Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1717/2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Belangrijke juridische mededeling
|
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |
Brussel, 21.4.2009
COM(2009) 195 definitief
2009/0058 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1717/2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument
TOELICHTING
-
1.In het kader van de hervorming van de financieringinstrumenten voor het externe optreden voor 2007-2013 zijn meer dan dertig verschillende rechtsinstrumenten vervangen door zeven nieuwe. Zo is bij Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 (hierna "de verordening" genoemd) het stabiliteitsinstrument ingevoerd, zodat de Gemeenschap een consistente, geïntegreerde aanpak bij (dreigende) crises kan hanteren, met één rechtsinstrument met vereenvoudigde besluitvormingsprocedures.
-
2.De evaluatie van de uitvoering van de verordening overeenkomstig artikel 25 kan voorstellen voor wetgeving omvatten als de Commissie naar aanleiding van de evaluatie meent dat de verordening moet worden gewijzigd. Dit is het geval voor het stabiliteitsinstrument.
-
3.Toen de verordening inzake het stabiliteitsinstrument op 15 november 2006 werd goedgekeurd, hebben de Raad en de Commissie een gezamenlijke verklaring aangenomen waarmee zij overeenkwamen dat " niets in de verordening wordt opgevat als een anticipatie op de in zaak C-91/05 ingenomen standpunten. Zolang het Hof van Justitie geen uitspraak heeft gedaan over deze zaak, zal de Commissie geen maatregelen krachtens artikel 3, lid 2, onder i), nemen. De Raad en de Commissie komen overeen dat in het kader van de herziening van de verordening tot invoering van een stabiliteitsinstrument, waarin artikel 25 van deze verordening voorziet, de werkingssfeer van artikel 3, lid 2, onder i), zo nodig opnieuw wordt bezien op basis van een Commissievoorstel in het licht van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-91/05 (Commissie tegen Raad) "[1].
-
4.Op 20 mei 2008 heeft het Hof van Justitie Besluit 2004/833/GBVB van de Raad van 2 december 2004 betreffende de uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB met het oog op een bijdrage van de Europese Unie in het kader van het moratorium van de ECOWAS op handvuurwapens en lichte wapens[2] (hierna "de ECOWAS-zaak" genoemd) nietig verklaard.
-
5.Gezien de gezamenlijke verklaring van de Raad en de Commissie moet daarom artikel 3, lid 2, onder i), worden aangepast aan de jurisprudentie van het Hof. Om dezelfde reden moeten in artikel 4, lid 1, onder a), inzake de bestrijding van de smokkel voortaan ook expliciet "handvuurwapens en lichte wapens" worden genoemd.
-
6.Bij artikel 17 van de verordening worden partners uit geïndustrialiseerde landen buiten de EU en de EER uitgesloten van deelname aan maatregelen voor capaciteitsopbouw vóór en na een crisis (crisisparaatheid) in het kader van artikel 4, lid 3, van de verordening. Partners die mogen deelnemen aan crisisresponsmaatregelen in het kader van artikel 3 van de verordening zijn op grond van artikel 17 dus uitgesloten van crisisparaatheidsmaatregelen. Dit is niet consequent en vormt een ernstige belemmering voor de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 4, lid 3. Daarom wordt voorgesteld deelname aan leverings- en subsidiecontracten in het kader van artikel 4, lid 3, algemeen open te stellen, zoals ook geldt voor de maatregelen in het kader van artikel 3, overeenkomstig artikel 17, lid 4, zodat de bepalingen inzake deelname en oorsprongsregels voor crisisrespons vergelijkbaar zijn met die voor crisisparaatheid.
-
7.Overeenkomstig artikel 24 van de verordening mogen niet meer dan 7 procentpunten van de financiële middelen worden toegewezen aan maatregelen die onder artikel 4, lid 1, vallen. Het percentage financiële middelen voor maatregelen in het kader van artikel 4, lid 1, is echter onvoldoende gebleken en moet worden verhoogd, omdat dit artikel zeer veel terreinen beslaat en zelfs met brede programma's met de schaarse thans beschikbare middelen slechts een paar terreinen kunnen worden bestreken. Om effectieve maatregelen te ontwikkelen op het gebied van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en een mondiale aanpak van regio-overschrijdende bedreigingen van de veiligheid, zijn krachtigere maatregelen nodig met het oog op een reëel effect, zichtbaarheid en geloofwaardigheid. Daarnaast moeten meer middelen worden toegewezen voor regio-overschrijdende maatregelen die een aanvulling vormen op nationale en regionale portefeuilles, zodat een kritieke massa wordt bereikt. De tot nu toegewezen middelen (9 miljoen euro in 2007, 10 miljoen euro in 2008 en 13 miljoen euro in 2009) en de in artikel 24 van de verordening gestelde beperking van 7 procentpunten maken het niet mogelijk om deze doelstellingen te verwezenlijken. Daarom wordt voorgesteld het percentage voor maatregelen in het kader van artikel 4, lid 1, te verhogen van 7 naar 10 procentpunten.
2009/0058 (COD)
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1717/2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 179, lid 1, en artikel 181A,
Gezien het voorstel van de Commissie,
Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[3],
Overwegende hetgeen volgt:
-
(1)Het doel van Verordening (EG) nr. 1717/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 november 2006 tot invoering van een stabiliteitsinstrument[4] is om de Gemeenschap in staat te stellen een consistente, geïntegreerde aanpak bij (dreigende) crises te hanteren, met één rechtsinstrument met vereenvoudigde besluitvormingsprocedures.
-
(2)Uit de evaluatie overeenkomstig artikel 25 van Verordening (EG) nr. 1717/2006 bleek dat de verordening op enkele punten gewijzigd moet worden.
-
(3)Verordening (EG) nr. 1717/2006 moet worden aangepast aan het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Grote kamer) van 20 mei 2008 (zaak C-91/05), op grond waarvan de Gemeenschap in het kader van haar ontwikkelingsbeleid, en daarmee in het kader van Verordening (EG) nr. 1717/2006 maatregelen mag treffen tegen de proliferatie en het illegale bezit en gebruik van handvuurwapens en lichte wapens.
-
(4)Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 4, lid 3, en omwille van de consistentie moeten leverings- en subsidiecontracten in het kader van artikel 4, lid 3, open staan voor deelnemers overal ter wereld, zoals reeds het geval is voor maatregelen in het kader van artikel 3, zodat de bepalingen inzake deelname en oorsprongsregels voor crisisrespons vergelijkbaar zijn met die voor crisisparaatheid.
-
(5)Het in artikel 24 vastgestelde percentage financiële middelen voor maatregelen in het kader van artikel 4, lid 1, is onvoldoende gebleken en moet worden verhoogd. Dit artikel beslaat zeer veel terreinen en zelfs met brede programma's kunnen met de schaarse thans beschikbare middelen slechts een paar terreinen worden bestreken. Om effectieve maatregelen te ontwikkelen op het gebied van kritieke infrastructuur, bedreigingen voor de volksgezondheid en een mondiale aanpak van regio-overschrijdende bedreigingen van de veiligheid, zijn krachtigere maatregelen nodig met het oog op een reëel effect, zichtbaarheid en geloofwaardigheid. Daarnaast moeten meer middelen worden toegewezen voor regio-overschrijdende maatregelen die een aanvulling vormen op nationale en regionale portefeuilles, zodat een kritieke massa wordt bereikt. Om de doelstellingen van artikel 4, lid 1, beter te verwezenlijken moet het percentage van de financiële middelen voor maatregelen in het kader van dit artikel worden verhoogd van 7 naar 10 procentpunten.
-
(6)Aangezien de doelstellingen van deze verordening door de lidstaten niet adequaat kunnen worden verwezenlijkt en daarom gezien de omvang van de maatregelen beter op communautair niveau ten uitvoer worden gelegd, kan de Gemeenschap de maatregelen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel van artikel 5 van het Verdrag goedkeuren. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken,
HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1717/2006 wordt als volgt gewijzigd:
-
(1)In artikel 3, lid 2, wordt punt i) vervangen door:
"i) steun voor maatregelen voor de bestrijding, binnen het bestek van het communautaire samenwerkingsbeleid en de doelstellingen daarvan, van illegaal vuurwapenbezit en -gebruik; deze steun kan ook onderzoeksactiviteiten, slachtofferhulp, bewustmaking van het publiek en de ontwikkeling van juridische en bestuurlijke deskundigheid en goede praktijken omvatten."
-
2)Artikel 4, lid 1, onder a), wordt vervangen door:
"a) de versterking van de capaciteit van de politiële, justitiële en civiele autoriteiten die zich bezighouden met de bestrijding van terrorisme en georganiseerde misdaad, waaronder de illegale handel in mensen, drugs, vuurwapens, handvuurwapens en lichte wapens en explosieven, en daadwerkelijke controle van illegale handel en doorvoer."
-
3)Artikel 17, leden 4 en 5, worden vervangen door:
“4. In geval van buitengewone steunmaatregelen en interim-responsprogramma's zoals bedoeld in artikel 6, en bij maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 4, lid 3, staat de aanbesteding van leverings- of subsidiecontracten algemeen open.
-
5.Aan de aanbesteding van leverings- of subsidiecontracten die worden gefinancierd uit hoofde van deze verordening, mag in geval van maatregelen ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel 4, leden 1 en 2, worden deelgenomen door alle natuurlijke en rechtspersonen van een ontwikkelingsland of een land in overgang zoals bepaald door de OESO, en door natuurlijke of rechtspersonen uit alle andere landen die uit hoofde van de strategie in aanmerking komen."
-
4)Artikel 24 wordt vervangen door:
" Artikel 24
Financiële middelen
Het financiële referentiebedrag voor de tenuitvoerlegging van deze verordening bedraagt 2 062 000 000 euro voor de periode 2007-2013. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegestaan binnen de grenzen van het financiële kader.
In de periode 2007-2013:
-
a)wordt niet meer dan 10 procentpunten van de financiële middelen toegewezen aan maatregelen die onder artikel 4, lid 1, vallen;
-
b)wordt niet meer dan 15 procentpunten van de financiële middelen toegewezen aan maatregelen die onder artikel 4, lid 2, vallen;
-
c)wordt niet meer dan 5 procentpunten van de financiële middelen toegewezen aan maatregelen die onder artikel 4, lid 3, vallen."
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, […]
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
[…] […]
[1] Document van de Raad 14010/06 ADD 1 van 27.10.2006.
[2] Hof van Justitie, zaak C-91/05 (ECOWAS).
[3] Advies van het Europees Parlement van XXX 2009 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van XXX 2009.
[4] PB L 327 van 24.11.2006, blz. 1.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.