Kabinet: beter handen uit de mouwen dan vermanend vingertje - Hoofdinhoud
De Tweede Kamer praat vandaag over het zogenoemde nationaal hervormingsprogramma. Rutte en Verhagen moeten aan Brussel laten zien hoe zij gaan voldoen aan de doelstellingen om Europa in 2020 duurzaam en economisch sterker te maken.
Het kabinet Rutte neemt de Zuid- Europese landen graag de maat, als die hun huishoudboekje niet op orde hebben. Daarbij wordt graag gesproken in karikaturen van vlijtige Hollanders die de rekeningen betalen voor luie knoflooklanden. Als een strenge schoolmeester tegen een ongehoorzame leerling roepen ze om strenge sancties en drastische hervormingen voor die landen. Maar tegelijkertijd vindt het kabinet Rutte het niet nodig zich zelf aan de Europese afspraken te houden.
Alle lidstaten hebben zich verplicht jaarlijks in april hun hervormingsplannen voor te leggen aan de Commissie, in het zogenaamde “Europese Semester”. Alle landen stellen precies becijferde doelstellingen vast voor groei, arbeidsmarkt en bezuinigingen, in het Nationale Hervormings Programma. Een uitgelezen moment voor het kabinet om de Europese afspraken om te zetten in concrete maatregelen. Echter, het Hervormings Programma dat het kabinet nu presenteert is een samenraapsel van vage intenties, onrealistische aannames en sigaren uit eigen doos, bijeengehouden door de hoop dat moeilijke, impopulaire maatregelen kunnen vermijden, als de bedrijven maar voor genoeg groei zorgen. Blijkbaar is het kabinet van mening dat Nederland er zó goed voor staat, dat wij als enige Europese land de Europese afspraken niet hoeven na te komen.
De broodnodige hervormingen zijn op sterk water gezet omdat de PVV niet wil en het CDA niet durft.Nederland moet niet andere landen de maat nemen, maar zelf het goede voorbeeld geven. Het kabinet Rutte, dat andere landen de oren wast over gebrek aan hervormingszin, maakt zich er zelf wel héél makkelijk vanaf: beetje snijden in de sociale zekerheid, paar ambtenaren eruit, minder regels voor bedrijven, dan komt alles wel in orde, zo is de gedachtengang. Premiers Papandreou, Socrates en Kenny tonen meer moed en daadkracht.
De hoogmoed van dit kabinet is ongerechtvaardigd. Nederland kan het zich niet veroorloven op de lauweren te rusten. Ons land staat stil op de woningmarkt, de arbeidsmarkt en de zorg. De kostbaarste grondstof, kennis, wordt verwaarloosd.
Het IMF waarschuwt voor de hoge hypotheekschuld in Nederland, en de OESO voor een blijvend hoog overheidstekort. De EU Commissie wijst op de enorme Nederlandse achterstand op duurzaamheid.
Het Kabinet zet in op 80% arbeidsparticipatie in 2020, ruim boven het EU doel van 75%. Rutte denkt dat vooral te bereiken door te snijden in sociale zekerheid en voorzieningen, vanuit de gedachte dat uitkeringstrekkers en alleenstaande moedersdaarmee worden geactiveerd. Een echte visie op een dynamische arbeidsmarkt heeft het kabinet niet. Geen enkel scenario voor vergrijzing en krimp. Geen antwoord op de economische onzelfstandigheid van vrouwen. Geen oplossingen voor alle jongeren, allochtonen en laag opgeleiden die moeilijk de arbeidsmarkt opkomen, mede door de rigide bescherming van de insiders. Over de doelstelling terugdringen van sociale uitsluiting doet het kabinet een beetje schouderophalend, alsof het niet over Nederland gaat. Als al die werkende armen gewoon een beetje meer uren gaan draaien komt het vanzelf goed. Maar hoe dat bereikt gaat worden, blijft in het midden.
Wat betreft uitgaven voor Onderzoek en Ontwikkeling, mikt Rutte op 2,5% in 2020, ruim onder het 3% doel van de EU. Hoe Nederland met zo’n laag ambitieniveau bij de Top 5 moet gaan horen blijft een raadsel. Momenteel blijft Nederland steken op een povere 1,8%.
Opvallend is de nul-ambitie van het Kabinet op het punt duurzaamheid. De prestaties van Nederland wat betreft duurzaamheid hebben nu al een “junk rating”. Alle reden dus om de ambities flink op te schroeven. Op papier acht het kabinet de Europese doelen voor een duurzame energievoorziening inderdaad leidend, maar er komt onvoldoende geld voor hernieuwbare energie. Voor de CO2 reductie zet het Kabinet in op “technische maatregelen en gedragsverandering”. Dat strookt niet erg met het voornaamste wapenfeit van Rutte: de verhoging van de maximum snelheid.
Het kabinet stelt vast dat Nederland nu al op de Europese doelstelling van 40% hoger opgeleiden zit, dus hoeven we daar niks voor te doen. Kennelijk is de zesjescultuur uit de periode van premier Balkenende overgenomen door Rutte. In een wereld waar kennis de belangrijkste grondstof is, en waar de strijd om die grondstof zal verhevigen, zal Nederland niet moeten kijken naar prestaties uit het verleden of heden, maar moeten investeren in de knappe koppen van de toekomst.