Uitvoeringsbesluit 2022/464 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU betreffende de machtiging aan Slovenië om de bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 287 van de btw-richtlijn

1.

Wettekst

23.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/4

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2022/464 VAN DE RAAD

van 21 maart 2022

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU betreffende de machtiging aan de Republiek Slovenië om de bijzondere maatregel te blijven toepassen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Krachtens artikel 287, punt 15), van Richtlijn 2006/112/EG mag Slovenië vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde (btw) verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet die ten hoogste gelijk is aan 25 000 EUR.

 

(2)

Bij Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU van de Raad (2) werd Slovenië gemachtigd om tot en met 31 december 2015 een bijzondere maatregel in te stellen in afwijking van artikel 287, punt 15), van Richtlijn 2006/112/EG en dus vrijstelling van btw te verlenen aan belastingplichtigen met een jaaromzet van niet meer dan 50 000 EUR (“de bijzondere maatregel”). De toepassing van de bijzondere maatregel is tweemaal verlengd, laatstelijk bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1700 van de Raad (3) tot en met 31 december 2021.

 

(3)

Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 27 oktober 2021, heeft Slovenië verzocht om verdere machtiging om de bijzondere maatregel te blijven toepassen tot en met 31 december 2024, de datum waarop de omzetting van Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad (4) door de lidstaten een feit moet zijn. Uit die richtlijn volgt dat de lidstaten met ingang van 1 januari 2025 vrijstelling van btw mogen verlenen voor leveringen van goederen en diensten door belastingplichtigen van wie de jaaromzet in een bepaalde lidstaat de drempel van 85 000 EUR of de tegenwaarde daarvan in de nationale munteenheid niet overschrijdt.

 

(4)

Bij brief van 15 november 2021 heeft de Commissie de overige lidstaten op grond van artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG in kennis gesteld van het verzoek van Slovenië. Bij brief van 16 november 2021 heeft de Commissie Slovenië ervan in kennis gesteld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek.

 

(5)

De bijzondere maatregel is in overeenstemming met Richtlijn (EU) 2020/285, die tot doel heeft de nalevingslasten voor kleine ondernemingen te beperken en concurrentieverstoringen in de interne markt te vermijden.

 

(6)

De bijzondere maatregel zal facultatief blijven voor belastingplichtigen, aangezien zij op grond van artikel 290 van Richtlijn 2006/112/EG nog altijd voor de normale btw-regeling kunnen kiezen.

 

(7)

Volgens informatie van Slovenië zal de bijzondere maatregel geen noemenswaardige invloed hebben op de totale Sloveense belastingopbrengst in het stadium van het eindverbruik.

 

(8)

Met de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad (5) mag Slovenië vanaf het begrotingsjaar 2021 geen compensatieberekening meer verrichten met betrekking tot het overzicht van de eigen btw-middelen.

 

(9)

Aangezien de bijzondere maatregel een positief effect gehad heeft op de vereenvoudiging van de btw-verplichtingen door de administratieve lasten en de nalevingskosten te verlichten voor zowel kleine ondernemingen als de belastingautoriteiten, en aangezien de bijzondere maatregel geen grote gevolgen heeft voor de totale btw-inkomsten, moet Slovenië gemachtigd worden de bijzondere maatregel te blijven toepassen.

 

(10)

De toepassing van de bijzondere maatregel moet in de tijd beperkt worden. De periode moet lang genoeg zijn om de Commissie in staat te stellen de doeltreffendheid en geschiktheid van de huidige drempel te evalueren. Bovendien moeten de lidstaten op grond van artikel 3, lid 1, van Richtlijn (EU) 2020/285 uiterlijk op 31 december 2024 de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vaststellen en bekendmaken om te voldoen aan artikel 1 van die richtlijn, dat Richtlijn 2006/112/EG wijzigt, en zij moeten die bepalingen met ingang van 1 januari 2025 toepassen. Het is derhalve passend Slovenië te machtigen de bijzondere maatregel toe te passen tot en met 31 december 2024.

 

(11)

Ter voorkoming van verstoringen moet Slovenië gemachtigd worden om de bijzondere maatregel zonder onderbreking te blijven toepassen. De gevraagde machtiging moet daarom met ingang van 1 januari 2022 verleend worden, zodat zij naadloos aansluit op de eerdere regeling van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU.

 

(12)

Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU moet daarom dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 2 van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU wordt de tweede alinea vervangen door:

“Het is van toepassing met ingang van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2024.”.

Artikel 2

Dit besluit wordt van kracht op de datum van de kennisgeving ervan.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Republiek Slovenië.

Gedaan te Brussel, 21 maart 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU van de Raad van 22 januari 2013 waarbij de Republiek Slovenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 22 van 25.1.2013, blz. 15).
  • (3) 
    Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1700 van de Raad van 6 november 2018 tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2013/54/EU waarbij de Republiek Slovenië wordt gemachtigd een bijzondere maatregel in te stellen die afwijkt van artikel 287 van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 285 van 13.11.2018, blz. 78).
  • (4) 
    Richtlijn (EU) 2020/285 van de Raad van 18 februari 2020 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde wat betreft de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen en Verordening (EU) nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en uitwisseling van inlichtingen voor doeleinden van toezicht op de juiste uitvoering van de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (PB L 62 van 2.3.2020, blz. 13).
  • (5) 
    Verordening (EU, Euratom) 2021/769 van de Raad van 30 april 2021 tot wijziging van Verordening (EEG, Euratom) nr. 1553/89 betreffende de definitieve uniforme regeling voor de inning van de eigen middelen uit de belasting over de toegevoegde waarde (PB L 165 van 11.5.2021, blz. 9).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.