Besluit 2023/271 - Standpunt EU met betrekking tot een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst (NIS)

1.

Wettekst

9.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 39/41

 

BESLUIT (EU) 2023/271 VAN DE RAAD

van 30 januari 2023

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst (NIS)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

 

(2)

Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kunnen bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

 

(3)

Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(4)

Met het oog op de goede werking van de EER-overeenkomst moet Protocol 37 bij de EER-overeenkomst worden uitgebreid om de bij Richtlijn (EU) 2016/1148 ingestelde samenwerkingsgroep erin op te nemen.

 

(5)

Bijlage XI en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

 

(6)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 30 januari 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • P. 
    KULLGREN
 

  • (3) 
    Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1).
 

ONTWERP

Besluit van het Gemengd Comité van de EER Nr. …

van …

tot wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de lijst bedoeld in artikel 101 bevat) bij de EER-overeenkomst

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (“de EER-overeenkomst”), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

 

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/151 van de Commissie van 30 januari 2018 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nadere specificatie van de door digitaledienstverleners in aanmerking te nemen elementen voor het beheer van de risico’s in verband met de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen en van de parameters om te bepalen of een incident aanzienlijke gevolgen heeft (2), moet in de EER-overeenkomst opgenomen.

 

(3)

Met het oog op de goede werking van de EER-overeenkomst moet Protocol 37 bij de EER-overeenkomst worden uitgebreid tot de bij Richtlijn (EU) 2016/1148 ingestelde samenwerkingsgroep.

 

(4)

Bijlage XI en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In bijlage XI bij de EER-overeenkomst wordt na punt 5cp (Verordening (EU) nr. 526/2013 van het Europees Parlement en de Raad) het volgende ingevoegd:

 

“5cpa.

32016 L 1148: Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie (PB L 194 van 19.7.2016, blz. 1).

Procedures voor deelname van de EVA-staten overeenkomstig artikel 101 van de EER-overeenkomst:

De EVA-staten nemen volwaardig deel aan de werkzaamheden van de samenwerkingsgroep en hebben binnen deze groep dezelfde rechten en plichten als de EU-lidstaten, met uitzondering van stemrecht.

 

5cpaa.

32018 R 0151: Uitvoeringsverordening (EU) 2018/151 van de Commissie van 30 januari 2018 tot vaststelling van toepassingsbepalingen voor Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de nadere specificatie van de door digitaledienstverleners in aanmerking te nemen elementen voor het beheer van de risico’s in verband met de beveiliging van netwerk- en informatiesystemen en van de parameters om te bepalen of een incident aanzienlijke gevolgen heeft (PB L 26 van 31.1.2018, blz. 48).”.

Artikel 2

In Protocol 37 bij de EER-overeenkomst wordt het volgende punt toegevoegd:

 

“43.

De samenwerkingsgroep (Richtlijn (EU) 2016/1148 van het Europees Parlement en de Raad van 6 juli 2016 houdende maatregelen voor een hoog gemeenschappelijk niveau van beveiliging van netwerk- en informatiesystemen in de Unie).”.

Artikel 3

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn (EU) 2016/1148 en Uitvoeringsverordening (EU) 2018/151 zijn authentiek.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op […], op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 5

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel,

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

Van het Gemengd Comité van de EER

 

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.