Missie in Uruzgan blijkt 2 miljard euro te hebben gekost

Met dank overgenomen van J.C. (Hans) van Baalen i, gepubliceerd op zaterdag 15 oktober 2011.

Daar schrik je toch van. Missie in Uruzgan blijkt 2 miljard euro te hebben gekost. De tijd dat politiek het niet meer over kosten van missies heeft, is wel voorbij.

Eric Vrijsen

Van 2006 tot 2010 was Nederland actief in de Afghaanse provincie Uruzgan. Van de uitgezonden militairen kwamen er 25 niet levend terug. Ook in financieel opzicht kende de missie een hoge prijs. Uit een evaluatierapport blijkt dat het de Nederlandse belastingbetaler 1.991.392 euro heeft gekost. Zeg maar 2 miljard - een halve Betuwelijn.

De gewone salariskosten van de militairen en de afschrijving op materieel zijn hierbij niet eens inbegrepen. Dat geld was ook opgegaan als de militairen in hun kazernes waren gebleven. Het gaat alleen om de extra kosten die direct met de ‘wederopbouwmissie’ te maken hadden: gevarengeld, extra slijtage, gecrashte helikopters.

‘Twee miljard, da’s toch wel een bedrag waarvan je schrikt,’ zegt VVD-Kamerlid Han ten Broeke (42). Zijn partijgenoot Hans van Baalen heeft weleens geopperd dat ook naar de kosten moet worden gekeken, maar eigenlijk was dat nooit een thema tijdens de pittige Kamerdebatten over Uruzgan. De soldaten mochten geen enkel onnodig risico lopen. Het prijskaartje was geen blokkade.

Nu dreigen de kosten van de vredesmissies wél een politiek onderwerp te worden. Ten Broeke wijst erop dat defensie de afgelopen jaren wegens Uruzgan heeft bezuinigd op de uitrusting van soldaten en op oefeningen. Dit komt neer op roofbouw. Het VVD-Kamerlid wil de vredesmissies op een andere manier financieren en wil dat ‘civiele missies’, zoals die in Kunduz (zie ‘Wat kost zo’n missie nou?’ op deze pagina), uit de pot van ontwikkelingshulp worden betaald.

Het is in Den Haag al net als in de Verenigde Staten, waar de generaals waarschuwen dat de financiële crisis ‘een veel gevaarlijker tegenstander is dan de Sovjet Unie ooit was’. Ook Nederlandse militaire deskundigen realiseren zich dat operaties overzee voortaan ook worden beoordeeld op kosten. Raymond Knops (39), defensiewoordvoerder van het CDA, vraagt zich af of Nederland zich nog ooit missies als in Uruzgan kan veroorloven. En wie gaat ze dan doen?

Knops zit ook in de NAVO-Assemblee en maakte daarom een recente reis naar China. In Peking lieten hoge functionarissen van het ministerie van Defensie er geen twijfel over bestaan dat ze nooit zoveel moeite zouden doen om een land als Afghanistan van de ondergang te redden. Het zette Knops aan het denken: ‘Zorgwekkend. Economische macht gaat niet meer gepaard met verantwoordelijkheid voor de veiligheid in de wereld.’

Na 11 september 2001 realiseerde de westerse wereld zich dat je het terrorisme moet verslaan door de broedplaatsen aan te pakken. Vrijwel onmiddellijk volgde de aanval op Afghanistan. Maar al snel mocht de militaire missie geen vechtmissie meer heten. ‘Wederopbouwmissie’ was een betere term, want dan konden ook linkse Kamerfracties de militaire inzet billijken.

De militairen wisten bovendien dat ze niet op opstandelingen konden jagen zonder steun van de bevolking. Vandaar dat ze zich uitputten in lokale hulpprojecten: zonder economische ontwikkeling geen veiligheid en zonder veiligheid geen ontwikkeling. De Uruzganmissie viel daardoor extra duur uit.

Ook omdat de scholenbouwers en medici niet zomaar Kamp Holland konden verlaten. Te gevaarlijk. Force protection van de Battle Group was nodig. Zo moest telkens een enorme militaire investering worden gedaan om een klein groepje hulpverleners uit te sturen naar een sjoera met districtshoofden over relatief bescheiden hulpprojecten.

Van de 2 miljard euro aan Uruzgan-uitgaven komt een kleine 400 miljoen uit de pot van ontwikkelingshulp. Nederland heeft een positieve invloed gehad in Uruzgan - er is nu in veel dorpen stroom en drinkwater - maar het rigoureus jagen op Taliban was waarschijnlijk veel goedkoper geweest. Maar dat mocht niet: het werd gezien als een niet-duurzame bestrijding van het terrorisme.

PVV-Kamerlid Hero Brinkman (46) was altijd tegenstander van de missies naar Afghanistan. ‘Ik zie nu dat andere fracties in hun maag zitten met de zogenaamde politiemissie in Kunduz,’ zegt hij, doelend op vooral GroenLinks. Deze partij steunde ‘Kunduz’, nadat VVD-premier Mark Rutte beloofde dat de door de Nederlanders op te leiden Afghaanse politieagenten níet zouden deelnemen aan gevechtsacties.

Het gevolg is nu dat de Nederlandse politietrainers met de armen over elkaar zitten, want er zijn geen agenten die aan de GroenLinks-criteria voldoen. Op deze manier ontaardt de Kunduz-missie in een Haags misbaksel. ‘Voor de PVV is elke euro die aan deze missie wordt besteed er een te veel. Maar voor andere fracties vormen de kosten een mooi argument om Kunduz met opgeheven hoofd te verlaten,’ zegt Brinkman. Om zijn gelijk te halen, hoeft hij niet eens veel te doen. De komende weken vergadert de Kamer over het evaluatierapport. Brinkman zal alleen speldenprikken uitdelen.

Wat kost zo’n missie nou?

De kosten van de politiemissie naar Kunduz (2011-2014) zijn bijna 0,5 miljard euro. Daarmee is ‘Kunduz’ naar verhouding goedkoper dan ‘Uruzgan’. In Kunduz is Nederland in vier jaar tijd bijna 1 miljoen euro kwijt per militair. Voor Uruzgan is dat 1,3 miljoen. In Kunduz hoeven de militairen minder vaak ‘de poort uit’.