12. De Eurogroep - Hoofdinhoud
De hoge verdragsluitende partijen,
Verlangend de voorwaarden voor een sterkere economische groei in Europa te bevorderen en daartoe een steeds nauwere coördinatie van het economisch beleid in de eurozone te ontwikkelen,
Zich ervan bewust dat er bijzondere bepalingen voor een versterkte dialoog tussen de staten die de euro hebben aangenomen, moeten worden vastgesteld, in afwachting dat alle lidstaten van de Unie tot de eurozone toetreden,
Hebben overeenstemming bereikt over de onderstaande bepalingen, die aan de Grondwet worden gehecht:
Artikel 1
De ministers van de lidstaten die de euro hebben aangenomen, vergaderen in informeel verband. De vergaderingen worden, voorzover nodig, gehouden om van gedachten te wisselen over aangelegenheden die verband houden met de specifieke bevoegdheden van de ministers inzake de ene munt. Op deze vergaderingen, die worden voorbereid door de vertegenwoordigers van de ministers van Financiën van de lidstaten die de euro hebben aangenomen, worden de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank uitgenodigd.
Artikel 2
Door de ministers van de lidstaten die de euro hebben aangenomen, wordt met een meerderheid van die lidstaten een voorzitter gekozen voor de duur van tweeëneenhalf jaar.
Het bestaan van de Eurogroep, samengesteld uit de ministers van Financiën van de lidstaten die de euro als munt hebben, wordt voor het eerst formeel erkend in een aan het Grondwettelijk Verdrag gehecht protocol. De Eurogroep wordt daarin expliciet als informeel gremium betiteld.
Algemeen
De inzet van de regering terzake was het voorkomen van formalisering van de Eurogroep, teneinde het informele en vertrouwelijke karakter van de Eurogroep, dat bijdraagt tot het goede functioneren ervan, te behouden. Het Grondwettelijk Verdrag biedt een compromis: de Eurogroep wordt geïnstitutionaliseerd, maar niet geformaliseerd. In het eerste artikel van het Protocol wordt bovendien het informele karakter van de vergaderingen van de Eurogroep bevestigd. Hiermee is aan de wens van de regering voldaan. Artikel III-195 van het Grondwettelijk Verdrag verwijst naar het nieuwe Protocol.
Artikelsgewijs
Artikel 1
De vergaderingen zijn bedoeld om van gedachten te wisselen over vraagstukken van financieel-economische aard ten aanzien van de economieën van de eurozone. De Commissie neemt aan de vergaderingen deel, en de Europese Centrale Bank wordt uitgenodigd, aldus artikel 1. De (Ecofin) Raad blijft formele besluiten nemen over economische en financiële kwesties binnen het kader van de (Ecofin) Raad worden genomen, ook op die in het Grondwettelijk Verdrag expliciet genoemde gebieden waar de lidstaten die geen lid zijn van de eurozone, geen stemrecht hebben.
Artikel 2
Op grond van dit artikel krijgt de Eurogroep een vaste voorzitter voor de duur van tweeëneenhalf jaar. De Nederlandse regering heeft zich hier in eerste instantie geen voorstander van betoond, omdat het de Eurogroep een uitzonderingspositie geeft en het de schijn wekt van verdere formalisering. Aangezien expliciet in het protocol is opgenomen dat de Eurogroep een informeel karakter behoudt, heeft de regering zich derhalve niet tegen dit artikel verzet. De vaste voorzitter wordt met een meerderheid van stemmen gekozen.