Donderdag 26 februari 2009 - Hoofdinhoud
Vanochtend eerst een werkbezoek gebracht aan de Oostvaardersplassen (Staatsbosbeheer) en daarna naar Ermelo voor een gesprek met Natuurmonumenten over de jacht.
Bij de Oostvaardersplassen heb ik gesproken met de mensen die ervaring hebben met, en verantwoordelijk zijn voor het beleid om de natuur zoveel mogelijk zijn gang te laten gaan. Ik kan niet anders zeggen dan dat ik nog meer overtuigd ben geraakt van de juistheid van deze beleidskeuze. Staatsbosbeheer bewijst in de Oostvaardersplassen dat de natuur een geweldig zelfregulerend vermogen heeft. Het zou prachtig zijn wanneer ze dit beleid zou doorvertalen naar haar andere beheersgebieden in Nederland, waar jacht helaas nog steeds tot de mogelijkheden behoort. We hebben in de afgelopen weken verschillende mailtjes gekregen van mensen die zich zorgen maakten om met name de situatie van de paarden en de runderen omdat het hier geen verwilderde dieren zou betreffen. In het gebied blijkt echter dat de dieren alle kenmerken van verwildering tonen en dat de populatie na decennia van zelfregulering, heeft geleid tot een zeer gezonde populatie met een niet onnatuurlijk hoge uitval. De dieren worden gedood als duidelijk is dat ze zich hebben afgezonderd van de groep en duidelijk is dat ze binnen afzienbare tijd een natuurlijke dood zouden sterven.
's Middags zijn we op werkbezoek geweest bij Natuurmonumenten in Ermelo. We hebben daar gesproken over met name het grofwildbeheer (beheer van grote hoefdieren zoals herten, reeen, moeflons en wilde zwijnen). Het is ons duidelijk geworden dat Natuurmonumenten veel voelt voor een zo'n natuurlijk mogelijk beheer en beheersmaatregelen zoveel mogelijk door eigen medewerkers laat uitvoeren, niet door jagers. Toch staan Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten, onder druk van omgevingsfactoren, toe dat 90% van alle zwijnen op de Veluwe wordt geschoten en op dat punt hebben we beide organisaties kritisch aangesproken. Het is plezierig dat we goede gedachtenwisseling hebben gehad en dat we samen van mening zijn dat een natuurlijk beheer de toekomst heeft. Op naar de eeuwige jachtvrije velden!
Verder stond vandaag in zowel NRC next als NRC mijn opinieartikel over het voornemen van minster Ter Horst om dierenbeschermers een contract te laten ondertekenen waarin ze zich onschuldig verklaren van allerlei subversieve activiteiten. Het artikel is wat ingekort waardoor wat nuances verloren zijn gegaan. Voor de fijnproever geef ik het graag hieronder integraal weer:
------
Dierenbeschermers onder contract bij ter Horst.
Minister ter Horst wil een harde aanpak van gewelddadige dierenactivisten. En dat is haar taak. Ze is de minister die burgers veiligheid biedt en wetten handhaaft.
Maar de oplossing om alle dierenbeschermingsorganisaties een contract voor te leggen waarin ze afstand nemen van geweld en wetsovertreding,werkt nodeloos stigmatiserend, lost niets op en is ronduit kwetsend voor de miljoenen mensen die zich belangeloos via legale weg inzetten voor een beter leven van dieren.
Vooral de toevoeging dat “wie het contract niet ondertekend, extra scherp in de gaten gehouden zal worden” is een dreigement dat niet in een rechtsstaat thuishoort.
De laatste maal dat er sprake was van een verplicht ondertekenen van een contract om bepaalde bezigheden te mogen blijven uitoefenen, was onder de Duitse bezetter, met de Reichskulturkammer. In dit bedenksel van Joseph Goebbels, konden kunstenaars en schrijvers hun beroep niet meer uitoefenen, wanneer ze niet tekenden.
De vraag is ook waarom de Nederlandse regering uitgerekend de mensen die opkomen voor dieren denkt te moeten isoleren, via een ‘wie niet voor ons is, is tegen ons constructie’ die herinneringen oproept aan de aanpak van George Bush, en aan onze minister van Buitenlandse Zaken die enkele jaren geleden van mening was dat hij liever 10 onschuldigen in de cel zag dan één misdadiger op straat.
Welk belang hebben dierenbeschermers eigenlijk bij het ondertekenen van een contract met een zéér dieronvriendelijke regering die de rechten van dieren én van dierenbeschermers met voeten treedt. De wet bepaalt dat niemand schuldig is zolang zijn schuld niet bewezen is, en minister ter Horst kiest nu duidelijk voor omkering van bewijslast. Omdat er enkele dierenactivisten ,waarvan de identiteit en achtergrond niet helder is, zijn die de wet overtreden, wil de minister iedere dierenbeschermer die geen plechtige beloftes aan haar wil doen in de gaten gaan houden. Dat doet denken aan een politiestaat en wel zeer selectieve verontwaardiging.
In Nederland zijn miljoenen burgers het slachtoffer geworden van de graaicultuur in de financiële wereld, en de schade daarvan is inmiddels opgelopen tot tienduizenden Euro’s per Nederlander van zuigeling tot hoogbejaarde. Maar ik heb geen minister horen bepleiten dat er een verplichte gedragscode moet worden ondertekend waarin bankiers en verzekeraars plechtig beloven hun klanten niet meer op te lichten met woekerpolissen, woekerpensioenen of pyramidebeleggingen.
In Nederland sterven jaarlijks tientallen mensen aan de consumptie van vlees dat besmet is met campylobacter en salmonella, en honderdduizenden burgers worden er ziek door, maar er is geen veehouder die een convenant heeft hoeven ondertekenen waarin hij plechtig verklaard nooit meer voedsel te leveren dat besmet is met pathogenen. Terwijl we weten dat het wel kan, in Zweden ligt dergelijk besmet voedsel niet in de winkelschappen.
Meer dan de helft van de varkenshouders overtreedt het varkensbesluit, maar het kabinet verscherpt de controle niet, maar gaat over tot ‘aangekondigde controles’ en deelt liever waarschuwingen uit dan boetes.
Tal van automobilisten rijden te hard, maar er is nog geen contract met alle automobilisten gesloten waarin ze plechtig beloven zich aan de maximumsnelheid te houden. De opsomming is zeker niet uitputtend, ik heb het nog niet gehad over MRSA en antibiotica, veetransporteurs en slachthuizen die de regels aan hun laars lappen,jagers die beschermde diersoorten doden, de veevoeder- en afvalverwerkingssector die zich volgens de KLPD schuldig maakt aan criminele activiteiten en het ‘in gevaar brengen van de bestuurlijke integriteit’ etc. etc.
Uit alles blijkt dat er vanuit het kabinet sprake is van willekeur en botte stigmatisering in de richting van dierenbeschermers. De directeur van de Dierenbescherming heeft al aangegeven het door minister ter Horst voorgestelde contract niet te zullen ondertekenen. En ik kan nu al melden dat de Partij voor de Dieren dat ook niet zal doen. En die belofte geldt voor de fracties in tweede en eerste kamer, in Provinciale staten, in de waterschappen, voor het wetenschappelijk bureau, de jongerenorganisatie en de werkgroepen. Gaat de regering ons nu extra scherp in de gaten houden?
Hoewel dat geen enkele wettelijke basis zou hebben en we daarover nog wel een pittig debat met het kabinet willen hebben, worden we daar niet nerveus van. Maar ook mensen die ‘niks te verbergen hebben’ stellen prijs op respect en wijzen opdringerige vormen van mentale fouillering af.
Het kabinet kan beter inzetten op boeven vangen, of die nu mensen oplichten, de voedselveiligheid in gevaar brengen, zich schuldig maken aan vandalisme of zich vergrijpen aan andermans eigendommen. En of ze nu bivakmutsen dragen ,witte boorden, overalls of witte jassen. De rotte appels moeten uit de mand, maar het is ronduit te kwader trouw de vrucht zelf in een kwaad daglicht te stellen.
Wetten zijn er om gehandhaafd te worden, ministers niet om groepen in de samenleving verdacht te maken.
Marianne Thieme, voorzitter Partij voor de Dieren.
------