Hoe kanselier Merkel Europa dirigeert - Hoofdinhoud
Europa gaat akkoord met een in steen gegoten crisismechanisme voor de euro. Onder hevige druk van kanselier Angela Merkel i wordt daartoe het Verdrag van Lissabon i gewijzigd. Duitsland drijft dit samen met Frankrijk door. Alle andere landen zijn eigenlijk tegen. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk dwingen samen uitgavenbeperking af. Merkel dirigeert momenteel zodoende de EU i, zo leert de Europese Raad i van 28 en 29 oktober.
Inhoudsopgave
De politieke leiders van de EU-landen gaan akkoord met een permanent crisismechanisme voor de euro. Het gaat om een financieel vangnet ten behoeve van de begrotingszondaars. Onder sterke druk van kanselier Angela Merkel volgt daartoe een wijziging van het recente Verdrag van Lissabon.
Duitsland drijft dit idee samen met Frankrijk door. De andere EU-landen zijn eigenlijk tegen. Stiekem hopen zij dat de verdragswijziging alsnog niet doorgaat. Lissabon kostte namelijk tien jaar negotiëren en diverse mislukte referenda. Bij de recente Europese Raad in Brussel vroegen veel regeringsleiders zich af of die lijdensweg nu weer begint.
Inmiddels is de eurozone sedert medio november in de greep van monetaire onrust. Kanselier Angela Merkel en voorzitter Herman van Rompuy van de Europese Raad zeggen dat het voortbestaan van de EMU op het spel staat. Op zondag 28 november besloot de EcoFin in spoedzitting bijeen samen met het IMF tot een hulpplan voor Ierland van 85 miljard euro.
Dublin kan beschikken over 45 miljard uit de kas van de Europese Financiële Stabiliteits Faciliteit (EFSF), het IMF fourneert 22,5 miljard. Dublin zelf draagt bovendien 17,5 miljard bij. Tenslotte besloot de EcoFin dat niet eerder dan vanaf 2013 de obligatiebezitters moeten mee dokken zodra overheden hun leningen niet afbetalen. Dit besluit moet de beleggers voorlopig geruststellen.
Het EFSF kan de benodigde middelen goedkoop lenen omdat de EU-lidstaten borg staan. De Ieren betalen het EFSF 5,8 procent rente. Het IMF vraagt 3,12 procent. Op de financiële markten moet Ierland vanwege zijn reputatie (lees: onzekerheid over de terugbetaling) circa tien procent betalen. Die last voorkomt dit hulpplan.
Ierland heeft een tekort van ruwweg 33 procent op zijn nationale begroting, terwijl drie procent in de EMU het toegelaten maximum is. Dat tekort komt vooral door de staatsgaranties aan de min of meer failliete Ierse banken. Tegelijk met bovenstaand hulpplan kondigde de regering in Dublin ongekende bezuinigingen af van vijftien miljard. Tegelijk krijgt Ierland van de EU een jaar langer – dus tot 2015 – de tijd om geleidelijk aan terug te keren naar een tekort van drie procent.
Eerder dit jaar moest Griekenland vanuit Brussel gered worden. Inmiddels is de monetaire onrust overgeslagen naar Portugal en Spanje. Italië en België komen eveneens in het vizier van speculanten die verwachten dat deze landen niet in staat zijn hun leningsverplichtingen na te komen.
De euro lijkt aldus in een vicieuze cirkel te zitten waarbij ieder reddingsplan een nieuwe crisis uitlokt. Op 6 en 7 december vergaderen de ministers van financiën. Zij bereiden dan de Europese Raad van 16 en 17 december voor die gaat over de financiële crisis.
In mei wierpen de landen van de eurozone samen met het IMF i een verdedigingsgordel op met de fabelachtige inhoud van 750 miljard euro. De maatregel moet landen met ondraaglijke tekorten op hun begroting (de zogenaamde PIIGS ofwel Portugal, Ierland, Italië, Spanje) ervan vrijwaren tien procent rente te moeten betalen op hun onveilige staatsleningen.
“Vallen die landen om, dan kapseist met de euro de hele Europese Unie”, voorspelde Merkel. Daarnaast kwam er dit voorjaar een reddingsfonds van 110 miljard euro voor het failliete Griekenland. Deze maatregelen waren aanvankelijk tijdelijk. Omdat Duitsland het niet vertrouwt eist Berlijn nu een permanente clausule in het Europese verdrag.
Kanselier Merkel heeft diverse motieven. Zij verwacht dat het Constitutionele Hof in Karlsruhe de Duitse deelname aan genoemd crisismechanisme EFSF i (Europees Financieel Stabiliteits Fonds) strijdig verklaart met de Duitse grondwet.
Als Duitsland als belangrijkste financier afhaakt, breekt een nieuwe eurocrisis los. Bovendien vertrouwt Merkel de overeengekomen strengere sancties voor begrotingszondaars (zie hieronder) niet echt. Tenslotte vreest de kanselier de publieke opinie. Veel Duitsers willen de betrouwbare Deutsch Mark terug.
Tegelijk met de verdragswijziging willen Merkel en Sarkozy de landen die economisch een scheve schaats rijden bovendien het stemrecht over monetaire kwesties ontnemen. Dat gaat vooral de kleinere EU-landen echt te ver. Zij beseffen dat het machtige Frankrijk en Duitsland, ook al vliegen die uit de bocht, nooit het stemrecht wordt afgenomen. Terwijl kleinere landen dat voortaan wel kan overkomen. Het duo Merkel-Sarkozy moest daarom accepteren dat die kwestie naar de studeerkamer is verwezen.
Het Verdrag van Lissabon (artikel 125) verbiedt uitdrukkelijk dat de EU-landen opdraaien voor elkaars tekorten. Nu komt er een verdragsartikel bij dat “onder buitengewone omstandigheden” zulke hulp toch mogelijk maakt. Artikel 122 van “Lissabon” staat al toe dat de EU-landen na een energiecrisis dan wel een natuurramp elkaar bijspringen. Mogelijk komt daar als derde uitzondering een financiële crisis bij. De operatie wordt zo ingekleed dat de Europese instellingen grotendeels buitenspel blijven met de Europese Raad in de hoofdrol.
Tegelijk moeten voortaan banken, investeerders en beleggers bij calamiteiten een bijdrage leveren. Dat kan door bijvoorbeeld de staatsobligaties van een failliet land niet meer volledig terug te betalen. “Zou zich nog eens zo’n crisis voordoen dan betaalt niet alleen de belastingbetaler de rekening”, aldus Merkel in Brussel.
Het streven van eveneens Nederland om banken en investeerders medeverantwoordelijk te maken is echter slecht gevallen bij de Europese Centrale Bank i, de schatbewaarder van de euro. President-directeur Jean-Claude Trichet i voorziet dat banken en beleggers dan alleen nog obligaties van zwakke muntlanden willen kopen als de rentevergoeding extra hoog is.
“Die landen kunnen zo’n extra last niet aan”, waarschuwt Trichet. Minister van Financiën Wolfgang Schäuble van Duitsland wijst er daarentegen op dat slecht bestuurde landen over de hele wereld altijd meer rente betalen.
Na een half jaar onderhandelen onder leiding van Herman Van Rompuy i, voorzitter van de Europese Raad, besloten de staatshoofden en regeringsleiders tot een ingrijpende aanscherping van het Stabiliteitspact en Groeipact i (SGP). Volgens de geldende regels mogen overheden maximaal drie procent tekort hebben op hun nationale begroting.
De algemene doelstelling is een tekort van nul. Bovendien moet de totale staatsschuld van een land beperkt blijven tot 60 procent van het BBP i. Tot nu toe kan de Europese Commissie i sancties voorstellen om begrotingszondaars in het gareel te krijgen. Die vereisen echter een gekwalificeerde (dus ruwweg driekwart) meerderheid in de Ministerraad EcoFin i. Omdat ministers onderling elkaar graag ontzien (“vandaag ik, morgen gij”) zijn dergelijke nooit sancties opgelegd.
Het beoogde stelsel werkt in fasen. Eerst besluiten de EcoFin ministers bij gekwalificeerde (ruwweg driekwart) meerderheid dat een land de “noodzakelijke corrigerende maatregelen” moet nemen. Vervolgens krijgt zo’n land nog een half jaar de tijd.
Komt er geen afdoende saneringsplan, dan gaan vervolgens de sancties automatisch in tenzij genoemde ministers alsnog besluiten tot uitstel. Begrotingszondaars met een tekort beneden drie procent dat niet daalt maar toeneemt, worden geconfronteerd met een gedwongen storting bij de EU van 0,2 procent van hun BBP. Het niet voldoende afbouwen van de staatsschuld boven de 60 procent kan voortaan eveneens zo’n forse sanctie uitlokken.
Voor Nederland bijvoorbeeld komt 0,2 heffing neer op meer dan een miljard euro te storten in Brussel. Blijft na zo’n megastorting de sanering van de nationale begroting toch uit, dan verliest als stap twee het euroland iedere rentevergoeding daarop.
De derde stap bestaat er in dat het betrokken land genoemd megabedrag helemaal kwijt is. Als vierde maatregel geldt het voorstel om in laatste instantie de begrotingszondaars hun EU-subsidie voor economisch of plattelandsbeleid niet meer uit te betalen. Nieuw element is tenslotte de invoering van Europees toezicht op het macro-economisch beleid van de afzonderlijke landen.
Belangrijke vraag is nu of draconische sancties wel uitvoerbaar zijn. In Brussel spreekt men niet voor niets van “de nucleaire optie”. Zulke wapens zijn niet echt inzetbaar. Zelfs de mildere sancties die tot nu toe gelden zijn nooit toegepast. Anderzijds is de ECB niet tevreden met de voorgestelde regeling. “Dit is niet de kwantumsprong aan economisch bestuur die nodig is”, aldus president Trichet op 4 november.
Urenlang hebben de staatshoofden en regeringsleiders nachtelijk over het Duits-Franse “fait accompli” (de afgedwongen verdragswijziging) gesproken. “Dat gaat lang duren. Het wordt een therapeutische sessie”, had een vertrouweling van Van Rompuy tevoren al voorspeld.
Op 18 oktober had Merkel in de franse badplaats Deauville tijdens het traditionele Frans-Duitse beraad president Sarkozy i omgepraat voor een verdragswijziging. Duitsland gaf in ruil zijn streven op om landen met een buitensporig tekort automatisch te gaan sanctioneren.
Frankrijk kreeg de toezegging dat niet de Commissie maar alleen de ministers van Financiën (dus de regeringen) sancties kunnen afkondigen. Motivering van Frankrijk: “alleen de nationale politieke leiders mogen zulke zware maatregelen nemen en niet de Commissie”.
Dit eenzijdig genomen Duits-Franse dictaat lokte dagen achtereen protest uit vanuit de andere hoofdsteden en ook van de Commissie die zich gepasseerd voelden. Het Verenigd Koninkrijk (VK), Ierland, Frankrijk, Tsjechië, Nederland en Polen die struikelden over vorige verdragswijzigingen kregen al angstvisioenen. Zij vrezen een terugkeer van de ellende met de Europese Grondwet en het Verdrag van Lissabon.
Na urenlang palaveren kreeg Duitsland zijn zin van de Europese Raad . Van Rompuy gaat voor half december als de Raad weer vergadert de beoogde “beperkte verdragswijziging” proberen te formuleren. Het moet gaan om tijdelijks financiële faciliteiten voor een land dat aan de grond zit, gecombineerd met een strikt saneringsschema.
Het Verdrag van Lissabon biedt aanknopingspunten voor een beperkte verdragsherziening. Daarvoor hoeft dan geen Intergouvernementele Conferentie (IGC) bijeen te komen. Er mag dan echter geen overdracht van bevoegdheden van de EU-landen naar Unie plaats vinden. Bovendien mag de verdragswijziging van Duitsland geen afbreuk doen aan genoemd artikel 125.
Hoe dan ook vereist iedere verdragsherziening de goedkeuring van de regeringen van alle 27 lidstaten. Het is bijna onvermijdelijk dat dit project in de eurosceptische landen politieke problemen veroorzaakt.
De voorzitter van de Europese Ministerraad Buitenlandse Zaken, de Belgische minister Steven Vanackere, heeft na afloop van de top gezegd dat 26 van de 27 EU-landen niks voelen voor verdragswijziging. Premier Mark Rutte i vindt verdragswijziging “verre van ideaal”, zo zei hij al bij zijn aankomst in Brussel. “Dat geeft een hoop gedoe, dat hebben we gezien”.
“Nederland voelt zich verlaten door zijn Duitse bondgenoten”, klaagde minister Jan Kees de Jager i (Financiën) in NRC Handelsblad na het genoemde Duits-Franse compromis in Deauville. Rutte wil nu eerst weten wat er bij de beoogde verdragswijziging precies zal veranderen. Extra bezwaar van Nederland en andere noordelijke landen is dat zij sancties wilden die automatisch ingaan zodra een land over de schreef gaat.
Maar dat element heeft Merkel bij Sarkozy weggegeven om hem tot een verdragswijziging over te halen. Op 8 november heeft de voorzitter van de Eurogroep i, de Luxemburgse premier Jean-Claude Juncker i, het Europees Parlement i opgeroepen tot introductie van een strikt sanctieregime. Het Parlement is medebeslisser in deze kwestie.
Dat kanselier Merkel vandaag Europa regeert blijkt niet alleen uit haar dictaat voor een verdragsherziening. Haar recente conclusie “het concept van de multiculturele samenleving is totaal mislukt” kreeg elders in Europa bijval, dan wel is (door links met name) stilzwijgend geaccepteerd. Tenslotte heeft Merkel onlangs het recente Commissievoorstel getorpedeerd waarbij de Europese Unie de burger belastingen gaat opleggen.
De (talloze) EU-landen die veel financiële steun halen in Brussel willen zo’n nieuwe taks. Maar zonder Duitse instemming komt die er niet. Crisismechanisme, Europees budget en multicultureel zijn drie kernpunten van Europees beleid. Zij kregen in enkele weken naar Duitse snit een Europese dimensie. Zelden heeft één regeringsleider zo zijn stempel op Europa gezet.
Onverwacht stak bij de top een conflict de kop op over een forse verruiming van de Europese uitgaven. Het Europees Parlement i en aanvankelijk ook de Commissie willen de uitgaven in 2011 over de hele lijn met 5,9 procent verhogen. Nederland, Duitsland en andere landen die veel moeten afdragen willen de begroting bevriezen op het niveau van 2010 (123 miljard euro).
De Britse premier David Cameron i sloot in de marge van de Europese Raad een deal met Merkel voor 2,9% maximale uitgavengroei. Uiteindelijk steunen twaalf landen dit percentage van 2,9 procent. Deze groep (VK, Duitsland, Frankrijk, Italië, Nederland, Zweden, Tsjechië, Denemarken, Oostenrijk, Finland, Slovenië en Estland) ligt nu op ramkoers met het Europees Parlement dat hier medebeslissingsrecht heeft. Een bemiddeling moet uiterlijk 17 november een uitweg bieden.
Anders zit Europa volgend jaar zonder budget. De meerderheid van de lidstaten en het Europees Parlement moeten daartoe alsnog inbinden.
In zijn toespraak tot de Europese Raad had de voorzitter van het Parlement Jerzy Busek de zes procent groei tevergeefs verdedigd. “De EU uitgaven belopen maar één procent van het totale nationale inkomen van de EU-landen. Dat is vandaag hetzelfde als twintig jaar geleden”, zei Busek. De EU heeft de uitgavenstijging volgens hem nodig voor energieprojecten, onderzoek en voor een betere transportinfrastructuur waarvan iedereen in Europa profiteert.
Premier Rutte daarentegen had liever de uitgaven bevroren. Het speet hem geweldig, zo zei hij, dat hij daartoe geen vetorecht heeft. Rutte is tegen ieder compromis ‘gelegen tussen 2.9 en de vreselijke zes procent die het Parlement vraagt’. De premier accepteert 2,9% ‘omdat het in feite een procent uitgavengroei betekent plus compensatie voor de inflatie’.
Rutte kreeg na terugkeer in de Tweede Kamer de wind van voren. Een Kamermeerderheid begrijpt niet waarom terwijl iedereen bezuinigt Brussel nog zes procent meer mag spenderen. ‘Dit riekt naar zelfrijzend bakmeel’, spotte CDA-woordvoerder Henk Jan Ormel i.
Overigens maakte Rutte als debutant niet de vliegende start van zijn voorganger Jan Peter Balkenende i in 2002. Balkenende legde onverwacht een voorstel op tafel tot blijvende beperking van de uitgavengroei van het kostbare landbouwbeleid. Hoewel Frankrijk en Duitsland daartegen waren kreeg Balkenende uiteindelijk de hele Europese Raad mee.
Rutte probeerde zoiets niet eens. Hij sloot zich braaf aan bij het VK en Duitsland nadat die in de wandelgangen de maximale uitgavenstijging al hadden bedisseld. Tegelijk maakte de premier er geen geheim van met dit compromis weinig gelukkig te zijn. “Dat wij met onze zuinigheid bovendien geen goeie Europeanen zijn, zoals critici wel beweren, werp ik van mij af. Dan ben ik ook geen goeie premier van Nederland. Daar bezuinigen wij zelfs achttien miljard” zei Rutte nog.
De premier heeft zijn bezoek tevens gebruikt om in Brussel beperkte toelating van kansarme migranten te bepleiten. Nederland wil strengere afspraken over migratie en asiel. “Ik merkte wel dat het probleem ‘buitenlanders’ ook elders volop leeft”, zei Rutte. Zijn kwiek en zelfverzekerd optreden vielen overigens wel goed in Brussel.
Meer over ...