WORDT SWIFT DE LAKMOESPROEF VOOR DE EU? - Hoofdinhoud
Het besluit over een akkoord met de VS over het doorgeven van bankgegevens (in de wandeling aangeduid als het “Swift-akkoord”, naar de organisatie die internationale betalingen verzorgt) lijkt uit te lopen op een test van de machtsverhoudingen binnen de EU en tussen EU en de VS.
Wat eraan voorafging: in 2006 kwam aan het licht dat de VS al jarenlang gebruik maakten van bankgegevens van Europese burgers, die waren opgeslagen in een data base van Swift in de VS. Naast het feit dat dit jarenlang geheim was gehouden, werd ook vastgesteld dat de doorgifte van Europese bankgegevens in strijd was met Europese regels voor bescherming persoonsgegevens.
Als tijdelijke oplossing werd een vrijwillige overeenkomst opgesteld, waarin de Amerikanen beloofden de gegevens goed te zullen beschermen, en ze uitsluitend te gebruiken voor de strijd tegen terreur. Swift kondigde aan vanaf 1 januari 2010 de Europese gegevens niet langer in de VS op te slaan, maar in een data base in Europa (Zwitserland). De Amerikanen kunnen uiteraard nog steeds bankgegevens opvragen in het kader van de wederzijdse rechtshulp, maar dan wel gericht, op basis van een gerede verdenking, en met toetsing van een rechter.
Sinds 2006 heeft het Europarlement zich uiterst kritisch uitgelaten over de doorgifte van persoonsgegevens, maar onder het Verdrag van Nice waren de Lidstaten alleen bevoegd. In de praktijk betekende dit dat de 27 nationale Ministers achter gesloten deuren afspraken maakten, zonder dat nationale parlementen daar effectieve controle op konden uitoefenen.
Sinds 1 december 2009 is het Verdrag van Lissabon van kracht, en moet het Europees Parlement meebeslissen over internationale akkoorden. Het EP kan geen wijzigingen aanbrengen, maar alleen goedkeuren of verwerpen.
Tot algemene verbazing van het Europees Parlement besloot de Raad (d.w.z. de nationale regeringen) een akkoord te sluiten met de VS, zodat de VS ook na januari 2010 verder beschikking zouden hebben over alle Swift gegevens. Fracties van links tot rechts in het Europees Parlement hebben (net als de Europese toezichthouders bescherming persoonsgegevens) grote vraagtekens bij de noodzaak van dit akkoord over de grootschalige doorgifte van bankgegevens, en bij het afgesproken niveau van bescherming persoonsgegevens.
Aangezien een aantal Lidstaten (waaronder Duitsland) niet erg warm liepen voor het Swift akkoord, lukte het de Raad niet om het akkoord formeel te sluiten vóór de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december j.l. Daarom moet het Europees Parlement nu instemmen met het akkoord.
Maar de Raad saboteert het proces aan alle kanten. Al maanden komt er geen enkel serieus antwoord op de vragen van het Europees parlement. Hoewel het akkoord voorlopig wordt toegepast vanaf 1 februari, kwam het officiële verzoek tot instemming van het EP. Uiteraard zijn vijf werkdagen volstrekt onvoldoende voor een serieuze behandeling van het onderwerp. Bovendien weigert de Raad het Parlement inzage te geven in alle relevante documenten, zodat het EP niet over dezelfde informatie kan beschikken. Zo weigert de Raad bijvoorbeeld het negatieve advies van de Juridische Dienst van de Raad zelf openbaar te maken (ik ben zelf inmiddels bezig via de rechter het openbaar maken af te dwingen). En deze week toverde de Raad nog een verrassing uit de hoge hoed: er blijkt al maanden in het geheim aan een rapport te worden gewerkt over de doorgifte van bankgegevens, dat op 4 februari gepubliceerd zal worden. Het Parlement is “not amused” over dergelijke ontdekkingen.
De Raad kiest duidelijk voor een ramkoers met het Europees Parlement. Dit wekt in Brussel verbazing omdat de kans op verwerping van het akkoord daarmee alleen maar toeneemt. Het is lastig te verklaren waarom de Ministers op een frontale botsing afsturen. Een verklaring ligt misschien in de enorme druk die wordt uitgeoefend vanuit Washington. Vanuit de allerhoogste kringen wordt er druk uitgeoefend op de Europese regeringen om het Swift akkoord door te zetten. In de VS was men niet onverdeeld enthousiast over de nieuwe macht van het Europees Parlement. Er werd openlijk gezegd dat de VS liever achter gesloten deuren zaken doen met de regeringen. Debatten en stemmingen in het openbaar in het Europees Parlement zijn lastig te sturen.
Een andere achtergrond is dat de Amerikanen de analyse van de bankgegevens delen met Europa. Dit is voor de Europese regeringen een koopje: in ruil voor toegang tot onze bankgegevens, doen de VS gratis de verwerking.
De verantwoordelijke parlementaire commissie stemt op 4 februari, en het voltallige (plenaire) parlement op 9 of 10 februari.