Democratie in de mist

Met dank overgenomen van J.S. (Jacques) Monasch i, gepubliceerd op dinsdag 20 december 2011.

We hebben onze democratie slecht onderhouden. Steeds minder weten burgers, organisaties en zelfs politici nog waar hun belangen worden vertegenwoordigd. Bestuurders reizen elkaar achterna in overlegcircussen. Coördinatie en controle wordt belangrijker dan resultaat.

Waar ligt de macht? Wie is aanspreekbaar? Het is mistig in onze democratie.

alttekst ontbreekt in origineel bericht
Bron: Blog Jacques Monasch
Het zou eigenlijk heel simpel moeten zijn. De macht en de organisatie van uiteenlopende onderwerpen ligt bij de markt of bij de overheid. Ik betaal de prijs op de markt en reken af met de verkoper of ik betaal belasting onder het devies ‘no taxation without representation’. Maar al die vormen die tussen markt en overheid doorlopen? Het leidt elke keer weer tot problemen. De dienstregeling van de NS, het beheer van het spoor, de selectie van ziekenhuizen door verzekeraars, de grootschaligheid van het onderwijs.

De lijst is lang, te lang. Gemeenschappelijk kenmerk: allemaal (mede-)gefinancierd uit belastinggeld en premies. Maar wie gaat er eigenlijk over? Iedereen een beetje over alles en dus is niemand verantwoordelijk. Het gevolg? Verwording van verantwoordelijkheid, wildgroei binnen organisaties, uitgaven die telkens uit de handlopen, kerntaken die naar de achtergrond verdwijnen.

Woningcorporaties spelen projectontwikkelaar terwijl de wachtlijsten voor een betaalbare woning niet afnemen; HBO instellingen spelen universiteitje in het buitenland terwijl PABO studenten onvoldoende kunnen rekenen of schrijven.

Het wordt nog erger als we Europa in dit verhaal betrekken. De regeringsleiders van Griekenland en Italië zijn afgezet door leiders van andere landen. De lokale bevolking is buitenspel gezet. Zakenkabinetten moeten de falende democratie redden. De Belgische democratie wordt pas wakker als de financiële markten de staat afwaarderen. Het mislukte ontwerp van de Euro lijkt voor een blinde elite een vrijbrief om ongeclausuleerde macht aan een Brusselse bureaucratie te geven. Een pas op de plaats, een debat over een nieuwe afbakening over toekomstige Europese samenwerking vorm moet krijgen, wat voor lessen hebben we geleerd, wordt angstig vermeden.

Te vaak proberen politici het democratisch tekort te verhullen. In het parlement neemt het aantal moties hand over hand toe. Spoeddebatten worden even snel aangevraagd als dat ze verjaren vanwege de lange wachttijd voordat het aangevraagde debat op de Kameragenda staat. Elke partij vecht om zijn eigen nichemarkt. De dieren hebben een niche en de vijftigplussers krijgen er een. De telefoon rinkelt. Een journalist vraagt: ‘Heb je nog wat?’ Een paar dagen later vliegen de plannetjes van partijen door de ether of door de kolommen in de krant. Parlementariërs als prijsvechters in een marketingdemocratie. De niches van emotie en doelgroep worden bediend en bewerkt. De concurrentie is moordend. Maar gevreesd moet worden dat deze vorm van politiek bedrijven eerder de onmacht en vluchtigheid versterkt , in plaats van een gevoel van hernieuwd vertrouwen in de democratie bewerkstelligd.

Leggen we ons neer bij onze democratische onmacht, is het nieuwe politiek of is het een tijdelijk fenomeen? Komt het door de vele partijen, de honger van de media of de onduidelijke verdeling van taken en macht?

Dwars door de mogelijke oorzaken heen is een tegenreactie op de verwording van het democratisch ideaal urgent. Democratie kan niet langdurig zonder duidelijke taakafbakening en verantwoordelijkheidsverdeling. Democratie heeft herkenbare, aanspreekbare en afrekenbare instituten en vertegenwoordigers nodig. Hoogste tijd dat de mist in onze democratie optrekt.