Motie om niet-betekenisvolle wijzigingen te ontheffen van de algemene vergunningplicht uit hoofde van de Natuurbeschermingswet 1998 - Vergunningverlening natuur- en milieuwetgeving - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 2 toegevoegd aan dossier 31920 - Vergunningverlening natuur- en milieuwetgeving.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vergunningverlening natuur- en milieuwetgeving; Motie om niet-betekenisvolle wijzigingen te ontheffen van de algemene vergunningplicht uit hoofde van de Natuurbeschermingswet 1998 |
---|---|
Documentdatum | 09-04-2009 |
Publicatiedatum | 16-04-2009 |
Nummer | KST129836 |
Kenmerk | 31920, nr. 2 |
Van | Staten-Generaal (SG) |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2008–2009
31 920
Vergunningverlening natuur- en milieuwetgeving
Nr. 2
MOTIE VAN HET LID NEPPÉRUS
Voorgesteld 9 april 2009
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende, dat de poging om bestaand gebruik te reguleren via de Natuurbeschermingswet 1998 de grote onduidelijkheid en onzekerheid die heersen over de toekomst van vele bestaande activiteiten in en rondom Natura 2000-gebieden nog steeds niet weg heeft kunnen nemen;
overwegende, dat de Vogel- en Habitatrichtlijn ons niet verplicht om bestaand gebruik te reguleren en het «Kokkelvisserijarrest» slechts een indicatie geeft dat specifieke vormen van bestaand gebruik vergunning-plichtig kunnen zijn;
van mening, dat een algemene vergunningplicht voor alle vormen van bestaand gebruik met potentieel significante negatieve gevolgen, gezien de bewijslast en de problemen rondom de sluitende onderbouwing van het bewijs, niet de meest efficiënte wijze is om natuurdoelen te bereiken;
van mening, dat het bevoegd gezag de aangewezen partij is om, indien bestaand gebruik een duidelijk gevaar vormt voor de instandhoudingsdoelstellingen van een Natura 2000-gebied, passende maatregelen te treffen en daartoe ook de bevoegdheid dient te hebben;
van mening, dat niet-betekenisvolle wijzigingen van bestaande bedrijven er niet toe mogen leiden dat er alsnog een vergunningplicht uit hoofde van de Natuurbeschermingswet 1998 ontstaat;
verzoekt de regering bestaand gebruik met inbegrip van niet-betekenis-volle wijzigingen te ontheffen van een algemene vergunningplicht uit hoofde van de Natuurbeschermingswet 1998 en daarvoor in de plaats het bevoegd gezag in de gelegenheid te stellen om passende maatregelen te kunnen treffen indien bestaand gebruik leidt tot een duidelijk gevaar voor een Natura 2000-gebied,
en gaat over tot de orde van de dag.
Neppérus