Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
|
Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens /* GECODIFICEERDE VERSIE CF 375Y0820(01) */
Publicatieblad Nr. 121 van 29/07/1964 blz. 1977 - 2012
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0065
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1963-1964 blz. 0154
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 1 blz. 0065
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1963-1964 blz. 0164
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0108
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0077
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 1 blz. 0077
++++
( 1 ) PB no . 61 van 19 . 4 . 1963 , blz . 1254/63 .
( 2 ) Zie blz . 2009/64 van dit Publikatieblad .
( 3 ) PB no . 30 van 20 . 4 . 1962 , blz . 945/62 .
RICHTLIJN VAN DE RAAD
van 26 juni 1964
inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracom -
munautaire handelsverkeer in runderen en varkens
( 64/432/EEG )
DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,
Overwegende dat Verordening no . 20 van de Raad , houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees ( 3 ) , reeds van toepassing is en dat een soortgelijke verordening is voorzien voor de sector rundvlees ; dat deze verordeningen eveneens betrekking hebben op het handelsverkeer in levende dieren ;
Overwegende dat bij Verordening no . 20 van de Raad de talrijke traditionele beschermende maatregelen aan de grens worden vervangen door een uniform stelsel , dat met name is bestemd om het intracommunautaire handelsverkeer te vergemakkelijken ; dat de verordening die is voorzien voor rundvlees eveneens is gericht op de opheffing van de belemmeringen van dit handelsverkeer ;
Overwegende dat de toepassing van bovengenoemde verordeningen niet de verwachte uitwerking zal hebben , zolang het intracommunautaire handelsverkeer van runderen en varkens wordt belemmerd door de in de Lid-Staten bestaande ongelijkheid op het gebied van de veterinairrechtelijke voorschriften ;
Overwegende dat het , ter opheffing van deze ongelijkheid noodzakelijk is in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en naast de reeds vastgestelde of in voorbereiding zijnde verordeningen houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten , maatregelen te treffen ; dat het derhalve noodzakelijk is de veterinairrechtelijke voorschriften van de Lid-Staten nader tot elkaar te brengen ;
Overwegende dat het recht dat de Lid-Staten toekomt uit hoofde van artikel 36 van het Verdrag om de verboden of beperkingen van invoer , uitvoer of doorvoer te handhaven , welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de gezondheid en het leven van personen en dieren , hen niet ontslaat van de verplichting om de bepalingen waarop deze verboden en beperkingen berusten , nader tot elkaar te brengen , voor zover de tussen deze voorschriften bestaande ongelijkheid een belemmering vormt voor de verwezenlijking en de werking van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ;
Overwegende dat , in het kader van dit nader tot elkaar brengen , aan het land van verzending de verplichting moet worden opgelegd erop toe te zien dat de voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde fok - , gebruiks - en slachtrunderen en fok - , gebruiks - en slachtvarkens , de plaatsen van herkomst en inlading van deze dieren , alsmede de vervoermiddelen , aan bepaalde gezondheidseisen voldoen om te voorkomen dat deze dieren tot verbreiding van besmettelijke ziekten aanleiding geven ;
Overwegende dat het noodzakelijk is , ten einde de Lid-Staten zekerheid te kunnen bieden dat deze eisen in acht genomen worden , te voorzien in de afgifte door een officiële dierenarts van een gezondheidscertificaat , dat de dieren begeleidt tot de plaats van bestemming ;
Overwegende dat de Lid-Staten het recht moeten hebben om de overbrenging van runderen en varkens naar hun grondgebied te weigeren , wanneer wordt vastgesteld dat deze aan een besmettelijke ziekte lijden of ervan worden verdacht daaraan te lijden , of ook wanneer zij , hoewel zij zelf daaraan niet lijden , deze ziekte kunnen overbrengen , of wanneer zij niet aan de communautaire veterinairrechtelijke voorschriften voldoen ;
Overwegende dat het niet gerechtvaardigd is de Lid-Staten toe te staan de overbrenging naar hun grondgebied van runderen en varkens te weigeren om andere dan veterinairrechtelijke redenen en dat derhalve aan de afzender of zijn lasthebber desgevraagd de mogelijkheid moet worden geboden om de dieren terug te zenden naar het land van verzending , indien deze redenen zich daar niet tegen verzetten ;
Overwegende dat de afzender of zijn lasthebber , alsmede de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending in kennis dienen te worden gesteld van de gronden waarop een verbod of beperking berust , ten einde de betrokkenen in staat te stellen zich een oordeel te vormen over de redenen daarvan ;
Overwegende dat de afzender , in geval van een geschil tussen hem en de autoriteit van het land van bestemming over de juistheid van een verbod of beperking in staat dient te worden gesteld , het advies in te winnen van een veterinair deskundige , gekozen uit een door de Commissie opgestelde lijst ;
Overwegende dat het mogelijk is gebleken de algemene bepalingen van deze richtlijn in sommige gevallen en voor bepaalde categorieën te versoepelen , zonder dat dit op sanitair gebied gevaar met zich brengt , door de mogelijkheid te scheppen dat de Lid-Staten van bestemming algemene of bijzondere afwijkingen toestaan ;
Overwegende dat op enige gebieden waarop zich bijzondere problemen voordoen , het nader tot elkaar brengen van de voorschriften der Lid-Staten eerst na een nader onderzoek verwezenlijkt kan worden ;
Overwegende dat voor de bijlagen B tot en met D een vereenvoudigde wijzigingsprocedure moet worden voorzien , daar de daarin opgenomen voorschriften van technische aard zijn en aan verandering onderhevig zijn ; dat het daarom aan de Commissie moet worden toevertrouwd deze wijzigingen tot stand te brengen na raadpleging van de Lid-Staten ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
Deze richtlijn heeft betrekking op het intracommunautaire handelsverkeer in fok - , gebruiks - en slachtrunderen en fok - , gebruiks - en slachtvarkens .
Artikel 2
In deze richtlijn wordt verstaan onder :
a ) bedrijf : landbouwbedrijf of onder officieel toezicht staande handelaarstal die zijn gelegen op het grondgebied van een Lid-Staat , waar gewoonlijk fok - , gebruiks - en slachtdieren worden gehouden of opgefokt ;
b ) slachtdieren : runderen en varkens die zijn bestemd om onmiddellijk na aankomst in het land van bestemming rechtstreeks te worden geleid naar het slachthuis of naar een naast een slachthuis gelegen markt waarvoor de regeling geldt dat alle dieren , met name na afloop van de markt , uitsluitend mogen worden geleid naar een hiertoe door de bevoegde centrale autoriteit aangewezen slachthuis . In dit laatste geval moeten de dieren uiterlijk 72 uur nadat zij op de markt zijn gebracht in dit slachthuis worden geslacht ;
c ) fok - en gebruiksdieren : andere dan de sub b ) genoemde runderen en varkens , met name fokdieren en dieren die zijn bestemd voor de melk - en vleesproduktie of om als trekkracht te worden gebruikt ;
d ) tuberculosevrij rund : rund dat aan de in bijlage A , sub I 1 , gestelde eisen voldoet ;
e ) officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag : rundveebeslag dat aan de in bijlage A , sub I 2 , gestelde eisen voldoet ;
f ) brucellosevrij rund : rund dat aan de in bijlage A , sub II A 1 , gestelde eisen voldoet ;
g ) officieel als brucellosevrij erkend rundveebeslag : rundveebeslag dan aan de in bijlage A , sub II A 2 , gestelde eisen voldoet ;
h ) brucellosevrij rundveebeslag : rundveebeslag dat aan de in bijlage A , sub II A 3 , gestelde eisen voldoet ;
i ) brucellosevrij varken : varken dat aan de in bijlage A , sub II B 1 , gestelde eisen voldoet ;
k ) brucellosevrij varkensbeslag : varkensbeslag dat aan de in bijlage A , sub II B 2 , gestelde eisen voldoet ;
l ) gebied vrij van epidemische veeziekten : gebied met een middellijn van 20 km , waarin zich volgens officiële vaststelling sedert ten minste 30 dagen voor de inlading :
i ) bij runderen : geen enkel geval van mond - en klauwzeer heeft voorgedaan ,
ii ) bij varkens : geen enkel geval van mond - en klauwzeer , van varkenspest of besmettelijke varkensverlammingen ( Teschener-ziekte ) heeft voorgedaan ;
m ) ziekte waarvoor een aangifteplicht bestaat : ziekte genoemd in bijlage E ;
n ) officiële dierenarts : door de bevoegde centrale autoriteit van de Lid-Staat aangewezen dierenarts ;
o ) land van verzending : Lid-Staat vanuit welke runderen en varkens naar een andere Lid-Staat worden verzonden ;
p ) land van bestemming : Lid-Staat naar welke runderen en varkens uit een andere Lid-Staat worden verzonden .
Artikel 3
1 . Iedere Lid-Staat draagt er zorg voor dat uit zijn gebied naar het gebied van een andere Lid-Staat slechts runderen en varkens worden verzonden die voldoen aan de in lid 2 vastgestelde algemene voorwaarden , waarbij , in voorkomende gevallen , rekening wordt gehouden met het bepaalde in lid 7 , alsmede aan de voor bepaalde soorten runderen en varkens in de leden 3 tot en met 6 vastgestelde bijzondere voorwaarden .
2 . De in deze richtlijn bedoelde runderen en varkens moeten :
a ) op de dag van de inlading geen enkel klinisch ziekteverschijnsel vertonen ;
b ) zijn aangekocht in een bedrijf dat officieel aan de volgende voorwaarden voldoet :
i ) het moet zijn gelegen in het centrum van een gebied vrij van epidemische veeziekten ,
ii ) het moet sedert ten minste drie maanden voor de inlading vrij zijn van mond - en klauwzeer en runderbrucellose , wat runderen betreft , en , wat varkens betreft , vrij zijn van mond - en klauwzeer , runderbrucellose , varkensbrucellose , varkenspest en besmettelijke varkensverlamming ( Teschener-ziekte ) ;
iii ) het moet sedert ten minste 30 dagen voor de inlading vrij zijn van elke andere voor de desbetreffende diersoort besmettelijke ziekte waarvoor aangifteplicht bestaat ;
c ) gedurende de laatste 30 dagen voor de inlading hebben verbleven in een bedrijf als bedoeld onder b ) voor wat betreft fok - en gebruiksdieren . De officiële dierenarts zal een verklaring kunnen geven inzake het verblijf van de dieren in het bedrijf gedurende de laatste 30 dagen voor de inlading , wanneer het overeenkomstig het bepaalde onder d ) geïdentificeerde dieren betreft die onder officieel veeartsenijkundig toezicht zijn geplaatst , dat het mogelijk maakt aan te tonen dat de dieren tot het bedrijf behoren ;
d ) voorzien zijn van een officieel oormerk of van een officieel erkend oormerk , dan wel , wat varkens betreft , van een onuitwisbaar stempel waardoor identificatie kan plaatsvinden ;
e ) rechtstreeks van het bedrijf naar de plaats van inlading zijn gebracht
i ) zonder in aanraking te komen met tweehoevige dieren andere dan runderen en varkens die aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer gestelde voorwaarden voldoen ;
ii ) gescheiden naar fok - en gebruiksdieren enerzijds en slachtdieren anderzijds ;
iii ) in vervoermiddelen en met behulp van transport - en bevestigingsvoorzieningen die van tevoren zijn gereinigd en ontsmet met een in het land van verzending officiëel erkend produkt ;
f ) overeenkomstig het bepaalde sub e ) voor verzending naar het land van bestemming worden ingeladen in een plaats die is gelegen in het centrum van een gebied vrij van epidemische veeziekten ;
g ) na de inlading zo spoedig mogelijk rechtstreeks naar het grenskantoor van het land van verzending worden gebracht ;
h ) tijdens het vervoer naar het land van bestemming vergezeld gaan van een gezondheidscertificaat als bedoeld in bijlage F ( modellen I tot en met IV ) dat op de dag van inlading , tenminste in de taal van het land van bestemming , wordt opgesteld en vanaf deze dag 10 dagen geldig is .
3 . Fok - en gebruiksrunderen moeten daarenboven :
a ) ten minste 15 dagen en ten hoogste 4 maanden voor de inlading tegen de mond - en klauwzeervirustypen A , O en C zijn ingeënt , met een door de bevoegde autoriteit van het land van verzending toegelaten en gecontroleerde entstof die op basis van geïnactiveerde virussen is bereid ;
b ) afkomstig zijn van een officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag , zelf tuberculosevrij zijn en met name negatief hebben gereageerd op een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en B uitgevoerde intradermale tuberculinatie ;
c ) afkomstig zijn van een officieel als brucellosevrij erkend rundveebeslag , zelf brucellosevrij zijn en met name bij een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en C uitgevoerde bloedserumagglutinatie een titer van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond ;
d ) wanneer het melkkoeien betreft geen klinische verschijnselen van uierontsteking vertonen ; bovendien mogen bij een overeenkomstig het bepaalde in bijlage D verricht melkonderzoek geen verschijnselen van een karakteristieke ontsteking , noch specifieke pathogene kiemen worden aangetoond .
4 . Fok - en gebruiksvarkens moeten bovendien afkomstig zijn van een brucellosevrij varkensbeslag , zelf brucellosevrij zijn en met name bij een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en C verrichte bloedserumagglutinatie een titer van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond ; de bloedserumagglutinatie is slechts vereist voor varkens met een gewicht van meer dan 25 kilogram .
5 . Slachtdieren mogen bovendien niet behoren tot de runderen of varkens die in het kader van een programma van een Lid-Staat tot het uitbannen van besmettelijke ziekten dienen te worden afgeschaft .
6 . Slachtrunderen moeten , voor zover zij ouder zijn dan 4 maanden , bovendien :
a ) ten minste 15 dagen en ten hoogste 4 maanden voor de inlading met een door de bevoegde autoriteit van het land van verzending toegelaten en gecontroleerde entstof , die op grond van geïnactiveerde virussen is bereid , tegen de mond - en klauwzeervirustypen A , O en C zijn ingeënt ; de geldigheidsduur van de inenting wordt echter gesteld op 12 maanden voor de opnieuw ingeënte runderen in de Lid-Staten waar deze dieren jaarlijks worden ingeënt en waar zij stelselmatig worden geslacht , indien zij zijn aangetast door mond - en klauwzeer ;
b ) wanneer zij niet uit een officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag afkomstig zijn , negatief hebben gereageerd op een overeenkomstig , het bepaalde in de bijlagen A en B verrichte intradermale tuberculinatie ;
c ) wanneer zij noch uit een officieel als brucellosevrij erkend rundveebeslag noch uit een brucellosevrij rundveebeslag afkomstig zijn bij een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en C verrichte bloedserumagglutinatie een titer van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond .
7 . Tot het intracommunautaire handelsverkeer worden eveneens toegelaten : fok - , gebruiks - en slachtdieren die op een voor de verzending naar een andere Lid-Staat officieel erkende markt zijn aangekocht , voor zover deze markt aan de volgende eisen voldoet :
a ) zij moet onder toezicht staan van een officiële dierenarts ,
b ) zij moet zijn gelegen in het centrum van een gebied vrij van epidemische veeziekten en worden gehouden in een plaats waar op dezelfde dag geen andere veemarkt plaatsvindt ,
c ) zij moet na voorafgaande ontsmetting , alleen worden gebruikt als markt voor fok - en gebruiksdieren , dan wel als markt voor slachtdieren , die voldoen aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer in de leden 2 tot en met 6 , alsmede in artikel 4 , gestelde voorwaarden , voor zover deze gelden voor de desbetreffende diersoort . Deze dieren moeten met name naar de markt zijn gevoerd overeenkomstig het bepaalde in lid 2 , sub e ) . Alvorens van het bedrijf of van een markt die voldoet aan het bepaalde in dit lid naar de plaats van inlading te worden overgebracht , mogen deze dieren naar een onder officieel toezicht staande verzamelplaats worden gebracht , mits deze voldoet aan dezelfde voorwaarden als die welke voor de markt zijn vastgesteld .
De op deze markten aangekochte dieren moeten , overeenkomstig het bepaalde in lid 2 , sub e ) en g ) , van de markt of de verzamelplaats rechtstreeks naar de plaats van inlading worden overgebracht en naar het land van bestemming worden verzonden .
De tijd die gemoeid gaat met het verzamelen van genoemde dieren buiten het bedrijf van herkomst , met name op de markt of de verzamelplaats of op de plaats van inlading , moet in mindering worden gebracht op de in lid 2 , sub c ) , bepaalde termijn van 30 dagen , zonder dat deze tijd de duur van 4 dagen mag overschrijden .
8 . Het land van verzending bepaalt welke markten als bedoeld in lid 7 als markt voor fok - en gebruiksdieren of als markt voor slachtdieren worden erkend . Het stelt de bevoegde centrale autoriteiten van de andere Lid-Staten en de Commissie in kennis van deze erkenningen .
9 . Het land van verzending regelt het officiële toezicht op de in lid 7 bedoelde markten en verzamelplaatsen en ziet toe op de uitvoering van dit toezicht .
10 . In het in lid 7 bedoelde geval moeten dienovereenkomstige verklaringen op de gezondheidscertificaten als bedoeld in bijlage F ( modellen I tot en met IV ) worden vermeld .
11 . Het land van verzending regelt het officiële toezicht op de handelaarstallen en ziet toe op de uitvoering van dit toezicht .
12 . Indien als gevolg van het optreden van een voor de desbetreffende diersoort besmettelijke ziekte , officiële verbodsmaatregelen van toepassing worden verklaard op het bedrijf of op het gebied waar het bedrijf zich bevindt , lopen de in lid 2 , sub b ) , punt ii ) en iii ) , en in artikel 2 , sub 1 , gestelde termijnen vanaf de datum waarop deze verbodsbepalingen officieel zijn ingetrokken .
Artikel 4
1 . Alle voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde fok - en gebruiksdieren moeten ten minste 6 maanden en slachtdieren moeten ten minste 3 maanden voor de dag van inlading op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending hebben verbleven .
Wanneer deze dieren jonger zijn dan 6 onderscheidenlijk 3 maanden , moeten zij sedert hun geboorte op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending hebben verbleven .
2 . In alle in lid 1 bedoelde gevallen moeten dienovereenkomstige verklaringen op de gezondheidscertificaten als bedoeld in bijlage F ( modellen I tot en met IV ) worden vermeld .
Artikel 5
Wanneer de in artikel 3 , lid 3 sub a ) , en lid 6 sub a ) , bedoelde entstoffen niet in een Lid-Staat worden bereid , moeten zij in een andere Lid-Staat worden aangekocht , tenzij nieuwe wetenschappelijke gegevens of het ontbreken van tot dusverre als geschikt erkende entstoffen de aankoop hiervan buiten de Europese Economische Gemeenschap noodzakelijk maken . Wanneer andere typen van het mond - en klauwzeervirus dan de typen A , O en C of andere varianten van genoemde typen zouden optreden waartegen de tot dusverre gebruikte entstoffen geen of slechts onvoldoende bescherming bieden , kan iedere Lid-Staat onverwijld de nodige maatregelen treffen ter aanpassing van de formules van de entstoffen en het gebruik hiervan . Terzelfder tijd stelt de betrokken Lid-Staat de andere Lid-Staten en de Commissie hiervan in kennis . De Commissie kan de nodige maatregelen treffen ten einde besprekingen over de getroffen of , eventueel te treffen , maatregelen te openen .
Artikel 6
1 . Iedere Lid-Staat doet de andere Lid-Staten en de Commissie een lijst toekomen van de grenskantoren , die bij de overbrenging van runderen en varkens naar zijn grondgebied moeten worden benut .
Voor zover aan de veterinairrechtelijke voorschriften is voldaan , moet bij de keuze van de grenskantoren rekening worden gehouden met de handelsroutes en met alle in aanmerking komende takken van vervoer .
2 . Elk land van bestemming kan eisen dat de afzender of zijn lasthebber hem van te voren in kennis stelt van het binnenkomen op zijn grondgebied van een zending runderen en varkens , van de soort , de aard en het aantal daarvan , van de plaats van grensoverschrijding , alsmede van de voorzienbare tijd van aankomst . Het kan echter niet eisen dat deze mededeling hem eerder dan 48 uur v}}r het binnenkomen van de zending op zijn grondgebied bereikt .
3 . Ieder land van bestemming kan de overbrenging van runderen en varkens naar zijn grondgebied verbieden , indien bij een onderzoek aan het grenskantoor door een officiële dierenarts is vastgesteld :
a ) dat deze dieren lijden aan , of er van verdacht worden te lijden aan of te zijn besmet met een ziekte waarvoor aangifteplicht bestaat , of
b ) dat het bepaalde in de artikelen 3 en 4 voor deze dieren niet in acht is genomen .
Het land van bestemming kan de nodige maatregelen , waaronder quarantainemaatregelen , treffen om het geval op te helderen van dieren die ervan worden verdacht te lijden aan of te zijn besmet met een ziekte waarvoor aangifteplicht bestaat of een gevaar op te leveren voor de verbreiding van een dergelijke ziekte .
In de besluiten genomen krachtens de eerste en tweede zin dient bepaald te worden dat terugzending op verzoek van de afzender of van zijn lasthebber is toegestaan , voor zover daar uit sanitair oogpunt geen bezwaren tegen bestaan .
4 . Wanneer de overbrenging van de dieren is verboden om een van de in lid 3 , sub a ) , bedoelde redenen en wanneer het land van verzending of , in voorkomend geval , het land van doorvoer de terugzending niet binnen 8 uur toestaat , kan de bevoegde autoriteit van het land van bestemming opdracht geven genoemde dieren te slachten of te doden .
5 . De slachtdieren moeten , in overeenstemming met de veterinairrechtelijke eisen , zo spoedig mogelijk na hun aankomst in het slachthuis , worden geslacht . De slachtdieren die onmiddellijk na aankomst in het land van bestemming zijn geleid naar een naast een slachthuis gelegen markt , waarvoor de regeling geldt dat alle dieren , met name na afloop van de markt , uitsluitend mogen worden geleid naar een slachthuis waarvoor hiertoe door de bevoegde centrale autoriteit toestemming is verleend , moeten uiterlijk 72 uur nadat zij op de markt zijn gebracht in dit slachthuis worden geslacht .
De bevoegde autoriteit van het land van bestemming kan , om veterinairrechtelijke redenen , het slachthuis aanwijzen waarnaar deze dieren moeten worden gezonden .
6 . Wanneer er zich na de overbrenging van fok - of gebruiksdieren naar het grondgebied van het land van bestemming omstandigheden voordoen die toepassing van lid 3 , eerste volzin , zouden hebben gerechtvaardigd , moet de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending op verzoek van de bevoegde centrale autoriteit van het land van bestemming de vereiste onderzoekingen doen verrichten en haar onverwijld van het resultaat hiervan in kennis stellen .
7 . Krachtens de leden 3 tot en met 5 door de bevoegde autoriteit genomen besluiten moeten ter kennis worden gebracht van de afzender of van zijn lasthebber met vermelding van de redenen . Wanneer hierom wordt verzocht , moeten deze gemotiveerde besluiten hem onverwijld schriftelijk worden meedegedeeld met vermelding van de beroepsmogelijkheden die het geldende recht biedt , alsook van de wijze waarop en de termijn waarbinnen deze moeten worden aangewend . Deze besluiten moeten eveneens ter kennis worden gebracht van de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending .
Artikel 7
1 . De landen van bestemming mogen aan één of meer landen van verzending een algemene vergunning of een tot bepaalde gevallen beperkte vergunning verstrekken , op grond waarvan naar hun grondgebied kunnen worden overgebracht :
A . Fok - , gebruiks - of slachtrunderen :
a ) die , in afwijking van artikel 3 , lid 3 sub a ) , of lid 6 sub a ) , niet tegen mond - en klauwzeer zijn ingeënt , indien in het land van verzending en in de betrokken landen van doorvoer tenminste 6 maanden voor de datum van inlading geen geval van mond - en klauwzeer officieel is vastgesteld ;
b ) die , in afwijking van artikel 3 , lid 3 sub a ) , of lid 6 sub a ) , een serumvaccinatie tegen mond - en klauwzeer hebben ondergaan , die ten hoogste 10 dagen voor de inlading is verricht door middel van een mond - en klauwzeerserum , dat officieel door de bevoegde autoriteit van het land van verzending is toegelaten en gecontroleerd , en door de bevoegde autoriteit van het land van bestemming is aanvaard ;
B . Fok - of gebruiksrunderen , die , in afwijking van artikel 3 , lid 3 sub c ) , uit een brucellosevrije veestapel afkomstig zijn ;
C . Slachtrunderen :
a ) die , in afwijking van het bepaalde in artikel 3 , lid 6 sub b ) , positief hebben gereageerd op een intradermale tuberculinatie ;
b ) die , in afwijking van het bepaalde in artikel 3 , lid 6 sub c ) , bij de bloedserum-agglutinatie een titer van 30 of meer internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond .
2 . Indien een land van bestemming overeenkomstig het bepaalde in lid 1 een algemene vergunning verleent , stelt het de andere Lid-Staten en de Commissie hiervan onverwijld in kennis .
3 . Indien een land van bestemming één van de in lid 1 bedoelde vergunningen verleent , dient bij doorvoer een dienovereenkomstige vergunning van het land van doorvoer te worden verkregen .
4 . De landen van verzending nemen alle nodige maatregelen opdat op de gezondheidscertificaten waarvan de modellen in bijlage F ( modellen I en II ) zijn opgenomen , wordt vermeld dat van één van de in lid 1 bedoelde mogelijkheden gebruik is gemaakt .
Artikel 8
Tot aan de inwerkingtreding van eventueel door de Europese Economische Gemeenschap vast te stellen voorschriften , laat deze richtlijn onverlet de voorschriften van de Lid-Staten die betrekking hebben :
a ) op runderen en varkens waaraan antibiotica , oestrogene stoffen of thyreostatische stoffen zijn toegediend ,
b ) op het voorkomen van trichinose , mits deze bepalingen , met name gezien het verrichten van stelselmatige onderzoekingen ter opsporing van trichinen in de Lid-Staten van verzending , zonder discriminatie worden toegepast .
Artikel 9
1 . Een Lid-Staat kan , indien er gevaar bestaat voor verbreiding van dierziekten door de overbrenging van runderen of varkens uit een andere Lid-Staat naar zijn grondgebied , onderstaande maatregelen treffen :
a ) indien er zich in deze andere Lid-Staat een epizootische veeziekte voordoet , kan hij de overbrenging van runderen en varkens van uit de delen van het grondgebied van deze staat , waar deze ziekte zich heeft voorgedaan , tijdelijk verbieden of beperken ;
b ) indien een epizootische veeziekte zich snel uitbreidt of in geval van een nieuwe ernstige en besmettelijke dierziekte , kan hij de overbrenging van runderen of varkens uit het gehele grondgebied van deze staat tijdelijk verbieden of beperken .
2 . De maatregelen die een Lid-Staat uit hoofde van het bepaalde in lid 1 heeft genomen , moeten binnen een termijn van tien werkdagen ter kennis van de overige Lid-Staten en van de Commissie worden gebracht met nauwkeurige vermelding van de gronden waarop zij berusten .
3 . Indien de betrokken Lid-Staat het in lid 1 bedoelde verbod of beperkingen ongerechtvaardigd acht , kan hij zich tot de Commissie wenden , ten einden de onverwijlde opening van besprekingen te verkrijgen .
Artikel 10
1 . De onderhavige richtlijn laat onverlet de beroepsmogelijkheden van het in de Lid-Staten geldende recht tegen de in deze richtlijn bedoelde besluiten van de bevoegde autoriteiten .
2 . Elke Lid-Staat kent de afzenders van runderen en varkens waarop de in artikel 6 , lid 3 , vastgestelde maatregelen van toepassing zijn , het recht toe het advies van een veterinair deskundige in te winnen , ten einde vast te stellen of aan de in artikel 6 , lid 3 , gestelde voorwaarden is voldaan , voordat door de bevoegde autoriteit tot andere maatregelen wordt overgegaan , behoudens het slachten of het doden van de dieren , wanneer dit noodzakelijk is om redenen van gezondheidsbescherming .
De veterinaire deskundige dient de nationaliteit van een van de Lid-Staten te bezitten ; hij mag echter noch de nationaliteit van het land van verzending , noch die van het land van bestemming bezitten .
De Commissie stelt , op voorstel van de Lid-Staten , een lijst op van veterinaire deskundigen die met het uitbrengen van dergelijke adviezen kunnen worden belast . Na raadpleging van de Lid-Staat stelt zij algemene uitvoeringsvoorschriften vast , in het bijzonder wat betreft de bij het uitbrengen van deze adviezen te volgen procedure .
Artikel 11
Indien de communautaire regeling voor de invoer van runderen en varkens uit derde landen op het ogenblik van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn nog niet van toepassing is , mogen , in afwachting hiervan de nationale bepalingen voor de uit die landen ingevoerde runderen en varkens niet gunstiger zijn dan die welke voor het intracommunautaire handelsverkeer gelden .
Artikel 12
Binnen een termijn van 12 maanden volgende op de kennisgeving van deze richtlijn doen de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden ten einde gevolg te geven aan het bepaalde in deze richtlijn en de bijlagen daarvan ; zij stellen de Commissie onverwijld hiervan in kennis .
Artikel 13
Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .
Gedaan te Brussel , 26 juni 1964 .
Voor de Raad
De Voorzitter
C . HEGER
BIJLAGE A
I . Tuberculosevrije runderen en rundveebeslagen
1 . Als t.b.c.-vrij wordt beschouwd een rund dat noch klinische tuberculose-verschijnselen vertoont , noch reageert op de intradermale tuberculinatie , die ten hoogste dertig dagen v}}r de inlading is verricht overeenkomstig de bepalingen van bijlage B , noch een aspecifieke reactie vertoont en dat behoort tot een rundveebeslag dat officieel t.b.c.-vrij is in de zin van no . 2 .
2 . Een rundveebeslag wordt officieel als t.b.c.-vrij beschouwd , indien :
a ) alle daartoe behorende runderen vrij zijn van klinische tuberculose-verschijnselen ;
b ) alle daartoe behorende runderen die ouder zijn dan 6 weken , negatief hebben gereageerd op ten minste twee intradermale tuberculinaties , die overeenkomstig de bepalingen van bijlage B onder officieel toezicht zijn verricht ; de eerste tuberculinatie moet zes maanden na de sanering van het veebeslag zijn verricht , de tweede zes maanden later en de volgende hetzij met een tussenpoos van een jaar hetzij met een tussenpoos van twee jaar in die Lid-Staten waar alle rundveebeslagen onder officieel veterinair toezicht staan en inzake besmetting met t.b.c . geen hoger percentage vertonen dan 1 % ;
c ) geen enkel rund daaraan is toegevoegd zonder een verklaring van een officiële dierenarts , waaruit blijkt dat het op de intradermale tuberculinatie een negatieve reactie heeft vertoond die is beoordeeld volgens de in punt 21 a ) van bijlage B omschreven criteria en dat het afkomstig is uit een rundveebeslag dat officieel t.b.c.-vrij is .
II . Runderen en varkens , alsmede rundvee - en varkensbeslagen die vrij zijn van brucellose
A . Runderen en rundveebeslagen
1 . Als brucellosevrij wordt beschouwd , een rund dat geen klinische verschijnselen van deze ziekte vertoont en dat een titer van minder dan dertig internationale eenheden ( I.E . ) per milliliter heeft vertoond bij een bloedserumagglutinatie , die ten hoogste dertig dagen voor de inlading overeenkomstig de voorschriften van bijlage C is verricht en dat behoort tot een rundveebeslag dat in de zin van no . 2 officieel brucellosevrij is . Bij stieren mag bovendien het sperma geen antilichamen tegen brucella bevatten .
2 . Een rundveebeslag wordt officieel als brucellosevrij beschouwd , indien :
a ) daartoe geen runderen behoren die met een levende entstof tegen brucellose zijn ingeënt ;
b ) alle runderen sedert tenminste zes maanden geen klinische brucelloseverschijnselen vertonen ;
c ) alle runderen die ouder zijn dan twaalf maanden
aa ) bij twee met een tussenpoos van zes maanden , onder officieel toezicht , overeenkomstig het bepaalde in bijlage C , verrichte bloedserumagglutinaties een titer van minder dan 30 I.E . per milliliter hebben vertoond ; de eerste bloedserumagglutinatie kan worden vervangen door drie met een tussenpoos van drie maanden verrichte ringtesten , mits de tweede bloedserumagglutinatie niet eerder dan zes weken na de derde ringtest wordt verricht ;
bb ) jaarlijks worden gecontroleerd door middel van drie ringtesten , verricht met een tussenpoos van ten minste 3 maanden , of door twee ringtesten en een bloedserumagglutinatie , verricht met een tussenpoos van ten minste 3 maanden , ten einde de afwezigheid van brucellose vast te stellen ; wanneer de ringtest niet kan worden toegepast , moet men jaarlijks twee bloedserumagglutinaties verrichten met een tussenpoos van 6 maanden ; in de Lid-Staten waar alle rundveebeslagen onder officieel veterinair toezicht staan en inzake besmetting met brucella geen hoger percentage vertonen dan 1 % , behoeven jaarlijks slechts twee ringtesten te worden verricht , die , indien niet uitvoerbaar , door een bloedserumagglutinatie moeten worden vervangen ;
d ) geen enkel rund daaraan is toegevoegd zonder een verklaring van een officiële dierenarts , waaruit blijkt dat het bij een bloedserumagglutinatie , die ten hoogste 30 dagen voor de toevoeging aan de veestapel is verricht , een titer vertoonde die lager is dan 30 I.E . per milliliter en bovendien dat het afkomstig is van een rundveebeslag dat officieel brucellosevrij is .
3 . Een rundveebeslag wordt als brucellosevrij beschouwd , indien :
a ) in afwijking van no . 2 , sub a ) , de runderen tussen 5 en 8 maanden zijn ingeënt , maar dan uitsluitend met de levende entstof Buck 19 ;
b ) alle runderen voldoen aan de in no . 2 , sub b ) , c ) en d ) , vermelde voorwaarden , terwijl de runderen die jonger zijn dan 30 maanden bij een negatieve complementbindingsreactie een titer van 30 I.E . of meer per milliliter , maar minder dan 80 I.E . per milliliter mogen vertonen .
B . Varkens en varkensbeslagen
1 . Als brucellosevrij wordt beschouwd een varken dat geen klinische verschijnselen van deze ziekte vertoont , dat bij de bloedserumagglutinatie , die volgens de voorschriften van bijlage C ten hoogste 30 dagen v}}r de inlading is verricht , een titer heeft vertoond die lager is dan 30 I.E . per milliliter , alsmede een negatieve complementbindingsreactie en dat verder behoort tot een beslag dat in de zin van no . 2 brucellosevrij is . De bloedserumagglutinatie wordt slechts verricht bij varkens die meer wegen dan 25 kilogram .
2 . Een varkensbeslag wordt als brucellosevrij beschouwd , indien :
a ) daarin sedert ten minste 1 jaar officieel noch gevallen van varkensbrucellose zijn waargenomen , noch aanwijzingen die het vermoeden van deze ziekte wettigen . Indien deze aanwijzingen zijn waargenomen , moet door een klinisch en bacteriologisch onderzoek en eventueel een serumonderzoek , onder officiële controle verricht , zijn vastgesteld dat de waargenomen verschijnselen niet in de richting van brucellose wijzen ;
b ) dit zich bevindt in het centrum van een zone met een middellijn van 20 km , waarin sedert ten minste 1 jaar geen geval van varkensbrucellose officieel is waargenomen ;
c ) de runderen die zich op het bedrijf bevinden officieel brucellosevrij zijn .
BIJLAGE B
Normen voor de fabricage en het gebruik van tuberculinen
1 . De officieel gecontroleerde tuberculinaties moeten worden verricht met P.P.D.-tuberculine ( van het bovine type ) of met een tuberculine die op synthetische voedingsbodem is bereid en die geconcentreerd is door verhitting .
2 . Voor de controle van P.P.D.-tuberculinen moet gebruik gemaakt worden van een standaardtuberculine , welke voldoet aan de internationale P.P.D . standaard die door het Staatens Seruminstitut te Kopenhagen wordt geleverd .
Deze standaardtuberculine moet worden geleverd door het Centraal Diergeneeskundig Instituut , afdeling Rotterdam .
3 . Voor de controle van de z.g . synthetische tuberculinen moet gebruik worden gemaakt van een standaardtuberculine , welke voldoet aan de internationale standaard voor oude tuberculinen die door het Staatens Seruminstitut te Kopenhagen wordt geleverd .
Deze standaardtuberculine moet worden geleverd door het Paul Ehrlich Instituut te Frankfort aan de Main .
4 . De tuberculinen moeten met één van de hieronder vermelde bacteriestammen van het bovine type worden gekweekt :
a ) An5
b ) Vallée
c ) Behring
5 . De pH van de tuberculinen moet liggen tussen 6,5 en 7 .
6 . In tuberculinen kan als conserveringsmiddel uitsluitend fenol in een concentratie van 0,5 % worden gebruikt .
7 . De houdbaarheid voor tuberculinen die bij een temperatuur van ongeveer 4 C worden bewaard is als volgt :
a ) P.P.D.-tuberculine , vloeibaar : 6 maanden ,
P.P.D.-tuberculine , in gelyofiliseerde toestand : 5 jaar ,
b ) zogenaamde synthetische tuberculinen , onverdund : 5 jaar , verdund : 2 jaar .
8 . De hieronder vermelde overheidsinstellingen moeten met de officiële controle van de tuberculinen in de verschillende landen worden belast :
a ) Duitsland : Paul Ehrlich Institut , Frankfort aan de Main ,
b ) België : Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek , Brussel ,
c ) Frankrijk : Laboratoire Central de Recherches Vétérinaires , Alfort ,
d ) Groothertogdom Luxemburg : Instituut van het land van herkomst ,
e ) Italië : Istituto Superiore di Sanità , Rome ,
f ) Nederland : Centraal Diergeneeskundig Instituut , Afdeling Rotterdam .
9 . Aan de officiële controle moeten worden onderworpen hetzij de tuberculinen die voor gebruik gereed en in flessen verpakt zijn , hetzij de totale hoeveelheid tuberculine v}}r de verpakking , op voorwaarde dat de latere verpakking in flessen geschiedt in tegenwoordigheid van een vertegenwoordiger van de bevoegde instantie .
10 . De tuberculinen moeten volgens biologische methoden worden gecontroleerd en bovendien volgens de chemische methode in zoverre het gaat om de P.P.D.-tuberculine .
11 . De tuberculinen moeten steriel zijn .
12 . Een controle op de onschadelijkheid van de tuberculine , waarbij het gaat om de niet-giftigheid en het ontbreken van irriterende eigenschappen moet als volgt worden verricht :
a ) niet giftigheid : de proeven moeten worden verricht op muizen en Guinese biggetjes .
Muizen : Bij twee muizen met een gewicht tussen 16 en 20 gram moet onderhuids 0,5 milliliter tuberculine worden geïnjecteerd . Als binnen twee uur geen duidelijke vergiftigingsverschijnselen optreden , kan worden aangenomen dat het toegestane fenolgehalte niet is overschreden .
Guinese biggetjes : De Guinese biggetjes moeten een gewicht hebben tussen 350 en 500 gram . Voor de inenting moet een tuberculinedosis van 1 milliliter per 100 gram levend gewicht worden gebruikt . Wat de wijze van toediening betreft , moet in dit geval een van de volgende methodes worden gebruikt :
aa ) De tuberculine wordt onder de buikhuid van twee Guinese biggetjes ingespoten . Men kan de tuberculine onschadelijk achten als bij de aan deze behandeling onderworpen Guinese biggetjes gedurende ten hoogste twee dagen een heftig infiltraat voorkomt , dat vanaf de 3e dag weer verdwijnt en na 6 dagen niet meer waarneembaar is , terwijl er geen weefselversterf optreedt . Als weefselversterf van de buikhuid optreedt , of als de vochtuitstorting na zes dagen niet verdwijnt , moet de tuberculine worden afgekeurd .
bb ) De tuberculine wordt bij twee Guinese biggetjes in de buikholte toegediend . De dieren worden gedurende zes weken geobserveerd , tijdens welke geen enkel specifiek symptoom , noch gewichtsverlies mag worden geconstateerd . Na zes weken worden de dieren gedood , ten einde vast te stellen of er enige afwijking van tuberculeuse aard is ; speciaal van milt , lever en longen moeten histologische coupes worden gemaakt . Ditzelfde gebeurt bij ieder dier dat voortijdig gestorven is .
b ) Het ontbreken van irriterende eigenschappen : bij twee Guinese biggetjes moet een intracutane injectie worden ingediend in de van tevoren onthaarde flankhuid , met 2.500 internationale eenheden ( I.E . ) tuberculine in een dosis van 0,1 milliliter . Na 40 uren mag geen enkele reactie optreden .
13 . Met het oog op de nauwkeurige dosering van fenol en om te kunnen vaststellen of eventueel een ander conserveringsmiddel aanwezig is , moeten de tuberculinen aan een chemische analyse worden onderworpen .
14 . Een proef om vast te stellen of de tuberculine de dieren niet gevoelig maakt moet op de volgende wijze worden verricht :
Drie Guinese biggetjes die nog nooit voor wetenschappelijke proeven zijn gebruikt krijgen driemaal , iedere keer met een tussenpoos van vijf dagen , een intracutane injectie van 500 I.E . tuberculine in een dosis van 0,1 milliliter . Deze Guinese biggetjes worden 15 dagen later onderworpen aan een intracutane injectie met dezelfde dosis tuberculine . Zij mogen niet anders reageren dan de Guinese biggetjes die nog nooit voor wetenschappelijke proeven zijn gebruikt , die hetzelfde gewicht hebben en die ter controle met dezelfde dosis tuberculine zijn ingeënt .
15 . De uitwerking moet gecontroleerd worden volgens de fysisch-chemische methode en volgens de biologische methoden .
a ) Fysisch-chemische methode : Deze methode , welke voor de P.P.D . kan worden gebruikt , is gebaseerd op de neerslag van het tuberculine-proteïne door trichloorazijnzuur . Het stikstofgehalte wordt bepaald door destillatie in het Kjeldahlapparaat . De omrekeningsfactor voor alle stikstof in P.P.D . is 6,25 .
b ) Biologische methoden : Deze methoden kunnen worden gebruikt voor tuberculinen die op synthetische voedingsbodem zijn gekweekt en voor de P.P.D . ; zij zijn gebaseerd op de vergelijking van de op sterkte te onderzoeken tuberculinen met de standaard-tuberculinen .
16 . De internationale standaard voor oude tuberculine bevat 100.000 I.E . / milliliter .
17 . De internationale standaard P.P.D . wordt afgeleverd in gelyofiliseerde toestand : 1 I.E . = 0,00002 mgr tuberculine-proteïne . Iedere ampul bevat 2 mgr tuberculineproteïne .
De tuberculinen , die door de fabrikanten worden onderworpen aan de controle door de in no . 8 vermelde overheidsinstellingen , moeten dezelfde uitwerking hebben als de standaard-tuberculinen , d.w.z . zij moeten 100.000 I.E . / milliliter bevatten .
18 . a ) Controle van de uitwerking op Guinese biggetjes
Men moet hiervoor gebruik maken van witte Guinese biggetjes met een gewicht tussen 400 en 600 gram . Deze Guinese biggetjes moeten goed gezond zijn ; men moet door betasting nagaan of hun spiertonus op het ogenblik waarop de tuberculine wordt toegediend normaal is , ondanks het feit dat zij tevoren gevoelig zijn gemaakt .
aa ) Het gevoelig maken van de Guinese biggetjes moet geschieden door experimentele injectie : onderhuidse injectie in de schenkel of in de nek van ongeveer 0,5 mgr levende tuberkelbacillen in physiologische NaCl oplossing .
Voor dit doel moet men een bacteriestam van het bovine-type gebruiken , op die aanvraag door het Paul Ehrlich Institut te Frankfort aan de Main geleverd wordt . De toe te dienen dosis mag niet te groot zijn , zodat de Guinese biggetjes hun oorspronkelijk gewicht behouden tot het moment waarop zij worden gebruikt ;
bb ) welke techniek men voor de titratie ook gebruikt , de beoordeling moet altijd zijn gebaseerd op vergelijking van de te onderzoeken tuberculine met de standaard-tuberculine ; het resultaat moet worden uitgedrukt in internationale eenheden per milliliter .
b ) Controle van de uitwerking op runderen
Wanneer men de uitwerking op runderen controleert moeten de reacties welke door de te onderzoeken tuberculine worden verkregen bij tuberculeuse runderen dezelfde zijn als de reacties ten gevolge van dezelfde dosis standaard-tuberculine .
19 . De tuberculinatie moet geschieden door een enkele toediening in de huid van hals of schouder .
20 . De toe te dienen dosis tuberculine moet 5.000 I.E . P.P.D.-tuberculine of synthetisch tuberculine bedragen .
21 . Het resultaat van de intra dermale tuberculinatie moet na 72 uur worden afgelezen en volgens de hieronder vermelde methode worden beoordeeld :
a ) negatieve reactie , indien behalve een plaatselijke zwelling van de huidplooi van ten hoogste 2 mm , geen klinische verschijnselen worden waargenomen , zoals deegachtige consistentie , vochtafscheiding , weefselversterf , met pijn of ontstekingsreactie van de regionale lymfvaten en lymfklieren .
b ) positieve reactie , indien klinische verschijnselen als vermeld in alinea a ) of een verdikking van de huidplooi van meer dan 2 mm worden waargenomen .
BIJLAGE C
Runderbrucellose
A . Serumagglutinatie
1 . De sub-standaard van het brucellose-serum moet overeenkomen met het in het Veterinary Laboratory Weybridge / Surrey , Engeland , bereide internationale standaardserum . De ampul moet 1.000 internationale agglutinatie-eenheden ( I.E . ) bevatten per 1 millimeter gelyofiliseerd runderbrucellose-serum .
2 . Het standaardserum moet bij het Bundesgesundheitsamt te Berlijn betrokken worden .
3 . Het gehalte aan brucella-agglutininen van een serum moet worden uitgedrukt in internationale eenheden ( I.E . ) per milliliter ( bijvoorbeeld : serum X = 80 I.E . per milliliter ) .
4 . Het aflezen van de langzame serumagglutinatie in reageerbuisjes moet geschieden bij 50 % of 75 % agglutinatie , waarbij het gebruikte antigeen op dezelfde wijze moet zijn getitreerd ten opzichte van een standaardserum .
5 . Het agglutinatievermogen van de verschillende antigeensoorten ten opzichte van het standaardserum moet gelegen zijn tussen de volgende grenzen :
indien het aflezen geschiedt bij 50 % : tussen 1/600 en 1/1.000
indien het aflezen geschiedt bij 75 % : tussen 1/500 en 1/750 .
6 . Voor de bereiding van antigeen , bestemd voor de serumagglutinatie in reageerbuisjes ( langzame methode ) , moeten de stammen Weybridge , no . 99 en U.S.D.A . 1 119 of enige andere stam met een gelijke gevoeligheidsreactie worden gebruikt .
7 . De voedingsbodems , zowel voor het kweken van de stam in laboratoria als voor de produktie van antigeen , moeten zo worden gekozen dat zij de dissociatie van de brucellosekiemen ( S-R ) niet bevorderen ; bij voorkeur moeten voedingsbodems op basis van aardappelen worden gebruikt .
8 . De bacterie-emulsie moet gevormd worden in een fysiologische oplossing ( NaCl 8,5 pro mille ) met een fenoltoevoeging van 0,5 % . Formaline mag niet gebruikt worden .
9 . De hierna vermelde overheidsinstituten moeten belast worden met het officiële toezicht op de antigenen :
a ) Duitsland : Bundesgesundheitsamt , Berlijn
b ) België : Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek , Brussel
c ) Frankrijk : Laboratoire Central de Recherches Vétérinaires , Alfort
d ) het Groothertogdom Luxemburg : Instituut van het land van herkomst
e ) Italië : Istituto Superiore di Sanità , Rome
f ) Nederland : Centraal Diergeneeskundig Instituut , afdeling Rotterdam
10 . De antigenen kunnen geconcentreerd worden geleverd voor zover op het etiket van de fles de vereiste verdunningsgraad is aangegeven .
11 . Voor een serumagglutinatie moeten minstens 3 verdunningen voor elk serum worden ingesteld . Het verdachte serum moet zo verdund worden dat de aan de infectiegrens liggende reactie in het middelste reageerbuisje wordt afgelezen . Bij een positieve reactie in dit buisje bevat dus het verdachte serum een hoeveelheid van minstens 30 I.E . per milliliter .
B . Ringtest
12 . De ringtest moet worden uitgevoerd voor de inhoud van elke melkbus van het bedrijf .
13 . Het te gebruiken standaard-antigeen moet afkomstig zijn van een van de onder 9 , sub a ) en f ) genoemde instituten .
14 . Het antigeen mag slechts gekleurd worden met hematoxyline of tetrazolium ; bij voorkeur gebruikte men hematoxyline .
15 . De reactie moet worden uitgevoerd in buisjes van 8 tot 10 mm doorsnede .
16 . Voor de reactie moet 1 milliliter melk , vermengd met 0,05 milliliter van een van de gekleurde antigenen , gebruikt worden .
17 . Het mengsel van melk en antigeen moet gedurende ten minste 45 minuten en ten hoogste 60 minuten bij een temperatuur van 37 C in een broedstoof worden bebroed .
18 . De reactie moet ongeveer 18 uur na de melkwinning worden uitgevoerd en volgens onderstaande criteria worden beoordeeld :
a ) negatieve reactie : gekleurde melk , ontkleurde room ;
b ) positieve reactie : melk en room op gelijke wijze gekleurd of melk ontkleurd en room gekleurd .
19 . Aan het monster mag geen formaline worden toegevoegd . Het enige produkt dat toegevoegd mag worden is mercurichloride in een oplossing van 0,2 % ; in dit geval moet de verhouding tussen de hoeveelheid melk en de mercurichloride-oplossing 10 : 1 zijn .
BIJLAGE D
Melkanalyse
1 . Alle analyses van melk moeten worden verricht in officiële of officieel erkende laboratoria .
2 . Bij het nemen van de melkmonsters moeten de volgende voorschriften in acht worden genomen :
a ) de tepels moeten vooraf worden ontsmet met alcohol van 70 % ;
b ) de reageerbuisjes moeten tijdens het vullen schuin worden gehouden ;
c ) de melkmonsters moeten worden getrokken bij het begin van het melken , maar niet uit de eerste stralen van elke tepel ;
d ) uit elk kwartier moet een melkmonster worden getrokken dat niet met die van de andere kwartieren mag worden vermengd ;
e ) elk melkmonster moet uit ten minste 10 milliliter melk bestaan ;
f ) indien een conserveringsmiddel nodig is , moet boorzuur van 0,5 % gebruikt worden ;
g ) elk reageerbuisje moet zijn voorzien van een etiket met de volgende gegevens :
_ nummer van het oormerk of enig andere kenteken van het dier ,
_ aanduiding van het kwartier ,
_ datum en uur van bemonstering .
h ) aan de melkmonsters moet een document worden toegevoegd dat de volgende gegevens bevat :
_ naam en adres van de officiële dierenarts ,
_ naam en adres van de eigenaar ,
_ middel ter identificatie van het dier ,
_ lactatieperiode .
3 . De melkanalyse moet ten hoogste 30 dagen voor de inlading geschieden en moet altijd een bacteriologisch onderzoek , alsmede een White-Side-Test ( W.S.T . ) of een California-Mastitis-Test ( C.M.T . ) inhouden . De resultaten van deze twee onderzoekingen moeten negatief zijn , onder voorbehoud van de volgende bepalingen :
a ) Indien het bacteriologisch onderzoek een positief resultaat oplevert _ zelfs indien geen karakteristieke ontstekingstoestand wordt waargenomen _ terwijl het resultaat van de W.S.T . ( of van de C.M.T . ) negatief is , moet ten minste 10 dagen later , binnen de hierboven bedoelde termijn van 30 dagen , een tweede bacteriologisch onderzoek worden verricht . Dit tweede onderzoek moet uitwijzen :
aa ) het verdwijnen van de pathogene kiemen ,
bb ) de afwezigheid van antibiotica .
Bovendien moet de afwezigheid van een ontstekingstoestand worden vastgesteld door een nieuwe W.S.T . ( of een nieuwe C.M.T . ) , die een negatief resultaat moet geven .
b ) Indien het bacteriologisch onderzoek een negatief resultaat oplevert , terwijl de W.S.T . ( of de C.M.T . ) positief is , moet een volledig cytologisch onderzoek worden verricht , dat een negatief resultaat moet geven .
4 . Het bacteriologisch onderzoek moet omvatten :
a ) de kweekproef van de melk , in een Petrischaal , op een agarvoedingsbodem met runder - of schapenbloed ;
b ) de kweekproef van de melk op T.K.T .- of Edwardsvoedingsbodem .
Bij het bacteriologisch onderzoek moeten alle pathogene kiemen worden geïdentificeerd en mag men zich niet beperken tot het identificeren van de specifiek pathogene streptococcen en staphylococcen . Met dat doel moeten de door de kweek op de bovengenoemde voedingsbodem verkregen verdachte kolonies worden geïdentificeerd volgens de klassieke methoden voor de bacteriedifferentiatie , zoals bijvoorbeeld het gebruik van de voedingsbodem van Chapman voor het identificeren van de staphylococcen en dat van verschillende selectieve voedingsbodems voor het opsporen van darmbacteriën .
5 . Het volledig cytologische onderzoek om _ eventueel _ een karakteristieke ontstekingstoestand , onafhankelijk van elk klinisch verschijnsel , te ontdekken .
Deze ontstekingstoestand is bewezen wanneer bij de telling van de leucocyten volgens de techniek van Breed 1 miljoen leucocyten per milliliter wordt gevonden en de verhouding van mononucleairen tot polynucleairen lager ligt dan 0,5 .
BIJLAGE E
De volgende ziekten zijn onderworpen aan verplichte aangifte
a ) Runderziekten
_ Hondsdolheid
_ Tuberculose
_ Brucellose
_ Mond - en klauwzeer
_ Miltvuur
_ Runderpest
_ Longziekte
b ) Varkensziekten
_ Hondsdolheid
_ Brucellose
_ Miltvuur
_ Mond - en klauwzeer
_ Klassieke en Afrikaanse varkenspest
_ Besmettelijke varkensverlamming ( Teschener-ziekte )
BIJLAGE F
MODEL I
GEZONDHEIDSCERTIFICAAT
voor het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de E.E.G .
_ Fok - of gebruiksrunderen _
No . ...
Land van verzending ...
Ministerie ...
Dienst ...
I . Identificatie van het dier :
Ras ... Geslacht ... Leeftijd ...
Officieel oormerk ...
Andere merken of kentekens ...
II . Herkomst van het dier :
Het dier
_ heeft ten minste 6 maanden voor de dag van inlading op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending verbleven ( 1 )
_ is minder dan 6 maanden oud en heeft sedert zijn geboorte op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending verbleven ( 1 )
III . Bestemming van het dier :
Het dier wordt verzonden uit ...
( plaats van verzending )
naar ...
( plaats en land van bestemming )
per ( 1 ) _ spoorwagen ( 2 ) _ vrachtwagen ( 2 ) _ vliegtuig ( 2 ) _ schip
Naam en adres van de afzender ...
Naam en adres van zijn lasthebber ( in voorkomend geval ) ...
Vermoedelijk punt van grensovergang ( grenskantoor ) ...
Naam en adres van de geadresseerde ...
IV . Gegevens met betrekking tot de gezondheid :
Ondergetekende , districtsinspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst ( 3 ) , verklaart dat het hierboven omschreven dier voldoet aan de volgende voorwaarden :
a ) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen ;
b ) _ het is binnen de voorgeschreven termijn van ten minste 15 dagen en ten hoogste 4 maanden ( 4 ) met een officieel toegelaten en gecontroleerde geïnactiveerde entstof ingeënt tegen de mond - en klauwzeervirustypen A , O en C ( 1 ) ,
_ het is binnen de voorgeschreven termijn van 10 dagen ( 4 ) geïmmuniseerd door injectie met een in het land van verzending officieel erkend en gecontroleerd en in het land van bestemming officieel aanvaard mond - en klauwzeerserum ( 1 ) ;
c ) het is afkomstig van een officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag ; het resultaat van de binnen de voorgeschreven termijn van 30 dagen ( 4 ) verrichte intradermale tuberculinatie was negatief ;
d ) het is afkomstig van _ een officieel als brucellosevrij erkend _ ( 1 ) / _ een brucellosevrij _ ( 1 ) rundveebeslag .
De binnen de voorgeschreven termijn van 30 dagen ( 4 ) verrichte bloedserumagglutinatie heeft een titer van minder dan 30 internationale eenheden per milliliter aangetoond ;
e ) het vertoont geen enkel klinisch verschijnsel van uierontsteking en de analyse , tweede melkanalyse ( 1 ) , verricht binnen de voorgeschreven termijn van 30 dagen ( 4 ) , heeft geen karakteristieke ontsteking , noch specifiek pathogene kiemen , noch , in geval van een tweede analyse , de aanwezigheid van antibiotica aan het licht gebracht ( 1 ) ;
f ) het heeft de laatste 30 dagen ( 4 ) verbleven op een op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending gelegen bedrijf , waar gedurende die periode geen enkele voor runderen besmettelijke ziekte , waarvoor aangifteplicht bestaat in de zin van de voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer , officieel is geconstateerd .
Bovendien is het bedrijf gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische veeziekten en is het volgens officiële waarnemingen de laatste 3 maanden ( 4 ) vrij van mond - en klauwzeer en van runderbrucellose geweest ;
g ) het is aangekocht :
_ op een bedrijf ( 1 ) ;
_ op een voor de verzending naar een andere Lid-Staat officieel erkende markt van fok - en gebruiksdieren ( 1 ) ;
h ) het is , na / zonder ( 1 ) in een verzamelplaats te hebben verbleven , rechtstreeks vervoerd van
_ het bedrijf ( 1 ) ;
_ het bedrijf naar de markt en van de markt ( 1 ) ;
naar de plaats van verzending , zonder in aanraking te komen met andere tweehoevige dieren dan fok - of gebruiksrunderen en fok - of gebruiksvarkens die aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer gestelde eisen voldoen , in vervoermiddelen en met behulp van transport - en bevestigingsvoorzieningen , die van te voren zijn gereinigd en ontsmet met een officieel toegelaten ontsmettingsmiddel .
De plaats van inlading is gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische veeziekten .
V . De vereiste toestemming betreffende :
_ punt IV , sub b ) , 2e term van het alternatief ( 1 )
_ punt IV , sub d ) , 2e term van het alternatief ( 1 )
werd gegeven door :
_ het land van bestemming ( 1 ) / _ het land van bestemming en door het ( de ) doorvoerland ( en ) ( 1 )
( Alleen in voorkomend geval )
VI . Dit certificaat is 10 dagen geldig .
Stempel : Gedaan te ... , de ... , om ... uur
( dag van inlading )
Districtsinspecteur ( 3 )
( 1 ) Doorhalen hetgeen niet van toepassing is .
( 2 ) Bij verzending per spoorwegwagon of vrachtwagen dient het kenteken of nummer te worden vermeld ; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven .
( 3 ) In Duitsland : " Beamteter Tierarzt " , in België : " Diergeneeskundig inspecteur " ; in Frankrijk : " Directeur départemental des Services vétérinaires " ; in Italië : " Veterinario provinciale " ; in Luxemburg : " Inspecteur vétérinaire " .
( 4 ) Deze termijn heeft betrekking op de dag van inlading .
MODEL II
GEZONDHEIDSCERTIFICAAT ( 1 )
voor het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de E.E.G .
_ Slachtrunderen _
No . ...
Land van verzending ...
Ministerie ...
Dienst ...
I . Aantal dieren : ...
II . Identificatie van de dieren :
Volg - * Koe , stier , os , vaars , kalf * Officiële oormerken en andere
nummer * * merken of kentekens
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
III . Herkomst van de dieren :
Volgnummer
volgens
punt II * De dieren
-
*_ hebben sedert ten minste drie maanden voor de dag van inlading verbleven op
... * het grondgebied van de Lid-Staat van verzending ( 3 )
-
*_ die jonger zijn dan 3 maanden hebben sedert de geboorte verbleven op het
... * grondgebied van de Lid-Staat van verzending ( 3 )
IV . Bestemming van de dieren :
De dieren worden verzonden uit ...
( plaats van verzending )
naar ...
( plaats en land van bestemming )
per ( 3 ) _ spoorwagon ( 4 ) _ vrachtwagen ( 4 ) _ vliegtuig ( 4 ) _ schip
Naam en adres van de afzender ...
Naam en adres van zijn lasthebber ( in voorkomend geval ) ...
Vermoedelijk punt van grensovergang ( grenskantoor ) ...
Naam en adres van de geadresseerde ...
V . Gegevens met betrekking tot de gezondheid :
Ondergetekende , districtsinspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst ( 5 ) , verklaart dat de hierboven omschreven dieren voldoen aan de volgende voorwaarden :
a ) zij zijn heden onderzocht en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen ;
Volgnummer * b ) _ zij zijn binnen de voorgeschreven termijn van ten minste 15 dagen en ten
volgens * ( 6 ) hoogste 12 maanden ( 7 ) met een officieel toegelaten en gecontroleerde geïnac -
punt II * tiveerde entstof ( 3 ) ingeënt tegen de mond - en klauwzeer virustypen A , O
... * en C ,
-
*_ zij zijn binnen de voorgeschreven termijn van 10 dagen ( 7 ) geïmmuniseerd
-
*door injectie met een in het land van verzending officieel toegelaten en
-
*gecontroleerd mond - en klauwzeerserum dat door het land van bestemming
... * officieel is aanvaard ( 3 ) ;
... * _ zij zijn niet gevaccineerd noch geïmmuniseerd ( 3 ) ;
... * c ) _ zij zijn afkomstig uit een rundveebeslag dat officieel t.b.c.-vrij is ( 3 ) ;
-
*( 6 )
-
*_ zij zijn niet afkomstig uit een rundveebeslag dat officieel t.b.c.-vrij is ; de
-
*intradermale tuberculinatie , welke is verricht binnen de voorgeschreven
-
*termijn van 30 dagen ( 7 )
... * is _ negatief / _ positief geweest ( 3 ) ;
...
-
*d ) _ zij zijn afkomstig uit een rundveebeslag dat
-
*( 6 )
... * _ officieel als brucellosevrij is erkend ( 3 ) / _ brucellosevrij is ( 3 )
...
-
*_ zij zijn noch afkomstig uit een rundveebeslag dat officieel als brucellosevrij
-
*is erkend , noch uit een beslag dat brucellosevrij is ; de bloedserumagglutinatie ,
-
*verricht binnen de voorgeschreven termijn van 30 dagen ( 7 ) , heeft een titer
-
*aangetoond
... * _ lager dan 30 internationale eenheden per milliliter ( 3 ) / _ van 30 internationale eenheden per milliliter ( 3 ) ;
...
-
*e ) het gaat niet om dieren die in het kader van een nationaal programma voor de
-
*uitbanning van besmettelijke ziekten moeten worden afgemaakt ;
-
*f ) zij zijn afkomstig van een op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending
-
*gelegen bedrijf waar gedurende de laatste 30 dagen ( 7 ) geen enkele voor runderen
-
*besmettelijke ziekte , waarvoor aangifteplicht bestaat in de zin van de voor -
-
*schriften voor het intracommunautaire handelsverkeer officieel is geconstateerd .
-
*Het bedrijf is gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische
-
*veeziekten ; bovendien zijn op dit bedrijf de laatste drie maanden ( 7 ) noch mond -
-
*en klauwzeer noch runderbrucellose officieel waargenomen .
-
*g ) zij zijn aangekocht
... * _ op een bedrijf ( 3 )
-
*_ op een voor de verzending naar een andere Lid-Staat officieel erkende markt
... * van slachtvee ( 3 ) ;
Volgnummer * h ) zij zijn , na / zonder ( 3 ) in een verzamelplaats te hebben verbleven , rechtstreeks
volgens * vervoerd van
punt II
... * _ het bedrijf ( 3 ) / _ het bedrijf naar de markt en van de markt ( 3 )
...
-
*naar de plaats van verzending zonder in aanraking te komen met andere twee -
-
*hoevige dieren dan slachtrunderen of slachtvarkens die voldoen aan de voor het
-
*intracommunautaire handelsverkeer gestelde eisen , in vervoermiddelen en met
-
*behulp van transport - en bevestigingsvoorzieningen , die van tevoren zijn ge -
-
*reinigd en ontsmet met een officieel toegelaten ontsmettingsmiddel . De plaats
-
*van inlading is gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische
-
*veeziekten .
-
*VI . ( 6 ) De vereiste toestemming betreffende :
-
*_ punt V , sub b ) , tweede en derde streep ( 3 )
-
*_ punt V , sub c ) , ( positieve reactie ) ( 3 )
-
*_ punt V , sub d ) , ( titer van 30 internationale eenheden per milliliter of meer ) ( 3 )
-
*werd gegeven door :
-
*_ het land van bestemming ( 3 ) / _ het land van bestemming en het land ( de landen ) van doorvoer ( 3 )
...
-
*( in voorkomend geval )
-
*VII . Dit certificaat is 10 dagen geldig .
Stempel Gedaan te ... , de ... , om ... uur
( dag van inlading )
Districtsinspecteur ( 5 )
( 1 ) Het gezondheidscertificaat mag slechts worden afgegeven voor het aantal dieren dat in één spoorwagon , vrachtwagen of vliegtuig wordt vervoerd en dat is verzonden door dezelfde afzender en dezelfde bestemming heeft ; bij vervoer per schip moet een gezondheidscertificaat worden opgesteld voor iedere groep van tien dieren .
( 2 ) Slachtrunderen : runderen die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in het land van bestemming rechtstreeks naar een slachthuis te worden geleid of naar een naast een slachthuis gelegen markt waarvoor de regeling geldt dat alle dieren , met name na afloop van de markt , uitsluitend naar een slachthuis mogen worden geleid , waarvoor hiertoe door de bevoegde autoriteit toestemming is verleend .
( 3 ) Doorhalen hetgeen niet van toepassing is .
( 4 ) Bij verzending per spoorwagon of vrachtwagen dient het kenteken of nummer te worden vermeld ; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven .
( 5 ) In Duitsland : " Beamteter Tierarzt " ; in België : " Diergeneeskundig inspecteur " ; in Frankrijk : " Directeur départemental des services vétérinaires " ; in Italië : " Veterinario provinciale " ; in Luxemburg : " Inspecteur vétérinaire " .
( 6 ) Het is niet nodig de in punt V , b ) c ) en d ) , en in punt VI van dit certificaat vermelde gegevens te verschaffen , wanneer het gaat om kalveren die jonger zijn dan 4 maanden .
( 7 ) Deze termijn heeft betrekking op de dag van inlading .
MODEL III
GEZONDHEIDSCERTIFICAAT
voor het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de E.E.G .
_ Fok - en gebruiksvarkens _
No . ...
Land van verzending ...
Ministerie ...
Dienst ...
I . Identificatie van het dier :
Ras ... Geslacht ... Leeftijd ...
Officieel oormerk ...
Andere merken of kentekens ...
II . Herkomst van het dier :
Het dier
_ heeft ten minste 6 maanden voor de dag van inlading op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending verbleven ( 1 )
_ is minder dan 6 maanden oud en heeft sedert zijn geboorte op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending verbleven ( 1 )
III . Bestemming van het dier :
Het dier wordt verzonden uit ...
( plaats van verzending )
naar ...
( plaats en land van bestemming )
per ( 2 ) _ spoorwagon ( 2 ) _ vrachtwagen ( 2 ) _ vliegtuig ( 1 ) _ schip
Naam en adres van de afzender ...
Naam en adres van zijn lasthebber ( in voorkomend geval ) ...
Vermoedelijk punt van grensovergang ( grenskantoor ) ...
Naam en adres van de geadresseerde ...
IV . Gegevens met betrekking tot de gezondheid :
Ondergetekende , districtsinspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst ( 3 ) verklaart dat het hierboven omschreven dier voldoet aan de volgende voorwaarden :
a ) het is heden onderzocht en vertoont geen klinische ziekteverschijnselen ;
b ) het is afkomstig uit een brucellosevrije varkensbeslag en
_ de binnen de voorgeschreven termijn van 30 dagen ( 4 ) verrichte bloedserumagglutinatie heeft een titer van minder dan 30 internationale eenheden per milliliter aangetoond ( 1 ) ( 5 ) ;
c ) het heeft de laatste 30 dagen ( 4 ) verbleven op een op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending gelegen bedrijf waar gedurende die periode geen enkele voor varkens besmettelijke ziekte , waarvoor aangifteplicht bestaat in de zin van de voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer , officieel is geconstateerd .
Bovendien is het bedrijf gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische veeziekten en is het volgens officiële waarnemingen de laatste 3 maanden ( 4 ) vrij van mond - en klauwzeer , runder - en varkensbrucellose , varkenspest en besmettelijke varkensverlamming ( Teschener-ziekte ) geweest ;
d ) het is aangekocht
_ op een bedrijf ( 1 )
_ op een voor de verzending naar een andere Lid-Staat officieel erkende markt voor fok - en gebruiksdieren ( 1 ) ;
e ) het is , na / zonder ( 1 ) in een verzamelplaats te hebben verbleven rechtstreeks vervoerd van
_ het bedrijf ( 1 ) / _ het bedrijf naar de markt en van de markt ( 1 )
naar de plaats van verzending , zonder in aanraking te komen met andere tweehoevige dieren dan fok - of gebruiksrunderen en -varkens die aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer gestelde eisen voldoen , in vervoermiddelen en eventueel met behulp van transportvoorzieningen , die van tevoren zijn gereinigd en ontsmet met een officieel erkend ontsmettingsmiddel .
De plaats van inlading is gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische veeziekten .
V . Dit certificaat is 10 dagen geldig .
Stempel : Gedaan te ... , de ... om ... uur
( dag van inlading )
Districtsinspecteur ( 3 )
( 1 ) Doorhalen hetgeen niet van toepassing is .
( 2 ) Bij verzending per spoorwegwagon of vrachtwagen dient het kenteken of nummer te worden vermeld ; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven .
( 3 ) In Duitsland : " Beamteter Tierarzt " ; in België : " Diergeneeskundig inspecteur " ; in Frankrijk : " Directeur départemental des services vétérinaires " ; in Italië : " Veterinario provinciale " ; in Luxemburg : " Inspecteur vétérinaire " .
( 4 ) Deze termijn heeft betrekking op de dag van inlading .
( 5 ) De serumagglutinatie geschiedt alleen bij varkens met een gewicht van meer dan 25 kilogram .
MODEL IV
GEZONDHEIDSCERTIFICAAT ( 1 )
voor het handelsverkeer tussen de Lid-Staten van de E.E.G .
_ Slachtvarkens _ ( 2 )
No . ...
Land van verzending ...
Ministerie ...
Dienst ...
I . Aantal dieren : ...
II . Identificatie van de dieren :
Volgnummer * Varkens of biggen * Officiële oormerken en andere merken of kentekens
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
... * ... * ...
III . Herkomst van de dieren :
Volgnummer * De dieren
volgens
punt II
-
*_ hebben sedert ten minste 3 maanden voor de dag van inlading verbleven op
... * het grondgebied van de Lid-Staat van verzending ( 3 )
_ die jonger zijn dan 3 maanden hebben sedert de geboorte verbleven op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending ( 3 )
IV . Bestemming van de dieren :
De dieren worden verzonden uit ...
( plaats van verzending )
naar ...
( plaats en land van bestemming )
per ( 3 ) _ spoorwagon ( 3 ) _ vrachtwagen ( 3 ) _ vliegtuig ( 3 ) _ schip
Naam en adres van de afzender ...
Naam en adres van zijn lasthebber ( in voorkomend geval ) ...
Vermoedelijk punt van grensovergang ( grenskantoor ) ...
Naam en adres van de geadresseerde ...
V . Gegevens met betrekking tot de gezondheid :
Ondergetekende , districtsinspecteur van de Veeartsenijkundige Dienst ( 5 ) verklaart dat de hierboven omschreven dieren voldoen aan de volgende voorwaarden :
a ) zij zijn heden onderzocht en vertonen geen klinische ziekteverschijnselen ;
b ) het gaat niet om dieren die in het kader van een nationaal programma tot het uitbannen van besmettelijke varkensziekten moeten worden afgemaakt ;
c ) zij zijn aangekocht
_ op een op het grondgebied van de Lid-Staat van verzending gelegen bedrijf waar gedurende ten minste 30 dagen ( 6 ) geen enkele besmettelijke varkensziekte , waarvoor aangifteplicht bestaat in de zin van de voorschriften voor het intracommunautair handelsverkeer , officieel is geconstateerd .
Bovendien is het bedrijf gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische veeziekten en is het volgens officiële waarnemingen de laatste 3 maanden ( 6 ) vrij van mond - en klauwzeer , runder - en varkensbrucellose , varkenspest en besmettelijke varkensverlamming ( 3 ) $ _ op een voor de verzending naar een andere Lid-staat officieel erkende markt van slachtdieren ( 3 )
d ) zij zijn , na / zonder ( 3 ) in een verzamelplaats te hebben verbleven , rechtstreeks vervoerd van
_ het bedrijf ( 3 ) / _ het bedrijf naar de markt en van de markt ( 3 )
naar de plaats van verzending , zonder in aanraking te komen met andere tweehoevige dieren dan slachtrunderen of slachtvarkens die voldoen aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer gestelde eisen , in vervoermiddelen en eventueel met behulp van transportvoorzieningen , die van tevoren zijn gereinigd en ontsmet met een officieel toegelaten ontsmettingsmiddel .
De plaats van inlading is gelegen in het centrum van een gebied dat vrij is van epidemische veeziekten .
VI . Dit certificaat is 10 dagen geldig .
Stempel : Gedaan te ... , de ... , om ... uur
( dag van inlading )
Districtsinspecteur ( 5 )
( 1 ) Het gezondheidscertificaat mag slechts worden afgegeven voor het aantal dieren dat in één spoorwagon , vrachtwagen of vliegtuig wordt vervoerd en dat verzonden is door dezelfde afzender en dezelfde bestemming heeft ; bij vervoer per schip moet een gezondheidscertificaat worden opgesteld voor iedere groep van 10 dieren .
( 2 ) Slachtvarkens : varkens die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in het land van bestemming rechtstreeks naar een slachthuis te worden geleid of naar een naast een slachthuis gelegen markt , waarvoor de regeling geldt dat alle dieren , met name na afloop van de markt , uitsluitend naar een slachthuis mogen worden geleid , waarvan door de bevoegde centrale autoriteit toestemming is verleend .
( 3 ) Doorhalen hetgeen niet van toepassing is .
( 4 ) Bij verzending per spoorwagon of vrachtwagen dient het kenteken of nummer te worden vermeld ; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven .
( 5 ) In Duitsland : " Beamteter Tierarzt " ; in België : " Diergeneeskundige inspecteur " ; in Frankrijk : " Directeur départemental des services vétérinaires " ; in Italië : " Veterinario provinciale " ; in Luxemburg : " Inspecteur vétérinaire " .
( 6 ) Deze termijn heeft betrekking op de dag van verzending .
RAADPLEGING VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE
inzake de ontwerp-richtlijn van de Raad betreffende bepaalde sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens
A . VERZOEK OM ADVIES
Tijdens zijn 89e zitting van 13 december 1962 heeft de Raad besloten , overeenkomstig artikel 100 van het Verdrag , het Economisch en Sociaal Comité te raadplegen aangaande het commissievoorstel voor een richtlijn betreffende bepaalde sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens .
Met een brief d.d . 21 december 1962 heeft de heer E . Colombo , Voorzitter van de Raad , het verzoek om advies over deze hierna opgenomen tekst aan de heer Roche , Voorzitter van het Economisch en Sociaal Comité , gezonden .
Ontwerp-richtlijn van de Raad betreffende bepaalde sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens
DE RAAD VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP ,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap en in het bijzonder op artikel 43 ,
Gezien het voorstel van de Commissie ,
Gezien het advies van het Europese Parlement ,
Overwegende dat Verordening no . 20 van de Raad houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector varkensvlees met ingang van 30 juli 1962 wordt toegepast en dat deze verordening eveneens betrekking heeft op het handelsverkeer in levende dieren ;
Overwegende dat een overeenkomstige verordening op 1 november 1962 voor de sector rundvlees in werking zal treden ;
Overwegende dat krachtens voornoemde verordeningen het complex van traditionele beschermingsmaatregelen aan de grens vervangen werd door een uniforme regeling , ten einde het handelsverkeer binnen de Gemeenschap te vergemakkelijken , en dat de in het kader van deze regeling genomen maatregelen in de loop van de overgangsperiode geleidelijk moeten worden afgeschaft ;
Overwegende dat de door genoemde verordeningen ingevoerde regeling niet de verwachte uitwerking zal hebben zolang het handelsverkeer in runderen en varkens binnen de Gemeenschap belemmerd wordt door de verschillen die op het gebied van de sanitaire voorschriften tussen de Lid-Staten bestaan ;
Overwegende dat , in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en parallel met de reeds vastgestelde verordeningen houdende de geleidelijke totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten , maatregelen getroffen moeten worden om deze verschillen op te heffen ; dat het derhalve noodzakelijk is over te gaan tot een onderlinge aanpassing van de sanitaire voorschriften van de Lid-Staten ;
Overwegende dat de Lid-Staten ingevolge artikel 36 van het Verdrag weliswaar het recht hebben de verboden of beperkingen van invoer , uitvoer of doorvoer te handhaven , welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de gezondheid en het leven van personen en dieren , maar dat dit recht hen niet ontslaat van de verplichting om de bepalingen , waarop deze verboden en beperkingen gebaseerd zijn , onderling aan te passen , voor zover de tussen deze voorschriften bestaande verschillen een belemmering vormen voor de verwezenlijking en het functioneren van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ;
Overwegende dat , in het kader van deze onderlinge aanpassing , aan de landen van herkomst de verplichting moet worden opgelegd erop toe te zien dat de voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde fok - , gebruiks - en slachtrunderen en -varkens , de plaatsen van herkomst en lading van deze dieren , alsmede de vervoermiddelen , aan bepaalde sanitaire eisen voldoen om te voorkomen dat deze dieren tot verbreiding van besmettelijke ziekten aanleiding geven ;
Overwegende dat de Lid-Staten zekerheid moeten hebben dat deze eisen in acht genomen worden en dat het derhalve gewenst is te voorzien in de afgifte van een gezondheidscertificaat door een officiële veearts , welk certificaat bij de zending dieren gevoegd moet worden en daarvan niet gescheiden mag worden voordat zij in het land van bestemming is aangekomen ;
Overwegende dat de Lid-Staten het recht moeten hebben om de overbrenging van runderen en varkens naar hun grondgebied te verbieden wanneer wordt vastgesteld dat deze aan een besmettelijke ziekte lijden of het vermoeden daartoe bestaat , of ook wanneer zij , hoewel zelf niet aangetast , deze ziekte kunnen overbrengen , alsmede wanneer deze dieren niet aan de communautaire sanitaire bepalingen beantwoorden ;
Overwegende dat het niet gerechtvaardigd is de Lid-Staten toe te staan om andere dan sanitaire redenen de overbrenging naar hun grondgebied van runderen en varkens te verbieden en dat derhalve aan de afzender of diens gevolmachtigde desgevraagd de mogelijkheid geboden moet worden om de dieren weer naar het land van herkomst te vervoeren , voor zover daar uit sanitair oogpunt geen bezwaren tegen bestaan ;
Overwegende dat de afzender of diens gevolgmachtigde alsmede de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst op de hoogte gesteld moeten worden van de gronden waarop een eventueel verbod berust , ten einde hen in staat te stellen zich daarover een oordeel te vormen ;
Overwegende dat het wenselijk is de afzender , in geval van een geschil tussen hem en de autoriteiten van het land van bestemming over de juistheid van een verbod , in staat te stellen het advies van een neutrale deskundige in te winnen , zodat hij zodoende over een bijkomend bewijsmiddel kan beschikken ;
Overwegende dat het mogelijk is gebleken de algemene bepalingen van deze richtlijn in sommige gevallen en voor bepaalde categorieën dieren minder stringent te maken , zonder dat dit op sanitair gebied gevaar met zich brengt , door de mogelijkheid te scheppen dat de landen van bestemming en de transitolanden algemene of bijzondere uitzonderingen toestaan ;
Overwegende dat op enige gebieden waarop zich bijzondere problemen voordoen , de onderlinge aanpassing van de voorschriften der Lid-Staten eerst na een nader onderzoek verwezenlijkt kan worden ;
Overwegende dat voor de bijlagen B tot en met D een revisieprocedure moet worden vastgesteld daar de aldaar genoemde voorschriften een ontwikkeling kunnen ondergaan ; dat het , in verband met het feit dat deze voorschriften van technische aard zijn , gewenst is de Commissie met een dergelijke revisie te belasten ; dat het aanbrengen van wijzigingen in bijlage A echter tot de competentie van de Raad moet blijven behoren ,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :
Artikel 1
Deze richtlijn heeft betrekking op het intracommunautaire handelsverkeer in fok - , gebruiks - en slachtrunderen en -varkens .
Artikel 2
In deze richtlijn wordt verstaan onder :
a ) bedrijf : landbouwbedrijf of stal van een veekoopman onder overheidstoezicht , gelegen op het grondgebied van een Lid-Staat , waar gewoonlijk fok - , gebruiks - en slachtdieren worden gehouden of opgekweekt ;
b ) slachtdieren : runderen en varkens die bestemd zijn om onmiddellijk na aankomst in het land van bestemming naar het abattoir te worden geleid ten einde aldaar zo spoedig mogelijk te worden geslacht ;
c ) fok - en gebruiksdieren : alle andere runderen en varkens , met name die welke voor de melk - en vleesproduktie bestemd zijn of als trekkracht worden gebruikt ;
d ) tuberculosevrij rund : rund dat aan de in bijlage A , sub I , 1 , gestelde eisen voldoet ;
e ) officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag : rundveebeslag , dat aan de in bijlage A , sub I , 2 gestelde eisen voldoet ;
f ) brucellosevrij rund : rund dat aan de in bijlage A , sub II , A , 1 gestelde eisen voldoet ;
g ) officieel als brucellosevrij erkend rundveebeslag : rundveebeslag dat aan de in bijlage A , sub II , A , 2 gestelde eisen voldoet ;
h ) brucellosevrij rundveebeslag : rundveebeslag dat aan de in bijlage A , sub II , A , 3 gestelde eisen voldoet ;
i ) brucellosevrij varken : varken dat aan de in bijlage A , sub II , B , 1 gestelde eisen voldoet ;
k ) brucellosevrij varkensbeslag : varkensbeslag dat aan de in bijlage A , sub II , B , 2 gestelde eisen voldoet ;
l ) gebied vrij van epidemische veeziekten : gebied met een middellijn van 20 km , waarin zich volgens officiële vaststelling sedert ten minste 30 dagen voor de inlading :
_ onverminderd het bepaalde in artikel 3 , lid 1 ,
_ bij runderen en varkens geen enkel geval van mond - en klauwzeer heeft voorgedaan ,
_ bij varkens alleen , bovendien geen enkel geval van varkenspest of besmettelijke varkensverlammingen heeft voorgedaan ;
m ) officiële veearts : door de bevoegde centrale autoriteiten van de Lid-Staat aangewezen veearts ;
n ) land van herkomst : Lid-Staat vanuit welke runderen en varkens naar een andere Lid-Staat worden verzonden ;
o ) land van bestemming : Lid-Staat naar welke runderen en varkens uit een andere Lid-Staat worden verzonden ;
p ) transitoland : Lid-Staat door welke runderen en varkens van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat worden vervoerd
Artikel 3
1 . Iedere Lid-Staat draagt er zorg voor dat uit zijn gebied naar het gebied van een andere Lid-Staat alleen runderen en varkens worden verzonden die voldoen aan de in lid 2 vastgestelde algemene voorwaarden , alsmede aan de voor bepaalde soorten van runderen en varkens in de leden 3 tot en met 7 vastgestelde bijzondere voorwaarden .
2 . De runderen en varkens als bedoeld in deze richtlijn moeten :
a ) op de dag van de inlading geen enkel klinisch ziekteverschijnsel vertonen ;
b ) op een bedrijf zijn aangeschaft ;
c ) aldaar gedurende de laatste 30 dagen van de inlading hebben verbleven ; bedoeld bedrijf moet aan de volgende officieel vastgestelde voorwaarden voldoen :
_ in het centrum van een gebied vrij van epidemische veeziekten gelegen zijn ,
_ gedurende ten minste 3 maanden voor de inlading vrij zijn geweest van mond - en klauwzeer en runderbrucellose , voor zover het runderen betreft , en van varkensbrucellose , varkenspest en besmettelijke varkensverlamming , voor zover het varkens betreft ,
_ gedurende ten minste 30 dagen voor de inlading vrij zijn geweest van alle andere , voor het desbetreffende soort van dieren besmettelijke ziekten waarvoor in het land van herkomst een aanmeldingsplicht geldt ;
d ) voorzien zijn van een officieel oormerk of van een officieel erkend oormerk , dan wel _ wat de varkens betreft _ van een onuitwisbaar stempel waardoor identificatie kan plaatsvinden ;
e ) direct van het bedrijf naar de plaats van inlading zijn gebracht en dit
_ afgezonderd van alle andere tweehoevige dieren dan runderen en varkens die aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer gestelde voorwaarden voldoen ,
_ gescheiden naar fok - en gebruiksdieren enerzijds en slachtdieren anderzijds ,
_ in van tevoren gereinigde en met een in het land van herkomst officieel erkend produkt ontsmette vervoermiddelen en onder gebruikmaking van op gelijke wijze behandelde bevestigingsmiddelen ;
f ) in de sub e ) omschreven voorwaarden van de plaats van inlading naar het land van bestemming worden verzonden ; bedoelde plaats van inlading moet in het centrum van een gebied vrij van epidemische veeziekten liggen ;
g ) onmiddellijk na de inlading zo spoedig mogelijk naar de grens van het land van bestemming worden gebracht ;
h ) tijdens hun transport naar het land van bestemming vergezeld zijn van een gezondheidscertificaat als aangegeven in bijlage E ( Model I tot en met IV ) dat op de dag der verzending tenminste in de taal van het land van bestemming is opgesteld en vanaf deze dag 10 dagen geldig is .
3 . Fok - en gebruiksdieren moeten in het bijzonder :
a ) ten minste 15 dagen en ten hoogste 4 maanden voor de inlading tegen de mond - en klauwzeertypen A , O en C zijn ingeënt , met een door de bevoegde instanties van het land van herkomst goedgekeurde en gecontroleerde entstof die op basis van geïnactiveerde virussen is vervaardigd ;
b ) afkomstig zijn van een officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag en zelf tuberculosevrij zijn , met name negatief gereageerd hebben op een overeenkomstig de bijlagen A en B uitgevoerde intradermale tuberculinatie ;
c ) afkomstig zijn van een officieel als brucellosevrij erkend rundveebeslag en zelf brucellosevrij zijn , met name bij een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en C uitgevoerde bloedserumagglutinatie een brucellosegehalte van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond ;
d ) wanneer het melkkoeien betreft bij klinisch onderzoek geen verschijnselen van uierontsteking vertonen ; bovendien mogen bij een overeenkomstig het bepaalde in bijlage D verricht melkonderzoek geen verschijnselen van een kenmerkende ontsteking noch specifieke pathogene kiemen worden aangetoond .
4 . Fok - en gebruiksvarkens in het bijzonder moeten afkomstig zijn van een brucellosevrij beslag , zelf brucellosevrij zijn en met name bij een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en C verrichte bloedserumagglutinatie een brucellosegehalte van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond ; de bloedserumagglutinatie wordt alleen verricht bij varkens met een gewicht van meer dan 25 kg .
5 . Slachtdieren in het bijzonder mogen niet in aanmerking komen om ingevolge een programma van een Lid-Staat tot het uitbannen van besmettelijke ziekten te worden afgeslacht .
6 . Slachtrunderen in het bijzonder , voor zover deze ouder zijn dan 4 maanden , moeten :
a ) ten minste 15 dagen en ten hoogste 4 maanden voor de inlading met een door de bevoegde autoriteiten van het land van herkomst goedgekeurd en gecontroleerd vaccin dat op grond van geïnactiveerde virussen is vervaardigd , tegen de mond - en klauwzeertypen A , O en C zijn ingeënt ;
b ) wanneer zij niet uit een officieel als tuberculosevrij erkend rundveebeslag afkomstig zijn , negatief hebben gereageerd op een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en B verrichte intradermale tuberculinatie ;
c ) wanneer zij noch uit een officieel als brucellosevrij erkend rundveebeslag noch uit een brucellosevrij rundveebeslag afkomstig zijn bij een overeenkomstig het bepaalde in de bijlagen A en C verrichte bloedserumagglutinatie een brucellosegehalte van minder dan 30 internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond .
7 . In het intracommunautaire handelsverkeer moeten eveneens worden toegelaten :
fok - , gebruiks - en slachtdieren die op een voor de verzending naar een andere Lid-Staat officieel erkende markt zijn aangekocht , voor zover deze markt aan de volgende eisen voldoet :
_ onder controle van een officiële veearts staan ,
_ gelegen zijn in het centrum van een gebied vrij van epidemische dierenziekten en worden gehouden in een plaats waar op dezelfde dag geen andere veemarkt wordt gehouden ,
_ na voorafgaande besmetting alleen worden gebruikt als markt voor fok - en gebruiksdieren , dan wel als markt voor slachtdieren die beantwoorden aan de voor het intracommunautaire handelsverkeer geldende eisen , zoals deze in de leden 2 tot en met 6 _ met uitzondering van lid 2 , sub b ) _ alsmede in artikel 4 zijn vastgesteld , voor zover deze voorschriften op het desbetreffende dier van toepassing zijn ; deze dieren moeten met name overeenkomstig het bepaalde in lid 2 , sub e ) naar de markt zijn vervoerd .
De op dergelijke markten aangekochte dieren moeten onmiddellijk overeenkomstig het bepaalde in lid 2 , sub e ) en g ) van de markt naar de plaats van inlading worden overgebracht en naar het land van bestemming worden vervoerd .
8 . De bevoegde centrale overheidsorganen van het land van herkomst bepalen welke markten als bedoeld in lid 7 worden erkend als markt voor fok - en gebruiksdieren , dan wel als markt voor slachtdieren . Zij stellen de bevoegde centrale overheidsorganen van de overige Lid-Staten en de Commissie in kennis van deze erkenning en de benaming van deze markten .
9 . De bevoegde centrale overheidsorganen van het land van herkomst bepalen op welke wijze de officiële controle van de in lid 7 bedoelde markten plaatsvindt .
10 . In het geval als bedoeld in lid 7 moeten dienovereenkomstige verklaringen op de gezondheidscertificaten als aangegeven in bijlage E ( modellen I tot en met IV ) worden vermeld .
11 . De bevoegde centrale overheidsorganen van het land van herkomst bepalen op welke wijze de officiële controle van de stallen van veekooplieden moet geschieden .
12 . Indien als gevolg van het optreden van een voor de desbetreffende diersoort besmettelijke ziekte verbodsmaatregelen van overheidswege van toepassing worden verklaard op het bedrijf of op het gebied , beginnen de in lid 2 , sub c ) , 1e tot 3e streepje en in artikel 2 , sub 1 ) gestelde termijnen te lopen vanaf de datum waarop deze verbodsbepalingen officieel worden ingetrokken .
Artikel 4
1 . Tot de inwerkingtreding van latere voorschriften van de Europese Economische Gemeenschap moeten alle voor het intracommunautaire handelsverkeer bestemde fok - en gebruiksdieren ten minste 6 maanden en slachtdieren ten minste 3 maanden voor het begin van de in artikel 3 , lid 2 , sub c ) gestelde termijn van 30 dagen op het grondgebied van een Lid-Staat hebben vertoefd .
Wanneer de leeftijd van deze dieren minder dan 6 respectievelijk 3 maanden bedraagt , moeten deze sedert hun geboorte op het grondgebied van een Lid-Staat hebben vertoefd .
2 . In alle in lid 1 bedoelde gevallen moeten dienovereenkomstige verklaringen op de gezondheidscertificaten als aangegeven in bijlage E ( modellen I tot en met IV ) worden vermeld .
Artikel 5
De voor de inenting als bedoeld in artikel 3 , lid 3 , sub a ) , en lid 6 , sub a ) , benodigde vaccins moeten , wanneer deze niet in de Lid-Staat zelf worden vervaardigd , in een andere Lid-Staat worden aangekocht , tenzij nieuwe wetenschappelijke gegevens of het ontbreken van tot dusverre als geschikt erkende vaccins de aankoop hiervan buiten de Europese Economische Gemeenschap noodzakelijk maken . Wanneer andere virustypen of andere varianten van mond - en klauwzeer dan de typen A , O en C zouden optreden waartegen de tot dusverre gebruikte vaccins geen of slechts onvoldoende bescherming bieden , kan iedere Lid-Staat onverwijld de nodige maatregelen treffen ter aanpassing van de formules der vaccins en het gebruik hiervan . Terzelfder tijd stelt de betrokken Lid-Staat de Commissie en de overige Lid-Staten hiervan in kennis . De Commissie kan bepalen dat besprekingen over de getroffen , of eventueel te treffen maatregelen bij haar worden gehouden .
Artikel 6
1 . Iedere Lid-Staat doet de Commissie en de overige Lid-Staten een lijst toekomen van de grensovergangen , die bij de overbrenging van runderen en varkens moeten worden gebruikt .
2 . Elk land van bestemming kan eisen dat de verzender of diens gevolmachtigde de bevoegde autoriteiten van dit land binnen bepaalde termijnen van de aankomst van een zending runderen en varkens , met name van de omvang hiervan , van de grensovergang alsmede van de vermoedelijke tijd van aankomst in kennis stelt .
3 . Elk land van bestemming kan het overbrengen van runderen en varkens op zijn grondgebied verbieden wanneer :
a ) deze dieren aangetast zijn of verdacht worden aangetast te zijn door een ziekte waarvoor in het land van bestemming een aanmeldingsplicht bestaat of _ zonder dat deze dieren aan dergelijke ziekten lijden _ het vermoeden bestaat dat zij een besmettingshaard van dergelijke ziekten voor andere dieren vormen , of
b ) het bepaalde in de artikelen 3 en 4 niet in acht is genomen voor deze dieren .
Op grond van de beslissingen als bedoeld in de eerste alinea moet het op verzoek van de afzender of diens gevolmachtigde zijn toegestaan de dieren weer naar het land van herkomst te vervoeren , voor zover daar uit sanitair oogpunt geen bezwaren tegen bestaan .
4 . De bevoegde autoriteit van het land van bestemming kan , wanneer het een zending slachtdieren betreft , op grond van sanitaire overwegingen bepalen naar welk abattoir deze zending moet worden gezonden en binnen welke termijn de dieren moeten worden geslacht .
5 . Wanneer er na de binnenkomst van fok - of gebruiksdieren op het grondgebied van het land van bestemming termen aanwezig zijn die een maatregel als bedoeld in lid 3 eerste zin zouden hebben gerechtvaardigd , moet de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending op verzoek van de bevoegde centrale autoriteit van het land van bestemming de nodige onderzoekingen verrichten en haar onverwijld van het resultaat hiervan in kennis stellen .
6 . Van de op grond van de leden 3 en 4 door de bevoegde autoriteit genomen besluiten en de motivering hiervan moeten de afzender of diens gevolmachtigde in kennis worden gesteld . Desgevraagd moet de aanvrager onverwijld schriftelijk in kennis worden gesteld van deze beslissingen en de motivering hiervan met vermelding van de rechtsmiddelen die het geldende recht biedt alsmede van de formaliteiten en termijnen die in acht moeten worden genomen . Deze besluiten moeten eveneens ter kennis worden gebracht van de bevoegde centrale autoriteit van het land van verzending .
Artikel 7
1 . De landen van bestemming mogen in bepaalde gevallen aan een of meer landen van herkomst algemene of beperkte machtigingen verlenen om
a ) de inenting tegen mond - en klauwzeer
_ in afwijking van artikel 3 , lid 6 , sub a ) niet verplicht te stellen voor slachtrunderen , indien in het land van herkomst en in de betrokken transitolanden ten minste 6 maanden voor de datum van inlading geen geval van mond - en klauwzeer officieel is vastgesteld ;
_ in afwijking van artikel 3 , lid 3 , sub a ) en lid 6 , sub a ) , voor fok - , gebruiks - en slachtrunderen te vervangen door een door de bevoegde autoriteit van het land van herkomst officieel erkende en gecontroleerde en door de bevoegde autoriteit van het land van bestemming aanvaarde serumvaccinatie tegen mond - en klauwzeer welke ten hoogste 10 dagen voor de inlading is verricht door middel van een anti-mond - en klauwzeerserum ;
b ) in afwijking van het bepaalde in artikel 3 , lid 3 , sub c ) , fok - of gebruiksrunderen toe te laten die uit een brucellosevrij rundveebeslag afkomstig zijn ;
c ) in afwijking van het bepaalde in artikel 3 , lid 6 , sub b ) , slachtrunderen te aanvaarden die positief hebben gereageerd op een intradermale tuberculinatie ;
d ) in afwijking van het bepaalde in artikel 3 , lid 6 , sub c ) , slachtrunderen te aanvaarden die bij de bloedserumagglutinatie een brucellagehalte van 30 of meer internationale agglutinatie-eenheden per milliliter hebben vertoond .
2 . Wanneer een land van bestemming een algemene machtiging als bedoeld in lid 1 verleent , stelt het de overige Lid-Staten en de Commissie hiervan in kennis .
3 . Wanneer een land van bestemming één van de machtigingen als bedoeld in lid 1 verleent , dient bij een transitozending ook een desbetreffende machtiging van de betrokken transitolanden te worden verkregen .
4 . De landen van herkomst nemen alle nodige maatregelen opdat op de gezondheidscertificaten waarvan de modellen in bijlage E ( modellen I en II ) zijn opgenomen , wordt vermeld dat van de in lid 1 bedoelde mogelijkheden gebruik is gemaakt .
Artikel 8
Tot de inwerkingtreding van latere voorschriften van de Europese Economische Gemeenschap blijven de voorschriften van de Lid-Staten die betrekking hebben op runderen en varkens waaraan antibiotica , oestrogene of thyreostatische stoffen of " tenderisers " zijn toegediend , onverminderd van kracht .
Artikel 9
1 . De onderhavige richtlijn laat de rechtsmiddelen die het geldende recht van de Lid-Staten biedt tegen beslissingen van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten als bedoeld in deze richtlijn onverlet .
2 . De Lid-Staten dragen er zorg voor dat de afzender van runderen en varkens waarop de in artikel 6 , lid 3 , vastgestelde maatregelen van toepassing zijn , gerechtigd zou zijn het advies van een veterinair deskundige in te winnen ten einde vast te stellen of aan de in artikel 6 , lid 3 , gestelde eisen is voldaan , voordat tot verdere maatregelen wordt overgegaan .
De veterinaire deskundige moet de nationaliteit van een Lid-Staat bezitten ; hij hoeft echter noch de nationaliteit van het land van herkomst noch die van het land van bestemming te bezitten . De Commissie stelt , op voorstel van de Lid-Staten , een lijst op van veterinaire deskundigen die met het uitbrengen van dergelijke adviezen kunnen worden belast . Na raadpleging van de Lid-Staat stelt zij de uitvoeringsmaatregelen vast in het bijzonder ten aanzien van de bij het uitbrengen van het advies te volgen procedure .
Artikel 10
Na raadpleging van de Lid-Staten kunnen de bepalingen als bedoeld in de bijlagen B tot en met D door de Commissie bij richtlijn worden gewijzigd .
Artikel 11
Binnen een jaar na de bekendmaking van deze richtlijn doen de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden ten einde gevolg te geven aan het bepaalde in deze richtlijn en de bijlagen daarvan ; zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis .
Artikel 12
Deze richtlijn is gericht tot alle Lid-Staten .
B . ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE
Tijdens zijn 28e zitting , gehouden te Brussel op 24 en 25 april 1963 , heeft het Economisch en Sociaal Comité het volgende advies uitgebracht :
ADVIES VAN HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE
inzake de " richtlijn van de Raad betreffende bepaalde sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens "
HET ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITE ,
Gezien het verzoek van de Voorzitter van de Raad van Ministers d.d . 21 december 1962 , overeenkomstig artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag , om advies inzake de " richtlijn van de Raad betreffende bepaalde sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens " ,
Gezien het advies van de Gespecialiseerde Afdeling voor de landbouw d.d . 11 april 1963 inzake bovengenoemde richtlijn ,
Gezien het rapport van mevrouw Landgrebe-Wolff , rapporteur van de Gespecialiseerde Afdeling voor de landbouw ,
Gezien de beraadslagingen van het Economisch en Sociaal Comité tijdens zijn 28e zitting ,
Overwegende dat het Economisch en Sociaal Comité reeds in zijn advies inzake de " richtlijn tot regeling van sanitaire vraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees binnen de Gemeenschap " d.d . 30 oktober 1962 ( doc . CES 263/62 ) , eenstemmig erop heeft gewezen dat " een gelijktijdige toepassing van op het niveau der Gemeenschap geharmoniseerde veterinaire bepalingen voor levende dieren en vlees noodzakelijk is , daar deze bepalingen immers in vele opzichten juridisch een eenheid vormen met de sanitaire regeling op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees binnen de Gemeenschap " ;
Overwegende dat de in artikel 2 van het Verdrag van Rome beoogde " toenemende verbetering van de levensstandaard " tevens een daadwerkelijke inspanning , gericht op de bescherming van en de zorg voor de gezondheid der bevolking impliceert ;
Overwegende dat het geheel van maatregelen op veterinair gebied zowel de bescherming van de gezondheid der dieren als een zonder wrijving verlopend handelsverkeer binnen de Gemeenschap moet bevorderen ;
Overwegende dat het bestaan van vele landbouwbedrijven door het overbrengen van een epidemische veeziekte ernstig kan worden bedreigd ;
Overwegende dat de economische situatie van de landbouw op de meest directe wijze kan afhangen van de richtlijnen die voor de bestrijding van epidemische veeziekten worden vastgesteld en de wijze waarop zij worden toegepast ;
Overwegende dat de onderhavige richtlijn de harmonisatie van nationale voorschriften nastreeft en dat daardoor het functioneren van de Gemeenschappelijke Markt in het algemeen bevorderd wordt en tegelijkertijd in vele opzichten eerst de werkelijke voorwaarden voor goede hygiënische toestanden op het gebied van de bestrijding van veeziekten geschapen worden , die beantwoorden aan de huidige opvattingen van een vooruitstrevende landbouw ;
Overwegende dat het bereiken en verzekeren van een hoger inkomen voor de landbouw direct afhankelijk is van een nauwgezette inachtneming van de bepalingen ter bestrijding van epidemische veeziekten , aangezien dit de verhoging van de produktiviteit gunstig beïnvloedt ,
BRENGT VOLGEND ADVIES UIT :
Het Economisch en Sociaal Comité keurt het onderhavige ontwerp van richtlijn goed , onder voorbehoud van de volgende opmerkingen :
I _ Algemene opmerkingen
Daar sommige ziekteverwekkers van runderen en varkens op de mensen kunnen worden overgedragen , zijn nauwkeurige hygiënische voorschriften en een nauwgezette uitvoering hiervan van vitaal belang voor de bevolking .
Tevens moet het produktievermogen van de landbouwbedrijven worden beschermd en de veestapel , die een zeer belangrijk gedeelte van hun bezit vormt , tegen schade door epidemische veeziekten worden gevrijwaard .
Het onderhavige ontwerp van een " richtlijn betreffende bepaalde sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens " vormt een waardevolle bijdrage tot de harmonisatie van de nationale bepalingen op het vlak van de Gemeenschap .
De beoogde harmonisatie van de sanitaire bepalingen binnen de Gemeenschap is op zichzelf niet voldoende . Het is derhalve van zeer groot belang zo spoedig mogelijk voor de in - en uitvoer van runderen en varkens afkomstig uit of bestemd voor derde landen , aan de gemeenschappelijke richtlijn gelijkwaardige bepalingen op te stellen .
In dit verband dient de Raad de Commissie te verzoeken zo spoedig mogelijk een richtlijn op te stellen , krachtens welke naast conserven in het algemeen alle soorten bewerkt vlees , vleesconserven en vleesprodukten , aan voorlopig geharmoniseerde en ten slotte gelijkgemaakte voorschriften zouden worden onderworpen .
Het zou ten slotte dienstig zijn er naar te streven , binnen afzienbare tijd , op eenvoudige en duidelijke wijze te komen tot een zo volledig mogelijke harmonisatie van alle geldende bepalingen op veterinair en sanitair gebied .
Dergelijke overwegingen leiden tot de noodzaak een Europees voedingsmiddelenrecht uit te werken dat zowel het belang van de verbruikers en de producenten , als het vrije verkeer van goederen dient . Het uiteindelijke doel en de weg om dit te bereiken dienen reeds nu zorgvuldig en op lange termijn te worden bepaald .
Het Comité heeft met voldoening ter kennis genomen dat een nauwe samenwerking tussen de veterinaire diensten der verschillende landen , reeds tot stand is gekomen of zich thans ontwikkelt , en wel niet alleen binnen de Gemeenschap , doch ook in een ruimer kader .
Een voor geheel Europa geldende regeling van de sanitaire vraagstukken zou zowel de bescherming van de volksgezondheid ten goede komen alsook de bevordering van de landbouw dienen , die daardoor beter zal kunnen concurreren en in belangrijker mate beschermd zal zijn tegen de gevolgen van de voor de veestapel bestaande risico's .
Bovendien dient vermeden te worden dat de regelingen op sanitair gebied een goede voorziening van de consument belemmeren en moeten deze regelingen rekening houden met economische eisen en praktische omstandigheden .
De richtlijn ter regeling van sanitaire vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees en die van veterinaire vraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in runderen en varkens moeten steeds worden gezien als elkaar aanvullende onderdelen van een het gehele gebied omvattende uniforme regeling . Het Economisch en Sociaal Comité is van mening dat de Commissie in het bijzonder de taak heeft ervoor te zorgen dat geen discriminaties optreden tussen deze beide delen van de commercialisatieweg .
II _ Opmerkingen t.a.v . de afzonderlijke artikelen
Preambule
Naast de raadpleging van het Europese Parlement dient ook die van het Economisch en Sociaal Comité te worden vermeld , daar de raadpleging van het Comité in artikel 43 , lid 2 , van het Verdrag is voorzien .
Preambule _ laatste overweging
De vierde regel zou als volgt moeten worden aangevuld :
" ... gewenst is , de Commissie na raadpleging van de Lid-Staten met een dergelijke revisie te belasten " .
Deze raadpleging is immers in artikel 10 vastgelegd .
Artikel 1
Het Economisch en Sociaal Comité beveelt de Raad aan , in een intentieverklaring de Commissie op te dragen , zo spoedig mogelijk voorstellen voor te leggen inzake sanitaire regelingen op het vlak van de Gemeenschap met betrekking tot :
a ) de in - en uitvoer van runderen en varkens , afkomstig uit of bestemd voor derde landen ;
b ) het handelsverkeer in andere dieren dan runderen en varkens , bv . pluimvee ;
c ) het handelsverkeer in alle soorten bewerkt vlees , vleesconserven en vleesprodukten .
Artikel 2
Ad a )
De Nederlandse tekst van lid a ) van artikel 2 zou aan de andere talen moeten worden aangepast en als volgt moeten worden gelezen :
" a ) bedrijf : bedrijf van een veehouder of een onder overheidstoezicht staande stal van een veekoopman , gelegen op ... " .
Ad b )
Het Economisch en Sociaal Comité is van mening dat de definitie van " slachtdieren " voor een eerste periode kan worden gehandhaafd , waarbij het echter preciseert dat onder de term " abattoir " eveneens de belendende bijgebouwen daarvan moeten worden verstaan , waar eventueel transacties kunnen plaatsvinden in aansluiting waarop het vee naar genoemd abattoir wordt gevoerd .
Voorts acht het Comité het wenselijk , dat in een volgend stadium in deze definitie worden opgenomen de slachtdieren die naar de markten van de landen van bestemming worden gebracht om daar te worden verkocht en vervolgens onmiddellijk naar de abattoirs worden geleid , op voorwaarde dat de harmonisatie van de sanitaire bepalingen tot stand is gebracht .
Ad m )
Het Economisch en Sociaal Comité stelt voor nader te onderzoeken of het begrip " officiële veearts " in alle zes landen betrekking heeft op personen met dezelfde vakbekwaamheid en beroepservaring . Gezien de buitengewoon grote verantwoordelijkheid die op deze veeartsen zal rusten , zouden voorschriften ten aanzien van hun opleiding , beroepservaring en bekwaamheid ongetwijfeld wenselijk zijn .
Artikel 3
Met het oog op een groter vertrouwen in de daadwerkelijke toepassing van de voorschriften van de richtlijn is het , naar de mening van het Economisch en Sociaal Comité , wenselijk naast de Lid-Staten ook aan de Commissie een zekere controlebevoegdheid ten aanzien van de nakoming van de bepalingen van de richtlijn te verlenen . De Commissie zou het recht moeten hebben om zich er door steekproeven hiervan te vergewissen .
Mocht de Commissie bij een dergelijke controle tot de conclusie komen dat aan de sanitaire voorwaarden voor het intracommunautaire handelsverkeer niet wordt voldaan , dan zou ook zij , naar het oordeel van het Comité , onmiddellijk gebruik moeten kunnen maken van de in art . 6 , lid 3 , aan de Lid-Staten toegekende bevoegdheden .
Een dergelijke uitbreiding van de bevoegdheden van een orgaan van de Gemeenschap zou volledig in overeenstemming zijn met het streven naar een Europees sanitair - en voedingsmiddelenrecht .
Ad 2 c )
Het Economisch en Sociaal Comité stemt in met het voorstel van de Commissie , een zelfde termijn van 30 dagen voor alle in de richtlijn genoemde dieren vast te stellen .
Het verzoek de Raad , de Lid-Staten aan te sporen , in het handelsverkeer met derde landen gelijkwaardige eisen te stellen als die in lid 2 c ) voor het intracommunautaire handelsverkeer zijn voorzien .
Ad 2 g )
Het Economisch en Sociaal Comité stelt voor , het woord " onmiddellijk " te schrappen .
Artikel 5
Het Comité stelt voor , de eerste zin van artikel 5 te schrappen , aangezien het van mening is dat het niet mogelijk is de absolute verplichting op te leggen , de vaccins in de Lid-Staten aan te kopen .
Artikel 6 , ad 1
De lijst der grensovergangen die iedere Lid-Staat aan de Commissie en de andere Lid-Staten doet toekomen , zou eerst na raadpleging van de betrokken beroepsorganisaties dienen te worden opgesteld .
Artikel 7
Het Economisch en Sociaal Comité vraagt zich af , of het niet juister zou zijn de bevoegdheden , die in dit artikel worden gegeven , niet toe te kennen aan de landen van bestemming maar aan de Commissie .
Het Comité is namelijk van oordeel , dat door genoemde bevoegdheden in handen te geven van de Commissie , enerzijds de doeltreffendheid van de ziektebestrijding beter gewaarborgd kan worden en anderzijds het gevaar van een discriminatoire verlening van genoemde machtigingen kan worden voorkomen .
Ad 1 a )
Met het oog op een vergemakkelijking van de genoemde controle , is het Comité van mening dat het begrip " land van herkomst " vervangen zou dienen te worden door het engere begrip " gebied " .
In dit geval zou het noodzakelijk zijn uniforme regels voor de afbakening van deze gebieden en voor de bepaling van de controlemiddelen vast te stellen . Waarschijnlijk zal deze indeling in gebieden , welke op zichzelf zinvol is , pas in een later stadium bereikt worden .
Artikel 8
Dit artikel behandelt naar het oordeel van het Comité problemen die , strikt genomen , in het kader van het voedingsmiddelenrecht zouden moeten worden geregeld . Slechts die genoemde stoffen , die tegelijkertijd als geneesmiddelen dienst doen , kunnen in deze richtlijn worden opgenomen .
Artikel 9
Om lid 2 , 3e regel , van de Nederlandse tekst aan de andere talen aan te passen dienen de woorden " zou zijn " te worden vervangen door " is " .
Bijlage E _ Model II en IV _ voetnoot 1
De eis , dat " bij vervoer per schip een gezondheidscertificaat moet worden opgesteld voor iedere groep van 10 dieren " , kan in de praktijk wellicht niet altijd strikt in acht worden genomen . Uit veiligheidsoverwegingen mag niet worden afgeweken van het principe dat ieder dier afzonderlijk moet worden onderzocht , doch in de praktijk is een aanpassing aan de gegeven omstandigheden te verdedigen , voor zover dit geen belemmering vormt voor het vaststellen van een besmettingshaard .
Aldus besloten te Brussel , op 24 april 1963 .
De Voorzitter
van het
Economisch en Sociaal Comité
Emile ROCHE
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.