Besluit 2024/447 - Ondertekening van de overeenkomst met Armenië betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de EU voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van Armenië

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

Serie L

 

 

2024/447

1.2.2024

BESLUIT (EU) 2024/447 VAN DE RAAD

van 29 januari 2024

tot ondertekening, namens de Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van de Republiek Armenië

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, en artikel 85, in samenhang met artikel 218, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

In artikel 47, lid 1, en artikel 52, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad (1) is bepaald dat Eurojust op basis van een samenwerkingsstrategie samenwerking met autoriteiten van derde landen kan aangaan en onderhouden.

 

(2)

Op grond van artikel 56, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2018/1727 kan Eurojust persoonsgegevens aan een autoriteit van een derde land overdragen op voorwaarde dat, onder andere, een op grond van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) internationale overeenkomst tussen de Unie en het derde land is gesloten, dat voorziet in passende waarborgen betreffende de bescherming van privacy en van de fundamentele rechten en vrijheden van burgers.

 

(3)

Op 1 maart 2021 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen met de Republiek Armenië over een overeenkomst betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van de Republiek Armenië.

 

(4)

De onderhandelingen over de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van de Republiek Armenië (“de overeenkomst”) zijn in oktober 2022 met succes afgerond.

 

(5)

De overeenkomst maakt de doorgifte van persoonsgegevens tussen Eurojust en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Armenië mogelijk met het oog op de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme en de bescherming van de veiligheid van de Unie en haar burgers.

 

(6)

De overeenkomst waarborgt de volledige eerbiediging van de grondrechten van de Unie, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven, het recht op bescherming van persoonsgegevens, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, zoals neergelegd in respectievelijk de artikelen 7, 8 en 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. De overeenkomst bevat met name passende waarborgen voor de bescherming van persoonsgegevens die door Eurojust in het kader van de overeenkomst worden doorgegeven.

 

(7)

Ierland is gebonden door Verordening (EU) 2018/1727 en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit.

 

(8)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken.

 

(9)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft op 11 december 2023 zijn advies 52/2023 uitgebracht.

 

(10)

De overeenkomst moet derhalve namens de Unie worden ondertekend, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Er wordt machtiging verleend voor de ondertekening, namens de Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Armenië betreffende de samenwerking tussen het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en de voor justitiële samenwerking in strafzaken bevoegde autoriteiten van de Republiek Armenië (“de overeenkomst”), onder voorbehoud van de sluiting van die overeenkomst (2).

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de perso(o)n(en) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) om de overeenkomst namens de Unie te ondertekenen.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 29 januari 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

  • H. 
    LAHBIB
 

  • (1) 
    Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust), en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 138).
  • (2) 
    De tekst van de overeenkomst wordt samen met het besluit betreffende de sluiting ervan bekendgemaakt.
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/447/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.