Richtlijn 1995/19 - Toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuurofficiële Engelstalige titel
Council Directive 95/19/EC of 19 June 1995 on the allocation of railway infrastructure capacity and the charging of infrastructure feesRechtsinstrument | Richtlijn |
---|---|
Wetgevingsnummer | Richtlijn 1995/19 |
Origineel voorstel | COM(1993)678 |
Celex-nummer i | 31995L0019 |
Document | 19-06-1995 |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 27-06-1995; PB L 143 p. 75-78 |
Inwerkingtreding | 27-06-1995; in werking datum publicatie zie art 15 |
Einde geldigheid | 14-03-2001; opgeheven door 32001L0014 |
Omzetting | 27-06-1997; ten laatste zie art. 14 |
|
Richtlijn 95/19/EG van de Raad van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur
Publicatieblad Nr. L 143 van 27/06/1995 blz. 0075 - 0078
RICHTLIJN 95/19/EG VAN DE RAAD van 19 juni 1995 inzake de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 75,
Gezien het voorstel van de Commissie (1),
Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),
Overeenkomstig de procedure van artikel 189 C van het Verdrag (3),
Overwegende dat een grotere integratie van de communautaire vervoersector voor de interne markt van fundamenteel belang is en dat in de Gemeenschap de spoorwegen een essentieel bestanddeel van de vervoersector vormen;
Overwegende dat het beginsel van het vrij verrichten van diensten in het spoorwegvervoer moet worden toegepast, waarbij echter met de specifieke kenmerken van die sector rekening moet worden gehouden;
Overwegende dat Richtlijn 91/440/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende de ontwikkeling van de spoorwegen in de Gemeenschap (4) voorziet in sommige toegangsrechten in het internationaal spoorwegverkeer voor spoorwegondernemingen en internationale samenwerkingsverbanden daarvan;
Overwegende dat dient te worden gewaarborgd dat spoorwegondernemingen en internationale samenwerkingsverbanden daarvan bij het verlenen van de in artikel 10 van Richtlijn 91/440/EEG bedoelde diensten de nieuwe toegangsrechten ten volle kunnen uitoefenen; dat het te dien einde noodzakelijk is een stelsel voor de toewijzing van spoorweginfrastructuurcapaciteit en de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur in te stellen dat in de gehele Gemeenschap op niet-discriminerende en uniforme wijze wordt toegepast;
Overwegende dat het wenselijk is de werkingssfeer van Richtlijn 91/440/EEG met inbegrip van de daarin vastgestelde uitzonderingen voor regionale, stads- en voorstadsdiensten te handhaven, maar daarbij dient te worden bepaald dat ook de vervoersverrichtingen van de pendeldiensten door de Kanaaltunnel buiten deze werkingssfeer vallen;
Overwegende dat het krachtens het subsidiariteitsbeginsel dienstig is dat de Gemeenschap de basisbeginselen van een dergelijk stelsel vastlegt en de verantwoordelijkheid voor het opstellen van de gedetailleerde regels betreffende de praktische werking daarvan aan de Lid-Staten overlaat;
Overwegende dat de Lid-Staten ervoor dienen te zorgen dat het systeem voor de toewijzing van de infrastructuurcapaciteit voldoende flexibel is om een doeltreffend en optimaal gebruik van deze infrastructuur mogelijk te maken;
Overwegende dat met betrekking tot de toewijzing van infrastructuurcapaciteit echter bepaalde preferentiële rechten moeten worden verleend, met name ten behoeve van overheidsdiensten en van diensten waarbij van specifieke spoorweginfrastructuurvoorzieningen gebruik wordt gemaakt;
Overwegende dat er bij de toewijzing van infrastructuurcapaciteit tevens bijzondere rechten moeten kunnen worden verleend indien deze onmisbaar zijn om een adequate vervoerdienst te garanderen of om de financiering van nieuwe infrastructuren mogelijk te maken;
Overwegende tenslotte dat de rekeningen van de infrastructuurbeheerder zodanig moeten zijn dat hij de uitgaven voor de infrastructuur kan dekken;
Overwegende voorts dat met betrekking tot de heffing van gebruiksrechten voor de infrastructuur per afzonderlijke markt niet-discriminerende regels dienen te worden vastgesteld;
Overwegende dat voor een doeltreffend gebruik van de infrastructuurcapaciteit gemeenschappelijke algemene criteria voor de vaststelling van de gebruiksrechten vereist zijn;
Overwegende dat, in het kader van een algemeen streven naar doorzichtigheid en non-discriminatie, gemeenschappelijke regels moeten...
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.