Bijlage I: Protocol houdende wijziging van het Euratom-Verdrag - Hoofdinhoud
DE HOGE VERDRAGSLUITENDE PARTIJEN,
ERAAN HERINNEREND hoe belangrijk het is dat de rechtsgevolgen van de bepalingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ten volle bewaard blijven,
VERLANGEND evenwel om dat verdrag aan te passen aan de nieuwe bepalingen van het verdrag tot instelling van een Grondwet voor Europa, met name op institutioneel en financieel gebied,
Hebben onderstaande bepalingen vastgesteld, die worden gehecht aan het verdrag tot instelling van een Grondwet voor Europa en die het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie als volgt wijzigen:
Artikel 1
Het woord "Gemeenschap" wordt vervangen door "Unie".
Artikel 2
Artikel 3 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Het opschrift van titel III "Institutionele bepalingen" wordt vervangen door het opschrift "Institutionele en financiële bepalingen".
Artikel 4
De artikelen 107 tot en met 170 worden vervangen door de volgende tekst:
"Artikel 107.
Onverminderd de specifieke bepalingen van de artikelen 134, 135, 144, 145, 171, 172, 174 en 176, zijn de institutionele en financiële bepalingen (artikelen I - XX tot en met I - ZZ en artikelen III - XX tot en met III - ZZ) en artikel I - 45 van het verdrag tot instelling van een Grondwet voor Europa van toepassing in het kader van het onderhavige verdrag.".
Artikel 5
Het opschrift van titel IV "Financiële bepalingen" wordt vervangen door het opschrift "Bijzondere financiële bepalingen".
Artikel 6
De artikelen 173, 173 bis, 175, 177 tot en met 183 bis en 184 worden ingetrokken.
Artikel 7
Artikel 190 wordt vervangen door de volgende tekst:
"De regeling van het taalgebruik door de instellingen van de Gemeenschap wordt, onverminderd de bepalingen van het statuut van het Hof van Justitie, door de Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld.".
Artikel 8
Artikel 198 wordt als volgt gewijzigd:
"a) is dit Verdrag niet van toepassing op de Faeröer;".
Artikel 9
Artikel 201 wordt als volgt gewijzigd:
"De Unie brengt met de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling een nauwe samenwerking tot stand welke zal plaatsvinden op de wijze die in onderlinge overeenstemming wordt vastgesteld.".
Artikel 10
Artikel 206 wordt als volgt gewijzigd:
"De Unie kan met een of meer staten of internationale organisaties akkoorden sluiten waarbij een associatie wordt ingesteld die wordt gekenmerkt door wederkerige rechten en verplichtingen, gemeenschappelijk optreden en bijzondere procedures.
Die akkoorden worden gesloten door de Raad krachtens een na raadpleging van het Europees Parlement met eenparigheid van stemmen genomen besluit.".