Besluit 2021/1744 - Standpunt EU tijdens de 15de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF)

1.

Wettekst

4.10.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 351/1

 

BESLUIT (EU) 2021/1744 VAN DE RAAD

van 28 september 2021

tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 15de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Unie is bij Besluit 2013/103/EU van de Raad (1) toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (“Cotif”).

 

(2)

De Algemene Vergadering van de OTIF is opgericht overeenkomstig artikel 13, § 1, punt a), Cotif (de “Algemene Vergadering”).

 

(3)

De Unie neemt deel aan de Algemene Vergadering overeenkomstig Cotif, het reglement van orde van de Algemene Vergadering en de Overeenkomst betreffende de toetreding van de Unie tot Cotif.

 

(4)

Tijdens haar 15de vergadering, die gepland is op 28 en 29 september 2021, zal de Algemene Vergadering naar verwachting besluiten nemen over: de voorbereiding van een langetermijnstrategie voor de OTIF; een voorstel voor een regeling inzake de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal; een voorstel om de activiteiten van de ad-hoccommissie voor samenwerking en de werkgroep van juridisch deskundigen samen te voegen tot één ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking; een voorstel voor een besluit inzake de monitoring en evaluatie van de rechtsinstrumenten van de OTIF; en een voorstel tot wijziging van het reglement van orde van de Algemene Vergadering.

 

(5)

Tijdens die zitting zal de Algemene Vergadering naar verwachting ook de standpunten van de OTIF over het initiatief van de Economische Commissie van de Verenigde Naties voor Europa (“UNECE”) inzake de eenmaking van de spoorwegregelgeving formuleren, met name wat betreft twee alternatieve benaderingen van de eenmaking van de spoorwegwetgeving op mondiaal niveau.

 

(6)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de 15de Algemene Vergadering van de OTIF, aangezien de Unie lid is van de OTIF en de door de Algemene Vergadering te nemen besluiten van invloed zijn op de werking en ontwikkelingsstrategie van de organisatie.

 

(7)

De 15de Algemene Vergadering zal zich beraden over de aanneming van een juridisch bindend instrument ter regulering van de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal, een van de organen van de OTIF als bedoeld in artikel in artikel 13 Cotif. Het nieuwe instrument zou een alomvattend kader bieden dat alle belangrijke aspecten van het onderwerp bestrijkt (verkiezingsbeginselen, kwalificatiecriteria, oproep tot kandidaatstelling, indiening en behandeling van sollicitaties, transparantie, stemming, arbeidsvoorwaarden enz.).

 

(8)

Wat de strategische ontwikkeling van de OTIF betreft, stelt de secretaris-generaal voor de besprekingen over een ontwerpvoorstel voor een langetermijnstrategie voor de OTIF intensiever voort te zetten, na de raadpleging die begin 2021 werd gehouden. Daarna zal een herzien ontwerpvoorstel ter behandeling en goedkeuring worden voorgelegd tijdens de volgende gewone zitting van de Algemene Vergadering. Van de Algemene Vergadering wordt verwacht dat zij de secretaris-generaal de opdracht geeft de nodige maatregelen hiervoor te nemen.

 

(9)

De Algemene Vergadering zal overwegen om de activiteiten van de ad-hoccommissie voor samenwerking en die van de werkgroep van juridisch deskundigen samen te voegen tot één ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking. Er zij op gewezen dat het institutionele kader van de OTIF is omschreven in titel II van Cotif. Op grond van artikel 13, § 2, Cotif kan de Algemene Vergadering beslissen tijdelijk andere commissies op te richten voor specifieke taken. Het voorstel van de secretaris-generaal om tijdelijk een ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking op te richten, moet derhalve worden behandeld binnen het bestaande institutionele kader van de OTIF.

 

(10)

Teneinde beter toe te zien op de toepassing van Cotif en de toepassing ervan te verbeteren, zal de Algemene Vergadering naar verwachting een intern besluit vaststellen inzake de monitoring en evaluatie van het rechtskader van Cotif. Het voorgestelde besluit operationaliseert de in artikel 2, § 1, punt e), Cotif omschreven OTIF-taak om toezicht te houden op de toepassing van alle regels en aanbevelingen (rechtsinstrumenten) die binnen de organisatie zijn vastgesteld. Daartoe worden in het ontwerpbesluit specifieke eisen vastgesteld voor de secretaris-generaal van de OTIF en voor de OTIF-leden, met name: de secretaris-generaal zal voor systematische monitoring en evaluatie van de toepassing van Cotif zorgen; de OTIF-organen zullen het recht hebben om het initiatief te nemen tot monitoring en evaluatie van de toepassing van een bepaald rechtsinstrument binnen het kader van hun bevoegdheid of specifieke bepalingen daarvan; de secretaris-generaal zal het initiatief kunnen nemen voor monitoring en evaluatie van elk rechtsinstrument; de OTIF-leden zullen samenwerken met de secretaris-generaal en zullen alle relevante informatie verstrekken met het oog op de monitoring en evaluatie van rechtsinstrumenten.

 

(11)

De Algemene Vergadering zal ook een standpunt bespreken en innemen over de laatste ontwikkelingen van het initiatief van UNECE inzake de eenmaking van de spoorwegwetgeving. De Algemene Vergadering kan met name haar steun uitspreken voor de opstelling en vaststelling van een interfacewet om het internationale goederenvervoer per spoor tussen Europa en Azië te vergemakkelijken, voor zover een dergelijke interfacewet niet in strijd is met de Cotif-regels. Dat standpunt zal in november 2021 worden overgebracht aan de 74ste zitting van de werkgroep spoorwegvervoer van UNECE, het permanente orgaan dat bevoegd is om beslissingen te nemen over de volgende stappen in het initiatief inzake de eenmaking van de spoorwegwetgeving.

 

(12)

Tijdens haar 15de zitting zal de Algemene Vergadering ook een besluit nemen over de wijziging van haar reglement van orde. Er zal een geconsolideerde versie van het reglement van orde worden aangenomen, dat in werking moet treden op de eerste dag na de zitting.

 

(13)

De voorgestelde besluiten zijn in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie en moeten derhalve door de Unie worden gesteund.

 

(14)

Overeenkomstig bijlage III bij Besluit 2013/103/EU strekt de voorbereiding van OTIF-zittingen zich uit tot de coördinatie ter plaatse. Kleine wijziging van dit standpunt van de Unie kunnen tijdens de coördinatie ter plaatse worden vastgesteld zonder nader besluit van de Raad, met name om te kunnen reageren op voorstellen en ontwikkelingen die ten tijde van dit besluit niet overweging zijn genomen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 15de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) is opgenomen in de bijlage.

Kleine wijzigingen van de in de bijlage genoemde standpunten kunnen door de vertegenwoordigers van de Unie in de Algemene Vergadering worden goedgekeurd zonder verder besluit van de Raad.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 28 september 2021.

Voor de Raad

De voorzitter

  • S. 
    KUSTEC
 

  • (1) 
    Besluit 2013/103/EU van de Raad van 16 juni 2011 betreffende de ondertekening en sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (Cotif) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (PB L 51 van 23.2.2013, blz. 1).
 

BIJLAGE

  • 1. 
    Inleiding

De 15de Algemene Vergadering van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) die gepland is voor op 28 en 29 september 2021. De vergaderdocumenten zijn beschikbaar op de website van de OTIF:

http://extranet.otif.org/fr/?page_id=140

  • 2. 
    Standpunt van de Unie over bepaalde agendapunten

Agendapunt 1 — Verkiezing van de voorzitter en vicevoorzitter

 

Document(en):

Geen

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Agendapunt 2 — Goedkeuring van de agenda

 

Document(en):

SG-21009-AG 15/2

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief), onverminderd de bevoegdheden van de lidstaten ten aanzien van agendapunt 11

Uitoefening van stemrechten:

Unie, onverminderd de bevoegdheden van de lidstaten ten aanzien van agendapunt 11

Standpunt:

Goedkeuren van de ontwerpagenda

Agendapunt 3 — Samenstelling van de Commissie geloofsbrieven

 

Document(en):

Geen

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Agendapunt 4 — Organisatie van de werkzaamheden en aanwijzing van alle nodig geachte commissies

 

Document(en):

Geen

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Agendapunt 5 — Status van het verdrag en OTIF-lidmaatschap

 

Document(en):

SG-21010-AG15/5

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Niet van toepassing

Standpunt:

Geen

Agendapunt 6 — Verkiezing van een secretaris-generaal voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2024

 

Document(en):

Beperkte verspreiding

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Agendapunt 7 — Langetermijnstrategie voor de OTIF

 

Document(en):

SG-21017-AG 15/7

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief)

Uitoefening van stemrechten:

Unie

Standpunt:

Steun verlenen voor het initiatief van de secretaris-generaal om een langetermijnstrategie voor de OTIF te ontwikkelen.

Nota nemen van het verslag van de secretaris-generaal en waardering uitspreken voor het feit dat daadwerkelijk rekening is gehouden met de opmerkingen die de Unie tijdens het raadplegingsproces heeft gemaakt.

Steun verlenen voor het voorstel voor een besluit van de Algemene Vergadering om:

 

de secretaris-generaal opdracht te geven een herzien ontwerpvoorstel voor een langetermijnstrategie voor Cotif op te stellen, gebaseerd op het ontwerp dat met circulaire SG-21001 (zie bijlage 1 bij document SG-21017-AG 15/7) is toegezonden en dat moet worden bijgewerkt overeenkomstig de reactie van de secretaris-generaal op de tijdens de raadpleging ontvangen feedback (deel D van document SG-21017-AG 15/7) en de resultaten van de besprekingen tijdens de 15de Algemene Vergadering, en

 

de secretaris-generaal opdracht te geven om, in overleg met de OTIF-organen, een langetermijnstrategie voor de OTIF op te stellen en ter goedkeuring voor te leggen aan de volgende gewone zitting van de Algemene Vergadering, die gepland is voor het najaar van 2024.

Gelet op de verdere besprekingen binnen de OTIF over deze kwestie streeft de Unie ernaar dat de langetermijnstrategie voor de OTIF aansluit bij de EU-strategie inzake het verbinden van Europa en Azië en bij de relevante doelstellingen van het EU-beleid voor het spoorvervoer, dat de strategische langetermijndoelstellingen voor de OTIF voldoende rekening houden met de doelstellingen van de organisatie en niet tot gevolg hebben dat de OTIF nieuwe doelstellingen krijgt of dat bestaande doelstellingen zodanig worden geïnterpreteerd dat de bevoegdheden van de OTIF worden uitgebreid, dat het potentiële effect van de langetermijnstrategie voor de organisatie en de middelen van de OTIF wordt beoordeeld en gedocumenteerd als onderdeel van het voorstel voor een herzien ontwerpvoorstel, dat de strategie, zodra ze is goedgekeurd, voornamelijk wordt uitgevoerd met gebruikmaking van bestaande instrumenten en procedures, zoals vastgesteld binnen Cotif (werkprogramma, begroting, beheersverslagen, activiteiten van de organen enz.).

Opmerkingen:

De bijdrage van de Unie tot de raadpleging over het ontwerpvoorstel voor een langetermijnstrategie voor de OTIF werd op 17 maart 2021 bij het OTIF-secretariaat ingediend, en is opgenomen in de bijlage bij SG-21017-AG 15/7. De Unie verwelkomde het initiatief, maar wierp op dat de ontwerpstrategie niet voldoende ontwikkeld was. Er is behoefte aan meer achtergrondanalyse en besprekingen op deskundigenniveau. Daarbij moet worden uitgegaan van de analyse van de bestaande situatie in het internationale spoorvervoer, waarbij de huidige en ontluikende uitdagingen in kaart moeten worden gebracht en rekening moet worden gehouden met relevante juridische, economische, milieu- en technologische informatie.

Agendapunt 8, a) — Verslag over de activiteiten van de ad-hoccommissie voor samenwerking en de werkgroep van juridische deskundigen

 

Document(en):

SG-21018-AG 15/8.1

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief)

Uitoefening van stemrechten:

Unie

Standpunt:

Nota nemen van het verslag over de activiteiten van de ad-hoccommissie voor samenwerking en de werkgroep van juridische deskundigen en erkennen dat het belangrijk is de werkzaamheden van deze twee organen voort te zetten en te stroomlijnen.

Steun verlenen voor het besluit van de Algemene Vergadering tot oprichting van een ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking door samenvoeging van de ad-hoccommissie voor samenwerking en de werkgroep van juridische deskundigen.

Het voorgestelde mandaat van het ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking goedkeuren voor een eerste periode van drie jaar, en de secretaris-generaal gelasten de conclusies en voorstellen van de nieuwe ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking ter overweging of besluit voor te leggen aan de in artikel 13, § 1, van het Cotif bedoelde organen.

Opmerkingen:

Uit het verslag van de secretaris-generaal blijkt dat de ad-hoccommissie voor samenwerking en de werkgroep van juridische deskundigen hun mandaat daadwerkelijk hebben vervuld en hun waarde hebben bewezen in het kader van de ontwikkeling van het OTIF-recht en de versterking van de internationale samenwerking. Tijdens hun 4de zitting in april 2021 hebben die twee organen overeenstemming bereikt over een gezamenlijk voorstel om hun werkzaamheden in de toekomst te reorganiseren en de administratieve lasten te verminderen door de oprichting van één ad-hoccommissie.

Agendapunt 8, b) — Monitoring en evaluatie van rechtsinstrumenten

 

Document(en):

SG-21019-AG 15/8.2

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief)

Uitoefening van stemrechten:

Unie

Standpunt:

Steun verlenen voor de goedkeuring van het ontwerpbesluit over de monitoring en evaluatie van rechtsinstrumenten.

Steun verlenen voor de goedkeuring van de toelichting bij het ontwerpbesluit over de monitoring en evaluatie van rechtsinstrumenten.

Opmerkingen:

Het voorgestelde ontwerpbesluit bevat de nodige wettelijke bepalingen voor de organisatie en uitvoering van het monitoring- en evaluatiebeleid van de rechtsinstrumenten van de OTIF (toepassingsgebied, planning en prioritering, samenwerking, gegevensverzameling, beoordeling en follow-up), in overeenstemming met de doelstellingen van het OTIF-werkprogramma.

Agendapunt 8, c) — Wijziging van het reglement van orde van de Algemene Vergadering met betrekking tot deelname en vertegenwoordiging (geloofsbrieven)

 

Document(en):

SG-21020-AG 15/8.3

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief)

Uitoefening van stemrechten:

Unie

Standpunt:

Steun verlenen voor de vaststelling van de wijzigingen van de artikelen 4 tot en met 7 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering.

Steun verlenen voor de goedkeuring van de toelichting bij de artikelen 4 tot en met 7 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering.

Opmerkingen:

De werkgroep van juridische deskundigen heeft voorstellen opgesteld om de bepalingen van het reglement van orde van de algemene vergadering betreffende geloofsbrieven te wijzigen, teneinde deze te verbeteren en te verduidelijken.

Agendapunt 8, d) — UNECE-initiatief inzake eengemaakte spoorwegwetgeving

 

Document(en):

SG-21021-AG 15/8,4

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Nota nemen van het verslag van de secretaris-generaal en de conclusies van de werkgroep van juridische deskundigen over de mogelijke benaderingen van de eenmaking van de spoorwegwetgeving;

Instemmen met het voorstel voor een besluit van de Algemene Vergadering om:

 

de opstelling en goedkeuring van een interfacewet tussen Cotif/CIM en SMGS te ondersteunen, teneinde het internationale goederenvervoer tussen Europa en Azië te vergemakkelijken, op voorwaarde dat deze interfacewet niet in strijd is met de uniforme regelen CIM en SMGS;

 

de secretaris-generaal opdracht te geven deel te blijven nemen aan de werkzaamheden van de VN/ECE op het gebied van de eenmaking van de spoorwegwetgeving, en de ad-hoccommissie juridische zaken en internationale samenwerking opdracht te geven om toezicht te houden op het VN/ECE-project inzake de eenmaking van de spoorwegwetgeving en, waar nodig, advies uit te brengen;

het tijdens de 13de zitting genomen besluit te herhalen, waarbij zij erkent dat zij een voorafgaand besluit moet nemen over de deelname aan de opstelling van teksten met betrekking tot de internationale spoorwegwetgeving waarvan het toepassingsgebied en de doelstellingen in strijd kunnen zijn of gedeeltelijk kunnen samenvallen met het toepassingsgebied van Cotif en de doelstellingen van de OTIF.

Opmerkingen:

Dit punt heeft betrekking op de harmonisatie en eenmaking van het spoorwegrecht voor het internationale verkeer in Eurazië, dat momenteel wordt geregeld via twee verschillende rechtsstelsels: 1) het door de OTIF beheerde Cotif, met inbegrip van aanhangsel B “Uniforme regelen betreffende de overeenkomst van internationaal spoorwegvervoer van goederen (CIM)”; 2) de overeenkomst inzake het internationale spoorwegverkeer (“SMGS”), beheer door de Organisatie voor samenwerking tussen Spoorwegen (“OSJD”). Het doel van het UNECE-initiatief voor de eenmaking van de spoorwegwetgeving (Unified Railway Law — “URL”) is een aanpak te ontwikkelen voor de eenmaking van de spoorwegwetgeving, teneinde de efficiëntie en het concurrentievermogen van het goederenvervoer per spoor tussen Europa en Azië te verbeteren. De deskundigen van de lidstaten en de Commissie die binnen de VN/ECE deelnamen aan deze werkzaamheden, waren voorstander van een pragmatische en stapsgewijze aanpak, beginnende met de mogelijke aanneming van een “URL-verdrag inzake vervoerscontracten”, dat naast de relevante regels van de OTIF en de OSJD kan bestaan. Een dergelijke interfacewet tussen Cotif/CIM en SMGS zou een leemte in de internationale regelgeving voor internationaal vervoer opvullen wanneer noch de uniforme regelen CIM, noch de SMGS kunnen worden toegepast op de volledige reis (verkeer tussen Europa en Azië).

Agendapunt 9 — Regels inzake de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal

 

Document(en):

SG-21022-AG 15/9

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Steun verlenen voor de goedkeuring van de ontwerpverordening betreffende de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal. Ten aanzien van artikel 5, punt c). (Kwalificatiecriteria, talen): geen Uniestandpunt.

Steun verlenen voor de goedkeuring van de toelichting bij de ontwerpverordening. Er is echter geen Uniestandpunt ten aanzien van die delen die betrekking hebben op artikel 5, punt c), van de ontwerpverordening.

Steun verlenen voor de goedkeuring van de wijzigingen van de artikelen 10 en 22 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering en van de toelichting bij de artikelen 10 en 22 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering, die betrekking hebben op de verkiezing en de arbeidsvoorwaarden van de secretaris-generaal. Er is echter geen Uniestandpunt ten aanzien van die delen die betrekking hebben op artikel 5, punt c), van de ontwerpverordening.

Opmerkingen:

In tegenstelling tot de criteria waaraan kandidaten voor de functie van secretaris-generaal van de OTIF vroeger moesten voldoen (kennis van alle drie de werktalen van de OTIF, en in staat zijn om zich gemakkelijk en vlot schriftelijk uit te drukken in één van de werktalen), wordt in de voorgestelde verordening uitdrukkelijk de nadruk gelegd op de kennis van de Engelse taal. Bovendien zou kennis van slechts twee werktalen van de OTIF vereist zijn.

Agendapunt 10 — Wijziging van het reglement van orde van de Algemene Vergadering

 

Document(en):

SG-21024-AG 15/10

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief)

Uitoefening van stemrechten:

Unie

Standpunt:

Steun verlenen voor de goedkeuring van de wijziging van de artikelen 4 tot en met 7, 10, 22 en 28 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering en voor de vervanging van het reglement van orde door de geconsolideerde versie in bijlage 1 van SG-21024-AG 15/10.

Steun verlenen voor de goedkeuring van de toelichting bij de artikelen 4 tot en met 7, 10 en 22 van het reglement van orde van de Algemene Vergadering en voor de vervanging van de toelichting door de geconsolideerde versie in bijlage 2 bij SG-21024-AG 15/10.

Opmerkingen:

Zoals vermeld onder agendapunten 8, c), en 9, zal de Algemene Vergadering een beslissing nemen over voorstellen tot wijziging van haar reglement van orde. Een geconsolideerde versie van alle wijzigingen moet ter behandeling en goedkeuring worden ingediend bij de Algemene Vergadering.

Agendapunt 11 — Begrotingskader

 

Document(en):

Beperkte verspreiding

Bevoegdheid:

Lidstaten

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Opmerkingen:

In artikel 4 van de overeenkomst inzake de toetreding van de EU tot de OTIF is als volgt bepaald: “De Unie draagt niet bij aan de begroting van de OTIF en neemt niet deel aan besluiten over die begroting.”

Agendapunt 12 — Verslag over de activiteiten van de Administratieve Commissie in de periode van 1 oktober 2018 tot en met 30 september 2021

 

Document(en):

Beperkte verspreiding

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Agendapunt 13 — Verkiezing van de Administratieve Commissie voor de periode van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2024 (samenstelling en voorzitterschap)

 

Document(en):

Beperkte verspreiding

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld)

Uitoefening van stemrechten:

Lidstaten

Standpunt:

Geen

Agendapunt 18 — Vaststelling van besluiten, mandaten, aanbevelingen en andere documenten van de Algemene Vergadering (definitief document)

 

Document(en):

Beperkte verspreiding

Bevoegdheid:

Unie (gedeeld en exclusief), onverminderd de bevoegdheden van de lidstaten ten aanzien van agendapunt 11

Uitoefening van stemrechten:

Unie, onverminderd de bevoegdheden van de lidstaten ten aanzien van agendapunt 11

Standpunt:

Zoals omschreven onder de desbetreffende agendapunten.

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.