Besluit 2024/2869 - Standpunt EU in het Gespecialiseerd Comité voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst met het Verenigd Koninkrijk inzake de oprichting van de Werkgroep bevoorradingszekerheid

1.

Wettekst

 

Publicatieblad

van de Europese Unie

NL

L-serie

 

 

2024/2869

7.11.2024

BESLUIT (EU) 2024/2869 VAN DE RAAD

van 5 november 2024

over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, inzake de oprichting van de Werkgroep bevoorradingszekerheid

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 2, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Op 29 april 2021 heeft de Raad Besluit (EU) 2021/689 (1) betreffende de sluiting van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (2) (“de Handels- en samenwerkingsovereenkomst”) vastgesteld. De Handels- en samenwerkingsovereenkomst is op 1 mei 2021 in werking getreden.

 

(2)

Bij artikel 8, lid 1, punt l), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is het Gespecialiseerd Comité voor energie opgericht. Zijn bevoegdheden zijn vastgelegd in artikel 8, lid 4, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst.

 

(3)

Op grond van artikel 8, lid 4, punt f), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is het Comité bevoegd om werkgroepen op te richten, te superviseren, te coördineren en op te heffen. Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst dienen opgerichte werkgroepen, die onder toezicht staan van een comité, dat comité bij te staan in de uitvoering van zijn taken, en bereiden zij in het bijzonder de werkzaamheden van dat comité voor en voeren zij alle taken uit die hun door dat comité worden opgedragen. In artikel 9, lid 4, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat opgerichte werkgroepen hun reglement van orde en hun vergaderrooster en -agenda in onderlinge overeenstemming dienen vast te stellen.

 

(4)

Het is passend voor het Comité om overeenkomstig artikel 8, lid 4, punt f), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst een Werkgroep bevoorradingszekerheid op te richten, die onder toezicht van het Comité werkt. Deze werkgroep moet haar reglement van orde vaststellen overeenkomstig Besluit (EU) 2023/2193 (3) van de Raad en moet regelmatig verslag uitbrengen over haar activiteiten aan het Comité.

 

(5)

De Werkgroep bevoorradingszekerheid moet de samenwerking tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk op het gebied van bevoorradingszekerheid verbeteren. Zij moet fungeren als forum voor samenwerking, informatie-uitwisseling, technische besprekingen en voor wederzijds overleg. De Werkgroep bevoorradingszekerheid is niet bedoeld om handelingen of maatregelen met rechtsgevolgen vast te stellen, met uitzondering van het eigen reglement van orde.

 

(6)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Comité moet worden ingenomen, aangezien het besluit van het Gespecialiseerd Comité voor energie voor de Unie bindend zal zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité voor energie, dat is opgericht bij artikel 8, lid 1, punt l), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, is uiteengezet in het ontwerpbesluit van het Gespecialiseerd Comité voor energie dat aan dit besluit is gehecht.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 5 november 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

VARGA M.

 

  • (1) 
    Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2).
  • (3) 
    Besluit (EU) 2023/2193 van de Raad van 28 september 2023 over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in werkgroepen die opgericht zijn bij, of later opgericht zijn krachtens, de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, met betrekking tot de vaststelling van hun reglement van orde (PB L, 2023/2193, 16.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2023/2193/oj).
 

BIJLAGE

ONTWERP

BESLUIT nr …/2024 VAN HET GESPECIALISEERD COMITÉ VOOR ENERGIE, OPGERICHT BIJ ARTIKEL 8, LID 1, PUNT l), VAN DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, ENERZIJDS, EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND, ANDERZIJDS,

van …

betreffende de oprichting van een Werkgroep bevoorradingszekerheid

HET GESPECIALISEERD COMITÉ VOOR ENERGIE,

Gezien de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (“de Handels- en samenwerkingsovereenkomst”), en met name artikel 8, lid 4, punt f),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

De Handels- en samenwerkingsovereenkomst is op 1 mei 2021 in werking getreden.

 

(2)

Bij artikel 8, lid 1, punt l), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is het Gespecialiseerd Comité voor energie (“het Comité”) opgericht. De bevoegdheden met betrekking tot kwesties die verband houden met het bevoegdheidsgebied zijn vastgesteld in artikel 8, lid 4, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst.

 

(3)

Op grond van artikel 8, lid 4, punt f), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is het Comité bevoegd om werkgroepen op te richten, te superviseren, te coördineren en op te heffen.

 

(4)

Overeenkomstig artikel 9, lid 2, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst staan opgerichte werkgroepen, die onder toezicht staan van een comité, dat comité bij in de uitvoering van zijn taken, en bereiden zij in het bijzonder de werkzaamheden van dat comité voor en voeren zij alle taken uit die hun door dat comité worden opgedragen.

 

(5)

Krachtens artikel 9, lid 3, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst bestaan opgerichte werkgroepen uit vertegenwoordigers van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk en worden ze gezamenlijk voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Unie en een vertegenwoordiger van het Verenigd Koninkrijk.

 

(6)

In artikel 9, lid 4, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is bepaald dat opgerichte werkgroepen hun reglement van orde en hun vergaderrooster en -agenda in onderlinge overeenstemming vaststellen.

 

(7)

Het is passend dat het Comité overeenkomstig artikel 8, lid 4, punt f), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst een Werkgroep bevoorradingszekerheid opricht, die onder toezicht van het Comité werkt. Deze werkgroep moet haar reglement van orde vaststellen. Zij moet regelmatig verslag uitbrengen over haar activiteiten aan het Comité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

  • 1. 
    De Werkgroep bevoorradingszekerheid wordt opgericht.
  • 2. 
    Tijdens de eerste vergadering stelt de werkgroep haar reglement van orde vast.

Artikel 2

  • 1. 
    De werkgroep komt bijeen wanneer de medevoorzitters daartoe in onderlinge overeenstemming besluiten.
  • 2. 
    Zij brengt regelmatig verslag over de resultaten en conclusies van haar vergaderingen uit aan het Gespecialiseerd Comité voor energie.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te …, …

Voor het Gespecialiseerd Comité voor energie

De medevoorzitters

 

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/2869/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)

 

Deze samenvatting is overgenomen van EUR-Lex.