Gedelegeerde richtlijn 2022/1326 - Wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ in verband met het opnemen van nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van “drug” - Hoofdinhoud
29.7.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 200/148 |
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2022/1326 VAN DE COMMISSIE
van 18 maart 2022
tot wijziging van de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad in verband met het opnemen van nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van “drug”
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (1), en met name de artikelen 1 bis en 8 bis,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 5 quater van Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft het wetenschappelijk comité van het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (EMCDDA; het Centrum), uitgebreid overeenkomstig de procedure van artikel 5 quater, lid 4, van die verordening, op 18 en 19 november 2021 risicobeoordelingsverslagen vastgesteld over de nieuwe psychoactieve stoffen 2-(methylamino)-1-(3-methylfenyl)propaan-1-on (3-methylmethcathinon, 3-MMC) en 1-(3-chloorfenyl)-2-(methylamino)propaan-1-on (3-chloormethcathinon, 3-CMC). Het Centrum heeft de risicobeoordelingsverslagen bij de Commissie en de lidstaten ingediend op 25 november 2021. |
(2) |
3-MMC en 3-CMC zijn synthetische cathinonen met psychostimulerende effecten. Het gaat om derivaten van cathinon, die nauw verwant zijn aan methcathinon (efedron) en mefedron (4-methylmethcathinon; 4-MMC) respectievelijk methcathinon en 4-chloormethcathinon (4-CMC; clefedron) en die soortgelijke psychostimulerende effecten hebben als deze stoffen. Cathinon, methcathinon, mefedron en 4-CMC zijn aan controle onderworpen uit hoofde van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. |
(3) |
3-MMC is zeker al sinds 2012 in de Europese Unie verkrijgbaar en is in drieëntwintig lidstaten aangetroffen. Na een daling van het aantal inbeslagnames in Europa tussen 2016 en 2018 lijkt 3-MMC opnieuw te zijn opgedoken met een inbeslagname van ongeveer 740 kilogram van de stof in poedervorm in 2020 en met een aanhoudende invoer, distributie en consumptie van de stof in 2021, met inbegrip van één grote inbeslagname van iets meer dan 120 kilogram poeder aan een buitengrens van de Unie. |
(4) |
Uit inbeslagnames en verzamelde monsters is gebleken dat 3-MMC meestal in poedervorm verkrijgbaar is op de drugsmarkt. Er is ook melding gemaakt van andere fysische vormen, zoals tabletten en capsules, zij het in veel mindere mate. Af en toe is ook melding gemaakt van vloeistoffen, plantaardig materiaal en blotters met 3-MMC. |
(5) |
Vijf lidstaten hebben in totaal zevenentwintig sterfgevallen met bevestigde blootstelling aan 3-MMC gemeld. Vier lidstaten hebben ook melding gemaakt van veertien acute niet-dodelijke vergiftigingen met bevestigde blootstelling aan 3-MMC. |
(6) |
3-CMC is zeker al sinds 2014 in de Europese Unie verkrijgbaar en is in drieëntwintig lidstaten aangetroffen. In 2020 en 2021 is er ongeveer 2 500 kg 3-CMC in poedervorm in beslag genomen, wat neerkomt op meer dan 90 % van de totale hoeveelheid 3-CMC-poeders die in beslag is genomen sinds met de monitoring van de stof in Europa is begonnen. |
(7) |
Uit inbeslagnames en verzamelde monsters is gebleken dat 3-CMC meestal in poedervorm verkrijgbaar is op de drugsmarkt. Er is ook melding gemaakt van andere fysische vormen, zoals tabletten en capsules, zij het in veel mindere mate. Af en toe is ook melding gemaakt van vloeistoffen, plantaardig materiaal en blotters met 3-CMC. |
(8) |
Twee lidstaten hebben in totaal tien sterfgevallen met bevestigde blootstelling aan 3-CMC gemeld. Een lidstaat heeft ook melding gemaakt van een acute niet-dodelijke vergiftiging met bevestigde blootstelling aan 3-CMC. |
(9) |
Uit beschikbare informatie blijkt dat 3-MMC en 3-CMC weliswaar doorgaans als op zichzelf staande stimulerende drugs worden verkocht en gevraagd, maar dat deze stoffen, althans gedeeltelijk, blijkbaar worden vervaardigd, ingevoerd, gedistribueerd, verkocht en gebruikt als “legale” vervangers van gecontroleerde stimulerende middelen, waaronder amfetamine, cocaïne en MDMA. Bovendien kunnen deze stoffen ook ten onrechte worden verkocht als een andere soort drugs. |
(10) |
Er is maar weinig informatie over de betrokkenheid van de georganiseerde criminaliteit bij de vervaardiging van, de handel in en de distributie van 3-MMC en 3-CMC in de Unie. Er is echter informatie die wijst op strafbare feiten, zoals illegale handel in en illegale productie en levering van beide stoffen. |
(11) |
Uit de beschikbare informatie blijkt dat 3-MMC en 3-CMC door chemische bedrijven buiten de Unie worden vervaardigd en op industriële schaal in de Unie worden ingevoerd. Daarnaast zijn er beperkte aanwijzingen dat deze stoffen tot op zekere hoogte in illegale laboratoria in Europa worden geproduceerd. |
(12) |
3-MMC en 3-CMC hebben noch in de humane, noch in de veterinaire geneeskunde in de Unie (en waarschijnlijk evenmin elders) een erkende toepassing. Er zijn geen aanwijzingen dat deze stoffen kunnen worden gebruikt voor andere doeleinden dan als analytische referentienorm of in het kader van wetenschappelijk onderzoek. |
(13) |
De gezondheids- en sociale risico’s van 3-MMC en 3-CMC vertonen waarschijnlijk enkele gelijkenissen met andere nauw verwante synthetische cathinonen en psychostimulantia die aan internationale controle onderworpen zijn. De beschikbare gegevens en informatie over de gezondheids- en sociale risico’s van de stoffen, bieden echter voldoende grond om 3-MMC en 3-CMC in de definitie van “drug” op te nemen. Uit de risicobeoordelingsverslagen blijkt echter ook dat veel van de vragen over 3-MMC en 3-CMC die voortvloeien uit het gebrek aan gegevens over de risico’s voor de individuele gezondheid en de volksgezondheid en over de sociale risico’s, door nader onderzoek zouden kunnen worden beantwoord. |
(14) |
3-MMC en 3-CMC zijn niet als aan controle onderworpen stoffen opgenomen in het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961, zoals gewijzigd bij het protocol van 1972, noch in het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971. 3-CMC is nog niet beoordeeld in het kader van het systeem van de Verenigde Naties, terwijl 3-MMC in november 2016 is onderworpen aan een niet-definitieve kritische beoordeling door het WHO-deskundigencomité inzake drugsafhankelijkheid. Het deskundigencomité kon geen consensus bereiken en in plaats daarvan stelde het zijn advies uit en verzocht het het secretariaat om een nieuwe vergadering van het deskundigencomité te beleggen met het oog op een verdere kritische beoordeling van 3-MMC. Deze verdere beoordeling van 3-MMC door het deskundigencomité heeft nog niet plaatsgevonden. Sinds deze kritische beoordeling in 2016 is door de lidstaten belangrijke nieuwe informatie verstrekt die erop wijst dat 3-MMC op het niveau van de Unie gezondheids- en sociale bedreigingen kan inhouden en dat deze stof bijgevolg moet worden toegevoegd aan de definitie van “drug” in het Unierecht. |
(15) |
Uit informatie over inbeslagnames door rechtshandhavingsinstanties in 2020 en 2021 blijkt dat de beschikbaarheid en het verspreidingspotentieel in de Unie van zowel 3-MMC als 3-CMC recentelijk zijn toegenomen en aanzienlijk zouden kunnen zijn. De beschikbare informatie wijst erop dat het gebruik van 3-MMC en 3-CMC tot gezondheidsschade leidt die verband houdt met de acute toxiciteit ervan en, in het geval van 3-MMC, het misbruik- of verslavingspotentieel. Bij gebrek aan studies is er onzekerheid over het verslavings- of misbruikpotentieel van 3-CMC. Deze gezondheidsschade wordt als levensbedreigend beschouwd omdat zij kan leiden tot de dood of dodelijk letsel, ernstige ziekte, ernstige lichamelijke of geestelijke stoornissen of de verspreiding van ziekten, met inbegrip van de doorgifte van door bloed overgedragen virussen, zoals hepatitis C en hiv. Deze effecten zijn vergelijkbaar met die van andere nauw verwante synthetische cathinonen en psychostimulantia die aan internationale controle onderworpen zijn, hoewel dit verder moet worden onderzocht. |
(16) |
De beschikbare informatie wijst er ook op dat het gebruik van 3-MMC en 3-CMC sociale risico’s met zich mee kan brengen en kan leiden tot marginalisering en een grotere kwetsbaarheid. Bovendien kan dat gebruik ook een groter risico voor de openbare veiligheid inhouden, met name in het geval van rijden onder invloed van deze stoffen. |
(17) |
Vijftien lidstaten onderwerpen 3-MMC aan controlemaatregelen op grond van hun nationale drugsbestrijdingswetgeving, zes lidstaten onderwerpen de stof aan controlemaatregelen op grond van hun wetgeving betreffende nieuwe psychoactieve stoffen en één lidstaat onderwerpt de stof aan controlemaatregelen op grond van andere wetgeving. Dertien lidstaten onderwerpen 3-CMC aan controlemaatregelen op grond van hun nationale drugsbestrijdingswetgeving, zeven lidstaten onderwerpen de stof aan controlemaatregelen op grond van hun wetgeving betreffende nieuwe psychoactieve stoffen en één lidstaat onderwerpt de stof aan controlemaatregelen op grond van andere wetgeving. Aangezien deze nationale controlemaatregelen reeds bestaan, zou het opnemen van 3-MMC en 3-CMC in de definitie van “drug”, waardoor deze stoffen onder de bepalingen inzake strafbare feiten en sancties in de zin van Kaderbesluit 2004/757/JBZ zouden vallen, helpen voorkomen dat er obstakels opduiken bij de grensoverschrijdende rechtshandhaving en justitiële samenwerking, en bescherming bieden tegen de risico’s die de beschikbaarheid en het gebruik ervan met zich mee kunnen brengen. |
(18) |
Bij artikel 1 bis van Kaderbesluit 2004/757/JBZ wordt aan de Commissie de bevoegdheid toegekend om gedelegeerde handelingen vast te stellen, teneinde op het niveau van de Unie snel en deskundig te kunnen reageren wanneer nieuwe psychoactieve stoffen door de lidstaten zijn aangetroffen en gemeld, door de bijlage bij dat kaderbesluit te wijzigen en die stoffen in de definitie van “drug” op te nemen. |
(19) |
Aangezien aan de voorwaarden is voldaan om een aanvang te maken met de uitoefening van de bevoegdheid om een gedelegeerde handeling vast te stellen en de procedure is gevolgd, moet er een gedelegeerde richtlijn worden vastgesteld om 3-MMC en 3-CMC op te nemen in de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ. |
(20) |
Kaderbesluit 2004/757/JBZ, zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2017/2103 van het Europees Parlement en de Raad (3), is bindend voor Ierland, dat derhalve deelneemt aan de vaststelling en toepassing van deze richtlijn. |
(21) |
Kaderbesluit 2004/757/JBZ, zoals van toepassing tot en met 21 november 2018, is bindend voor Denemarken, maar Richtlijn (EU) 2017/2103 is niet bindend voor Denemarken. Denemarken neemt derhalve niet deel aan de vaststelling en toepassing van deze richtlijn, die niet bindend is voor, noch van toepassing is op deze lidstaat. |
(22) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (4) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. |
(23) |
Kaderbesluit 2004/757/JBZ moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ
Aan de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ worden de volgende punten 20 en 21 toegevoegd:
“20. |
2-(methylamino)-1-(3-methylfenyl)propaan-1-on (3-MMC) (*1). |
21. |
1-(3-chloorfenyl)-2-(methylamino)propaan-1-on (3-CMC) (*1). |
Artikel 2
Omzetting
-
1.De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 18 februari 2023 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
-
2.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.
Gedaan te Brussel, 18 maart 2022.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
-
Verordening (EG) nr. 1920/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving (PB L 376 van 27.12.2006, blz. 1).
-
Richtlijn (EU) 2017/2103 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2017 tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad teneinde nieuwe psychoactieve stoffen in de definitie van “drug” op te nemen en tot intrekking van Besluit 2005/387/JBZ van de Raad (PB L 305 van 21.11.2017, blz. 12).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.