Vuilnisbakkenjournalistiek

Met dank overgenomen van A. (Alexander) Pechtold i, gepubliceerd op dinsdag 18 mei 2010.

Videoblog Alexander Pechtold van 17 mei

D66 staat voorop wanneer het gaat over privacy, over burgerrechten. En als Tweede Kamerlid mag ik me daar met wet en regelgeving de hele dag mee bemoeien. Maar ik had niet kunnen bedenken dat ik daar ook nog eens zelf het onderwerp van zou worden. Afgelopen week verscheen er het blad ‘Binnenhof’. Een gelegenheidscombinatie tussen De Weekend en HP de Tijd. En daarin werden lijsttrekkers onder de loep genomen. En huizen, kinderen, declaraties, relaties alles werd getoond. Veel, vond ik zelf, oud nieuws of geen nieuws.

Maar het bekijken van het vuilnis van een aantal mensen, waaronder het mijne, dat was toch wel heel bijzonder. In vier pagina’s werd mijn huisvuil tentoongespreid. Niks strafbaars, concludeerde ook het blad. Maar toch, wat ik maar noemde, ‘intimiteit van het vuilnis’ werd met iedereen gedeeld. De vraag was natuurlijk, wat te doen? Niks doen; dat doe je maar vaak in dat soort situaties, naar de rechter; zoals een enkeling mij adviseerde, of een discussie aanzwengelen.

Ik kies voor dat laatste. Ik heb dat vanochtend gedaan in De Volkskrant. Maar ik wil dat eigenlijk ook met de redacteuren van dit blad, van Weekend en HP de Tijd. De heer van der Linden en de heer Dijkgraaf. Om eens te praten over, waar ligt die grens? Vandaag is het mijn vuilniszak en dadelijk is het die van een ander. En natuurlijk moet ik gecontroleerd worden. Maar moet dat op deze manier? En moet ik vervolgens, via de rechter, de controleur weer gaan beperken? Ik vind van niet. Ik wil niet in een land leven waarin een politicus via de rechter een journalist moet beperken. Ik vind dat journalisten, zelfbeheersing moeten tonen. Als het noodzakelijk is mij te controleren en dat openbaar te maken, prima. Maar als het alleen is om een beetje vanuit voyeurisme mee te kijken in het gezinsleven, dan kan het alleen maar kwetsbaar zijn.