Besluit 2024/2581 - Standpunt EU in het Partnerschapscomité dat is opgericht bij de Brede en Versterkte partnerschapsovereenkomst met Armenië met betrekking tot de vaststelling van het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode - Hoofdinhoud

NL

L-serie

Publicatieblad van de Europese Unie

2024/2581                                   1.10.2024

van 23 september 2024

betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Partnerschapscomite dat is opgericht bij de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenie, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

• (1) 

  De Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenie, anderzijds (¹) (de “overeenkomst”), werd sinds 1 juni 2018 voorlopig toegepast en is op 1 maart 2021 in werking getreden.

• (2) 

  Op grond van artikel 319, lid 3, en artikel 335, lid 2, van de overeenkomst moet het Partnerschapscomite tijdens zijn eerste vergadering na de inwerkingtreding van de overeenkomst het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode voor procedures voor de beslechting van geschillen uit hoofde van titel VI, hoofdstuk 13, van de overeenkomst goedkeuren.

• (3) 

  Het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode zijn sinds de eerste vergadering van het Partnerschapscomite op 25 september 2018 niet vastgesteld.

• (4) 

  De partijen hebben in overleg een herzien ontwerp voor het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode opgesteld, dat door het Partnerschapscomite moet worden goedgekeurd.

• (5) 

  Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Partnerschapscomite met betrekking tot de vaststelling van het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode.

• (6) 

  Het standpunt van de Unie in het Partnerschapscomite moet derhalve worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit van het Partnerschapscomite. Het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode vormen een aanvulling op de overeenkomst en moeten worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het bij de Brede en Versterkte Partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Armenie, anderzijds, opgerichte Partnerschapscomite in te nemen standpunt met betrekking tot de vaststelling van het bemiddelingsmechanisme, het reglement van orde en de gedragscode moet worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Partnerschapscomite.

Kleine technische wijzigingen van het ontwerpbesluit van het Partnerschapscomite kunnen zonder nader besluit van de Raad worden goedgekeurd door de vertegenwoordigers van de Unie in het Partnerschapscomite.

Artikel 2

Het besluit van het Partnerschapscomite wordt na de vaststelling ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

• (¹) 

  PB L 23 van 26.1.2018, blz. 4.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 23 september 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

FELDMAN Z.

2/2

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/2581/oj

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.