Botsing EU met Kiev over relatie

Met dank overgenomen van J.C. (Hans) van Baalen i, gepubliceerd op dinsdag 20 december 2011.

Oekraïne en de Europese Unie zijn er nietin geslaagd een samenwerkingsverdrag te sluiten. De vervolging van ex-premier Timosjenko staat een EU-handtekening in de weg.

door onze redacteuren Chris Hensen en Petra de Koning

Een top van de Oekraïne en de Europese Unie is gisteren in Kiev uitgelopen op een mislukking. Oekraïne en de EU slaagden er niet in een zogenoemd ‘associatieverdrag’ te sluiten over politieke en economische samenwerking. Er was wel overeenstemming over de tekst van zo’n verdrag, maar de EU wil nog geen handtekening zetten.

EU-voorzitter Herman Van Rompuy noemde de „politiek gemotiveerde rechtspraak” in Oekraïne en vooral de zaak tegen oppositieleider Joelia Timosjenko, veroordeeld tot zeven jaar cel wegens ‘machtsmisbruik’, als het belangrijkste probleem. Dat had „de sfeer” verziekt.

Dat er nu een tekst is voor het verdrag, is al meer dan de afgelopen dagen mogelijk leek. Oekraïne en de EU konden het maar niet eens worden over de formulering die hun relatie zou beschrijven. Oekraïne wilde dat in de tekst duidelijk was dat het lid kan worden van de EU. De EU zelf wil zo’n verwijzing er per se niet in.

In een eerdere versie had nog gestaan dat Oekraïne „Europees perspectief” had. Vooral landen als Polen, nu EU-voorzitter, de Baltische staten en Roemenië wilden dat. Maar Duitsland, Nederland en Denemarken vonden dat een belofte voor de toekomst.

„Dat leidt alleen maar tot frustratie”, zegt VVD-Europarlementariër Hans van Baalen. Hij volgt Oekraïne namens de liberale fractie in het Europees Parlement. Volgens de liberalen in Brussel heeft Oekraïne een lange weg te gaan: in de ontwikkeling van de rechtstaat, maar ook in de persvrijheid. De zin die Oekraïne uiteindelijk accepteerde, zegt Van Baalen, was: ‘De EU erkent dat Oekraïne grote waarde hecht aan zijn Europese identiteit’. Een lege zin, vindt hij. „Dan kun je beter niks zeggen.”

In het Europarlement, dat uiteindelijk moet stemmen over het verdrag, overheerst volgens Van Baalen het idee dat de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj in de armen van Rusland wordt gedreven als de EU te moeilijk blijft doen. „Maar dat geloof ik niet. Hij heeft er niks aan als hem de wet wordt voorgeschreven door Rusland. De EU heeft de Oekraïense markt nodig voor de handel en Oekraïne heeft ons nodig voor zijn onafhankelijke positie.”

De EU ziet de veroordeling van Timosjenko als een afrekening van Janoekovitsj met zijn grootste rivaal. Maar juist de dochter van Timosjenko kwam vorige week met een oproep aan de EU om juist wél een verdrag te sluiten. Ze zei in een emotioneel interview dat burgers niet het slachtoffer mogen worden van de politiek. „Mijn moeders vervolging is geen reden om de Oekraïners deze historische kans te ontnemen.”

Oekraïne is voor de EU vooral belangrijk door de energie: 80 procent van de Russische gasleveranties aan Europa verlopen via Oekraïense pijpleidingen. Er is angst dat Rusland het land in zijn greep krijgt. Oekraïne koopt zijn eigen gas goeddeels uit Rusland, maar wil een lagere prijs. Rusland wil die alleen geven als Oekraïne zich aansluit bij een douane-unie met Rusland.

Vooral voor Polen is de uitkomst ongelukkig. Polen wilde zijn EU-voorzitterschap gebruiken om zijn buurland dichter bij de EU te halen. Maar Janoekovitsj”, zegt een Brusselse diplomaat, „was niet bereid om ook maar iets toe te geven.”