Richtlijn 2024/790 - Wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

Serie L

 

 

2024/790

8.3.2024

RICHTLIJN (EU) 2024/790 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 28 februari 2024

tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU betreffende markten voor financiële instrumenten

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Na raadpleging van de Europese Centrale Bank,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Commissie kondigde in haar mededeling van 24 september 2020 getiteld “Een kapitaalmarktenunie ten dienste van mensen en ondernemingen — Een nieuw actieplan” (het “KMU-actieplan”) aan dat zij voornemens was een wetgevingsvoorstel in te dienen voor de oprichting van een doorlopende elektronische live gegevensstroom die een volledig beeld zou moeten geven van de prijzen en het volume van eigenvermogensinstrumenten en vergelijkbare financiële instrumenten die in de hele Unie op handelsplatformen worden verhandeld (“consolidated tape”). In zijn conclusies van 2 december 2020 over het KMU-actieplan van de Commissie moedigde de Raad de Commissie aan om meer investeringsactiviteiten binnen de Unie te stimuleren door de beschikbaarheid en transparantie van gegevens te verbeteren door nader te analyseren hoe de belemmeringen voor een consolidated tape in de Unie kunnen worden aangepakt.

 

(2)

In haar mededeling van 19 januari 2021 getiteld “Het Europese economisch-financieel bestel: openheid, kracht en veerkracht stimuleren” bevestigde de Commissie haar voornemen om het raamwerk voor transparantie op de effectenmarkten te verbeteren, te vereenvoudigen en verder te harmoniseren, als onderdeel van de herziening van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (2) en Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (3). Als onderdeel van het streven naar een sterkere internationale rol voor de euro kondigde de Commissie eveneens aan dat een dergelijke hervorming het vormgeven en toepassen van een consolidated tape zou omvatten, met name voor de uitgifte van bedrijfsobligaties, met als doel de secundaire handel in in euro luidende schuldinstrumenten te vergroten.

 

(3)

Gelijktijdig met de herziening van Richtlijn 2014/65/EU is Verordening (EU) nr. 600/2014 gewijzigd bij Verordening (EU) 2024/791 van het Europees Parlement en de Raad (4) om de belangrijkste belemmeringen voor het ontstaan van een consolidated tape weg te nemen. Bij die verordening worden verplichte bijdragen van gegevens aan de verstrekker van consolidated tape ingevoerd en wordt de gegevenskwaliteit verbeterd, onder meer door de synchronisatie van beursklokken te harmoniseren. Bovendien worden bij die verordening de handelsverplichtingen aangescherpt en worden betalingen voor het uitvoeren van orders van bepaalde cliënten op een bepaalde plaats van uitvoering of voor het doorgeven van orders van die cliënten aan derden met het oog op de uitvoering ervan op een bepaalde plaats van uitvoering (“betalingen voor orderstromen”) verboden. Aangezien Richtlijn 2014/65/EU ook bepalingen inzake consolidated tape en transparantie bevat, moeten de wijzigingen van Verordening (EU) nr. 600/2014 worden weerspiegeld in Richtlijn 2014/65/EU.

 

(4)

Artikel 1, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU verplicht systemen en faciliteiten waarin meerdere koop- en verkoopintenties van derden met betrekking tot financiële instrumenten op elkaar kunnen inwerken (“multilaterale systemen”) ertoe om te werken overeenkomstig de vereisten met betrekking tot gereglementeerde markten, multilaterale handelsfaciliteiten (“MTF’s”) of georganiseerde handelsfaciliteiten (“OTF’s”). Getuige het eindverslag van 23 maart 2021 van de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten) (ESMA), opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5), over de werking van de georganiseerde handelsfaciliteit, heeft de marktpraktijk echter aangetoond dat het beginsel van multilaterale handelsactiviteit waarvoor een vergunning vereist is, in de Unie niet in acht is genomen, waardoor een ongelijk speelveld is ontstaan tussen multilaterale systemen waaraan een vergunning is verleend als gereglementeerde markt, een MTF of een OTF en multilaterale systemen waarvoor geen vergunning als zodanig is verleend. Voorts heeft die situatie voor bepaalde marktdeelnemers rechtsonzekerheid gecreëerd met betrekking tot de regelgevingsverwachtingen voor dergelijke multilaterale systemen. Om de marktdeelnemers duidelijkheid te verschaffen, een gelijk speelveld te waarborgen, de werking van de interne markt te verbeteren en te zorgen voor een uniforme toepassing van het vereiste dat hybride systemen alleen multilaterale handelsactiviteiten mogen verrichten indien zij over een vergunning beschikken als gereglementeerde markt, een MTF of een OTF, moet de inhoud van artikel 1, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU naar Verordening (EU) nr. 600/2014 worden verplaatst. Aangezien multilaterale systemen uit het toepassingsgebied van artikel 1, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU worden gehaald en worden opgenomen in het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 600/2014, is het ook passend de definitie van “multilateraal systeem” naar die verordening te verplaatsen.

 

(5)

Artikel 2, lid 1, punt d), ii), van Richtlijn 2014/65/EU stelt personen die voor eigen rekening handelen, vrij van het vereiste om een vergunning als beleggingsonderneming of kredietinstelling te hebben, tenzij die personen leden zijn van of deelnemers zijn in een gereglementeerde markt of een MTF of directe elektronische toegang hebben tot een handelsplatform. Van niet-financiële entiteiten die lid zijn van of deelnemen in een gereglementeerde markt of een MTF met het oog op het uitvoeren van transacties met betrekking tot liquiditeitsbeheer of ter beperking van risico’s die rechtstreeks verband houden met hun commerciële bedrijvigheid of met de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen, mag niet worden verlangd dat zij over een vergunning als beleggingsonderneming beschikken, aangezien een dergelijk vereiste onevenredig zou zijn. Met betrekking tot directe elektronische toegang tot een handelsplatform schrijven artikel 17, lid 5, en artikel 48, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU voor dat aanbieders van directe elektronische toegang vergunninghoudende beleggingsondernemingen of kredietinstellingen zijn. Beleggingsondernemingen of kredietinstellingen die directe elektronische toegang verlenen, moeten ervoor zorgen dat hun cliënten voldoen aan de vereisten van artikel 17, lid 5, en artikel 48, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU. Die poortwachtersfunctie is doeltreffend en maakt het voor cliënten van de aanbieder van directe elektronische toegang, waaronder personen die voor eigen rekening handelen, onnodig om onder Richtlijn 2014/65/EU te vallen. Bovendien zou het schrappen van dat vereiste bijdragen tot een gelijk speelveld tussen, enerzijds, in de Unie gevestigde personen en, anderzijds, in een derde land gevestigde personen die directe elektronische toegang hebben tot Unieplatformen, voor wie Richtlijn 2014/65/EU geen vergunning vereist.

 

(6)

Artikel 18, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU schrijft voor dat MTF’s en OTF’s ten minste drie daadwerkelijk actieve leden of gebruikers hebben. Dat vereiste moet gelden voor alle multilaterale systemen. Daarom moet dat vereiste worden uitgebreid tot gereglementeerde markten.

 

(7)

Richtlijn 2014/65/EU bepaalt dat een beleggingsonderneming enkel als beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling wordt beschouwd wanneer zij wordt geacht op georganiseerde, frequente, systematische en aanzienlijke basis te handelen of wanneer zij ervoor kiest om onder de regeling voor beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling te vallen. Een frequente, systematische en aanzienlijke basis wordt bepaald aan de hand van kwantitatieve criteria. Dit heeft geleid tot een buitensporige last voor de beleggingsondernemingen die de beoordeling moeten uitvoeren, en voor de ESMA, die gegevens moet publiceren ten behoeve van de beoordeling. De beoordeling op basis van die criteria moet daarom worden vervangen door een kwalitatieve beoordeling. Rekening houdend met het feit dat Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt gewijzigd om beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling uit te sluiten van het toepassingsgebied van de verplichtingen inzake pretransactionele transparantie voor andere dan eigenvermogensinstrumenten, moet de kwalitatieve beoordeling van beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling alleen van toepassing zijn op eigenvermogensinstrumenten. Een beleggingsonderneming moet er echter voor kunnen kiezen om systematische interne afhandeling toe te passen voor andere dan eigenvermogensinstrumenten.

 

(8)

Artikel 27, leden 3 en 6, van Richtlijn 2014/65/EU bevat de verplichting voor plaatsen van uitvoering om rapporten met een lijst met gegevens met betrekking tot de verplichting om orders tegen de voor de cliënt voordeligste voorwaarden uit te voeren (“beste uitvoering”), openbaar te maken. Uit bewijsmateriaal en feedback van belanghebbenden is gebleken dat die verslagen zelden worden gelezen en beleggers of andere gebruikers van die verslagen niet in staat stellen om zinvolle vergelijkingen te maken op basis van de erin opgenomen informatie. Als gevolg daarvan is de in artikel 27, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU bedoelde rapportageverplichting bij Richtlijn (EU) 2021/338 van het Europees Parlement en de Raad (6) voor twee jaar geschorst om te worden herzien. Verordening (EU) nr. 600/2014 is gewijzigd bij Verordening (EU) 2024/791 om de belemmeringen voor het ontstaan van een consolidated tape weg te nemen. De gegevens waarvan verwacht wordt dat de consolidated tape ze zal verspreiden, omvatten de beste Europese bied- en laatkoers, posttransactionele informatie over transacties in aandelen en op de beurs verhandelde fondsen (exchange-traded funds — “ETF’s”), en posttransactionele informatie over transacties in obligaties en over-the-counter (otc)-derivaten. Die informatie kan worden gebruikt om de beste uitvoering aan te tonen. De rapportageverplichting van artikel 27, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU zal derhalve niet langer relevant zijn en moet worden geschrapt.

 

(9)

Artikel 27 van Richtlijn 2014/65/EU bevat ook meer algemene bepalingen inzake beste uitvoering. Verschillende interpretaties van dat artikel door de nationale bevoegde autoriteiten hebben evenwel tot een uiteenlopende aanpak van de toepassing van het vereiste van beste uitvoering en van het toezicht op marktpraktijken geleid. Die uiteenlopende aanpak blijkt met name uit de verschillende manieren waarop de praktijken in verband met het ontvangen van betalingen voor orderstromen in de hele Unie worden gereguleerd. Verordening (EU) 2024/791 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 verbiedt beleggingsondernemingen dergelijke betalingen in de Unie te ontvangen. Op basis van feedback van de toezichthouders en de betrokken partijen weten we echter dat de vereisten inzake beste uitvoering voor professionele cliënten gebaat zouden kunnen zijn bij nadere verduidelijking. De ESMA moet derhalve ontwerpen van technische reguleringsnormen ontwikkelen voor de criteria die in aanmerking moeten worden genomen voor het vaststellen en beoordelen van de doeltreffendheid van het beleid inzake de uitvoering van orders op grond van artikel 27, leden 5 en 7, van Richtlijn 2014/65/EU, rekening houdend met het verschil tussen niet-professionele en professionele cliënten.

 

(10)

De juiste werking van een consolidated tape hangt af van de kwaliteit van de gegevens die de verstrekker van consolidated tape ontvangt. Verordening (EU) nr. 600/2014 bevat vereisten voor de kwaliteit van de gegevens waaraan zij die gegevens verstrekken aan de consolidated tape moeten voldoen. Om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een MTF of een OTF exploiteren, en gereglementeerde markten, effectief aan die vereisten voldoen, moeten de lidstaten voorschrijven dat die beleggingsondernemingen, marktexploitanten en gereglementeerde markten over de nodige regelingen ter zake beschikken.

 

(11)

De ontvangst van hoogwaardige gegevens is van het grootste belang voor de werking van de consolidated tape en de interne markt en vereist dat alle verstrekkers van gegevens en de verstrekker van consolidated tape hun gegevens op gesynchroniseerde wijze van een tijdstempel voorzien, en dus hun beursklokken synchroniseren. Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt derhalve bij Verordening (EU) 2024/791 gewijzigd om dat vereiste, dat krachtens Richtlijn 2014/65/EU alleen van toepassing is op handelsplatformen en hun leden, deelnemers of gebruikers, uit te breiden tot beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling, tot aangewezen publicerende entiteiten, tot goedgekeurde publicatieregelingen en tot verstrekkers van consolidated tape. Aangezien dat vereiste nu wordt vastgelegd in Verordening (EU) nr. 600/2014, kan het uit Richtlijn 2014/65/EU worden geschrapt.

 

(12)

Binnen het kader voor de regulering van de markten voor financiële instrumenten van de Unie wordt op nationaal niveau toezicht gehouden op veel van de materiële vereisten die zijn vastgelegd in Verordening (EU) nr. 600/2014 en worden sancties en maatregelen opgelegd in overeenstemming met de artikelen 69 en 70 van Richtlijn 2014/65/EU. Verordening (EU) 2024/791 wijzigt Verordening (EU) nr. 600/2014 om nieuwe regels op te nemen inzake het volumebeperkingsmechanisme, inzake verplichte bijdragen van gegevens aan de verstrekker van consolidated tape, inzake gegevenskwaliteitsnormen waaraan verstrekkers van gegevens zijn onderworpen en inzake het verbieden van het ontvangen van betalingen voor orderstromen. Aangezien de nationale autoriteiten belast zijn met het toezicht op de betrokken entiteiten, moeten die nieuwe materiële vereisten worden toegevoegd aan de lijst in Richtlijn 2014/65/EU van bepalingen waarvoor de lidstaten sancties op nationaal niveau moeten vaststellen.

 

(13)

Richtlijn 2014/65/EU bevat regels die handelsplatformen verplichten mechanismen in te voeren om buitensporige volatiliteit op de markten te beperken, met name handelsonderbrekers en “price collars” (bandbreedtes waarbinnen prijzen maximaal mogen schommelen). De extreme omstandigheden waarmee de markten voor energiederivaten en grondstoffenderivaten tijdens de energiecrisis van 2022 te maken kregen, hebben echter geleid tot nadere controle van die mechanismen en hebben aangetoond dat er een gebrek aan transparantie is wat de activering van die mechanismen door de relevante handelsplatformen in de Unie betreft, zoals benadrukt in het antwoord van de ESMA van 22 september 2022 op de oproep van de Commissie om advies over de wijze waarop de buitensporige volatiliteit op de markten voor energiederivaten kan worden aangepakt. Marktdeelnemers zouden baat hebben bij meer informatie en meer transparantie over de omstandigheden die tot het stilleggen of het beperken van de handel leiden en over de beginselen die gereglementeerde markten in overweging moeten nemen voor de vaststelling van de belangrijkste technische parameters om de handel stil te leggen of te beperken. De ESMA moet door middel van ontwerpen van technische reguleringsnormen de beginselen vaststellen die de gereglementeerde markten in overweging moeten nemen voor de vaststelling van de belangrijkste technische parameters om de handel stil te leggen of te beperken. Gezien het belang van een ordelijke handel moeten gereglementeerde markten een ruime discretionaire bevoegdheid behouden ten aanzien van de vraag welke mechanismen moeten worden gebruikt en welke parameters voor die mechanismen moeten worden vastgesteld. Daarnaast moeten de nationale bevoegde autoriteiten nauwlettend op het gebruik van die mechanismen door handelsplatformen toezien en in voorkomend geval van hun toezichtbevoegdheden gebruikmaken.

 

(14)

Na de energiecrisis van 2022 en de daaruit voortvloeiende hogere en frequentere margestortingen en extreme volatiliteit is een uitgebreide beoordeling van de geschiktheid van het algemene kader voor markten voor grondstoffenderivaten, markten voor emissierechten en markten voor emissierechtenderivaten gerechtvaardigd. Een dergelijke beoordeling moet een strategische focus hebben en betrekking hebben op de liquiditeit en de goede werking van de markten voor grondstoffenderivaten, voor emissierechten en voor emissierechtenderivaten in de Unie, om ervoor te zorgen dat het kader voor deze markten geschikt is om de energietransitie te vergemakkelijken en de voedselzekerheid en het vermogen van de markten om externe schokken op te vangen, te waarborgen. Bij de uitvoering van haar analyse moet de Commissie ook in aanmerking nemen dat markten voor grondstoffenderivaten een belangrijke rol spelen bij het waarborgen dat marktdeelnemers de uit hun bedrijfsactiviteiten voortvloeiende risico’s naar behoren kunnen beheren en dat het vaststellen van de juiste parameters van groot belang is om ervoor te zorgen dat de Unie over concurrerende liquide markten voor grondstoffenderivaten beschikt die de open strategische autonomie van de Unie en de verwezenlijking van de Europese Green Deal waarborgen. Met die doelstellingen voor ogen moet de Commissie in de eerste plaats beoordelen of de regelingen voor de positielimieten en de positiebeheerscontroles hebben bijgedragen tot het voorkomen van marktmisbruik en de ondersteuning van ordelijke koersvorming en afwikkelingsvoorwaarden. Bij die beoordeling moet ook worden vastgesteld in hoeverre opkomende markten voor energiederivaten zich in de Unie hebben kunnen ontwikkelen.

In de tweede plaats moet de Commissie de criteria beoordelen om te bepalen wanneer een activiteit als nevenactiviteit van het hoofdbedrijf op groepsniveau moet worden beschouwd, rekening houdend met de totale liquiditeit in en de ordelijke werking van markten voor grondstoffenderivaten, voor emissierechten en voor emissierechtenderivaten. Energiebedrijven nemen in toenemende mate de rol van marketmakers op zich op de markten voor energiederivaten. Daarom moet de Commissie rekening houden met het algemene effect van de vrijstelling voor nevenactiviteiten door niet alleen te kijken naar de vergunningverlening, maar ook naar het effect van prudentiële vereisten als vastgesteld in Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad (7) en clearing-, margin- en zekerheidsstellingsverplichtingen als vastgesteld in Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (8). In de derde plaats moet de Commissie beoordelen in hoeverre transactiegegevens op markten voor grondstoffenderivaten of voor emissierechtenderivaten zouden kunnen worden verzameld in één enkele verzamelende entiteit en zouden kunnen worden geharmoniseerd tussen de Verordeningen (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 648/2012 met betrekking tot het aantal gegevensvelden, het formaat, de indieningstechnologieën, de technische bevestigingsprocedures en de gegevensontvangers. De enkele verzamelende entiteit zou de verstrekker van consolidated tape voor derivaten kunnen zijn. De Commissie moet beoordelen welke transactiegegevens relevant zijn voor het publiek en hoe die transactiegegevens het best kunnen worden verspreid.

 

(15)

Aan de Commissie moet de bevoegdheid worden verleend om technische reguleringsnormen vast te stellen die door de ESMA zijn ontwikkeld betreffende: de criteria waarmee rekening moet worden gehouden bij het bepalen en beoordelen van de doeltreffendheid van het orderuitvoeringsbeleid; de beginselen die gereglementeerde markten in acht moeten nemen bij het opzetten van hun mechanismen om de handel stil te leggen of te beperken; en de informatie die gereglementeerde markten openbaar moeten maken met betrekking tot de omstandigheden die leiden tot de stillegging of beperking van de handel, met inbegrip van de parameters om de handel stil te leggen die gereglementeerde markten aan de bevoegde autoriteiten moeten rapporteren. De Commissie dient die technische reguleringsnormen vast te stellen door middel van gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.

 

(16)

Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de verbetering van de transparantie van markten voor financiële instrumenten en de versterking van het internationale concurrentievermogen van de kapitaalmarkten van de Unie, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken.

 

(17)

Richtlijn 2014/65/EU moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Richtlijn 2014/65/EU

Richtlijn 2014/65/EU wordt als volgt gewijzigd:

 

1)

In artikel 1 wordt lid 7 geschrapt.

 

2)

In artikel 2, lid 1, punt d), wordt punt ii) vervangen door:

 

“ii)

lid zijn van of deelnemer zijn in een gereglementeerde markt of een MTF, met uitzondering van niet-financiële entiteiten die transacties uitvoeren op een handelsplatform wanneer zulke transacties deel uitmaken van liquiditeitsbeheer of objectief kan worden aangetoond dat die transacties risico’s verminderen die rechtstreeks verband houden met de commerciële bedrijvigheid of met de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen van die niet-financiële entiteiten of van groepen waartoe zij behoren;”.

 

3)

In artikel 4 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

 

a)

punt 19 wordt vervangen door:

 

“19.

“multilateraal systeem”: een multilateraal systeem zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 11, van Verordening (EU) nr. 600/2014;”;

 

b)

punt 20 wordt vervangen door:

 

“20.

“beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling”: een beleggingsonderneming die op georganiseerde, frequente en systematische basis voor eigen rekening handelt in eigenvermogensinstrumenten bij het buiten een gereglementeerde markt of een MTF of OTF uitvoeren van orders van cliënten zonder een multilateraal systeem te exploiteren, of die ervoor kiest om onder de regeling voor beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling te vallen;”.

 

4)

Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 2 wordt geschrapt;

 

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Met betrekking tot financiële instrumenten die onder de handelsverplichtingen van de artikelen 23 en 28 van Verordening (EU) nr. 600/2014 vallen, schrijven de lidstaten de beleggingsonderneming voor dat deze na de uitvoering van een order namens een cliënt die cliënt in kennis stelt van de plaats waar de order is uitgevoerd.”

;

 

c)

lid 6 wordt geschrapt;

 

d)

lid 7 wordt vervangen door:

“7.   De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen die orders van cliënten uitvoeren, toezicht houden op de doeltreffendheid van hun regelingen en beleid voor orderuitvoering, om mogelijke tekortkomingen te identificeren en waar passend te corrigeren. De lidstaten schrijven met name voor dat dergelijke beleggingsondernemingen op gezette tijden nagaan of de in het orderuitvoeringsbeleid opgenomen plaatsen van uitvoering tot het best mogelijke resultaat voor de cliënt leiden dan wel of zij hun uitvoeringsregelingen moeten wijzigen. De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen de cliënten met wie zij een doorlopende cliëntenrelatie hebben, kennisgeven van wezenlijke wijzigingen in hun orderuitvoeringsregelingen of hun orderuitvoeringsbeleid.”

;

 

e)

lid 10 wordt vervangen door:

“10.   De ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de criteria waar rekening mee moet worden gehouden bij het vaststellen en beoordelen van de doeltreffendheid van het beleid inzake de uitvoering van orders overeenkomstig de leden 5 en 7, rekening houdend met de vraag of de orders worden uitgevoerd namens niet-professionele cliënten of professionele cliënten.

Die criteria omvatten ten minste het volgende:

 

a)

de factoren die bepalend zijn voor de keuze van de plaatsen van uitvoering in het beleid inzake de uitvoering van orders;

 

b)

de frequentie van de beoordeling en actualisering van het beleid inzake de uitvoering van orders;

 

c)

de wijze waarop klassen van financiële instrumenten als bedoeld in lid 5 worden geïdentificeerd.

ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 29 december 2024 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze richtlijn aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”

.

 

5)

Aan lid 1 van artikel 31 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De lidstaten schrijven voor dat beleggingsondernemingen en marktexploitanten die een MTF of een OTF exploiteren, beschikken over regelingen om ervoor te zorgen dat zij voldoen aan gegevenskwaliteitsnormen overeenkomstig artikel 22 ter van Verordening (EU) nr. 600/2014.”;

 

6)

Aan lid 1 van artikel 47 worden de volgende punten toegevoegd:

 

“g)

over regelingen beschikt om ervoor te zorgen dat zij voldoet aan gegevenskwaliteitsnormen op grond van artikel 22 ter van Verordening (EU) nr. 600/2014;

 

h)

ten minste drie daadwerkelijk actieve leden of gebruikers heeft, die elk op alle anderen kunnen inwerken met betrekking tot prijsvorming.”.

 

7)

Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

de eerste alinea wordt vervangen door:

“De lidstaten schrijven voor dat een gereglementeerde markt in staat is de handel tijdelijk stil te leggen of te beperken als zich een noodsituatie voordoet of als er op deze markt of op een aanverwante markt gedurende een korte periode aanzienlijke koersbewegingen in een financieel instrument zijn, en dat een gereglementeerde markt in staat is om in uitzonderlijke gevallen een transactie te annuleren, te wijzigen of te corrigeren. De lidstaten schrijven voor dat een gereglementeerde markt ervoor zorgt dat de parameters om de handel stil te leggen of te beperken voldoende geijkt zijn om rekening te kunnen houden met de liquiditeit van de verschillende categorieën en subcategorieën activa, de aard van het marktmodel en de soorten gebruikers en dat deze parameters volstaan om aanzienlijke verstoringen van de ordelijke werking van de markt te voorkomen.”;

 

ii)

de volgende alinea’s worden toegevoegd:

“De lidstaten schrijven voor dat een gereglementeerde markt op haar website informatie openbaar maakt over de omstandigheden die tot stillegging of beperking van de handel leiden en over de beginselen voor het bepalen van de belangrijkste technische parameters die daarvoor worden gebruikt.

De lidstaten zorgen ervoor dat wanneer een gereglementeerde markt niet overgaat tot de stillegging of beperking van de handel als bedoeld in de eerste alinea ondanks het feit dat een aanzienlijke koersbeweging in een financieel instrument of gerelateerde financiële instrumenten heeft geleid tot chaotische marktomstandigheden op een of meer markten, de bevoegde autoriteiten passende maatregelen kunnen nemen om de normale werking van de markten te herstellen, met inbegrip van de in artikel 69, lid 2, punten m) tot en met p), bedoelde toezichtbevoegdheden.”;

 

b)

lid 12 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

in de eerste alinea worden de volgende punten toegevoegd:

 

“h)

de beginselen die gereglementeerde markten in aanmerking moeten nemen wanneer zij hun mechanismen vaststellen om de handel stil te leggen of te beperken overeenkomstig lid 5, rekening houdend met de liquiditeit van de verschillende categorieën en subcategorieën activa, de aard van het marktmodel en de soorten gebruikers, en onverminderd de discretionaire bevoegdheid van gereglementeerde markten bij het vaststellen van die mechanismen;

 

i)

de informatie die gereglementeerde markten openbaar moeten maken, met inbegrip van de parameters om de handel stil te leggen die gereglementeerde markten op grond van lid 5 aan de bevoegde autoriteiten moeten rapporteren.”;

 

ii)

de tweede en derde alinea worden vervangen door:

“ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 29 maart 2025 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om deze richtlijn aan te vullen door de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.”;

 

c)

lid 13 wordt geschrapt.

 

8)

Aan lid 2 van artikel 49 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Met betrekking tot aandelen met een internationaal effectenidentificatienummer (International Securities Identification Number — ISIN) dat is toegekend buiten de Europese Economische Ruimte (EER), of aandelen met een ISIN van de EER die op een platform in een derde land worden verhandeld in de lokale valuta of in een niet-EER-valuta, zoals bedoeld in artikel 23, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 600/2014, waarvoor het platform dat wat liquiditeit betreft de meest relevante markt is, in een derde land is gelegen, kunnen gereglementeerde markten voorzien in dezelfde verhandelingseenheden als die welke gelden op dat platform.”.

 

9)

Artikel 50 wordt geschrapt.

 

10)

Artikel 57 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

de titel wordt vervangen door:

“ Positielimieten in grondstoffenderivaten en positiebeheerscontroles in grondstoffenderivaten en emissierechtenderivaten ”;

 

b)

in lid 8 wordt de eerste alinea als volgt gewijzigd:

 

i)

de aanhef wordt vervangen door:

“De lidstaten zorgen ervoor dat een beleggingsonderneming of marktexploitant die een handelsplatform exploiteert waarop grondstoffenderivaten of emissierechtenderivaten worden verhandeld, positiebeheerscontroles toepast, met inbegrip van bevoegdheden voor het handelsplatform om:”;

 

ii)

punt b) wordt vervangen door:

 

“b)

informatie te verkrijgen, met inbegrip van alle relevante documentatie, van personen betreffende de omvang en het doel van een ingenomen positie of aangegane blootstelling, en betreffende uiteindelijke of onderliggende eigenaren, gezamenlijke regelingen en enigerlei activa of verplichtingen op de onderliggende markt, met inbegrip van, in voorkomend geval, posities aangehouden in emissierechtenderivaten of posities aangehouden in grondstoffenderivaten die gebaseerd zijn op dezelfde onderliggende waarde en dezelfde kenmerken hebben op andere handelsplatformen en in economisch gelijkwaardige OTC-contracten door middel van leden en deelnemers;”.

 

11)

Artikel 58 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

de eerste alinea wordt als volgt gewijzigd:

 

de aanhef wordt vervangen door:

“De lidstaten dragen er zorg voor dat een beleggingsonderneming of een marktexploitant die een handelsplatform exploiteert waarop wordt gehandeld in grondstoffenderivaten of emissierechtenderivaten:”;

 

punt a) wordt vervangen door:

 

“a)

overgaat tot de openbaarmaking van:

 

i)

voor handelsplatformen waar opties worden verhandeld, twee wekelijkse rapporten, waarvan één geen betrekking heeft op opties, met de geaggregeerde posities van de verschillende categorieën personen voor de verschillende grondstoffenderivaten of emissierechtenderivaten die op hun handelsplatform worden verhandeld, met vermelding van het aantal long- en shortposities per categorie positiehouder, alsook eventuele veranderingen daarin sinds het vorige rapport, het percentage totale openstaande posities per categorie, en het aantal personen dat in elke categorie een positie aanhoudt overeenkomstig lid 4;

 

ii)

voor handelsplatformen waar geen opties worden verhandeld, een wekelijks verslag over de in punt i) bedoelde elementen;”;

 

ii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

“De lidstaten dragen er zorg voor dat een beleggingsonderneming of een marktexploitant die een handelsplatform exploiteert waarop wordt gehandeld in grondstoffenderivaten of emissierechtenderivaten de in punt a) van de eerste alinea bedoelde rapporten meedeelt aan de bevoegde autoriteit en aan de ESMA. De ESMA draagt zorg voor een gecentraliseerde publicatie van de informatie die is opgenomen in die rapporten.”;

 

b)

lid 2 wordt vervangen door:

“De lidstaten zien erop toe dat beleggingsondernemingen die buiten een handelsplatform grondstoffenderivaten of emissierechtenderivaten verhandelen, de in artikel 57, lid 6, bedoelde centrale bevoegde autoriteit of – indien er geen centrale bevoegde autoriteit is — de bevoegde autoriteit van het handelsplatform waar de grondstoffenderivaten of emissierechtenderivaten worden verhandeld, ten minste op dagelijkse basis een volledige uitsplitsing verstrekken van hun posities in economisch gelijkwaardige OTC-contracten, alsmede die van hun cliënten, en de cliënten van die cliënten tot aan de eindcliënt, in overeenstemming met artikel 26 van Verordening (EU) nr. 600/2014 en indien van toepassing artikel 8 van Verordening (EU) nr. 1227/2011.”;

 

c)

in lid 4 wordt de eerste alinea als volgt gewijzigd:

 

i)

de aanhef wordt vervangen door:

“Personen die posities in een grondstoffenderivaat of emissierechtenderivaat aanhouden, worden door de beleggingsonderneming of de marktexploitant die dat handelsplatform exploiteert, op grond van de aard van hun hoofdactiviteit, rekening houdend met eventuele verleende vergunningen, in een van de volgende categorieën handelaren ingedeeld:”;

 

ii)

punt e) wordt vervangen door:

 

“e)

in het geval van emissierechtenderivaten, exploitanten met nalevingsverplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG.”;

 

d)

in lid 5 wordt de vierde alinea vervangen door:

“In het geval van emissierechtenderivaten laat de rapportage de nalevingsverplichtingen van Richtlijn 2003/87/EG onverlet.”.

 

12)

Lid 3 van artikel 70 wordt als volgt gewijzigd:

 

a)

in punt a) wordt punt xxx) geschrapt;

 

b)

punt b) wordt als volgt gewijzigd:

 

i)

het volgende punt wordt ingevoegd:

 

“ii bis)

artikel 5;”;

 

ii)

punt v) wordt vervangen door:

 

“v)

artikel 8, lid 1;

 

v bis)

artikel 8 bis, leden 1 en 2;

 

v ter)

artikel 8 ter;”;

 

iii)

punt vii) wordt vervangen door:

 

“vii)

artikel 11, lid 1, tweede alinea, eerste zin, artikel 11, lid 1 bis, tweede alinea, artikel 11, lid 1 ter, en artikel 11, lid 3, vierde alinea;

 

vii bis)

artikel 11 bis, lid 1, tweede alinea, eerste zin, en artikel 11 bis, lid 1, vierde alinea;”;

 

iv)

de punten ix), x) en xi) worden vervangen door:

 

“ix)

artikel 13, leden 1 en 2;

 

x)

artikel 14, leden 1, 2 en 3;

 

xi)

artikel 15, lid 1, eerste alinea, artikel 15, lid 1, tweede alinea, eerste en derde zin, en artikel 15, lid 1, vierde alinea, artikel 15, lid 2, en artikel 15, lid 4, tweede zin;”;

 

v)

punt xiii) wordt geschrapt;

 

vi)

punt xiv) wordt vervangen door:

 

“xiv)

artikel 20, leden 1 en 1 bis, en artikel 20, lid 2, eerste zin;”;

 

vii)

de volgende punten worden ingevoegd:

 

“xvi bis)

artikel 22 bis, lid 1, en artikel 22 bis, leden 5 tot en met 8;

 

xvi ter)

artikel 22 ter, lid 1;

 

xvi quater)

artikel 22 quater, lid 1;”;

 

viii)

punt xxi) wordt vervangen door:

 

“xxi)

artikel 28, lid 1;”;

 

ix)

punt xxiv) wordt vervangen door:

 

“xxiv)

artikel 31, lid 3;”;

 

x)

het volgende punt wordt ingevoegd:

 

“xxvii bis)

artikel 39 bis;”.

 

13)

Aan artikel 90 wordt het volgende lid toegevoegd:

“5.   De Commissie brengt, na raadpleging van de ESMA, de EBA en ACER, aan het Europees Parlement en de Raad rapporten uit met een uitgebreide beoordeling van de markten voor grondstoffenderivaten, voor emissierechten en voor emissierechtenderivaten. In die rapporten worden ten minste voor elk van de volgende elementen de bijdrage daarvan aan de liquiditeit en de goede werking van de Uniemarkten voor grondstoffenderivaten, voor emissierechten of voor emissierechtenderivaten beoordeeld:

 

a)

de regelingen voor de positielimieten en de positiebeheerscontroles, op basis van gegevens die door de bevoegde autoriteiten aan de ESMA zijn verstrekt overeenkomstig artikel 57, leden 5 en 10;

 

b)

de in artikel 2, lid 4, tweede en derde alinea, van deze richtlijn bedoelde elementen en de criteria om te bepalen wanneer een activiteit moet worden beschouwd als een nevenactiviteit van het hoofdbedrijf op groepsniveau overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1833 van de Commissie (*1), rekening houdend met het vermogen van de in artikel 2, lid 1, punt j), van deze richtlijn bedoelde personen om transacties aan te gaan voor het effectief verminderen van risico’s die rechtstreeks verband houden met hun commerciële bedrijvigheid of met de activiteiten betreffende het beheer van de kasmiddelen, de toepassing vanaf 26 juni 2026 van vereisten voor beleggingsondernemingen die gespecialiseerd zijn in grondstoffenderivaten of emissierechten of derivaten daarvan, zoals vastgesteld in Verordening (EU) 2019/2033 en de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde vereisten voor financiële tegenpartijen;

 

c)

voor transacties op markten voor grondstoffenderivaten of voor emissierechtenderivaten, de belangrijkste elementen voor het verkrijgen van een geharmoniseerde gegevensverzameling, het verzamelen van transactiegegevens door één enkele verzamelende entiteit, en de relevante informatie over en het meest geschikte formaat voor het openbaar maken van transactiegegevens.

De Commissie brengt:

 

uiterlijk op 31 juli 2024 het in de eerste alinea, punt b), van dit lid bedoelde rapport uit, en

 

uiterlijk op 31 juli 2025 de in de eerste alinea, punten a) en c), van dit lid bedoelde rapporten uit.

Die rapporten gaan, in voorkomend geval, vergezeld van een wetgevingsvoorstel betreffende gerichte wijzigingen van het kader van marktregels voor grondstoffenderivaten, emissierechten of emissierechtenderivaten.

(*1)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1833 van de Commissie van 14 juli 2021 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad door de criteria te specificeren om uit te maken wanneer een activiteit moet worden aangemerkt als een nevenactiviteit van het hoofdbedrijf op groepsniveau (PB L 372 van 20.10.2021, blz. 1).”."

Artikel 2

Omzetting

  • 1. 
    De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 29 september 2025 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.

Wanneer de lidstaten die bepalingen vaststellen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor de verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

  • 2. 
    De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Straatsburg, 28 februari 2024.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

  • R. 
    METSOLA

Voor de Raad

De voorzitter

  • M. 
    MICHEL
 

  • (1) 
    Standpunt van het Europees Parlement van 16 januari 2024 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 20 februari 2024.
  • (2) 
    Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
  • (3) 
    Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).
  • (4) 
    Verordening (EU) 2024/791 van het Europees Parlement en de Raad van 28 februari 2024 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 wat betreft het vergroten van de transparantie van gegevens, het wegnemen van belemmeringen voor het ontstaan van consolidated tapes, het optimaliseren van de handelsverplichtingen en het verbod op het ontvangen van betalingen voor orderstromen (PB L, 2024/791, 8.3.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/791/oj).
  • (5) 
    Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
  • (6) 
    Richtlijn (EU) 2021/338 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2021 tot wijziging van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft informatievereisten, productgovernance en positielimieten, en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/878 wat betreft de toepassing daarvan op beleggingsondernemingen, om bij te dragen aan het herstel van de COVID-19-crisis (PB L 68 van 26.2.2021, blz. 14).
  • (7) 
    Verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PB L 314 van 5.12.2019, blz. 1).
  • (8) 
    Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1).
 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2024/790/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.