Brussel 31 mei 2006 - Hoofdinhoud
Daar zitten we weer, aan de virtuele stamtafel van de NOS-website. Veteranen van de grondwet-campagne, voor- en tegenstanders, we mogen opnieuw de degens kruisen. Probleem is alleen dat de strijd achter ons ligt en een nieuw verdrag voor de EU nog jaren van ons verwijderd is, als het er al ooit komt.
Dat is, ondanks alles wat de tegenstanders in al hun onbekommerde vrolijkheid mogen beweren, zonde en meer dan jammer. De EU zou de motor moeten zijn van een duurzame globalisering, sociaal en rechtvaardig, voor de Europeanen en voor de rest van de wereld. Geen enkel ander continent zal die rol op zich willen nemen. Maar om die visie op globalisering uit te kunnen dragen heeft de EU een ander verdrag nodig, met andere instrumenten. Een werkelijk efficiënte buitenlandse politiek is met het verdrag van Nice niet goed mogelijk. Teveel mannetjes met elk hun eigen verantwoordelijkheidje.
Ik wilde een democratischer EU, waarin burgers meer zeggenschap zouden krijgen. Ik wilde dat het Europees parlement eindelijk mee zou kunnen beslissen over landbouwbeleid. Ik wil veel meer, maar het zal nog jaren duren voor er zo’n verdrag komt. Dat is niet in het belang van de Europenen. Het is nog minder in het belang van de overige wereldburgers. De arme landen kijken met verbijstering naar het navelstaren van de EU, op zijn eigen functioneren en machtsverdeling. Socialisten voelen dat als een verwijt, liberalen als Atzo Nicolai trekken zich er weinig van aan. Zij stellen zich tevreden met de interne markt.
Voor-en tegenstanders kunnen nog jaren onverzoenlijk naar elkaar blijven kijken,”als porseleinen honden” zoals de Fransen dat noemen. Dat levert niets op. Echte tegenstanders van het bestaan van de EU zelf zijn er nauwelijks, en de meesten van ons beseffen dat er een nieuw verdrag zou moeten komen, met 25 lidstaten.
Welk Europa willen we ? Voor de progressieve partijen in Frankrijk en Nederland ligt het voor de hand om niet afzonderlijk, maar samen een antwoord te formuleren, samen te bedenken op welke principes de EU gebaseerd moet zijn en welk verdrag daar bij hoort. Onze landen hebben Nee gezegd, wij dragen nu de verantwoordelijkheid om met een initiatief te komen om de impasse te doorbreken.
We zullen tolken moeten inhuren - te weinig Fransen spreken engels - maar deze discussie is de moeite waard. Wij horen en zien als linkse partijen bij onze achterban de sociale onrust waar het Nee grotendeels op was gebaseerd. Voor- en tegenstanders van de grondwet hebben binnen de linkse partijen gemeenschappelijk dat ze mensen niet aan hun lot willen overlaten. Links houdt, met al zijn nationale en onderlinge verschillen, vast aan de sociale wetgeving die nu zo voortvarend wordt afgebroken door rechtse regeringen in de EU.
Moderniseren, natuurlijk, maar dat hoort iets anders te betekenen dan afbreken. Wat mij betreft blijft dat de voornaamste boodschap van het Nee : de Europeanen willen een menselijke en rechtvaardige globalisering. En met of zonder nieuw verdrag, daar zetten wij ons voor in.