Hans van Baalen: „Nederland heeft meer lef dan voorheen"

Met dank overgenomen van J.C. (Hans) van Baalen i, gepubliceerd op donderdag 26 januari 2012.

Reactie van Hans van Baalen, voorzitter van de Internationale Liberale, op de verandering van Nederlandse diplomatie. „Nederland heeft meer lef dan voorheen. Als we het ergens niet mee eens zijn, laten we dat merken. Kijk naar de kritiek op Bulgarije en Roemenië die willen toetreden tot het Schengengebied. Dat had Nederland vroeger niet gedaan, nu wel. We tellen ook meer mee dan toen we altijd ja zeiden. Denk hierbij ook aan het Israëlbeleid van de minister. Onze diplomaten zijn kwalitatief erg goed en ik ben zeer tevreden over minister Rosenthal.”

Lees hier het volledige artikel:

Voilà: ils parlent fromage

In Afrika gaan ambassades dicht, terwijl Nederland in China en Panama nieuwe posten opent. Ontwikkelingshulp is uit, economische diplomatie is in. Voor de ambassadeurs is het even wennen, het benadrukken van dat eigenbelang. Maar: „De Fransen doen het al jaren.”

Nederlandse ambassadeurs speeddatend met jonge, innovatieve ondernemers op de High Tech Campus Eindhoven, bedrijvenbezoeken aan Brainport Regio Eindhoven, een werkontbijt met werkgeversvoorman Bernard Wientjes. Mocht er nog onduidelijkheid bestaan over wat het kabinet-Rutte van de Nederlandse ambassadeurs in het buitenland verwacht, dan is dat na deze week wel duidelijk. ‘Van alle markten thuis’ is de titel waaronder de honderdvijftig ambassadeurs en consul-generaals bijeenkomen in het kader van de jaarlijkse ambassadeursconferentie.

Ooit waren er diplomaten die gruwden van het begrip handelsbevordering. „L’ambassadeur ne parle pas fromage”, riep de legendarisch diplomaat Van Kleffens uit. En nu? ‘Onze’ mannen en vrouwen in het buitenland moeten letterlijk de boer op. „Werken aan welvaart en welzijn van de BV Nederland. Economie, politiek en diplomatie gaan hand in hand”, luidt nu het credo.

Een paar weken na zijn aantreden gaf minister Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken, VVD) in een interview een korte typering van het werk van de diplomaten. „Rustiek tijdverdrijf”, was zijn oordeel. Het stof is neergedwarreld en Rosenthal heeft zich ontpopt tot de bedrijfsleider van de BV Nederland. De tijd van de permanente demarches danwel ‘contacten onderhouden’ - de aloude opvatting van diplomatie als smeerolie - is voorbij. Bij elke borrel, bij elk gesprek, bij elk staatsbezoek moeten ambtenaren zich afvragen wat Nederland er aan kan verdienen.

In een toespraak tot diplomaten eind oktober schetste minister Rosenthal de gevolgen voor diplomaten. „Het betekent”, zo hield hij hun voor, „dat u die economische functie steeds tussen de oren heeft en voor ogen houdt. Niet alleen de economische afdeling, de landbouwraad of de Technisch Wetenschappelijk Adviseur. Maar ook de ambassadeur himself, de politiek adviseur of de cultureel attachés. Ik hoef u vast niet uit te leggen dat een optreden van het Concertgebouworkest vaak vele deuren opent.”

Tegelijk kan het wel wat minder met de aanwezigheid van Nederland in het buitenland. Rosenthal kondigde vorig jaar aan tien van de honderdvijftig posten in het buitenland te sluiten, voornamelijk in Afrika en Zuid-Amerika. De ambassades die in Afrika worden gesloten zijn vaak gevestigd in landen waar Nederland ook stopt met ontwikkelingshulp.

Maar Nederland opent ook posten waar nieuwe markten ontstaan. In november is een eerste ambassadeur in Panama gaan werken. Reden is de aanstaande verbreding van het Panamakanaal. En in West-China zal een consulaat-generaal verrijzen omdat Buitenlandse Zaken de markt ziet verschuiven van Oost- naar West-China.

Jan Melissen, hoofd onderzoek van instituut Clingendael in Den Haag ziet een logische trend: „Economische diplomatie is altijd belangrijk geweest, maar nu is er een verhaal bijgekomen. Buitenlandse Zaken zet zijn politieke middelen economisch in en andersom.”

Dat deze verandering in de traditioneel ingestelde diplomatieke dienst voor sommigen nog wat wennen is, heeft Melissen ook gemerkt. In het grote, internationale, politieke spel doen Nederlandse diplomaten minder mee. „Nederlandse diplomaten klagen dat Nederland minder belangrijk is geworden in multilaterale instellingen. Ze zullen meer en beter moeten uitdragen dat het Nederlands belang belangrijker is geworden. Het is on-Nederlands om het eigenbelang zo te benadrukken. Fransen doen het al jaren, daar wordt het eigenbelang duidelijker gearticuleerd.”

Daarnaast, en ook dat is even wennen voor de diplomaten van Buitenlandse Zaken, bewegen zich veel vaker anderen op ‘hun’ terrein. Maxime Verhagen, de vorige minister van Buitenlandse Zaken, is tegenwoordig weliswaar minister van Economische Zaken, maar heeft een deel van de boedel meegenomen naar zijn nieuwe departement. Economische diplomatie is net zo veel van hem als van zijn opvolger Rosenthal. Onderzoeker Melissen: „Er is meer concurrentie voor Buitenlandse Zaken gekomen van andere ministeries en van bedrijven in het leggen van internationale contacten. Iedereen zwermt over de wereld om zo veel mogelijk voordeel te halen uit de wereldhandel. Er is daardoor een enorme verscheidenheid in contacten gekomen. Dat is lastig voor Buitenlandse Zaken.”

Economische diplomatie is nu het codewoord. Een totale omwenteling is het natuurlijk niet. Het Nederlandse buitenlands beleid is altijd gekenmerkt door een soms ingewikkelde combinatie van én koopman én dominee. Het gaat om accenten en maatvoering. En die kunnen weer veranderen.

Typerend was de waarschuwing van het Tweede Kamerlid Henk Jan Ormel (CDA) eind vorig jaar tijdens het jaarlijkse beleidsdebat over Buitenlandse Zaken. Hij vroeg Rosenthal niet alleen te hameren op het economische belang, maar ook te denken aan de „menselijke waarden”. Ormel: „Nederland is meer dan een bakkerij, Nederland is ook een samenleving met waarden als tolerantie, vrijheid en waardigheid.”

Wild gerucht: Halsema gaat naar Washington

Wie wordt de nieuwe man/vrouw in Washington? De carrousel van Buitenlandse Zaken draait op volle toeren, vrijdag zal de ministerraad zich wederom buigen over een aantal namen, maar de benoeming van de ambassadeur in Washington laat al weken op zich wachten. En dat terwijl het een van de meest aansprekende functies is. De huidige ambassadeur, Renée Jones-Bos, wordt secretaris-generaal op het ministerie.

De wildste geruchten doen de ronde. Minister Rosenthal zou voorrang willen geven aan een (liefst jonge) vrouw en daarom zelfs zijn uitgekomen bij voormalig GroenLinks-leider Femke Halsema. Niet waarschijnlijk. Kamerlid Han ten Broeke (VVD) dan misschien? Ook hij wordt genoemd. Geen gekke gedachte: hij heeft dezelfde politieke kleur als de minister. Maar zijn benoeming zou een klap in het gezicht zijn van carrièrediplomaten die zo hun kans op een mooie post zien verdampen. Ten Broeke zeg zelf: „Interessant gerucht, alleen mij volstrekt onbekend. Nog interessanter wie dit gerucht in omloop brengt. Helaas is me dat evenmin bekend.”

Meest waarschijnlijk is dat Rosenthal kiest voor iemand van het departement. Wim Geerts (ambassadeur Canada), Rudolf Bekink (ambassadeur Peking) en Peter van Wulfften Palthe (ambassadeur Madrid) worden daarbij genoemd. Een besluit wordt pas in maart verwacht als de Rijksministerraad (alle ministers van het Koninkrijk Nederland) bijeen komen.

Aldus

„De Nederlandse diplomatie is in verwarring; diplomaten zijn onzeker omdat ze verschillende signalen van de politiek krijgen. De minister heeft maar één prioriteit: de betrekkingen met Israël verbeteren. Het zijn goede mensen, maar ze ontvangen een verwarde boodschap. Economische diplomatie is geen toverwoord voor echte diplomatie.”

Laurens Jan Brinkhorst (D66), oud-staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in het kabinet-Den Uyl

„Nederland heeft meer lef dan voorheen. Als we het ergens niet mee eens zijn, laten we dat merken. Kijk naar de kritiek op Bulgarije en Roemenië die willen toetreden tot het Schengengebied. Dat had Nederland vroeger niet gedaan, nu wel. We tellen ook meer mee dan toen we altijd ja zeiden. Denk hierbij ook aan het Israëlbeleid van de minister. Onze diplomaten zijn kwalitatief erg goed en ik ben zeer tevreden over minister Rosenthal.”

Hans van Baalen (VVD), voorzitter van de Internationale Liberale

„Bij het buitenlandbeleid van dit kabinet is echt sprake van een nieuwe koers: een stevige economische pijler en welbegrepen eigenbelang. Dat heeft onze volle steun. Wij zijn tevreden dat een breed economisch postennet in Europa behouden is gebleven, inclusief enkele consulaten-generaal. De groei zit in de BRIC-landen, Brazilië, Rusland, India en China, en het is goed dat daar in economische diplomatie wordt geïnvesteerd. Maar we moeten Europa niet afschrijven.”

Bernard Wientjes, voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW

„Je wilt niet weten wat het doet voor de bedrijven dat zij toegang hebben tot de top van de regering.”

Premier Mark Rutte (VVD) over het belang van economische diplomatie

„Het is volstrekt onduidelijk wat de prioriteiten van het buitenlandse beleid zijn - met uitzondering van het behartigen van de economische belangen. Maar wat is de visie op mensenrechten, op ontwikkelingssamenwerking, op het Midden-Oosten? Vroeger hadden we daar een visie op. Welke afweging maak je als die thema’s tegenover het economische belang komen te staan? De visie is nu weinig zichtbaar en gaat altijd alleen van Nederland uit, nooit van internationale ontwikkelingen. Het heeft een wat provinciaalse, armetierige uitstraling.”

Pieter Kooijmans, oud-minister van Buitenlandse Zaken voor het CDA in het kabinet-Den Uyl

„Het kabinet heeft de balans in de internationale orde verschoven naar exportbelangen. Dat is begrijpelijk, gezien de economische politiek die dit kabinet voert. Het is belangrijk om niet het evenwicht te verliezen. Zelfs Zwitserland, dat lid is van weinig internationale organisaties en gericht is op geld verdienen, houdt zich bezig met vraagstukken van rechtsorde. Omdat dat in het belang van Zwitserland is. Voor Nederland is dat belang tienmaal zo groot, omdat wij veel meer verbonden zijn met de Europese, Atlantische en ontwikkelingswereld.”

Joris Voorhoeve, oud-minister van Defensie voor de VVD in het eerste kabinet-Kok

„Het zijn bemiddelaars, het zijn makelaars, het zijn mensen die contacten leggen, die zorgen dat wij Nederlanders als we in den vreemde zijn de weg weten te vinden. Ze zijn de verkenners van de infanterie. Ze zorgen dat je weet waar je moet zijn en weet waar je moet wegblijven.”

Ben Knapen (CDA), staatssecretaris Europese Zaken