VVD blij met steun voor soepeler belastingregeling jonge onderzoekers - Hoofdinhoud

in Politiek, In de kamer

Jonge buitenlandse onderzoekers behouden hun belastingvoordeel in Nederland. Hierdoor blijft Nederland aantrekkelijker voor buitenlandse masters, promovendi, wetenschappers en onderzoekers bij kennisinstellingen die over bijzondere kennis en vaardigheden beschikken. Dat is het resultaat nu de Tweede Kamer het VVD-plan heeft aangenomen om deze groep ook in de toekomst gebruik te laten maken van de zogenaamde 30%-regeling.

De 30%-regeling houdt in dat een belastingplichtige 30% van zijn bruto-inkomen belastingvrij mag ontvangen. Het kabinet wilde deze regeling beperken omdat er te veel onbedoeld gebruik van is gemaakt. Het bekendste voorbeeld hiervan is de grootschalige import van Chinese koks voor Chinese restaurants. De VVD steunt het kabinet in haar aanpak tegen misbruik, maar heeft altijd gezegd dat jonge onderzoekers hier niet de dupe van mogen worden. Met de door het Kabinet voorgestelde nieuwe beperking, dreigden zij echter onder de nieuwe en strengere inkomensgrens van 50.000 euro te vallen.

Op nadrukkelijk verzoek van de VVD zal het kabinet deze groepen nu tegemoet moeten komen. De algemene salarisnorm zal worden verlaagd naar 35.000 euro. Onderzoekers en wetenschappers aan universiteiten en kennisinstellingen worden hiervan vrijgesteld. Voor jonge masters onder de 30 jaar komt een aparte salarisnorm van ruim 26.000 euro. Tweede Kamerlid Matthijs Huizing: “Jonge kenniswerkers zijn vers bloed voor onze economie. Met de 30%-regeling geven we hen een extra argument om voor Nederland te kiezen. Dit is goed voor onze kennisontwikkeling en dus voor onze economie. Nederland staat te springen om mensen met hoogwaardige technologische kennis.”

VVD-onderwijswoordvoerder Anne-Wil Lucas valt Huizing bij: “Universiteiten en kennisinstellingen hebben veel profijt van de 30%-regeling. Het helpt ons om onmisbare kennis naar Nederland te halen en om getalenteerde onderzoekers aan ons land te binden. De VVD heeft er op aangedrongen om de regeling voor deze groep te laten bestaan. Ik ben blij dat de Tweede kamer deze wens ondersteunt en dat het kabinet bereid is om aan deze wens tegemoet te komen. Dit is goed nieuws voor de jonge buitenlandse masters, promovendi, wetenschappers en onderzoekers in Nederland, goed nieuws voor onze kenniseconomie en goed nieuws voor de BV Nederland.”