Verantwoordelijkheid nemen voor fouten uit het verleden

Met dank overgenomen van J.R.V.A. (Jeroen) Dijsselbloem i, gepubliceerd op dinsdag 26 januari 2010.

Ton Heerts en Jeroen Dijsselbloem hebben een duocolumn in het Gelderland Journaal. Deze maand was het de beurt aan Jeroen Dijsselbloem om de eerste column te schrijven.

In de politiek never een 'dull moment'. Na een bizarre week rond de commissie Davids deze week de commissie De Wit, het onderzoek naar de financiele crisis. Rode draad door beiden: het vermogen om te erkennen dat er dingen niet goed zijn gegaan om op basis daarvan het in de toekomst beter te doen.

Er was veel scepsis van te voren over het onderzoek van Davids maar dat is geloogenstraft. Hard en helder, dat moet toch het oordeel zijn. Betekent dat dat de verantwoordelijke politici op hun rug moeten gaan liggen? Nee geenszins. Ik heb nooit getwijfeld aan de goede bedoelingen van betrokkenen. Maar ook vanuit een vaste en oprechte overtuiging kunnen de verkeerde beslissingen worden gemaakt. Soms is de overtuiging zo vast en zeker dat juist daardoor de verkeerde beslissingen worden gemaakt. Ook in mijn parlementair onderzoek naar de Onderwijsvernieuwingen zijn we dat tegengekomen. Vanuit oprechte overtuiging, ja zelfs idealisme, besluiten doorzetten ook tegen belangrijke adviezen in. Om later vast te stellen dat het allemaal anders is uitgepakt. Ook na dat onderzoek was er grote weerzin bij de verantwoordelijke oud-bewindslieden om kritisch op die periode terug te kijken.

Onder druk van de Kamer, met name de wantrouwende oppositie, moest het rapport van Davids tegelijkertijd naar de Kamer en het Kabinet worden gestuurd. Gevolg van die procedure is dat er geen wederhoor is geweest. Wederhoor betekent dat de concept-rapport naar betrokken ministeries gaat waarbij zij de ruimte krijgen feitelijk onjuistheden aan te tonen. zonodig kan dan nog een correctie volgen. Een heel gebruikelijke manier van werken bijvoorbeeld van de Algemene rekenkamer maar ook bij Parlemenatire enquetes. Nu is dat achterwege gebleven en ik ben benieuwd of dat achteraf bezien een gemis is geweest. Ik sluit het niet uit.

Dat doet niets af aan een aantal belangrijke bevindingen met name natuurlijk over de vraag of er in de VN-resoluties een juridische basis was te vinden voor de inval. Nee dus. En daar zijn ook geen grijstinten in te ontdekken.

Deze week de Commissie De Wit. Het parlement is op zijn sterkst tijdens parlementaire onderzoeken en enquetes. Dwars door fracties heen wordt intensief een zaak onder de loep genomen. Eindeloze stapels dossiers worden bestudeerd. Eindeloze reeksen gesprekken gevoerd en analyses gemaakt alvorens het openbare deel begint. Dat deel trekt de aandacht en lang voordat de commissie zover is trekt de pers al conclusies. Het lijkt alsof de dagen van Wellink van de Nederlandse bank zijn geteld en we hebben pas 2 dagen verhoren achter de rug. Maar valt het u ook op dat de verantwoordelijke bankiers tot nu toe volledig buitenschot blijven? Dat beeld zal de komende week nog wel kantelen. En let u vooral op Gerrit Zalm. Verantwoordelijk voor de aanstelling van Wellink, voor de wetgeving voor de financiele sector, en de laatste jaren voor banken. Zouden Wellink en hij in staat zijn kritisch terug te kijken en fouten te erkennen? Ik waag het te betwijfelen. Helaas.

Verantwoordelijkheid nemen ook wanneer zaken fout gaan is essentieel voor het vertrouwen in ons openbaar bestuur. En het leren omgaan met fouten en leren van fouten onmisbaar voor een overheid die beter moet en kan!