Landen moeten failliet kunnen gaan (Volkskrant)

Met dank overgenomen van P. (Peter) van Dalen i, gepubliceerd op donderdag 28 april 2011.
Overzicht Europa vanuit Ruimte
Bron: Blog Peter van Dalen

De huidige aanpak van de Europese schuldencrisis maakt de problemen alleen maar erger. Europa moet af van het taboe op kwijtschelding. Volgens Peter van Dalen (Europarlementariër voor de ChristenUnie) en René Tissen (hoogleraar bedrijfskunde aan de Nyenrode Business Universiteit) laat Europa stelselmatig na wat particulieren met schulden wel doen: zich failliet laten verklaren om met een schone lei opnieuw te beginnen.

Als burgers onverhoopt in de schuldsanering terechtkomen, gaan ze failliet. Zij leven dan gedurende vijf jaar op het absolute bestaansminimum. Daarna zijn ze er van af. Dat geeft lucht, en dat vooruitzicht alleen al verschaft velen de motivatie om hard aan de eigen toekomst te werken. Immers: hoe eerder uit de ellende, hoe beter.

Zo werkt het ook bij de lidstaten van de Europese Unie. Wij bepleiten daarom een Umdenken, een heroverweging van het tot nu toe gevoerde Europese beleid. Dat kan door de staatsschuld af te stempelen waardoor in feite (aanzienlijke delen van) die schulden worden kwijtgescholden. Vergelijk het met de aanpak die president George Bush en de Britse premier Tony Blair in de jaren negentig toepasten ten aanzien van een reeks landen in Afrika die enorme schulden hadden.

Verdienvermogen

Tevens wordt een norm ontwikkeld voor de maximale toekomstige staatsschuld in relatie tot het gemiddelde economisch verdienvermogen van Europa, bijvoorbeeld 60 procent van het Europees bruto binnenlands product met een maximaal begrotingstekort van 3 procent, ofwel de oude Zalmnorm.

Natuurlijk beseffen wij dat deze harde aanpak een forse ‘shake-out’ zal veroorzaken bij een aantal banken, pensioeninstellingen en obligatiebezitters. Maar wij denken dat we daar doorheen moeten. Het wordt niet fijn zonder pijn.

Opeenstapelen

De Europese regeringsleiders volgen momenteel precies de tegenovergestelde weg, namelijk die van het opeenstapelen en doorschuiven van schuld op schuld. Griekenland, Ierland en Portugal krijgen weliswaar een schuldenregeling aangeboden c.q. opgedrongen op basis van goedkope(re) kredieten, maar hun schuld neemt erdoor toe, en zeker niet àf. Deze aanpak is desastreus: het is schuld met meer schuld oplossen.

Dat is hetzelfde als een zwart gat met nieuw licht vullen: dat gat wordt niet lichter maar groter. Zowel de bevolking van de betrokken lidstaten als de burgers in de andere lidstaten verzetten zich tegen de nu gevolgde aanpak: zie bijvoorbeeld de enorme verkiezingswinst van ‘de ware Finnen’. Zij hadden als inzet bij de verkiezingen het stopzetten van het door Van Rompuy, Trichet en Barrosso bedachte noodhulpsysteem. Burgers weten immers maar al te goed dat bezuinigingen alleen effectief zijn als schulden erdoor afnemen en niet toenemen.

Kwijtschelden

Door het kwijtschelden van staatsschuld ontstaat uiteindelijk ruimte om aan een nieuwe toekomst te werken. Waarschijnlijk zullen lidstaten en burgers Europa belangrijker gaan vinden omdat Europa hen in tijden van nood daadwerkelijk de helpende hand heeft toegestoken.

Is kwijtschelding hét medicijn voor alle kwalen in Europa? Ook in dit verband werkt het huidige Europese beleid averechts. Het roept onzekerheid en onrust op en neemt energie bij mensen weg. De neergang van complete lidstaten is een kwestie van tijd.

Een belangrijk tegenargument voor het kwijtschelden van schulden heeft te maken met de banken, de grote ‘systeembanken’ wel te verstaan. Daaronder vallen de centrale banken van de lidstaten en de Europese Centrale Bank. Die treden op als commerciële handelspartner voor de lidstaten en zijn dus zowel aankopende als verkopende partij van staatsschuld. Hier zijn grote bedragen aan commissies en andere vergoedingen mee gemoeid, en dat verklaart de handhaving en uitbreiding van het schuldsysteem door de Europese regeringsleiders. Door kwijtschelding van staatsschulden eindigt dit systeem van vrije en ongecontroleerde verhandelbaarheid van staatsschuld.

Onrust

Opgemerkt moet worden dat het huidige, chaotische schuldenbeleid waarschijnlijk zelfs zwaardere consequenties heeft. Te verwachten is dat de combinatie van oplopende lasten voor burgers (door extra belastingen) en afnemend verdienvermogen (door werkloosheid) binnenkort tot heel veel onrust zal leiden. Vaststaat dat na kwijtschelding een nieuwe groep van Europese banken ontstaat die beter past bij de behoefte van burgers. Er zullen spaar- en zakenbanken ontstaan die aan afzonderlijke kredietverlening doen via controleerbare risiconormen en -profielen, maar zonder de talrijke mogelijkheden van grensoverschrijdend speculatief handelen. Er ontstaat een pan-Europese stabiliteit als basis voor economische groei en welvaart.

Is het denkbaar dat staatsschulden binnenkort worden kwijtgescholden? We hopen het wel, maar verwachten het niet. Er is politieke wil voor nodig. Die ontbreekt, en wel om één reden: rondom kwijtschelding van schuld hangt een taboe. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten, zo wordt veelal geredeneerd uit angst voor de herhaling van fout gedrag. Daarom moet een systeem van kwijtschelding achteraf - dus met terugwerkende kracht - worden toegepast. Bijvoorbeeld na een periode van strenge sanctionering van vijf tot tien jaar. Automatische sancties op begrotingsdiscipline moeten fout gedrag in de toekomst voorkomen.

Is kwijtschelding hét medicijn voor alle kwalen in Europa? Dat is moeilijk hard te maken. Onze aanpak is hard, maar een beter alternatief dan de huidige crisisaanpak waarbij schulden door nieuwe schulden blijven groeien. En het is wel de oplossing voor een van de belangrijkste problemen van dit moment, namelijk voor het gebrek aan economische toekomst van velen en het afhaken van onze burgers die daar het gevolg van is. Het wordt tijd voor Europees Umdenken.

Dit opinieartikel verscheen op 28 april in de Volkskrant.