 |
Andere niet-scheidbare nevenactiviteiten (goederen en diensten) |
X |
X |
X |
X |
||
18 |
OUTPUT VAN DE BEDRIJFSTAK LANDBOUW (16+17) |
X |
X |
X |
X |
||
19 |
TOTAAL INTERMEDIAIR VERBRUIK |
X |
X |
X |
X |
||
19.01 |
Zaai- en plantgoed |
X |
X |
X |
X |
||
19.02 |
Energie; smeermiddelen |
X |
X |
X |
X |
||
19.02/1 |
|
— |
— |
X |
— |
||
19.02/2 |
|
— |
— |
X |
— |
||
19.02/3 |
|
— |
— |
X |
— |
||
19.02/4 |
|
— |
— |
X |
— |
||
19.03 |
Meststoffen en grondverbeterende middelen |
X |
X |
X |
X |
||
19.04 |
Fytosanitaire producten en pesticiden |
X |
X |
X |
X |
||
19.05 |
Uitgaven voor veeartsen |
X |
X |
X |
X |
||
19.06 |
Veevoeder |
X |
X |
X |
X |
||
19.06/1 |
|
X |
X |
X |
X |
||
19.06/2 |
|
X |
X |
X |
X |
||
19.06/3 |
|
X |
X |
X |
X |
||
19.07 |
Onderhoud van materiaal |
X |
X |
X |
X |
||
19.08 |
Onderhoud van gebouwen |
X |
X |
X |
X |
||
19.09 |
Landbouwdiensten |
X |
X |
X |
X |
||
19.10 |
Indirect gemeten diensten van financiële intermediairs (IGDFI) |
X |
X |
X |
X |
||
19.11 |
Andere goederen en diensten |
X |
X |
X |
X |
||
20 |
BRUTO TOEGEVOEGDE WAARDE TEGEN BASISPRIJZEN (18-19) |
X |
X |
X |
X |
||
21 |
VERBRUIK VAN VASTE ACTIVA |
X |
X |
X |
X |
||
21.1 |
Werktuigen |
— |
— |
X |
— |
||
21.2 |
Gebouwen |
— |
— |
X |
— |
||
21.3 |
Aanplantingen |
— |
— |
X |
— |
||
21.4 |
Andere |
— |
— |
X |
— |
||
22 |
NETTO TOEGEVOEGDE WAARDE TEGEN BASISPRIJZEN (20-21) |
X |
X |
X |
X |
-
2.Inkomensvormingsrekening
Indiening betreffende referentiejaar n |
|||||
a |
b |
c |
d |
||
Punt |
Lijst van variabelen |
November jaar n (LR-schattingen) |
Maart jaar n +1 (LR-schattingen) |
September jaar n +1 (LR-gegevens) |
September jaar n+2 (RLR-gegevens) |
23 |
BELONING VAN WERKNEMERS |
X |
X |
X |
X |
24 |
NIET-PRODUCTGEBONDEN BELASTINGEN OP PRODUCTIE |
X |
X |
X |
X |
25 |
NIET-PRODUCTGEBONDEN SUBSIDIES |
X |
X |
X |
X |
26 |
FACTORINKOMEN (22-24+25) |
X |
X |
X |
X |
27 |
EXPLOITATIEOVERSCHOT/GEMENGD INKOMEN (22-23-24+25) |
X |
X |
X |
X |
-
3.Rekening voor inkomen uit bedrijfsuitoefening
Indiening betreffende referentiejaar n |
|||||
a |
b |
c |
d |
||
Punt |
Lijst van variabelen |
November jaar n (LR-schattingen) |
Maart jaar n +1 (LR-schattingen) |
September jaar n+1 (LR-gegevens) |
September jaar n+2 (RLR-gegevens) |
28 |
TE BETALEN PACHT E.D. |
X |
X |
X |
X |
29 |
TE BETALEN RENTE |
X |
X |
X |
X |
30 |
TE ONTVANGEN RENTE |
X |
X |
X |
X |
31 |
INKOMEN UIT BEDRIJFSUITOEFENING (27-28-29+30) |
X |
X |
X |
X |
-
4.Elementen van de kapitaalrekening
Indiening betreffende referentiejaar n |
|||||
a |
b |
c |
d |
||
Punt |
Lijst van variabelen |
November jaar n (LR-schattingen) |
Maart jaar n+1 (LR-schattingen) |
September jaar n+1 (LR-gegevens) |
September jaar n+2 (RLR-gegevens) |
32 |
BIVA, LANDBOUWPRODUCTEN |
— |
— |
X |
X |
32.1 |
BIVA, aanplantingen |
— |
— |
X |
— |
32.2 |
BIVA, dieren |
— |
— |
X |
— |
33 |
BIVA, NIET-LANDBOUWPRODUCTEN |
— |
— |
X |
X |
33.1 |
BIVA, materiaal |
— |
— |
X |
— |
33.2 |
BIVA, gebouwen |
— |
— |
X |
— |
33.3 |
Andere BIVA |
— |
— |
X |
— |
34 |
BIVA (BRUTO) (EXCL. AFTREKBARE BTW) (32+33) |
— |
— |
X |
X |
35 |
INVESTERINGEN IN VASTE ACTIVA (NETTO) (EXCL. AFTREKBARE BTW) (34-21) |
— |
— |
X |
X |
36 |
VERANDERINGEN IN VOORRADEN |
— |
— |
X |
X |
37 |
KAPITAALOVERDRACHTEN |
— |
— |
X |
X |
37.1 |
Investeringsbijdragen |
— |
— |
X |
— |
37.2 |
Overige kapitaaloverdrachten |
— |
— |
X |
— |
-
5.Arbeidsinput in de landbouw
Indiening betreffende referentiejaar n |
||||
a |
b |
c |
||
Punt |
Lijst van variabelen |
November jaar n (LR-schattingen) |
Maart jaar n+1 (LR-schattingen) |
September jaar n+1 (LR-gegevens) |
38 |
ARBEIDSINPUT IN DE LANDBOUW, TOTAAL |
X |
X |
X |
38.1 |
Arbeidsinput in de landbouw, niet in loondienst |
X |
X |
X |
38.2 |
Arbeidsinput in de landbouw, in loondienst |
X |
X |
X |
”
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.