Besluit 2022/1256 - Standpunt dat namens de EU in de 226e bijeenkomst van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie moet worden ingenomen met betrekking tot de voorgestelde vaststelling van amendement 48 van bijlage 6, deel I, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

1.

Wettekst

20.7.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 191/61

 

BESLUIT (EU) 2022/1256 VAN DE RAAD

van 15 juli 2022

inzake het standpunt dat namens de Europese Unie in de 226e bijeenkomst van de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie moet worden ingenomen met betrekking tot de voorgestelde vaststelling van amendement 48 van bijlage 6, deel I, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (“het Verdrag van Chicago”), waarbij het internationale luchtvervoer wordt geregeld, is op 4 april 1947 in werking getreden. Bij dat verdrag is de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie (International Civil Aviation Council — ICAO) opgericht.

 

(2)

De lidstaten van de Unie zijn verdragsluitende partijen bij het Verdrag van Chicago (“de verdragsluitende partijen”) en leden van de ICAO, terwijl de Unie de status van waarnemer heeft in bepaalde organen van de ICAO. Momenteel zijn zeven lidstaten vertegenwoordigd in de ICAO-Raad.

 

(3)

Krachtens artikel 54 van het Verdrag van Chicago kan de ICAO-Raad internationale normen en aanbevolen praktijken vaststellen; deze worden vastgelegd in de bijlagen bij het Verdrag van Chicago (de “bijlagen”).

 

(4)

Krachtens artikel 90 van het Verdrag van Chicago treden de bijlagen of een wijziging van deze bijlagen in werking binnen drie maanden na de voorlegging ervan aan de verdragsluitende partijen of na afloop van een zodanige langere termijn als de ICAO-Raad kan voorschrijven, tenzij in de tussentijd een meerderheid van de verdragsluitende partijen haar afkeuring kenbaar maakt aan de Raad van de ICAO.

 

(5)

Naar verwachting zal de ICAO-Raad tijdens zijn 226e zitting amendement 48 van bijlage 6, deel I, bij het Verdrag van Chicago (“amendement 48”) vaststellen.

 

(6)

De belangrijkste doelstelling van amendement 48 is het uitstel van de datum van toepassing van bijlage 6, deel I, norm 6.18.1 tot 1 januari 2025.

 

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moeten worden ingenomen tijdens de 226e zitting van de ICAO-Raad met betrekking tot amendement 48. Dat standpunt moet inhouden dat amendement 48 wordt gesteund en het moet namens de Unie tot uiting worden gebracht door de gezamenlijk optredende lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-Raad.

 

(8)

Het standpunt van de Unie na de vaststelling door de ICAO-Raad van amendement 48, dat door de secretaris-generaal van de ICAO door middel van de procedure van de ICAO-brieven moet worden bekendgemaakt, moet inhouden dat geen afkeuring kenbaar wordt gemaakt, op voorwaarde dat amendement 48 zonder ingrijpende wijzigingen wordt vastgesteld,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen op de 226e of een latere vergadering van de ICAO-Raad houdt in dat het voorgestelde amendement 48 van bijlage 6, deel I, bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (“amendement 48”) in zijn geheel wordt gesteund.
  • 2. 
    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen, mits de ICAO-Raad amendement 48 zonder ingrijpende wijzigingen vaststelt, houdt in dat geen afkeuring van het vastgestelde amendement 48 in antwoord op de desbetreffende ICAO-brieven kenbaar wordt gemaakt.

Artikel 2

  • 1. 
    Het in artikel 1, lid 1, vermelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de lidstaten van de Unie die lid zijn van de ICAO-Raad, die gezamenlijk namens de Unie optreden.
  • 2. 
    Het in artikel 1, lid 2, bedoelde standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door alle lidstaten van de Unie, die gezamenlijk namens de Unie optreden.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 15 juli 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    BEK
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.