Verordening 2023/1231 - Specifieke regels voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde zendingen detailhandelsgoederen, voor opplant bestemde planten, pootaardappelen, machines en bepaalde voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, alsook voor het niet-commerciële verkeer van bepaalde gezelschapsdieren naar Noord-Ierland - Hoofdinhoud
29.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 165/103 |
VERORDENING (EU) 2023/1231 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 juni 2023
betreffende specifieke regels voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde zendingen detailhandelsgoederen, voor opplant bestemde planten, pootaardappelen, machines en bepaalde voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, alsook voor het niet-commerciële verkeer van bepaalde gezelschapsdieren naar Noord-Ierland
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, artikel 114 en artikel 168, lid 4, punt b),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),
Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (3) (het “terugtrekkingsakkoord”) is namens de Unie bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad (4) gesloten en is op 1 februari 2020 in werking getreden. De in artikel 126 van het terugtrekkingsakkoord bedoelde overgangsperiode, tijdens welke het Unierecht van toepassing bleef op en in het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 127 van het terugtrekkingsakkoord, liep af op 31 december 2020. |
(2) |
Het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (“het protocol”) maakt integrerend deel uit van het terugtrekkingsakkoord. |
(3) |
Op grond van het protocol bevatten bepaalde in bijlage 2 bij het protocol opgesomde Unierechtelijke bepalingen regels die met name van toepassing zijn op de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde zendingen detailhandelsgoederen, voor opplant bestemde planten, voor opplant bestemde knollen van Solanum tuberosum L.(“pootaardappelen”), en van machines en voertuigen die voor land- en bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, alsook op het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren naar Noord-Ierland. |
(4) |
Meer in het bijzonder bevatten bepaalde in bijlage 2 bij het protocol opgesomde Unierechtelijke bepalingen regels die van toepassing zijn op de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen van bepaalde detailhandelsgoederen, met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en de consument, met inbegrip van verbodsbepalingen voor de invoer van bepaalde producten. |
(5) |
Voorts bevatten de Verordeningen (EG) nr. 1069/2009 (5), (EU) 2016/429 (6), (EU) 2016/2031 (7) van het Europees Parlement en de Raad regels die van toepassing zijn op de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen van bepaalde detailhandelsgoederen van dierlijke of plantaardige oorsprong, van samengestelde producten, van voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, van machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en van pootaardappelen, met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en de gezondheid van dieren en planten op de interne markt, met inbegrip van voorschriften voor afzonderlijke officiële certificaten, frequenties van officiële controles en verbodsbepalingen voor de invoer van bepaalde producten. |
(6) |
Daarnaast zijn in Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (8) regels vastgesteld voor officiële controles van alle zendingen goederen die uit derde landen de Unie binnenkomen om te waarborgen dat zij aan de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde regels voldoen. In het bijzonder moeten krachtens artikel 47 van die verordening bepaalde categorieën goederen bij binnenkomst in de Unie aan officiële controles aan grenscontroleposten worden onderworpen. In dit geval zijn krachtens het protocol de regels van Verordening (EU) 2017/625 van toepassing op de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van die zendingen. |
(7) |
Voorts is bij Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad (9) de invoer in de Unie verboden van visserijproducten die zijn verkregen door illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij. Om de doeltreffendheid van dat verbod te waarborgen, mogen visserijproducten alleen in de Unie worden ingevoerd mits zij vergezeld gaan van een vangstcertificaat en onderworpen worden aan passende controles en verificaties. |
(8) |
In Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad (10) zijn de veterinairrechtelijke voorschriften vastgesteld voor het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk, alsook regels voor nalevingscontroles en het vereiste voor een identificatiedocument, in de vorm van een diergezondheidscertificaat, dat op het punt van binnenkomst voor reizigers aan een controle moet worden onderworpen. |
(9) |
Om rekening te houden met de specifieke situatie van Noord-Ierland, is het passend specifieke regels vast te stellen.In het bijzonder moeten er specifieke regels worden vastgesteld voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van bepaalde zendingen voorverpakte detailhandelsgoederen voor eindverbruikers, en van bepaalde zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en van pootaardappelen voor het in de handel brengen en het gebruik in Noord-Ierland, alsook voor het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten. |
(10) |
In die specifieke regels moet rekening worden gehouden met de verantwoordelijkheid van het Verenigd Koninkrijk om de volksgezondheid en de consumenten in Noord-Ierland te beschermen met betrekking tot detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen. Daarom is het passend specifieke regels vast te stellen, die afwijken van de regels die zijn vastgelegd in bepaalde Unierechtelijke bepalingen die zijn opgesomd in bijlage 2 bij het protocol en in een bijlage bij deze verordening en die uitsluitend bedoeld zijn om de volksgezondheid en de consumenten te beschermen, om ervoor te zorgen dat die regels niet van toepassing zijn op zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen om in Noord-Ierland in de handel te worden gebracht. Die Unierechtelijke bepalingen moeten echter volledig van toepassing blijven op dergelijke detailhandelsgoederen die rechtstreeks in Noord-Ierland worden ingevoerd vanuit andere derde landen dan het Verenigd Koninkrijk, en op de productie en verdere verwerking ervan in Noord-Ierland, aangezien zij buiten het toepassingsgebied van de in deze verordening vastgestelde specifieke regels vallen. |
(11) |
Er moet worden verduidelijkt dat de in de lijst in bijlage 2 bij het protocol opgenomen Unierechtelijke bepalingen die niet in een bijlage bij deze verordening zijn opgenomen, van toepassing zijn op zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen, tenzij in deze verordening specifieke regels zijn vastgesteld. Indien de specifieke bepalingen van deze verordening van toepassing zijn en er zich een tegenstrijdigheid voordoet tussen die specifieke regels en Unierechtelijke bepalingen, moeten die specifieke regels voorrang hebben. |
(12) |
Voorts worden bij deze verordening regels vastgesteld inzake door het Verenigd Koninkrijk te verstrekken schriftelijke garanties om ervoor te zorgen dat de toepassing van de in deze verordening vastgestelde specifieke regels niet leidt tot een verhoogd risico voor de gezondheid van dieren of planten op het eiland Ierland, geen negatieve gevolgen heeft voor de sanitaire en fytosanitaire status van het eiland Ierland, niet leidt tot een verhoogd risico voor de volksgezondheid en de gezondheid van dieren of planten op de interne markt, niet leidt tot een verhoogd risico dat visserijproducten die zijn verkregen door illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij op de interne markt in de handel worden gebracht en geen negatieve gevolgen heeft voor het niveau van consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit ervan (“schriftelijke garanties”). |
(13) |
De specifieke regels moeten speciale frequenties omvatten van de officiële controles die moeten worden uitgevoerd op zendingen detailhandelsgoederen bij aankomst in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie in Noord-Ierland, alsook een voorschrift dat dergelijke zendingen vergezeld moeten gaan van een algemeen certificaat, zodra het Verenigd Koninkrijk de schriftelijke garanties heeft verstrekt. Dergelijke specifieke regels mogen pas van toepassing zijn zodra aan bepaalde voorwaarden is voldaan, waaronder de voorwaarde dat voor die detailhandelsgoederen Verordeningen (EG) nr. 1069/2009, (EU) 2016/429, (EU) 2016/2031 en (EU) 2017/625 moeten worden nageleefd, een specifieke markering van de detailhandelsgoederen, en het in een lijst opnemen van vestigingen voor de verzending en ontvangst van die detailhandelsgoederen, alsook de bouw van faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspecties in Noord-Ierland overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde termijn, en, met betrekking tot visserijproducten, de eerbiediging van het begrip illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij zoals gedefinieerd door de Unie bij de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008, zonder het Verenigd Koninkrijk de verplichting op te leggen dezelfde certificeringsvoorschriften en bijbehorende procedures toe te passen zoals die in die verordening zijn vastgesteld. |
(14) |
Voorts is het passend ook specifieke regels vast te stellen voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen detailhandelsgoederen die bestaan uit andere levensmiddelendan producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of samengestelde producten, en materiaal dat met levensmiddelen in contact komt, zodat voor dergelijke zendingen niet dezelfde certificeringsvoorschriften gelden als voor zendingen detailhandelsgoederen van dierlijke of plantaardige oorsprong of samengestelde producten. |
(15) |
In gevallen die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen en waarin de officiële controles met certificering en controles van detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen, worden beperkt, en wanneer het derhalve noodzakelijk is te waarborgen dat die detailhandelsgoederen in Noord-Ierland blijven en te waarborgen, door consumenten informatie over die detailhandelsgoederen te verstrekken, dat zij de volksgezondheid en de consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit ervan niet ondermijnen, moeten er specifieke regels voor markering gelden. Die specifieke regels moeten dergelijke informatie voor consumenten en de traceerbaarheid van die detailhandelsgoederen waarborgen. Die regels moeten ook voorzien in verschillende markeringsvoorschriften op het niveau van dozen, rekken en afzonderlijke producten. Bij de toepassing van die specifieke regels moet rekening worden gehouden met de noodzaak van passende termijnen voor markeringsvoorschriften die de lasten en moeilijkheden voor toeleveringsketens tot een minimum beperken, alsook met het belang van de continuïteit van het vervoer van detailhandelsgoederen binnen het Verenigd Koninkrijk dat strookt met de positie van Noord-Ierland als deel van het Verenigd Koninkrijk. |
(16) |
Er moet in mechanismen op maat worden voorzien, met als enige doel om het mogelijk te maken dat detailhandelsgoederen die bestaan uit producten die afkomstig zijn uit andere derde landen dan het Verenigd Koninkrijk (“detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld”) van dierlijke of van plantaardige oorsprong, samengestelde producten en visserijproducten baat hebben bij de specifieke regels van deze verordening. Ten eerste zou in het geval van detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld van dierlijke of plantaardige oorsprong of die bestaan uit samengestelde producten het passende mechanisme van toepassing zijn indien het Verenigd Koninkrijk besluit zijn regels binnen zijn interne rechtsorde en in overeenstemming met zijn grondwettelijke bepalingen aan te passen. Daartoe is het nodig procedures vast te stellen voor de aanpassing van deze regels in geval dat het Verenigd Koninkrijk besluit van die mogelijkheid gebruik te maken, door middel van het opstellen van een lijst van producten en een mechanisme om ze van de lijst te schrappen, alsook andere noodzakelijke waarborgen. Het staat het Verenigd Koninkrijk vrij om, indien het besluit zijn regels aan te passen, strengere voorwaarden toe te voegen. Ten tweede is het passend voor visserijproducten rekening te houden met de regels van het Verenigd Koninkrijk die ervoor zorgen dat visserijproducten die door illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij zijn verkregen, niet in het Verenigd Koninkrijk worden ingevoerd. |
(17) |
Het is noodzakelijk dat zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die vóór binnenkomst in Noord-Ierland voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd en die door exploitanten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk worden verzonden voor ontvangst door exploitanten in Noord-Ierland of voor onmiddellijke verkoop in het Verenigd Koninkrijk na ontvangst ervan door exploitanten in Noord-Ierland, geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van planten op het eiland Ierland en voor de interne markt inhouden. Daarom moet de binnenkomst van die zendingen in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk aan specifieke regels worden onderworpen om ervoor te zorgen dat die zendingen het risico voor de gezondheid van planten op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen voor de fytosanitaire status van het eiland Ierland hebben en het risico voor de gezondheid van planten op de interne markt niet vergroten of de integriteit van de interne markt aantasten. |
(18) |
Het is noodzakelijk dat de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen van pootaardappelen die door exploitanten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk worden verzonden voor ontvangst door exploitanten in Noord-Ierland of voor onmiddellijke verkoop in het Verenigd Koninkrijk na ontvangst ervan door exploitanten in Noord-Ierland, geen onaanvaardbaar risico voor de gezondheid van planten op het eiland Ierland of voor de interne markt inhouden. Daarom moet de binnenkomst van die zendingen in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk aan bepaalde specifieke regels worden onderworpen om ervoor te zorgen dat die zendingen het risico voor de gezondheid van planten op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen voor de fytosanitaire status van het eiland Ierland hebben en het risico voor de gezondheid van planten op de interne markt niet vergroten of de integriteit ervan aantasten. |
(19) |
Gezien het feit dat rabiës al lang niet meer in het Verenigd Koninkrijk voorkomt en daar al lang sprake is van een streng toezicht op infectie met Echinoccoccus multilocularis en vanwege de strenge voorschriften in de nationale wetgeving betreffende het verkeer van honden, katten en fretten op en naar zijn grondgebied, mag het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen, het risiconiveau voor de diergezondheid in Noord-Ierland en op het eiland Ierland niet verhogen, geen negatieve gevolgen hebben voor de gezondheidsstatus van het eiland Ierland en niet leiden tot een hoger risico voor de volksgezondheid en de diergezondheid op de interne markt, indien voor dergelijke verkeer specifieke regels gelden. In die specifieke regels moet ook onder meer worden bepaald dat de eigenaar of een gemachtigde persoon een vereenvoudigd identificatiedocument en een schriftelijke verklaring moet overleggen dat die dieren vervolgens niet naar een lidstaat zullen worden vervoerd. Daarnaast is het nodig te bepalen dat als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten uit Noord-Ierland die naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk worden vervoerd en vervolgens rechtstreeks naar Noord-Ierland terugkeren, alleen met een transponder moeten worden geïdentificeerd. |
(20) |
Tegelijkertijd moeten er passende waarborgen voor de Unie zijn om ervoor te zorgen dat de toepassing van de in deze verordening vastgestelde specifieke regels de risico’s voor de gezondheid van dieren of planten op het eiland Ierland niet vergroot, geen negatieve gevolgen heeft voor de sanitaire en fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de volksgezondheid en de gezondheid van dieren of planten op de interne markt niet vergroot noch het risico vergroot dat visserijproducten afkomstig van illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij, op de interne markt in de handel worden gebracht en ook geen negatieve gevolgen heeft voor het niveau van consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit ervan. |
(21) |
Derhalve is het nodig te bepalen dat de specifieke regels inzake zendingen detailhandelsgoederen, voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en pootaardappelen, en de specifieke regels inzake het niet-commerciële verkeer van als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten, pas van toepassing zijn zodra de Commissie de passende schriftelijke garanties van het Verenigd Koninkrijk heeft ontvangen en heeft onderzocht of aan de voorwaarden voor toepassing van de specifieke regels is voldaan. In dat geval moet de Commissie de bevoegdheid worden verleend om uitvoeringshandelingen vast te stellen met de operationele regels die nodig zijn voor de uitvoering van de specifieke regels, met inbegrip van de frequentie van de controles, modelformulieren van de certificaten en fytosanitaire etiketten en voorschriften voor markeringen. |
(22) |
Daarnaast is het nodig te bepalen dat de Commissie uitvoeringshandelingen vaststelt met vrijwaringsmaatregelen om specifieke problemen aan te pakken die zich in het kader van de werking van de in deze verordening vastgestelde specifieke regels voordoen, indien er bewijs is dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen neemt om ernstige of herhaalde inbreuken op de in deze verordening vastgestelde voorwaarden aan te pakken. |
(23) |
Teneinde adequaat te reageren op de niet-naleving van deze verordening, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen (VWEU) vast te stellen om de toepassing van sommige of alle specifieke regels van deze verordening te schorsen indien niet of niet langer wordt voldaan aan een essentiële voorwaarde voor de werking van die specifieke regels, zoals de voltooiing van de bouw van faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspecties, of indien het Verenigd Koninkrijk systemisch niet voldoet aan de specifieke regels van deze verordening. Indien daar sprake van is, is het nodig te voorzien in een formeel informatie- en raadplegingsmechanisme met duidelijke termijnen waarbinnen de Commissie moet optreden. |
(24) |
Indien de in deze verordening vastgestelde specifieke regels betreffende de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen detailhandelsgoederen worden geschorst, moeten de regels die zijn vastgesteld in de Unierechtelijke bepalingen die in bijlage 2 bij het protocol en een bijlage bij deze verordening zijn opgesomd, opnieuw van toepassing zijn op dergelijke zendingen. |
(25) |
Teneinde de bijlagen bij deze verordening te wijzigen, met name om de lijst van Uniehandelingen of delen daarvan met bepalingen waarvan de specifieke regels afwijken, aan te passen, om nadere details met betrekking tot de werking van de specifieke regels wat betreft de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspecties, het opstellen van een lijst van vestigingen, de monitoringmechanismen, en de markering van detailhandelsgoederen overeenkomstig passende criteria, vast te stellen, en om de Commissie in staat te stellen schorsingsmaatregelen te nemen indien het Verenigd Koninkrijk systemisch niet voldoet aan de in deze verordening vastgestelde specifieke regels, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen. |
(26) |
Om een doeltreffende en snelle reactie op elk verhoogd risico voor de gezondheid van dieren en planten of de volksgezondheid te waarborgen, moet deze verordening voorzien in de mogelijkheid voor de Commissie om gedelegeerde handelingen vast te stellen overeenkomstig een spoedprocedure. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (11). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen. |
(27) |
Om eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van deze verordening te waarborgen, met name wat betreft de speciale frequenties van officiële controles en het algemene certificaat, waaronder het bijbehorende modelformulier, de lijst van producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of samengestelde producten die afkomstig zijn uit derde landen die mogen worden gebruikt voor de productie van detailhandelsgoederen waarop de specifieke regels van deze verordening van toepassing moeten zijn, de lijst van vlaggenstaten van de vaartuigen die visserijproducten vangen waarvoor de specifieke regels van toepassing moeten zijn, het model van het fytosanitaire etiket voor planten die voor opplant zijn bestemd met uitzondering van pootaardappelen, voor machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd en voor pootaardappelen, de in het reisdocument voor gezelschapsdieren op te nemen informatie, en passende bijzondere voorwaarden en vrijwaringsmaatregelen om specifieke problemen aan te pakken die zich voordoen in het kader van de toepassing van de in deze verordening vastgestelde specifieke regels indien er bewijs is dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen neemt om ernstige of herhaalde inbreuken op de in deze verordening vastgestelde voorwaarden aan te pakken, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (12). |
(28) |
De Commissie moet onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandelingen vaststellen indien dit, in naar behoren gemotiveerde gevallen die verband houden met het waarborgen van een doeltreffende en snelle reactie op een verhoogd risico voor de gezondheid van dieren en planten, de volksgezondheid of consumentenbescherming, om dwingende redenen van urgentie vereist is. |
(29) |
Daar de doelstellingen van deze verordening niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken. |
(30) |
Er moet in een overgangsperiode worden voorzien voor de toepassing van de specifieke regels van deze verordening inzake markeringsvoorschriften op detailhandelsgoederen die reeds in de handelzijn, |
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK 1
ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
-
1.Bij deze verordening worden specifieke regels vastgesteld met betrekking tot de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van:
a) |
bepaalde zendingen detailhandelsgoederen die bestemd zijn om in Noord-Ierland voor de eindverbruiker in de handel te worden gebracht; |
b) |
bepaalde zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, van machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd en van pootaardappelen voor het in de handel brengen en gebruik in Noord-Ierland. |
Bij deze verordening worden ook specifieke regels vastgesteld met betrekking tot het niet-commerciële verkeer naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten.
-
2.In afwijking van de in bijlage 2 bij het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland (hierna “het protocol” genoemd) opgenomen Unierechtelijke bepalingen die ook zijn opgenomen in bijlage I bij deze verordening, zijn die bepalingen niet van toepassing met betrekking tot zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen om in Noord-Ierland in de handel te worden gebracht en die binnen het toepassingsgebied van hoofdstuk 2 van deze verordening vallen.
De in bijlage 2 bij het protocol opgenomen Unierechtelijke bepalingen die niet in bijlage I bij deze verordening zijn opgenomen, zijn van toepassing met betrekking zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen om in Noord-Ierland in de handel te worden gebracht, tenzij in deze verordening meer specifieke bepalingen zijn vastgesteld.
-
3.Bij deze verordening worden ook regels vastgesteld met betrekking tot de schorsing van de toepassing van de specifieke regels van deze verordening.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) |
“zending”: een hoeveelheid goederen vallend onder hetzelfde officiële certificaat, dezelfde officiële verklaring of hetzelfde enig ander document, die met hetzelfde vervoermiddel wordt vervoerd en, ten aanzien van detailhandelsgoederen, door dezelfde op de lijst geplaatste vestiging in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland wordt verzonden, en aan dezelfde op de lijst geplaatste vestiging in Noord-Ierland wordt geleverd, en, ten aanzien van voor opplant bestemde planten, met inbegrip van pootaardappelen, en voor landbouw- of bosbouwdoeleinden geëxploiteerde machines en voertuigen, door exploitanten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland wordt verzonden en door een exploitant in Noord-Ierland wordt ontvangen; |
2) |
“detailhandelsgoederen”: de volgende goederen die worden geleverd in distributieterminals, met inbegrip van terminals voor de distributie van detailhandelsgoederen bij gecontroleerde temperaturen, distributiecentra voor supermarkten, groothandelsbedrijven en verkooppunten, of die rechtstreeks aan de eindverbruiker worden geleverd, onder andere door cateringbedrijven, in fabriekskantines, door institutionele cateringbedrijven, door restaurants en door andere soortgelijke levensmiddelenbedrijven en winkels:
|
3) |
“in de handel brengen”: het door een exploitant voorhanden hebben van goederen zoals bedoeld in artikel 1, lid 1, punten a) en b), van deze verordening met het oog op de verkoop, met inbegrip van het voor de verkoop aanbieden of enige andere vorm van al dan niet gratis overdracht, en de verkoop, distributie en andere vormen van overdracht van die goederen; |
4) |
“eindverbruiker”: de laatste verbruiker van een detailhandelsgoed, die het niet als deel van een bedrijf of bedrijfsactiviteit zal gebruiken; |
5) |
“detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld”: detailhandelsgoederen die bestaan uit producten die van oorsprong zijn uit andere derde landen dan het Verenigd Koninkrijk en worden ingevoerd in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland; |
6) |
“producten van dierlijke oorsprong”: voor menselijke consumptie bestemde detailhandelsgoederen die bestaan uit:
|
7) |
“producten van plantaardige oorsprong”: voor menselijke consumptie bestemde detailhandelsgoederen die bestaan uit planten en producten daarvan, met inbegrip van verwerkt materiaal; |
8) |
“verkoopsklaar voeder voor gezelschapsdieren en verkoopsklare hondenkluiven”: voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven voor rechtstreekse verkoop, die verpakt zijn in verkoopsklare verpakkingen voor gebruik door de eindverbruiker; |
9) |
“samengestelde producten”: voor menselijke consumptie bestemde detailhandelsgoederen die zowel producten van plantaardige oorsprong als verwerkte producten van dierlijke oorsprong bevatten; |
10) |
“levensmiddel”: levensmiddel of voedingsmiddel als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad (13); |
11) |
“speciale frequentie van officiële controles”: de frequentie van de officiële controles die is bepaald in een overeenkomstig artikel 4, lid 3, van deze verordening vastgestelde uitvoeringshandeling; |
12) |
“algemeen certificaat”: een papieren of elektronisch document voor een zending detailhandelsgoederen, dat door de certificerende functionaris van de bevoegde autoriteiten is ondertekend en garantie biedt voor de naleving van de voorschriften van deze verordening; |
13) |
“voorverpakt”: voorbereid om als verkoopeenheid als zodanig aan de eindverbruiker en cateringbedrijven te worden aangeboden, met verpakkingsmateriaal waarin de detailhandelsgoederen worden geplaatst alvorens voor de verkoop te worden aangeboden, ongeacht of dergelijk verpakkingsmateriaal de detailhandelsgoederen geheel of slechts ten dele bedekt, maar in ieder geval zodanig dat de inhoud niet kan worden veranderd zonder dat het verpakkingsmateriaal wordt geopend of aangetast; |
14) |
“markering”: alle labels, merken, merktekens, afbeeldingen of andere beschrijvende materialen, geschreven, gedrukt, gestencild, gemarkeerd, in reliëf uitgevoerd of ingeperst op dan wel bevestigd aan de verpakking van detailhandelsgoederen of de dozen waarin die zich bevinden, en die niet gemakkelijk kunnen worden verwijderd of vervaagd; |
15) |
“visserijproducten”: visserijproducten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 1005/2008; |
16) |
“vestiging”: elke eenheid van een bedrijf die detailhandelsgoederen verzendt of ontvangt; |
17) |
“op de lijst geplaatste vestiging”: een vestiging die overeenkomstig artikel 8 van deze verordening op de lijst is geplaatst; |
18) |
“faciliteit voor sanitaire en fytosanitaire inspectie”: een controlepost zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 38, van Verordening (EU) 2017/625, en een punt van binnenkomst voor reizigers zoals gedefinieerd in artikel 3, punt k), van Verordening (EU) nr. 576/2013, die beide voldoen aan de voorschriften van die verordeningen; |
19) |
“sanitaire en fytosanitaire status”: de gezondheidsstatus zoals gedefinieerd in artikel 4, punt 34, van Verordening (EU) 2016/429 of de status ten aanzien van plaagorganismen (“pest status”) zoals gedefinieerd in de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen nr. 5 — “Glossary of phytosanitary terms” van 2022, vastgesteld in het kader van het Internationaal Verdrag voor de bescherming van planten (“International Plant Protection Convention”), als gewijzigd; |
20) |
“zuivelproducten”: zuivelproducten zoals gedefinieerd in punt 7.2. van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (14); |
21) |
“vlees”: vleesproducten zoals gedefinieerd in punt 1 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 853/2004; |
22) |
“fytosanitair etiket”: alle labels, merken, merktekens, afbeeldingen of andere beschrijvende materialen die zijn geschreven, gedrukt, gestencild, gemarkeerd, in reliëf uitgevoerd of ingeperst die niet gemakkelijk kunnen worden verwijderd of vervaagd en die officieel of onder officieel toezicht overeenkomstig artikel 10 of artikel 11 van deze verordening zijn afgegeven om zendingen voor opplant bestemde planten, met inbegrip van pootaardappelen, en voor land- of bosbouwdoeleinden geëxploiteerde machines en voertuigen te vergezellen; |
23) |
“pootaardappelen”: knollen van Solanum tuberosum L. voor opplant; |
24) |
“gezelschapsdieren”: gezelschapsdieren van de in deel A van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 576/2013 vermelde soorten, namelijk als gezelschapsdier gehouden honden, katten en fretten; |
25) |
“reisdocument voor gezelschapsdieren”: een papieren of elektronisch document dat door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk is afgegeven voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen. |
HOOFDSTUK 2
SPECIFIEKE REGELS VOOR DE BINNENKOMST IN NOORD-IERLAND VANUIT ANDERE DELEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN BEPAALDE ZENDINGEN VAN DETAILHANDELSGOEDEREN DIE AFKOMSTIG ZIJN UIT ANDERE DELEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK OF VANUIT EEN LIDSTAAT KOMEN, OF VAN DETAILHANDELSGOEDEREN UIT DE REST VAN DE WERELD, OM IN NOORD-IERLAND IN DE HANDEL TE WORDEN GEBRACHT
Artikel 3
Toepassingsgebied van hoofdstuk 2
De specifieke regels van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de volgende detailhandelsgoederen:
a) |
producten van dierlijke of plantaardige oorsprong, andere planten dan voor opplant bestemde planten en verkoopsklaar voeder voor gezelschapsdieren en hondenkluiven; |
b) |
samengestelde producten; |
c) |
levensmiddelen; |
d) |
materialen die met levensmiddelen in contact komen. |
Artikel 4
Specifieke regels voor zendingen van in artikel 3, punten a) en b), bedoelde detailhandelsgoederen
-
1.Voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en voor het in Noord-Ierland in de handel brengen van zendingen van in artikel 3, punten a) en b), bedoelde detailhandelsgoederen gelden alleen specifieke regels inzake speciale frequenties van officiële controles en een algemeen certificaat als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de detailhandelsgoederen zijn voorverpakt en, indien dat overeenkomstig artikel 6 is vereist, voorzien van een markering; |
b) |
de detailhandelsgoederen voldoen aan een van de volgende voorwaarden:
|
c) |
de detailhandelsgoederen voldoen aan de regels van Verordening (EG) nr. 1069/2009, Verordening (EU) 2016/429, Verordening (EU) 2016/2031 en Verordening (EU) 2017/625 en, waar het visserijproducten betreft, eerbiedigen het concept “illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij” als door de Unie gedefinieerd bij haar toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008; |
d) |
de detailhandelsgoederen mogen alleen voor eindverbruikers in Noord-Ierland in de handel worden gebracht; |
e) |
de detailhandelsgoederen worden verzonden vanuit op de lijst geplaatste vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en ontvangen door op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland; |
f) |
de detailhandelsgoederen worden voor officiële controle aangeboden aan de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625; |
g) |
het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt inzake het volgende:
Met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de speciale frequenties van officiële controles en het algemene certificaat de risico’s voor de diergezondheid of de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen hebben voor de sanitaire of fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de volksgezondheid, de diergezondheid en de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten, het risico dat visserijproducten afkomstig van illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij in de Unie in de handel worden gebracht niet vergroten, en geen negatieve gevolgen hebben voor de mate van consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit daarvan; |
h) |
de Commissie heeft een uitvoeringshandeling vastgesteld overeenkomstig lid 3 van dit artikel en heeft geen maatregelen getroffen overeenkomstig lid 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14. |
-
2.Zendingen detailhandelsgoederen gaan vergezeld van het in lid 1 bedoelde algemene certificaat, dat door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk wordt afgegeven. In dat algemeen certificaat wordt verklaard dat de detailhandelsgoederen in de zending voldoen aan de vereisten van lid 1, punten a) tot en met f).
-
3.Indien aan de voorwaarden met betrekking tot de schriftelijke garanties bedoeld in lid 1, punt g), van dit artikel is voldaan, kan de Commissie, rekening houdend met haar controles op de naleving van de vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie vastgelegd in bijlage II, uitvoeringshandelingen vaststellen met de speciale frequenties van officiële controles, aslook de regels voor die officiële controles en voor het model van het algemene certificaat voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde zendingen.
De speciale frequenties van overeenstemmingscontroles, ook met het oog op het voldoen aan lid 1, punt a), van dit artikel en artikel 5, lid 1, punt a), worden aangepast aan de mate waarin de verschillende soorten detailhandelsgoederen individueel gemarkeerd zijn.
Indien aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt b), is voldaan, wordt de speciale frequentie van overeenstemmingscontroles verlaagd tot 8 % van alle zendingen.
Indien aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt c), is voldaan, wordt de speciale frequentie van overeenstemmingscontroles verlaagd tot 5 % van alle zendingen.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
4.De Commissie ziet erop toe dat het Verenigd Koninkrijk de specifieke regels inzake speciale frequenties van officiële controles op zendingen en het algemene certificaat bedoeld in de leden 1 en 2 toepast.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, gegevens over de handelsvolumes van wijnbouwproducten, een audit, of een kennisgeving in het kader van het in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde informatiemanagementsysteem voor officiële controles (Imsoc) of in het kader van het overeenkomstig artikel 43 van Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad (15) door de Commissie beschikbaar gestelde informatiesysteem voor biologische landbouw (OFIS), dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met g), van dit artikel bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, een uitvoeringshandeling vast ter bepaling van speciale voorwaarden en maatregelen, met inbegrip van tijdelijke of permanente beperkingen van de toepassing van de specifieke regels op bepaalde zendingen of vestigingen of tot wijziging van de overeenkomstig lid 3 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
5.De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk mogen besluiten geen vergoedingen of heffingen te innen voor de officiële controles van de in lid 1 bedoelde detailhandelsgoederen.
Artikel 5
Specifieke regels voor zendingen van in artikel 3, punten c) en d), bedoelde detailhandelsgoederen
-
1.Voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en voor het in Noord-Ierland in de handel brengen van zendingen van in artikel 3, punten c) en d), bedoelde detailhandelsgoederen gelden alleen specifieke regels inzake speciale frequenties van officiële controles en een algemeen certificaat als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de detailhandelsgoederen zijn voorverpakt en, indien dat overeenkomstig artikel 6 is vereist, voorzien van een markering; |
b) |
de detailhandelsgoederen voldoen aan een van de volgende voorwaarden:
|
c) |
de detailhandelsgoederen mogen alleen voor eindverbruikers in Noord-Ierland in de handel worden gebracht; |
d) |
de detailhandelsgoederen worden verzonden vanuit op de lijst geplaatste vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en ontvangen door op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland; |
e) |
de detailhandelsgoederen worden voor officiële controle aangeboden aan de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625; |
f) |
het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt inzake het volgende:
Met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de speciale frequenties van officiële controles en het algemene certificaat de risico’s voor de volksgezondheid, de diergezondheid en de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten en geen negatieve gevolgen hebben voor de mate van consumentenbescherming op de interne markt of de integriteit daarvan; |
g) |
de detailhandelsgoederen gaan vergezeld van een algemeen certificaat dat in overeenstemming is met het model in de overeenkomstig artikel 4, lid 3, vastgestelde uitvoeringshandeling; |
h) |
de Commissie heeft overeenkomstig artikel 4, lid 3, een uitvoeringshandeling vastgesteld en heeft geen maatregelen getroffen overeenkomstig lid 2 van dit artikel, artikel 4, lid 4, of artikel 14. |
-
2.De Commissie houdt er toezicht op dat het Verenigd Koninkrijk de in lid 1 bedoelde voorwaarden toepast voor de binnenkomst in Noord-Ierland van die zendingen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het in Noord-Ierland in de handel brengen daarvan.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit, of een kennisgeving in het kader van Imsoc of OFIS, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met g), van dit artikel bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, een uitvoeringshandeling vast ter bepaling van speciale voorwaarden en maatregelen of tot wijziging van de overeenkomstig artikel 4, lid 3, vastgestelde uitvoeringshandeling.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
3.De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk mogen besluiten geen vergoedingen of heffingen te innen voor de officiële controles van de in lid 1 bedoelde detailhandelsgoederen.
Artikel 6
Markering van detailhandelsgoederen
-
1.Detailhandelsgoederen worden gemarkeerd overeenkomstig de volgende vereisten:
a) |
vanaf 1 oktober 2023 worden alle detailhandelsgoederen gemarkeerd overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV, met uitzondering van de volgende detailhandelsgoederen, die worden voorzien van een individuele markering overeenkomstig punt 1 van bijlage IV:
|
b) |
vanaf 1 oktober 2024 worden alle melk en zuivelproducten voorzien van een individuele markering overeenkomstig punt 1 van bijlage IV; |
c) |
vanaf 1 juli 2025 worden alle detailhandelsgoederen voorzien van een individuele markering overeenkomstig de vereisten van punt 1 van bijlage IV, met uitzondering van de in deel 2 van bijlage V opgesomde detailhandelsgoederen, die worden gemarkeerd overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV. |
-
2.In afwijking van lid 1:
a) |
worden afzonderlijke goederen die los of per gewicht op verzoek van de consument op de plaats van verkoop worden verkocht, met inbegrip van afzonderlijke goederen die de detailhandelaar voor rechtstreekse consumptie door de consument op de plaats van verkoop verkoopt, gemarkeerd overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV; |
b) |
hoeven afzonderlijke goederen die door cateraars, in bedrijfskantines, door institutionele cateraars, door restaurants en door andere soortgelijke levensmiddelenbedrijven worden aangeboden voor rechtstreekse consumptie ter plaatse, niet van een markering te worden voorzien. |
-
3.De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage IV om de markeringsvoorschriften aan te passen aan technische of operationele ontwikkelingen.
-
4.De Commissie controleert of alle detailhandelsgoederen overeenkomstig lid 1 worden gemarkeerd.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit, of een kennisgeving in het kader van Imsoc of OFIS, of gegevens over de handelsvolumes van wijnbouwproducten, dat detailhandelsgoederen niet voldoen aan de vereisten van dit artikel of op de markt van een lidstaat worden aangetroffen, kan de Commissie overeenkomstig de artikelen 16 en 17 een gedelegeerde handeling vaststellen tot wijziging van de bijlagen IV en V.
-
5.De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de lijst van detailhandelsgoederen in deel 2 van bijlage V te wijzigen, overeenkomstig de volgende criteria:
a) |
een detailhandelsgoed wordt aan de lijst toegevoegd wanneer de individuele markering daarvan niet vereist is aangezien overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 geen officiële controles op grenscontroleposten meer vereist zijn; |
b) |
een detailhandelsgoed wordt van de lijst geschrapt indien voor de toepassing van de artikelen 4 en 5 van deze verordening individuele markering is vereist, of indien overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 officiële controles aan grenscontroleposten vereist zijn. |
-
6.Indien de Commissie overeenkomstig artikel 9, leden 1 en 3, oordeelt dat de relevante regels inzake volksgezondheid en consumentenvoorlichting van de in bijlage I opgesomde en met een asterisk aangeduide Uniehandelingen of delen daarvan krachtens het intern recht van het Verenigd Koninkrijk van toepassing zijn, kan zij overeenkomstig artikel 16 een gedelegeerde handeling vaststellen tot wijziging van bijlage V om categorieën detailhandelsgoederen toe te voegen die overeenkomstig de vereisten van de punten 2 en 3 van bijlage IV mogen worden gemarkeerd.
Indien het Verenigd Koninkrijk de Commissie niet in kennis heeft gesteld van het feit dat een handeling van de Unie of een wijziging van een handeling van de Unie krachtens zijn intern recht van toepassing is en overeenkomstig artikel 9, lid 5, bewijs daarvoor heeft verstrekt, stelt de Commissie overeenkomstig de artikelen 16 en 17 een gedelegeerde handeling vast tot wijziging van bijlage V waarbij de betrokken categorieën detailhandelsgoederen worden geschrapt.
Artikel 7
Monitoring van detailhandelsgoederen
-
1.De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk monitoren de zendingen detailhandelsgoederen die Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk binnenkomen overeenkomstig de monitoringvereisten van deel 1 van bijlage III.
-
2.De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deel 1 van bijlage III door de monitoringvereisten aan te passen aan de technische of operationele ontwikkelingen, ten behoeve van de monitoring van de zendingen detailhandelsgoederen.
Artikel 8
Lijst van vestigingen voor het verzenden van zendingen detailhandelsgoederen naar Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en de ontvangst daarvan in Noord-Ierland
-
1.Zendingen detailhandelsgoederen worden verzonden vanuit vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en ontvangen door vestigingen in Noord-Ierland die de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk daartoe, overeenkomstig de vereisten voor het op de lijst plaatsen van vestigingen van deel 2 van bijlage III, op de desbetreffende lijst hebben geplaatst.
-
2.De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van deel 2 van bijlage III door de vereisten voor het op de lijst plaatsen van vestigingen aan te passen aan de technische of operationele ontwikkelingen voor de toepassing van de artikelen 4 en 5.
Artikel 9
Specifieke regels voor zendingen detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld
-
1.Detailhandelsgoederen uit de rest van de wereld die bestaan uit producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of uit samengestelde producten waarvoor de in artikel 1, lid 2, punten d), e) en g), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde diergezondheids- of plantgezondheidsregels gelden, mogen alleen Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel worden gebracht overeenkomstig artikel 4 van deze verordening indien:
a) |
het Verenigd Koninkrijk besluit te voldoen aan de volgende vereisten en ten gevolge daarvan schriftelijk bewijs verstrekt dat:
|
b) |
die producten zijn opgesomd in een overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling. |
-
2.Onverminderd lid 1 van dit artikel mogen visserijproducten die zijn gevangen door een vaartuig dat de vlag van een ander derde land dan het Verenigd Koninkrijk voert en zijn ingevoerd naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland alleen als detailhandelsgoederen Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel worden gebracht overeenkomstig artikel 4, indien:
a) |
het Verenigd Koninkrijk te voldoen aan de volgende vereisten en ten gevolge daarvan schriftelijk bewijs verstrekt dat:
|
b) |
de vlaggenstaat van het betreffende vissersvaartuig is vermeld in een overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling. |
Wanneer het Verenigd Koninkrijk voornemens is nieuwe maatregelen te treffen of bestaande maatregelen te wijzigen die relevant zijn voor de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten als bedoeld in punt a), i), van dit lid stelt het de Commissie onverwijld daarvan in kennis en verstrekt het informatie over de inhoud van dergelijke maatregelen voordat die maatregelen in zijn intern recht van toepassing worden.
Wanneer de Unie voornemens is nieuwe maatregelen te treffen ten aanzien van een vlaggenstaat die gevolgen hebben voor de op grond van lid 4 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandeling, stelt zij het Verenigd Koninkrijk onverwijld daarvan in kennis en verstrekt zij informatie over de inhoud van de nieuwe maatregelen voordat die van toepassing worden.
-
3.Om de te beoordelen of de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten doeltreffend worden toegepast, kan de Commissie in voorkomend geval audits en verificatieprocedures uitvoeren in het Verenigd Koninkrijk, die het volgende kunnen omvatten:
a) |
een beoordeling van het volledige controleplan van de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, in voorkomend geval met inbegrip van evaluaties van de inspecties en auditprogramma’s; |
b) |
een beoordeling om te bepalen of de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten doeltreffend worden toegepast als onderdeel van het intern recht van het Verenigd Koninkrijk; |
c) |
verificaties ter plaatse. |
De Commissie brengt verslag uit over de bevindingen van elke uitgevoerde audit en stelt het verslag ter beschikking van de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk.
-
4.Wanneer de Commissie het in de leden 1 en 2 bedoelde schriftelijke bewijs heeft ontvangen, kan zij door middel van uitvoeringshandelingen maatregelen vaststellen om lijsten op te stellen van:
a) |
de producten van dierlijke of plantaardige oorsprong of samengestelde producten, en de derde landen waaruit zij afkomstig zijn, die als detailhandelsgoederen Noord-Ierland mogen binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Ierland in de handel mogen worden gebracht; |
b) |
de in lid 2, punt b), bedoelde vlaggenstaten. |
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
5.Wanneer de Commissie in Uniehandelingen als bedoeld lid 1, punt a), i), of wijzigingen van dergelijke handelingen voorbereidt, stelt zij het Verenigd Koninkrijk daarvan in kennis en verstrekt zij daarvoor relevante informatie.
Het Verenigd Koninkrijk deelt de Commissie ten minste 15 dagen vóór de datum van toepassing van de in de eerste alinea bedoelde Uniehandelingen of wijzigingen daarvan mee of de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten die zijn vastgelegd in die Uniehandelingen of wijzigingen van toepassing zijn als deel van zijn intern recht op de datum van toepassing van die Uniehandelingen of wijzigingen, en verstrekt bewijs daarvoor.
In het geval van onmiddellijk toepasselijke Uniehandelingen of wijzigingen daarvan, stelt de Commissie het Verenigd Koninkrijk zo snel mogelijk van in kennis van die handelingen of wijzigingen. Het Verenigd Koninkrijk deelt de Commissie ten laatste drie dagen voor de datum van inwerkingtreding van die handelingen of wijzigingen mee of de invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten krachtens zijn intern recht van toepassing zijn.
Indien het Verenigd Koninkrijk de Commissie niet in kennis heeft gesteld van het feit dat een handeling van de Unie of een wijziging daarvan krachtens zijn intern recht van toepassing is en geen bewijs overeenkomstig de tweede en derde alinea van dit lid daarvoor heeft verstrekt, stelt de Commissie overeenkomstig de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure een onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandeling vast teneinde de producten waarop de Uniehandeling of de wijziging daarvan die niet van toepassing is krachtens het intern recht van het Verenigd Koninkrijk, betrekking heeft maar, van de overeenkomstig lid 4 van dit artikel opgestelde lijsten te schrappen.
-
6.In voorkomend geval houdt de Commissie toezicht op de toepassing van de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden, officiële controles en verificatievereisten door het Verenigd Koninkrijk.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een beoordeling door de Commissie, een verificatie uit hoofde van lid 3, een inspectieverslag van de Unie, een audit, of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in de leden 1 en 2 bedoelde invoervoorwaarden aan te pakken, de in die leden bedoelde officiële controles of verificatievereisten niet doeltreffend uitvoert of een van die invoervoorwaarden, officiële controles of verificatievereisten niet krachtens zijn intern recht toepast, stelt de Commissie een onmiddellijk toepasselijke uitvoeringshandeling vast met passende maatregelen, die onder meer de schrapping van bepaalde producten, derde landen van oorsprong of vlaggenstaten van de overeenkomstig lid 4 opgestelde lijsten kunnen omvatten.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
HOOFDSTUK 3
SPECIFIEKE REGELS VOOR DE BINNENKOMST IN NOORD-IERLAND VANUIT ANDERE DELEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN ZENDINGEN VOOR OPPLANT BESTEMDE PLANTEN MET UITZONDERING VAN POOTAARDAPPELEN, VAN MACHINES EN VOERTUIGEN DIE VOOR LANDBOUW- OF BOSBOUWDOELEINDEN ZIJN GEËXPLOITEERD, EN VAN POOTAARDAPPELEN, VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN EN GEBRUIK IN NOORD-IERLAND
Artikel 10
Specifieke regels voor zendingen van voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, voor verzending en verkoop door exploitanten
-
1.Voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het in Noord-Ierland in de handel brengen van zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd gelden alleen specifieke regels en is een fytosanitair etiket alleen verplicht indien aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
die zendingen zijn verzonden door exploitanten in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland die door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk zijn gemachtigd en geregistreerd om te garanderen dat die zendingen overeenkomstig deze verordening worden verzonden voor ontvangst door exploitanten in Noord-Ierland of voor onmiddellijke verkoop in het Verenigd Koninkrijk na hun ontvangst in Noord-Ierland door exploitanten; |
b) |
de kleinste toepasselijke handelseenheden van voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen in elke zending, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, zijn voorzien van een fytosanitaire etiket dat is afgegeven door een exploitant, onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit van het Verenigd Koninkrijk, en in overeenstemming is met de inhoud en het modelformulier als vastgelegd in een overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling; |
c) |
de zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, voldoen aan de regels voor binnenkomst ervan in de Unie van Verordening (EU) 2016/2031 en Verordening (EU) 2017/625; |
d) |
de zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, moeten na hun binnenkomst in Noord-Ierland alleen in het Verenigd Koninkrijk in de handel wordengebracht en gebruikt en moeten vervolgens niet naar een lidstaat worden verplaatst; |
e) |
de voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, worden overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 voor officiële controle aangeboden in faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland; |
f) |
de exploitanten in Noord-Ierland die die voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen ontvangen, en de exploitanten die die machines en voertuigen na hun binnenkomst in Noord-Ierland voor het eerst ontvangen, zijn voor die respectieve doeleinden door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in het in artikel 65, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031 bepaalde register en overeenkomstig de in artikel 66 van die verordening bedoelde procedure geregistreerd; |
g) |
het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt dat er een machtigings- en registratieproces voor exploitanten bestaat om te waarborgen dat die zendingen overeenkomstig deze verordening worden verzonden, met inbegrip van officiële procedures om hun naleving van deze verordening te waarborgen en gevallen van niet-naleving aan te pakken, dat er in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland officiële controles overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 worden uitgevoerd op zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd die voldoen aan de vereisten van bijlage II bij deze verordening, en dat er officiële controles, zoals aangetoond door middel van een controleplan, en toezichtsmaatregelen worden uitgevoerd op het vervoer van die zendingen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland naar de plaats van bestemming in Noord-Ierland, om te waarborgen dat die zendingen vervolgens niet naar een lidstaat worden verplaatst; met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de specifieke regels van dit artikel het risico voor de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen hebben voor de sanitaire en fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten, en geen negatieve gevolgen hebben voor de integriteit daarvan; |
h) |
de Commissie heeft overeenkomstig lid 3 van dit artikel een uitvoeringshandeling vastgesteld betreffende de inhoud en het modelformulier van het fytosanitaire etiket en heeft de toepassing van de in de punten a), b) en c), van dit lid bedoelde specifieke regels niet geschorst overeenkomstig lid 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14. |
-
2.Met het in lid 1 bedoelde fytosanitaire etiket wordt verklaard dat de zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, voldoen aan de in lid 1, punten a), c) en d) bedoelde vereisten.
-
3.Indien aan de voorwaarden inzake schriftelijke garanties van lid 1, punt g), is voldaan, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met regels over de inhoud en de modelformulieren van het in lid 1 bedoelde fytosanitaire etiket.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
4.De Commissie houdt toezicht op de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van de in de leden 1 en 3 bedoelde specfieke regels betreffende de zendingen voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, en van machines en voertuigen die voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en het fytosanitaire etiket.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit, of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met g), bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, een uitvoeringshandeling vast ter bepaling van speciale voorwaarden en maatregelen, met inbegrip van tijdelijk of permanente beperkingen van de toepassing van de specifieke regels inzake bepaalde zendingen of exploitanten, of tot wijziging van de overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandelingen.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Artikel 11
Specifieke regels voor zendingen pootaardappelen
-
1.Voor de binnenkomst in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk van zendingen pootaardappelen die bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, gelden alleen specifieke regels en is een fytosanitair etiket alleen verplicht indien aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
die zendingen zijn verzonden door exploitanten die door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk zijn gemachtigd en geregistreerd om te garanderen dat die zendingen overeenkomstig deze verordening in andere delen van het Verenigd Koninkrijk zijn verzonden voor ontvangst door exploitanten in Noord-Ierland; |
b) |
op elke zending pootaardappelen is overeenkomstig lid 2 een fytosanitair etiket aangebracht; |
c) |
de pootaardappelen voldoen aan de vereisten van de overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling met betrekking tot de binnenkomst van pootaardappelen in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het in de handel brengen daarvan in Noord-Ierland; |
d) |
na binnenkomst in Noord-Ierland van de pootaardappelen, zijn deze uitsluitend bestemd om in het Verenigd Koninkrijk in de handel te worden en te worden gebruikt, en moeten zij vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; |
e) |
de pootaardappelen worden voor officiële controle aangeboden aan de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland, overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625; |
f) |
het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties verstrekt dat er een registratie- en machtigingsproces voor exploitanten bestaat, met inbegrip van officiële procedures om de naleving van deze verordening te waarborgen en gevallen van niet-naleving aan te pakken, dat er in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 officiële controles worden uitgevoerd op zendingen pootaardappelen die voldoen aan de vereisten van bijlage II bij deze verordening, en dat er officiële controles en toezichtsmaatregelen worden uitgevoerd op het vervoer van die zendingen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland naar de plaats van bestemming in Noord-Ierland, om te waarborgen dat die zendingen vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; met die schriftelijke garanties wordt de Unie ervan verzekerd dat de specifieke regels van dit artikel het risico voor de plantgezondheid op het eiland Ierland niet vergroten, geen negatieve gevolgen hebben voor de sanitaire en fytosanitaire status van het eiland Ierland, het risico voor de plantgezondheid op de interne markt niet vergroten, en geen negatieve gevolgen hebben voor de integriteit daarvan; |
g) |
de Commissie heeft overeenkomstig lid 3 van dit artikel een uitvoeringshandeling vastgesteld en heeft de toepassing van de in lid 1 van dit artikel bedoelde specifieke regels niet geschorst overeenkomstig lid 4 van dit artikel of overeenkomstig artikel 14. |
-
2.Het in lid 1 bedoelde fytosanitaire etiket wordt na systematische en fysieke officiële inspecties afgegeven door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, en wordt ofwel door die bevoegde autoriteiten, ofwel door de exploitanten onder officieel toezicht van die bevoegde autoriteiten afgedrukt.
Met dat etiket wordt verklaard dat de zendingen pootaardappelen voldoen aan de in lid 1, punten a), c) en d), bedoelde vereisten en aan de regels van een overeenkomstig lid 3 vastgestelde uitvoeringshandeling.
-
3.Indien aan de in lid 1, punt f), bedoelde voorwaarden betreffende de schriftelijke garanties is voldaan, kan de Commissie kan door middel van uitvoeringshandelingen regels vaststellen betreffende:
a) |
de vereisten voor de binnenkomst van pootaardappelen in Noord-Ierland vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk en het gebruik daarvan in Noord-Ierland; |
b) |
het modelformulier van het in lid 1 bedoelde fytosanitair etiket. |
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
4.De Commissie houdt toezicht op de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van de in de leden 1 en 3 bedoelde voorwaarden met betrekking tot de zendingen pootaardappelen en het fytosanitaire etiket.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit, of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de in lid 1, punten a) tot en met f), bedoelde voorwaarden aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk een uitvoeringshandeling vast ter bepaling van speciale voorwaarden en maatregelen, met inbegrip van tijdelijk of permanente beperkingen van de toepassing van de specifieke regels voor bepaalde zendingen of exploitanten, of tot wijziging van de overeenkomstig lid 3 van dit artikel vastgestelde uitvoeringshandelingen.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
HOOFDSTUK 4
SPECIFIEKE REGELS VOOR HET NIET-COMMERCIËLE VERKEER VAN GEZELSCHAPSDIEREN NAAR NOORD-IERLAND VANUIT ANDERE DELEN VAN HET VERENIGD KONINKRIJK
Artikel 12
Specifieke regels voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren
-
1.De in dit artikel vastgestelde specifieke regels voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk, zijn alleen van toepassing indien aan al de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
het Verenigd Koninkrijk heeft schriftelijke garanties gegeven dat:
|
b) |
de Commissie heeft een uitvoeringshandeling vastgesteld in overeenstemming met lid 4; |
c) |
de gezelschapsdieren zijn afkomstig uit andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en worden vervolgens niet naar een lidstaat vervoerd; |
d) |
de gezelschapsdieren zijn geïdentificeerd met een transponder die voldoet aan de technische vereisten van bijlage II bij Verordening (EU) nr. 576/2013; |
e) |
de gezelschapsdieren gaan vergezeld van een papieren of elektronisch reisdocument voor gezelschapsdieren overeenkomstig lid 4, dat overeenkomstig lid 2 is gevalideerd door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, en de eigenaar of gemachtigde verstrekt een schriftelijke verklaring dat die overeenkomstig punt d) geïdentificeerde gezelschapsdieren waarvoor het reisdocument voor gezelschapsdieren geldt vervolgens niet van Noord-Ierland naar een lidstaat worden vervoerd; |
f) |
de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk voeren documenten- en overeenstemmingscontroles uit op de gezelschapsdieren met het reisdocument voor gezelschapsdieren en verklaring als bedoeld in punt e) die de eigenaar of gemachtigde na het aan boord gaan en vóór aankomst in Noord-Ierland of bij de eerste aankomst in Noord-Ierland overlegt om aan te tonen dat aan de specifieke regels van dit artikel is voldaan; indien tijdens die controles die zijn voorzien in de in punt a), ii), bedoelde officiële procedures een niet-naleving aan het licht komt, worden de gezelschapsdieren in de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspecties van eerste aankomst in Noord-Ierland die aan de vereisten van bijlage II voldoen, aangeboden aan de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk om dergelijke niet-naleving te verhelpen. |
-
2.Het in lid 1, punt e), bedoelde reisdocument voor gezelschapsdieren wordt alleen afgegeven nadat de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk naar behoren hebben geverifieerd dat de desbetreffende vermeldingen in het document juist en waarheidsgetrouw zijn ingevuld met de krachtens een overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandeling vereiste informatie, waarmee wordt gecertificeerd dat aan de voorwaarden van lid 1, punten c) en d), is voldaan.
-
3.Voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die afkomstig zijn uit Noord-Ierland en die alleen naar andere delen van het Verenigd Koninkrijk worden vervoerd en vervolgens rechtstreeks naar Noord-Ierland terugkeren:
i) |
worden de gezelschapsdieren geïdentificeerd met een transponder, overeenkomstig de vereisten van lid 1, punt d); |
ii) |
zijn de vereisten van lid 1, punten c), e) en f), niet van toepassing; |
iii) |
zijn de desbetreffende vereisten van Verordening (EU) nr. 576/2013 niet van toepassing. |
-
4.Indien aan de voorwaarden van lid 1, punt a), is voldaan, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen met regels over de informatie die het reisdocument voor gezelschapsdieren moet bevatten voor het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren die Noord-Ierland binnenkomen vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk, met inbegrip van de inhoud van de in lid 1, punt e), bedoelde verklaring.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
-
5.De Commissie houdt toezicht op de toepassing door het Verenigd Koninkrijk van de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde voorwaarden.
Indien er bewijs is, bijvoorbeeld in de vorm van een inspectieverslag van de Unie, een audit, of een kennisgeving in het kader van Imsoc, dat het Verenigd Koninkrijk geen passende maatregelen treft om ernstige of herhaalde inbreuken op de voorwaarden van de leden 1, 2 en 3 aan te pakken, stelt de Commissie, na passende kennisgeving aan en passend overleg met het Verenigd Koninkrijk, een uitvoeringshandeling vast ter bepaling van speciale voorwaarden en maatregelen of tot wijziging van de overeenkomstig lid 4 vastgestelde uitvoeringshandelingen.
Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 18, leden 2 en 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
HOOFDSTUK 5
VERBOD EN SCHORSING
Artikel 13
Verbod op de verplaatsing naar, of het in de handel brengen in, een lidstaat van goederen en gezelschapsdieren die onder deze verordening vallen
-
1.Goederen die onder deze verordening vallen, mogen niet van Noord-Ierland naar een lidstaat worden verplaatst of in een lidstaat in de handel worden gebracht.
-
2.Gezelschapsdieren die onder deze verordening vallen, mogen niet van Noord-Ierland naar een lidstaat worden verplaatst.
-
3.De lidstaten passen doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties toe in geval van niet-naleving van de in deze verordening vastgestelde specfieke regels.
Artikel 14
Schorsing van de in de hoofdstukken 2, 3 en 4 vastgestelde specifieke regels
-
1.De Commissie houdt nauwlettend toezicht op de toepassing van de in de hoofdstukken 2, 3 en 4 en in artikel 13 vastgestelde specifieke regels, en houdt er met name toezicht op dat er:
a) |
officiële controles worden uitgevoerd op zendingen detailhandelsgoederen, voor opplant bestemde planten met uitzondering van pootaardappelen, machines en voertuigen die voordat zij Noord-Ierland binnenkomen voor landbouw- of bosbouwdoeleinden zijn geëxploiteerd, en pootaardappelen, en op gezelschapsdieren die onder deze verordening vallen; |
b) |
sprake is van adequate officiële controles en adequaat toezicht overeenkomstig de vereisten van bijlage III op het verkeer van detailhandelsgoederen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland naar de op de lijst geplaatste vestiging van bestemming, om te waarborgen dat de detailhandelsgoederen uitsluitend bestemd zijn voor op de lijst geplaatste vestigingen in Noord-Ierland en vervolgens niet naar een lidstaat worden vervoerd; |
c) |
aan de regels van deze verordening, en met name die van de artikelen 6 en 9, is voldaan. |
-
2.De Commissie houdt er toezicht op dat:
a) |
de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland voldoen aan bijlage II; |
b) |
de vertegenwoordigers van de Unie, met het oog op de krachtens deze verordening vereiste officiële controles en monitoring, doorlopende en permanente toegang hebben tot de relevante databanken die door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland worden gebruikt, met inbegrip van het inspectieplatform van het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) en andere relevante databanken, en tot andere relevante databanken en informatie-uitwisseling, en dat de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland voldoen aan hun verplichting om Traces te gebruiken als voorzien in Verordening (EU) 2017/625. |
-
3.Indien de Commissie oordeelt dat het Verenigd Koninkrijk systemisch niet voldoet aan de specifieke regels bedoeld in lid 1 of dat het Verenigd Koninkrijk niet voldoet aan een van de in lid 2 bedoelde voorwaarden, stelt de Commissie het Verenigd Koninkrijk binnen zeven dagen schriftelijk in kennis van die bevinding en van de gedetailleerde redenen daarvoor.
-
4.Gedurende een periode van vier weken na de datum van de in lid 3 bedoelde schriftelijke kennisgeving treedt de Commissie in overleg met het Verenigd Koninkrijk om de situatie die aanleiding gaf tot de schriftelijke kennisgeving te verhelpen.
-
5.Indien de situatie die aanleiding geeft tot de in lid 3 van dit artikel bedoelde schriftelijke kennisgeving niet binnen de in lid 4 van dit artikel bedoelde periode van vier weken is verholpen, of indien relevante bepalingen van deel 2 (Bepaling van goederen waarvoor geen risico bestaat en intrekking van Besluit nr. 4/2020) van Besluit nr. 1/2023 van het Gemengd Comité (16) overeenkomstig artikel 15, lid 2, van dat besluit zijn geschorst om redenen die relevant zijn voor aangelegenheden die onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen, is de Commissie bevoegd binnen een nieuwe termijn van vier weken overeenkomstig artikel 17 van deze verordening een gedelegeerde handeling vast te stellen ter aanvulling van deze verordening, waarin wordt bepaald van welke specifieke regels van deze verordening de toepassing wordt geschorst.
Indien het Verenigd Koninkrijk niet voldoet aan de voorwaarden van lid 1, punt c), of lid 2, punt a) of b), van dit artikel, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 17 een gedelegeerde handeling vast ter aanvulling van deze verordening door de schorsing van de artikelen 4, 5, 6 en 9 tot en met 12.
-
6.Indien de situatie die aanleiding geeft tot vaststelling van de in lid 5 bedoelde gedelegeerde handeling door het Verenigd Koninkrijk is verholpen, stelt de Commissie overeenkomstig artikel 17 een gedelegeerde handeling vast ter aanvulling van deze verordening, waarin wordt bepaald welke van de geschorste specfieke regels weer van toepassing worden.
HOOFDSTUK 6
GEDELEGEERDE EN UITVOERINGSHANDELINGEN
Artikel 15
Wijziging van de bijlagen I en II
-
1.De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 16 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de lijst van bijlage I bij deze verordening indien in bijlage 2 bij het protocol vermelde Uniehandelingen of delen daarvan moeten worden geschrapt of toegevoegd.
-
2.De Commissie is bevoegd overeenkomstig de artikelen 16 en 17 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in bijlage II vastgestelde vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie, indien dat nodig en passend is om rekening te houden met relevante technische en operationele ontwikkelingen, mits die wijzigingen in overeenstemming zijn met de regels van deze verordening.
Artikel 16
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
-
1.De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.
-
2.De in artikel 6, leden 3 tot en met 6, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, artikel 14, leden 5 en 6, en artikel 15, leden 1 en 2, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie overgedragen voor een termijn van vijf jaar met ingang van 2 juli 2023. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.
-
3.Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 6, leden 3 tot en met 6, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, artikel 14, leden 5 en 6, en artikel 15, leden 1 en 2, bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheidsdelegatie. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.
-
4.Vóór de vaststelling van een gedelegeerde handeling raadpleegt de Commissie de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven.
-
5.Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.
-
6.Een op grond van artikel 6, leden 3 tot en met 6, artikel 7, lid 2, artikel 8, lid 2, artikel 14, leden 5 en 6, en artikel 15, leden 1 en 2, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.
Artikel 17
Spoedprocedure
-
1.Een op grond van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handeling treedt onverwijld in werking en is van toepassing zolang geen bezwaar wordt gemaakt overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt vermeld om welke redenen wordt gebruikgemaakt van de spoedprocedure.
-
2.Het Europees Parlement of de Raad kan overeenkomstig de in artikel 16, lid 6, bedoelde procedure bezwaar maken tegen een gedelegeerde handeling. In dat geval trekt de Commissie de handeling onmiddellijk in na de kennisgeving van het besluit waarbij het Europees Parlement of de Raad bezwaar maakt.
Artikel 18
Comitéprocedure
-
1.De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 58, lid 1, van Verordening (EG) nr. 178/2002 ingestelde Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders.
Voor de toepassing van artikel 9, lid 4, punt b), van deze verordening wordt de Commissie evenwel bijgestaan door het bij artikel 47 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (17) ingestelde Comité voor de visserij en de aquacultuur. Ook wordt zij door dat comité bijgestaan voor de toepassing van artikel 4, lid 4, en artikel 9, lid 6, van deze verordening waar het aangelegenheden betreft die uitsluitend onder de bevoegdheid van dat comité vallen.
Die comités zijn comités in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
-
2.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
Indien door het comité geen advies wordt uitgebracht, stelt de Commissie de ontwerpuitvoeringshandeling niet vast en is artikel 5, lid 4, derde alinea, van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.
-
3.Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 8 van Verordening (EU) nr. 182/2011, in samenhang met artikel 5 daarvan, van toepassing.
HOOFDSTUK 7
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 19
Overgangsbepalingen voor markeringsvoorschriften
-
1.Detailhandelsgoederen die vóór 1 oktober 2023 in Noord-Ierland in de handel zijn gebracht, hoeven tot 31 oktober 2023 niet te voldoen aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt a).
-
2.Detailhandelsgoederen die 1 oktober 2024 in Noord-Ierland in de handel zijn gebracht, hoeven tot 31 oktober 2024 niet te voldoen aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt b).
-
3.Detailhandelsgoederen die vóór 1 juli 2025 in Noord-Ierland in de handel zijn gebracht, hoeven tot 31 juli 2025 niet te voldoen aan de markeringsvoorschriften van artikel 6, lid 1, punt c).
Artikel 20
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Straatsburg, 14 juni 2023.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
-
R.METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
-
J.ROSWALL
-
Advies van 27 april 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
-
Standpunt van het Europees Parlement van 9 mei 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 30 mei 2023.
-
Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) (PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1).
-
Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1).
-
Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4).
-
Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008 houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1936/2001 en (EG) nr. 601/2004 en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 1093/94 en (EG) nr. 1447/1999 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende het niet-commerciële verkeer van gezelschapsdieren en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 998/2003 (PB L 178 van 28.6.2013, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).
-
Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1).
-
Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).
-
Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (PB L 150 van 14.6.2018, blz. 1).
-
Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22).
BIJLAGE I
Lijst van Uniehandelingen of delen daarvan
Opmerking: In de volgende lijst van Uniehandelingen of delen daarvan als bedoeld in artikel 1, lid 2, worden de handelingen die relevant zijn voor volksgezondheid en consumentenvoorlichting als bedoeld in artikel 6, lid 6, aangeduid met een asterisk “*”:
1. |
*Richtlijn 84/500/EEG van de Raad van 15 oktober 1984 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake keramische voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in aanraking te komen (1) |
2. |
Verordening (EEG) nr. 3703/85 van de Commissie van 23 december 1985 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde soorten verse of gekoelde vis (2) |
3. |
*Richtlijn 89/108/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voor menselijke voeding bestemde diepvriesproducten (3) |
4. |
Verordening (EEG) nr. 2136/89 van de Raad van 21 juni 1989 tot vaststelling van gemeenschappelijke normen voor het in de handel brengen van sardineconserven en van verkoopbenamingen voor conserven van sardines en van sardineachtigen (4) |
5. |
Verordening (EEG) nr. 1536/92 van de Raad van 9 juni 1992 tot vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor tonijn- en bonietconserven (5) |
6. |
*Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad van 8 februari 1993 tot vaststelling van communautaire procedures inzake verontreinigingen in levensmiddelen (6) |
7. |
*Richtlijn 96/22/EG van de Raad van 29 april 1996 betreffende het verbod op het gebruik, in de veehouderij, van bepaalde stoffen met hormonale werking en van bepaalde stoffen met thyreostatische werking, alsmede van β-agonisten en tot intrekking van de Richtlijnen 81/602/EEG, 88/146/EEG en 88/299/EEG (7) |
8. |
Verordening (EG) nr. 2406/96 van de Raad van 26 november 1996 houdende vaststelling van gemeenschappelijke handelsnormen voor bepaalde visserijproducten (8) |
9. |
*Richtlijn 1999/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de behandeling van voedsel en voedselingrediënten met ioniserende straling (9) |
10. |
*Richtlijn 1999/3/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake de vaststelling van een communautaire lijst van voedsel en voedselingrediënten die mogen worden behandeld met ioniserende straling (10) |
11. |
*Richtlijn 1999/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 februari 1999 inzake extracten van koffie en extracten van cichorei (11) |
12. |
*Richtlijn 2000/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2000 inzake cacao- en chocoladeproducten voor menselijke consumptie (12) |
13. |
*Deel C van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad (13) |
14. |
*Richtlijn 2001/110/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake honing (14) |
15. |
*Richtlijn 2001/111/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (15) |
16. |
*Richtlijn 2001/112/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtensappen en bepaalde soortgelijke producten (16) |
17. |
*Richtlijn 2001/113/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake voor menselijke voeding bestemde vruchtenjam of -confituur, -gelei en -marmelade, alsmede kastanjepasta (17) |
18. |
*Richtlijn 2001/114/EG van de Raad van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk (18) |
19. |
Verordening (EG) nr. 1035/2001 van de Raad van 22 mei 2001 tot invoering van een documentatieregeling voor de vangst van Dissostichus spp. (19) |
20. |
*Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding (20) |
21. |
*Richtlijn 2002/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 juni 2002 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake voedingssupplementen (21) |
22. |
*Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (22) |
23. |
*Verordening (EG) nr. 1829/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 inzake genetisch gemodificeerde levensmiddelen en diervoeders (23), met uitzondering van artikel 32, tweede alinea |
24. |
*Verordening (EG) nr. 1830/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende de traceerbaarheid en etikettering van genetisch gemodificeerde organismen en de traceerbaarheid van met genetisch gemodificeerde organismen geproduceerde levensmiddelen en diervoeders en tot wijziging van Richtlijn 2001/18/EG (24) |
25. |
*Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (25) |
26. |
*Verordening (EG) nr. 1946/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2003 betreffende de grensoverschrijdende verplaatsing van genetisch gemodificeerde organismen (26) |
27. |
*Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (27) |
28. |
*Verordening (EG) nr. 2065/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 inzake in of op levensmiddelen gebruikte of te gebruiken rookaroma’s (28) |
29. |
*Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (29) |
30. |
*Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (30) |
31. |
*Verordening (EG) nr. 1935/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 27 oktober 2004 inzake materialen en voorwerpen bestemd om met levensmiddelen in contact te komen en houdende intrekking van de Richtlijnen 80/590/EEG en 89/109/EEG (31) |
32. |
*Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (32) |
33. |
*Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (33) |
34. |
*Verordening (EG) nr. 1924/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 inzake voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen (34) |
35. |
*Verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen (35) |
36. |
Richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (36) |
37. |
Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel van het bestand van Europese aal (37), voor zover zij betrekking heeft op bepalingen inzake handelsnormen |
38. |
Verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (38) |
39. |
Besluit nr. 768/2008/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad (39) |
40. |
*Verordening (EG) nr. 1331/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 tot vaststelling van een uniforme goedkeuringsprocedure voor levensmiddelenadditieven, voedingsenzymen en levensmiddelenaroma’s (40) |
41. |
*Verordening (EG) nr. 1332/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake voedingsenzymen en tot wijziging van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad, Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad, Richtlijn 2000/13/EG, Richtlijn 2001/112/EG van de Raad en Verordening (EG) nr. 258/97 (41) |
42. |
*Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven (42) |
43. |
*Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (43) |
44. |
*Richtlijn 2009/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de productie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan (44) |
45. |
*Richtlijn 2009/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de exploitatie en het in de handel brengen van natuurlijk mineraalwater (45) |
46. |
*Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2009 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong, tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2377/90 van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad en van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (46) |
47. |
*Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie (47) |
48. |
*Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (48) |
49. |
Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (49), voor zover zij betrekking heeft op bepalingen inzake handelsnormen |
50. |
Verordening (EU) nr. 640/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 tot vaststelling van een vangstdocumentatieprogramma voor blauwvintonijn Thunnus thynnus en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1984/2003 van de Raad (50) |
51. |
*Uitvoeringsverordening (EU) nr. 543/2011 van de Commissie van 7 juni 2011 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad, wat de sectoren groenten en fruit en verwerkte groenten en fruit betreft (51) |
52. |
*Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie (52) |
53. |
*Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden (53) |
54. |
Verordening (EU) nr. 608/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten door de douane en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad (54) |
55. |
*Verordening (EU) nr. 609/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de dagelijkse voeding volledig vervangende producten voor gewichtsbeheersing, en tot intrekking van Richtlijn 92/52/EEG van de Raad, Richtlijnen 96/8/EG, 1999/21/EG, 2006/125/EG en 2006/141/EG van de Commissie, Richtlijn 2009/39/EG van het Europees Parlement en de Raad en de Verordeningen (EG) nr. 41/2009 en (EG) nr. 953/2009 van de Commissie (55) |
56. |
*Deel II, titel II, hoofdstuk I, afdelingen 1 en 3, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (56) |
57. |
Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (57), voor zover zij betrekking heeft op bepalingen inzake handelsnormen voor visserij- en aquacultuurproducten |
58. |
*Verordening (EU) nr. 251/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 inzake de definitie, de aanduiding, de aanbiedingsvorm en de etikettering van gearomatiseerde wijnbouwproducten en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad (58) |
59. |
*Richtlijn (EU) 2015/2203 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten met betrekking tot voor menselijke voeding bestemde caseïne en caseïnaten en tot intrekking van Richtlijn 83/417/EEG van de Raad (59) |
60. |
*Verordening (EU) 2015/2283 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende nieuwe voedingsmiddelen, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 258/97 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EG) nr. 1852/2001 van de Commissie (60) |
61. |
*Verordening (Euratom) 2016/52 van de Raad van 15 januari 2016 tot vaststelling van maximaal toelaatbare niveaus van radioactieve besmetting van levensmiddelen en diervoeders ten gevolge van een nucleair ongeval of ander stralingsgevaar en tot intrekking van Verordening (Euratom) nr. 3954/87 en de Verordeningen (Euratom) nr. 944/89 en (Euratom) nr. 770/90 van de Commissie (61) |
62. |
*Verordening (EU) 2018/848 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad (62) |
63. |
Verordening (EU) 2019/4 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende de vervaardiging, het in de handel brengen en het gebruik van gemedicineerde diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 90/167/EEG van de Raad (63) |
64. |
*Verordening (EU) 2019/6 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 betreffende diergeneesmiddelen en tot intrekking van Richtlijn 2001/82/EG (64) |
65. |
*Hoofdstuk II van Verordening (EU) 2019/787 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 betreffende de definitie, omschrijving, presentatie en etikettering van gedistilleerde dranken, het gebruik van de namen van gedistilleerde dranken in de presentatie en etikettering van andere levensmiddelen en de bescherming van geografische aanduidingen van gedistilleerde dranken, het gebruik van ethylalcohol en distillaten uit landbouwproducten in alcoholhoudende dranken, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 110/2008 (65), alsook hoofdstuk I daarvan voor zover daarbij het gebruik van synthetische alcohol en bepaalde kleurstoffen wordt verboden |
66. |
Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (66), voor zover zij betrekking heeft op bepalingen inzake minimummaten van mariene organismen die ook minimummaten voor de afzet vormen |
67. |
*Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2292 van de Commissie van 6 september 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van voedselproducerende dieren en bepaalde voor menselijke consumptie bestemde goederen (67). |
BIJLAGE II
Vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie
De structurele en personele middelen van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie in Noord-Ierland beschikken over de capaciteiten en bekwaamheden die passen bij het soort en de hoeveelheden detailhandelsgoederen die voor de bij deze verordening voorgeschreven officiële controles worden aangeboden.
Ook beschikken zij over de capaciteiten en bekwaamheden die passen bij het soort en de hoeveelheden dieren en goederen die niet onder het toepassingsgebied van deze verordening vallen en die voor de bij Verordening (EU) 2017/625 voorgeschreven officiële controles worden aangeboden.
DEEL 1
Exploitatie van tijdelijke faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie
Minimale vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie |
Tijdschema |
Een voldoende aantal naar behoren gekwalificeerde personeelsleden, overeenkomstig artikel 64, lid 3, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 |
Uiterlijk op 1 oktober 2023 |
Adequate infrastructuur om de uitvoering van officiële controles mogelijk te maken, overeenkomstig artikel 3, leden 1 tot en met 6, en de leden 11, 12 en 13 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie (1) |
|
Adequate uitrusting om de uitvoering van officiële controles mogelijk te maken, overeenkomstig artikel 4, lid 1, punten c) en d), en leden 2 en 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 |
|
Technologie en uitrusting die noodzakelijk zijn voor de efficiënte werking van Traces en eventuele andere geautomatiseerde informatiemanagementsystemen die voor de verwerking en uitwisseling van gegevens en informatie zijn vereist overeenkomstig artikel 64, lid 3, punt f), van Verordening (EU) 2017/625 |
|
Er worden officiële controles, met inbegrip van overeenstemmingscontroles en materiële controles, uitgevoerd. |
|
De faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie zijn operationeel voor officiële controles van gezelschapsdieren overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) nr. 576/2013, en voor gezelschapsdieren die niet aan de voorwaarden voldoen, zoals bepaald in artikel 12, lid 1, punt f), van deze verordening |
DEEL 2
Bouw van definitieve faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie
Minimale vereisten voor faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie |
Tijdschema |
Zij moeten voldoen aan de voorschriften van artikel 64 van Verordening (EU) 2017/625. |
Uiterlijk op 1 juli 2025 |
Officiële controles, met inbegrip van overeenstemmingscontroles en materiële controles, worden uitgevoerd in faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie, overeenkomstig Verordening(EU) 2017/625. |
Het Verenigd Koninkrijk dient uiterlijk op 31 juli 2024 bij de Commissie een voortgangsverslag in over de voltooiing van de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie, en vervolgens om de drie maanden totdat aan de vereisten van deze bijlage is voldaan.
Het Verenigd Koninkrijk en de Commissie werken samen op het gebied van elektronische certificering.
-
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 van de Commissie van 12 juni 2019 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten (PB L 165 van 21.6.2019, blz. 10).
BIJLAGE III
De vereisten voor de monitoring en voor het op de lijst plaatsen van vestigingen als bedoeld in de artikelen 7 en 8
DEEL 1
Monitoringvereisten
1. |
Zendingen detailhandelsgoederen die vanuit andere delen van het Verenigd Koninkrijk in Noord-Ierland binnenkomen, worden door de bevoegde autoriteiten van Noord-Ierland gemonitord vanaf de faciliteiten voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland tot de vestiging van bestemming overeenkomstig artikel 2, lid 1, lid 2, punten b) en c), en lid 3, en artikel 3, leden 2 tot en met 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1666 van de Commissie (1). |
2. |
Zendingen detailhandelsgoederen worden verzegeld door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, of onder hun verantwoordelijkheid, en de bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de zendingen intact zijn en niet zijn gemanipuleerd tussen de faciliteit voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland en de vestiging van bestemming. Het zegelnummer van dergelijke zendingen wordt door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk toegekend en opgenomen in het in artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 1, punt g), van deze verordening bedoelde algemene certificaat en in het gemeenschappelijk gezondheidsdocument van binnenkomst (GGB) zoals bedoeld in artikel 56 van Verordening (EU) 2017/625. Het zegelnummer wordt door de bevoegde autoriteiten van Noord-Ierland bevestigd of in overeenstemming gebracht bij de faciliteit voor sanitaire en fytosanitaire inspectie van eerste aankomst in Noord-Ierland. Wanneer een zending opnieuw wordt verzegeld, wordt het nieuwe zegelnummer in het GGB geregistreerd. |
3. |
De exploitant die verantwoordelijk is voor de vestiging op de plaats van bestemming stelt, binnen twee dagen na de datum van aankomst van de zendingen detailhandelsgoederen in Noord-Ierland, de bevoegde autoriteiten van Noord-Ierland die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de officiële controles in die vestiging in kennis van de aankomst van die zendingen. |
DEEL 2
Lijsten van vestigingen die zendingen detailhandelsgoederen verzenden in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en lijsten van vestigingen in Noord-Ierland die deze zendingen ontvangen
1. |
De lijsten van vestigingen in andere delen van het Verenigd Koninkrijk dan Noord-Ierland en in Noord-Ierland die zendingen detailhandelsgoederen mogen verzenden of ontvangen, worden opgesteld en bijgewerkt door de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk, overeenkomstig algemeen beschikbare procedures die eveneens worden bijgewerkt. |
2. |
De bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk zorgen ervoor dat de in punt 1 bedoelde vestigingen van verzending en ontvangst voldoen aan de voorschriften van deze verordening door op risicoanalyse en op inlichtingen gebaseerde steekproefcontroles van deze vestigingen uit te voeren. Deze steekproefcontroles hebben tot doel na te gaan of de detailhandelsgoederen uitsluitend bestemd zijn voor detailverkoop in Noord-Ierland en niet vervolgens naar een lidstaat zullen worden verplaatst. |
3. |
Bij de in punt 2 bedoelde op risicoanalyse en op inlichtingen gebaseerde steekproefcontroles wordt onder meer nagegaan of de vestigingen aan de vereisten van bijlage IV voldoen, en wordt met name geverifieerd of de detailhandelsgoederen aan de markeringsvereisten van artikel 6, lid 1, voldoen, rekening houdend met de nalevingsgeschiedenis van die vestigingen en de hoeveelheid detailhandelsgoederen die niet zijn voorzien van een individuele markering overeenkomstig artikel 6, lid 1, punten a) en b). Die steekproefcontroles omvatten een visuele inspectie van de detailhandelsgoederen die overeenkomstig bijlage IV, punt 2, op het niveau van de doos zijn gemarkeerd, en van de detailhandelsgoederen zoals die in de rekken in de vestiging worden aangeboden, alsook een onderzoek van de relevante documentatie met betrekking tot het algemene certificaat dat deze detailhandelsgoederen vergezelt en de aankomstregisters van de vestigingen van bestemming. Tot en met 30 juni 2025 dient het Verenigd Koninkrijk om de drie maanden bij de Commissie een verslag in over het niveau en de resultaten van de overeenkomstig punt 2 verrichte steekproefcontroles. |
4. |
Wanneer de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk redenen hebben om ernstige of herhaalde inbreuken op de vereisten van deze verordening te vermoeden, schrappen zij de vestigingen onmiddellijk van de in punt 1 bedoelde lijsten van vestigingen. |
5. |
De in punt 1) bedoelde lijsten van vestigingen worden onverwijld elektronisch ter beschikking gesteld van de Commissie en de bevoegde autoriteiten in Noord-Ierland. |
-
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1666 van de Commissie van 24 juni 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de voorwaarden voor de monitoring van het vervoer en de aankomst van zendingen van bepaalde goederen van de grenscontrolepost van aankomst tot de vestiging op de plaats van bestemming in de Unie (PB L 255 van 4.10.2019, blz. 1).
BIJLAGE IV
Markeringsvereisten
-
1.Individuele markeringen
De markering wordt op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters op de verpakking aangebracht. Andere schriftelijke aanduidingen, afbeeldingen of ander materiaal mogen de markering in geen geval verbergen, minder zichtbaar maken, aan de aandacht onttrekken of onderbreken.
De markering bevat de volgende woorden: “Niet voor de EU”.
-
2.Markeringen op het niveau van de doos
De markering wordt aangebracht op de kleinste verpakkingseenheid van de gelijksoortige voorverpakte detailhandelsgoederen.
De markering wordt op een duidelijk zichtbare plaats en in duidelijk leesbare en onuitwisbare letters op de verpakkingseenheid aangebracht. Andere schriftelijke aanduidingen, afbeeldingen of ander materiaal mogen de markering in geen geval verbergen, minder zichtbaar maken, aan de aandacht onttrekken of onderbreken.
De markering bevat de volgende woorden: “Niet voor de EU”.
-
3.Markeringen en affiches op het niveau van het rek
Een aanduiding met de woorden “niet voor de EU” wordt naast het prijskaartje of de gelijkwaardige prijsaanduiding aangebracht op de rekken in de vestiging waar de detailhandelsgoederen aan de eindverbruiker worden aangeboden.
In de nabijheid van de detailhandelsgoederen wordt een voldoende aantal affiches zichtbaar getoond om de consumenten ervan op de hoogte te brengen dat die detailhandelsgoederen uitsluitend bestemd zijn voor verkoop aan de eindverbruiker in Noord-Ierland en niet vervolgens naar een lidstaat mogen worden verplaatst.
BIJLAGE V
Lijst van detailhandelsgoederen als bedoeld in artikel 6, lid 1
DEEL 1
Voorverpakte melk en zuivelproducten die overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt a), ii), van een merkteken moeten worden voorzien:
1) |
gepasteuriseerde melk; |
2) |
gepasteuriseerde room; |
3) |
zure room; |
4) |
crème fraiche; |
5) |
gepasteuriseerde karnemelk; |
6) |
niet-gepasteuriseerde (rauwmelkse) kaas; |
7) |
kwark/cottage cheese. |
DEEL 2
Bepaalde detailhandelsgoederen die niet van een individueel merkteken hoeven te worden voorzien overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt c)
1. |
De volgende detailhandelsgoederen, indien het houdbare samengestelde producten zijn die voldoen aan de vereisten van artikel 3, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/630 van de Commissie (1):
|
2. |
Andere detailhandelsgoederen dan die welke overeenkomstig artikel 44 van Verordening (EU) 2017/625 aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, zoals groente- en fruitconserven, meel, specerijen, aroma’s, azijn, zaden, noten, popcorn, crackers, chips, tomatenketchup, tomatensoep, gedroogde kruiden, diepvriesfriet, theezakjes, gedroogde theebladeren, en koffie. |
3. |
De volgende detailhandelsgoederen van plantaardige oorsprong, behalve wanneer een fytosanitair certificaat vereist is op grond van Unieregels:
|
4. |
Detailhandelsgoederen die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 1308/2013 vallen, tenzij deze overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 aan officiële controles aan grenscontroleposten onderworpen zijn, zoals:
|
-
Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/630 van de Commissie van 16 februari 2021 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde categorieën van goederen die zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten en tot wijziging van Beschikking 2007/275/EG van de Commissie (PB L 132 van 19.4.2021, blz. 17).
Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.