Uitvoeringsbesluit 2023/405 - Wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat Kameroen betreft

1.

Wettekst

23.2.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 56/26

 

UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/405 VAN DE RAAD

van 20 februari 2023

tot wijziging van Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij, wat de Republiek Kameroen betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (1), en met name artikel 33, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  • 1. 
    INLEIDING EN PROCEDURE
 

(1)

Bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 (de “IOO-verordening”) is een systeem van de Unie vastgesteld om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

 

(2)

Hoofdstuk VI van de IOO-verordening heeft betrekking op de identificatie (ook wel “aanmerking” genoemd) van niet-meewerkende derde landen, de stappen ten aanzien van die landen, de vaststelling van een lijst van die landen, de schrapping van landen van die lijst, de bekendmaking van die lijst en eventuele noodmaatregelen.

 

(3)

Op 24 maart 2014 heeft de Raad Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU (2) tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, vastgesteld.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 32 van de IOO-Verordening heeft de Commissie bij besluit van 17 februari 2021 (3) (“het besluit van 17 februari 2021”) de Republiek Kameroen (“Kameroen”) in kennis gesteld van de mogelijkheid dat zij wordt aangemerkt als een land dat de Commissie als niet-meewerkend derde land beschouwt.

 

(5)

In haar besluit van 17 februari 2021 heeft de Commissie de informatie opgenomen over de essentiële feiten en overwegingen die aan een dergelijke aanmerking ten grondslag liggen.

 

(6)

Het besluit van 17 februari 2021 is ter kennis gebracht van Kameroen, samen met een brief waarin het land wordt verzocht in nauwe samenwerking met de Commissie een actieplan uit te voeren om de geconstateerde tekortkomingen in het kader van de IOO-verordening te verhelpen.

 

(7)

Met haar besluit van 17 februari 2021 heeft de Commissie een dialoog met Kameroen geopend.

 

(8)

De Commissie heeft Kameroen met name verzocht alle nodige maatregelen te nemen om de acties die zijn vervat in het door de Commissie voorgestelde actieplan uit te voeren en de uitvoering daarvan te beoordelen.

 

(9)

Kameroen heeft de gelegenheid gekregen om te reageren op het besluit van 17 februari 2021 en op andere door de Commissie meegedeelde informatie ter zake, en om bewijsmateriaal in te dienen om de in dat besluit geopperde feiten te weerleggen of aan te vullen. Kameroen kon gebruikmaken van zijn recht om aanvullende informatie te vragen of te verstrekken.

 

(10)

De Commissie is doorgegaan met het verzamelen en verifiëren van alle desbetreffende informatie. De mondelinge en schriftelijke reacties van Kameroen op het besluit van 17 februari 2021 werden in overweging en in aanmerking genomen en Kameroen en de Commissie hielden een virtuele vergadering om desbetreffende zaken te bespreken. Kameroen werd mondeling dan wel schriftelijk op de hoogte gehouden van de overwegingen van de Commissie.

 

(11)

Op basis van de verzamelde informatie concludeerde de Commissie dat de in het besluit van 17 februari 2021 beschreven aandachtspunten en tekortkomingen niet voldoende waren aangepakt door Kameroen. Bovendien concludeerde de Commissie dat de maatregelen die waren voorgesteld in het actieplan, niet ten volle waren uitgevoerd.

 

(12)

Daarom heeft de Commissie op 5 januari 2023 een uitvoeringsbesluit vastgesteld waarbij Kameroen is aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van IOO-visserij (het “uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023”).

 

(13)

Op basis van het onderzoek dat de Commissie heeft verricht en de dialoog die zij heeft gevoerd, met inbegrip van de briefwisseling en de vergaderingen, en de redenen die ten grondslag liggen aan het besluit van 17 februari 2021 en het uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023, dient Kameroen op de lijst te worden geplaatst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij.

  • 2. 
    AANMERKING VAN KAMEROEN ALS NIET-MEEWERKEND DERDE LAND
 

(14)

In het besluit van 17 februari 2021 heeft de Commissie de taken van Kameroen geanalyseerd en heeft zij beoordeeld of het land zijn internationale verplichtingen als vlaggen-, haven-, kust- of marktstaat is nagekomen. Bij die beoordeling heeft de Commissie rekening gehouden met de criteria die zijn opgenomen in artikel 31, leden 4 tot en met 7, van de IOO-verordening.

 

(15)

In lijn met de bevindingen in het besluit van 17 februari 2021 en rekening houdend met de desbetreffende door Kameroen verstrekte informatie, het voorgestelde actieplan en de maatregelen die zijn genomen om de situatie te verhelpen, heeft de Commissie beoordeeld of Kameroen zijn verplichtingen is nagekomen.

 

(16)

De voornaamste tekortkomingen die door de Commissie zijn geconstateerd, hadden betrekking op het niet-nakomen van diverse uit het internationaal recht voortvloeiende verplichtingen; met name was er geen toereikend en bijgewerkt rechtskader vastgesteld, bestonden er geen duidelijke en transparante registratie- en vergunningsprocedures en was er sprake van een gebrek aan een doeltreffende en adequate monitoring van vissersvaartuigen. De vastgestelde tekortkomingen hielden meer in het algemeen verband met de vastgestelde voorwaarden voor de registratie van vissersvaartuigen en de controle daarvan uit hoofde van het internationaal recht. Ook werd een gebrek aan consistentie vastgesteld met aanbevelingen en resoluties van relevante instanties, zoals het internationale actieplan tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij van de Voedsel- en Landbouworganisatie (Food and Agriculture Organization — FAO) van de Verenigde Naties (IAP-IOO) en de vrijwillige FAO-richtsnoeren over de prestaties van de vlaggenstaat. Het gebrek aan consistentie van de Kameroense procedures met niet-bindende aanbevelingen en resoluties is echter slechts als ondersteunend bewijsmateriaal in aanmerking genomen en niet als grond voor de aanmerking.

 

(17)

In het uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023 heeft de Commissie Kameroen daarom aangemerkt als niet-meewerkend derde land op grond van de IOO-verordening.

 

(18)

Gezien de mogelijke beperkingen waarmee Kameroen als ontwikkelingsland wordt geconfronteerd, dient opgemerkt te worden dat de ontwikkelingsstatus en de globale prestaties van het land op het gebied van visserij niet worden geschaad door het algemene ontwikkelingsniveau van Kameroen.

 

(19)

Gezien het besluit van 17 februari 2021 en het uitvoeringsbesluit van 5 januari 2023 en gezien de dialoog die de Commissie met Kameroen heeft gevoerd alsook het resultaat daarvan, wordt geconcludeerd dat de door Kameroen in het kader van zijn verplichtingen als vlaggenstaat ondernomen stappen ontoereikend zijn om te voldoen aan de artikelen 91, 92, 94, 117 en 118 van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee.

 

(20)

Kameroen heeft zich daarom niet gekweten van de taken die het krachtens internationaal recht als vlaggenstaat dient te vervullen om IOO-visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

  • 3. 
    VASTSTELLING VAN EEN LIJST VAN NIET-MEEWERKENDE DERDE LANDEN
 

(21)

Gezien de conclusies met betrekking tot Kameroen dient dat land overeenkomstig artikel 33 van de IOO-verordening te worden toegevoegd aan de lijst van niet-meewerkende derde landen die is opgesteld bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU. Dit besluit moet derhalve worden gewijzigd.

 

(22)

De opneming van Kameroen in de lijst van landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij, leidt tot toepassing van de maatregelen die zijn vastgelegd in artikel 38 van de IOO-verordening. Overeenkomstig artikel 38, lid 1, van de IOO-verordening is het verboden visserijproducten in te voeren die zijn gevangen door vaartuigen die de vlag van een niet-meewerkend derde land voeren. Voor Kameroen moet dat verbod gelden voor alle bestanden en soorten die zijn gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van de IOO-verordening, aangezien het gebrek aan passende maatregelen tegen IOO-visserij dat heeft geleid tot de aanmerking van Kameroen als niet-meewerkend derde land, niet beperkt blijft tot een bepaald bestand of een bepaalde soort.

 

(23)

Opgemerkt wordt dat IOO-visserij onder meer visbestanden uitdunt, habitats in zeegebieden vernietigt, de instandhouding en het duurzame gebruik van mariene rijkdommen ondermijnt, de concurrentie verstoort, de voedselveiligheid in gevaar brengt, in regel zijnde vissers benadeelt en kustgemeenschappen verzwakt. Gezien de omvang van de problemen van IOO-visserij wordt het noodzakelijk geacht dat de Unie de acties ten aanzien van Kameroen als niet-meewerkend derde land onverwijld uitvoert. Daarom moet dit besluit in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

 

(24)

Overeenkomstig artikel 34, lid 1, van de IOO-verordening dient de Raad Kameroen, op voorstel van de Commissie en met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, van de lijst van niet-meewerkende derde landen te schrappen indien dat land aantoont dat de situatie die de opneming in de lijst rechtvaardigde, is verholpen. Bij het nemen van een dergelijk besluit tot schrapping dient ook in aanmerking te worden genomen of Kameroen concrete maatregelen heeft vastgesteld die een blijvende verbetering van de situatie kunnen bewerkstelligen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De Republiek Kameroen wordt toegevoegd aan de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 20 februari 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

  • J. 
    BORRELL FONTELLES
 

  • (2) 
    Uitvoeringsbesluit 2014/170/EU van de Raad van 24 maart 2014 tot vaststelling van een lijst van derde landen die niet meewerken bij de bestrijding van IOO-visserij op grond van Verordening (EG) nr. 1005/2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (PB L 91 van 27.3.2014, blz. 43).
  • (3) 
    Besluit van de Commissie van 17 februari 2021 betreffende de kennisgeving aan de Republiek Kameroen van de mogelijkheid dat het land wordt aangemerkt als derde land dat niet meewerkt bij de bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (PB C 59 I van 19.2.2021, blz. 1).
 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.