De VVD en het buitenlands beleid

Met dank overgenomen van Parlement.com.

De VVD i is van oudsher sterk Atlantisch (of anders gesteld op de Verenigde Staten) georiënteerd. Ten tijde van de Koude Oorlog was de partij de krachtigste verdediger van het Noord-Atlantisch bondgenootschap en van een sterke defensie. De VVD is voorstander van verdediging van de internationale rechtsorde en steunde steeds inzet van Nederlandse militairen in VN- of NAVO-verband.

Zowel in de Tweede Kamer als in diverse kabinetten speelden VVD'ers een belangrijke rol op defensiegebied. Van alle ministersposten die de VVD in bekleedde, was die van van Defensie het vaakst in haar handen. Minister waren onder anderen Den Toom i, De Koster i, Van Eekelen, Voorhoeve i, De Grave, Kamp i en Hennis-Plasschaert i. Diverse (oud-)officieren, zoals Couzy i, Ploeg i, Blaauw i en Van den Doel i, traden op als defensiewoordvoerder.

In de discussies over kernbewapening schaarde de VVD zich altijd achter het NAVO-standpunt, waarin afschrikking en onderhandeling op basis van militaire sterkte centraal stonden. Niet alleen de NAVO en de Verenigde Staten vonden bij de VVD altijd steun, de partij is ook altijd één van de loyaalste verdedigers van de belangen van Israël geweest.

Ten aanzien van de ontwikkelingssamenwerking was altijd sprake een kritische opstelling, met name wat de ontvangende landen betreft. Wel steunde de VVD het op peil houden van de Nederlandse bijdrage aan ontwikkelingshulp. De internationale ontwikkelingsnorm, die het budget voor ontwikkelingshulp per land vaststelt, staat op 0,7% van het BNI. De VVD wil tegenwoordig minder geld aan ontwikkelingshulp besteden, maar pleit nog steeds voor echte noodhulp en opvang van vluchtelingen.

 

Meer over