Besluit 2008/617/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie

1.

Tekst

6.8.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 210/73

 

BESLUIT 2008/617/JBZ VAN DE RAAD

van 23 juni 2008

ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 30, artikel 32 en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van de Republiek Oostenrijk (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Volgens artikel 29 van het Verdrag is het doel van de Unie de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen door de ontwikkeling van een gezamenlijk optreden van de lidstaten op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

 

(2)

De staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de Europese Unie hebben in hun op 25 maart 2004 afgelegde Verklaring inzake solidariteit tegenover terrorisme het vaste voornemen uitgesproken dat de lidstaten alle tot hun beschikking staande middelen zullen inzetten om, in geval van een terroristische aanval, op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat of een toetredend land bijstand te verlenen op het grondgebied van die lidstaat of dat land.

 

(3)

Na de aanslagen van 11 september 2001 hebben de speciale interventie-eenheden van alle rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten onder auspiciën van de Task Force Hoofden van Politie reeds een begin gemaakt met bepaalde vormen van samenwerking. In het kader van dit netwerk, „Atlas” genaamd, hebben sinds 2001 verschillende studiebijeenkomsten en gezamenlijke oefeningen plaatsgevonden, zijn studies uitgevoerd en is materiaal uitgewisseld.

 

(4)

Geen enkele lidstaat beschikt over alle middelen en deskundigheid om het hoofd te bieden aan alle soorten specifieke of grootschalige crisissituaties die een speciale interventie vergen. De mogelijkheid om een andere lidstaat om bijstand te verzoeken is dan ook van cruciaal belang.

 

(5)

In Besluit 2008/615/JBZ van de Raad van 23 juni 2008 inzake de intensivering van de grensoverschrijdende samenwerking, in het bijzonder ter bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit (3) (het „besluit van Prüm”), en met name in artikel 18 daarvan, worden regels vastgesteld voor vormen van politiële bijstand tussen de lidstaten in verband met massabijeenkomsten en soortgelijke grootschalige evenementen, rampen en zware ongevallen. Dit besluit heeft geen betrekking op massabijeenkomsten, natuurrampen of zware ongevallen in de zin van artikel 18 van het besluit van Prüm, maar vormt een aanvulling op de bepalingen van het besluit van Prüm die betrekking hebben op vormen van politiële bijstand tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten in andere situaties, namelijk in door mensen veroorzaakte crisissituaties die een ernstig rechtstreeks fysiek of materieel risico inhouden voor personen, eigendom, infrastructuur of instanties, waarbij met name moet worden gedacht aan gijzelingen, kapingen en soortgelijke gebeurtenissen.

 

(6)

Met dit juridische kader en de lijst van de bevoegde instanties zullen de lidstaten in staat zijn snel te reageren en tijd te winnen in geval van dergelijke crisissituaties. Teneinde de lidstaten beter in staat te stellen dergelijke crisissituaties, en met name terroristische incidenten, te voorkomen en erop te reageren, is het bovendien van essentieel belang dat de speciale interventie-eenheden regelmatig bijeenkomen en gezamenlijke opleidingen organiseren, zodat zij profijt kunnen trekken van elkaars ervaringen,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

In dit besluit worden de algemene voorschriften en voorwaarden vastgesteld voor bijstandverlening door en/of een optreden van de speciale interventie-eenheden van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat (hierna „verzoekende lidstaat” genoemd) wanneer deze eenheden hierom door de verzoekende lidstaat is verzocht, en zij op dit verzoek zijn ingegaan teneinde het hoofd te bieden aan een crisissituatie. De praktische gegevens en de uitvoeringsregelingen waarmee dit besluit wordt aangevuld, worden rechtstreeks overeengekomen tussen de verzoekende lidstaat en de aangezochte lidstaat.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

 

a)

„speciale interventie-eenheid”: een rechtshandhavingseenheid van een lidstaat die gespecialiseerd is in crisisbeheersing;

 

b)

„crisissituatie”: een situatie waarin de bevoegde instanties van een lidstaat op redelijke gronden kunnen aannemen dat er sprake is van een strafbaar feit dat een ernstige rechtstreekse fysieke of materiële bedreiging vormt voor personen, eigendom, infrastructuur of instanties in die lidstaat, met name situaties als bedoeld in artikel 1, lid 1, van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van 13 juni 2006 inzake terrorismebestrijding (4);

 

c)

„bevoegde instantie”: de nationale instantie die verzoeken doet uitgaan en toestemming verleent voor het inzetten van de speciale interventie-eenheden.

Artikel 3

Bijstand aan een andere lidstaat

  • 1. 
    Door middel van een verzoek via de bevoegde instanties, dat een toelichting bevat met betrekking tot de aard van de gewenste bijstand en de operationele noodzaak ervan, kan een lidstaat vragen om bijstand door een speciale interventie-eenheid van een andere lidstaat voor het aanpakken van een crisissituatie. De bevoegde instantie van de aangezochte lidstaat kan een dergelijk verzoek aanvaarden of weigeren, of andere dan de gevraagde bijstand voorstellen.
  • 2. 
    Bijstand kan, onder voorbehoud van een akkoord tussen de betrokken lidstaten, bestaan in het verstrekken van uitrusting en/of deskundigheid aan de verzoekende lidstaat, en/of het uitvoeren van acties op het grondgebied van die lidstaat, zo nodig met gebruikmaking van wapens.
  • 3. 
    In het geval van acties op het grondgebied van de verzoekende lidstaat worden functionarissen van de bijstandverlenende speciale interventie-eenheid gemachtigd om op het grondgebied van de verzoekende lidstaat in een ondersteunende functie op te treden en alle nodige maatregelen te nemen om de verzochte bijstand te verlenen; daarbij
 

a)

treden deze functionarissen op onder de verantwoordelijkheid, het gezag en de leiding van de verzoekende lidstaat, overeenkomstig het recht van de verzoekende lidstaat, en tevens

 

b)

treden deze functionarissen op binnen de grenzen van de bevoegdheden die hun krachtens hun eigen nationale wetgeving zijn toegekend.

Artikel 4

Wettelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid

Wanneer functionarissen van een lidstaat in een andere lidstaat optreden en/of uitrusting gebruikt wordt in het kader van dit besluit, zijn de bepalingen inzake wettelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid van de artikelen 21, leden 4 en 5, en artikel 22 van het besluit van Prüm van toepassing.

Artikel 5

Bijeenkomsten en gezamenlijke opleidingen

De deelnemende lidstaten zien erop toe dat hun speciale interventie-eenheden zo nodig bijeenkomsten beleggen en gezamenlijke opleidingen en oefeningen organiseren teneinde ervaring en deskundigheid alsook algemene, praktische en technische informatie uit te wisselen over het aanpakken van crisissituaties. Deze bijeenkomsten, opleidingen en oefeningen kunnen worden gefinancierd in het kader van de mogelijkheden die de financiële programma’s van de Unie bieden om subsidies uit de begroting van de Europese Unie te verwerven. De lidstaat die het voorzitterschap van de Unie bekleedt, zal er in dit verband voor trachten te zorgen dat deze bijeenkomsten, opleidingen en oefeningen daadwerkelijk plaatsvinden.

Artikel 6

Kosten

De verzoekende lidstaat draagt de operationele kosten van de speciale interventie-eenheden van de aangezochte lidstaat in verband met de toepassing van artikel 3, met inbegrip van de kosten van vervoer en huisvesting, tenzij tussen de betrokken lidstaten anders wordt overeengekomen.

Artikel 7

Verhouding tot andere instrumenten

  • 1. 
    Onverminderd hun verbintenissen uit hoofde van andere wetgevingsbesluiten die ingevolge titel VI van het Verdrag zijn aangenomen, met name het besluit van Prüm:
 

a)

staat het de lidstaten vrij om bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen betreffende grensoverschrijdende samenwerking die van kracht zijn op 23 juni 2008, te blijven toepassen, voor zover deze overeenkomsten of regelingen niet onverenigbaar zijn met de doelstellingen van dit besluit.

 

b)

staat het de lidstaten vrij om bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen betreffende grensoverschrijdende samenwerking aan te gaan of in werking te doen treden na 23 december 2008, voor zover deze overeenkomsten of regelingen de mogelijkheid bieden de doelstellingen van dit besluit tussen de lidstaten te verruimen of te verbreden.

  • 2. 
    De in lid 1 bedoelde overeenkomsten en regelingen laten de betrekkingen met de lidstaten die daarbij geen partij zijn, onverlet.
  • 3. 
    De lidstaten stellen de Raad en de Commissie in kennis van de in lid 1 bedoelde overeenkomsten en regelingen.

Artikel 8

Slotbepalingen

Het secretariaat-generaal van de Raad stelt een lijst op van de bevoegde instanties van de lidstaten die verzoeken kunnen indienen en toestemming mogen geven voor de verlening van de in artikel 3 bedoelde bijstand, en werkt deze lijst bij.

Het secretariaat-generaal van de Raad stelt de in de eerste alinea bedoelde instanties op de hoogte van alle wijzigingen in de uit hoofde van dit artikel opgestelde lijst.

Artikel 9

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 23 december 2008.

Gedaan te Luxemburg, 23 juni 2008.

Voor de Raad

De voorzitter

  • I. 
    JARC
 

  • (2) 
    Advies van 31 januari 2008 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
  • (3) 
    Zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad.
 

2.

Verwante dossiers

 
 

3.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.