Hans van Baalen: Het glas is half vol - Hoofdinhoud
Redding Euro zal slagen, maar vraagt juist om grotere betrokkenheid nationale parlementen
IN BALANS - De Euro zal niet klappen. Er staat gewoonweg te veel op het spel. Duitsland is bereid heel ver te gaan om de Euro te redden omdat Duitsland vreest dat Europa implodeert wanneer we afscheid moeten nemen van onze gemeenschappelijke munt. Duitsland is weliswaar zelfverzekerder dan voorheen, maar ontleent haar identiteit in hoge mate aan de geslaagde integratie in Europa na de Tweede-Wereldoorlog.
Hiernaast heeft Duitsland, net als Nederland, veel baat bij het continueren van diens export naar het Zuiden. Duitsland zal uiteindelijk een groot deel van de kosten van het saneringswerk in de Zuidelijke lidstaten op zich nemen. Frankrijk vreest, terecht, dat het politiek gemarginaliseerd zal worden indien het als enige Zuidelijke lid van een Noordelijke Eurozone zou overblijven, dan wel indien het de Eurozone zou moeten verlaten en de Frank weer zou moeten invoeren of een Zuidelijke Euro. Alle scepsis ten spijt, de president van de Europese Centrale Bank Mario Draghi heeft gelijk dat er grote vooruitgang is geboekt op weg naar bindende afspraken over de stabiliteit van de Euro en het begrotingsbeleid van de lidstaten. De Franse president Nicolas Sarkozy is de Rubicon overgestoken door onlangs in een belangrijke politieke rede te verklaren dat Frankrijk inmenging van de EU in haar begrotingsproces aanvaardt. De door de VVD en het kabinet voorgestelde Begrotingscommissaris voor de Eurozone is er al: de liberale Eurocommissaris Olli Rehn. Het Europese Stabiliteitsmechanisme (ESM), het Europese IMF, komt er eerder en met een financiële buffer van meer dan Euro 750 miljard. Binnen 5 jaar wordt het aparte begrotingsverdrag in het Verdrag van Lissabon opgenomen. Met of zonder Griekenland zal de Eurozone standhouden. Indien dit gepaard gaat met de opgang van de wereldeconomie, dan zal de meeste pijn geleden zijn.
Niet willen
Tot nu toe het goede nieuws. De macht van de Europese Commissie zal toenemen door de nieuwe bevoegdheden op begrotingsgebied. De VVD is daarvoor. De kans dat de Commissie ook op andere gebieden macht naar zich toe zal willen trekken, is echter levensgroot en bovendien contra-productief. Het zelfde geldt voor het Europees Parlement dat de Commissie controleert. In een resolutie naar aanleiding van de informele Europese Raad van 30 januari dit jaar stelde een grote meerderheid van het EP dat er een financiële transactiebelasting, projectbonds en Eurobonds moesten komen. Tevens wil men onder meer de vennootschapsbelasting harmoniseren. Allemaal zaken die de democratisch gekozen regeringen en parlementen van de lidstaten in grote meerderheid juist niet willen.
Op het gebied van een strenger immigratie- en asielbeleid is op dit moment nauwelijks steun in het EP te vinden. De kloof tussen Brussel en de lidstaten zal daarom toenemen. Overstretch dreigt. Zullen de lidstaten van de Eurozone, zoals Nederland, dan aanvaarden dat de opvolger van Eurocommissaris Rehn ons de wet voorschrijft op het gebied van de hypotheekrente-aftrek? Wordt die Eurocommissaris gezien als "one of us", die zich terecht in deze discussie mengt of als een vertegenwoordiger van een vreemde mogendheid? Zal de Franse socialist Francois Hollande, mocht hij de eerste helft van dit jaar tot president van Frankrijk gekozen worden, bereid zijn, zoals Sarkozy nu betoogd, inmenging in zijn begrotingsbeleid te aanvaarden? Hollande heeft al aangegeven dat Frankrijk diens verzorgingsstaat tegen Brussel zal verdedigen. Kortom, de Proof of the Pudding is in the Eating!
Terughoudenheid
De redding van de Euro zal gepaard moeten gaan met een grote terughoudendheid om op andere beleidsterreinen dan de Munt te harmoniseren en te integreren. Alleen waar Europa een duidelijke meerwaarde heeft, is nieuwe Europese regelgeving gewenst en dan niet in detail, maar via brede kaderwetgeving. Dat betekent dat Europa vooral het Europa van de vrijheden moet zijn. Dat vergt minder subsidies en meer markt, bijvoorbeeld via een moderne dienstenmarkt. Europa moet niet streven naar meer regels, maar naar meer groei. De nationale parlementen moeten een veel stevigere rol bij het opstellen van de Europese wetgeving en de Europese begroting krijgen en niet alleen aan het begin, maar ook aan het einde van het communautaire wetgevingsproces. De oud-Franse president Valéry Giscard d'Estaing heeft, als voorzitter van de Europese Conventie, ooit voorgesteld dat afgevaardigden van het Europees Parlement en van de nationale parlementen in een jaarlijks te houden Europees congres de begroting van de Unie zouden vaststellen. Dat idee was zo gek nog niet en is vooral nu actueel. De grotere bevoegdheden in Brussel moeten juist leiden tot grotere betrokkenheid van de lidstaten. Unie en lidstaten moeten in balans zijn. Pas dan kunnen we voorkomen dat de kiezer zich afwendt van Europa.