'Ik wil het zo goed mogelijk afsluiten' - Hoofdinhoud
Trouw, 20 april door Cees van der Laan en Ingrid Weel
© Bart van der Moeren. Ad Koppejan in Zoutelande: 'Een christendemocraat weegt alle belangen af.'
Het Zeeuwse Kamerlid Ad Koppejan heeft ruim vijf jaar gestreden om de Hedwigepolder te behouden, maar hij heeft zijn doel niet helemaal bereikt. De CDA'er legt zich nu neer bij de beslissing van staatssecretaris Bleker om de polder deels aan de zee terug te geven. 'Ik kan niet zeggen dat ik niet gewaarschuwd ben.'
Interview Cees van der Laan en Ingrid Weel
Het doet pijn, zegt CDA-Kamerlid Ad Koppejan. Toch kan hij wel leven met de oplossing van de staatssecretaris van landbouw de Hedwige voor een deel te ontpolderen. "De discussie werkt verlammend in Zeeland én verstoort de verhoudingen met Vlaanderen en met Europa. Ook de relatie tussen boeren en natuurorganisaties lijdt eronder. Kortom: hoe langer dit debat duurt, hoe schadelijker het wordt.
"Ik voel me als politicus nu verantwoordelijk om het op zo'n goed mogelijke manier af te sluiten. Daarin onderscheid ik me van de populist, die altijd alleen maar zegt wat de mensen willen horen. De PVV wekt nu de indruk dat met een referendum niet ontpolderen nog een optie is. Dan maak je mensen blij met een dode mus. Dat doe ik niet. Een christendemocraat maakt een afweging van alle belangen. Natuurlijk, ik ben een Zeeuw en ik kom op voor de Zeeuwen, maar ik ben ook Kamerlid voor alle Nederlanders.
"Ik heb trouwens de opgave om 600 hectare estuariene natuur (riviermonding op het grensvlak van zoet en zout water, red.) te creëren altijd onderschreven, alleen niet door ontpoldering. Er is het laatste decennium veel te veel aandacht geweest voor 'ultieme natuur', maar dat is iets heel anders dan hoe mensen natuur willen beleven. Er is zoveel natuur ontstaan die ver weg van mensen staat. Dat neem ik beleidsmakers kwalijk.
"Nu verschuilen veel politici zich achter Europa. Maar Brussel legt ons de ontpoldering niet op, maar vraagt naar onze doelstellingen en rekent ons daarop af. Nederlandse ambtenaren zijn echter met veel te ambitieuze plannen gekomen. En de bestuurders hebben dat laten gebeuren. Deze discussie over de Hedwige is een correctie daarop."
Toen Koppejan in 2006 als kandidaat-Kamerlid bekendmaakte te willen strijden voor een droge Hedwigepolder, vertelden CDA-gedeputeerden hem al dat dat moeilijk was. "Mijn voorganger Siem Buijs zei ook direct dat het een lastig dossier was. Ik kan niet zeggen dat ik niet gewaarschuwd ben."
"Het verdrag was al getekend toen ik in de Kamer kwam zonder met de burgers in Zeeland te praten. Dat is toch raar? Het eerste moeilijke moment voor mij was toen de verdragen in de Tweede Kamer moesten worden geratificeerd. Een jurist adviseerde me toen het wel te ratificeren maar met een zogenoemde interpretatieve verklaring erin. Die verklaring gaf ons tijd en ruimte om te kijken naar een alternatief voor ontpoldering. Ik vond dat een nette oplossing. We beschermen de belangen van Vlaanderen en ik kan kijken naar een alternatief. Het is ook quatsch dat mensen nu zeggen dat we onze afspraken niet nakomen. Dit was onderdeel van de afspraak.
"Nu moet ik wel zeggen dat ik toen redelijk naïef was. Het was eind 2007. Ik zat op de kamer van toenmalig minister Gerda Verburg en kreeg het conceptverdrag voor de Kamer te zien. Dat zag er goed uit. Maar een dag later werd een brief aan de Kamer gestuurd, waarin zij gewoon keihard schreef: 'Ik hou een voorkeur voor ontpoldering langs de ‘Westerschelde'. Daardoor stond ik in één keer met lege handen.
"Ik ben nog nooit zo boos geweest. Ik ging direct naar onze fractievoorzitter. Ik zei: dit accepteer ik niet, ik ben bedrogen. Ik ga een motie indienen dat er een commissie moet komen die een alternatief gaat onderzoeken. Dat werd een hele controverse tussen Verburg en mij. Ik was woest want hieruit bleek dat ambtenaren gewoon de dienst uitmaken, in plaats van onafhankelijke door het volk gekozen Kamerleden.
"Ik werd steeds vasthoudender, want wie heeft het hier in het land nou voor het zeggen? Is dat de Tweede Kamer die de polder wil behouden of zijn dat ambtenaren, gestuurd door de natuurlobby? Er kwamen allerlei ambtelijke malversaties uit Den Haag en Brussel. Ik riep op tot een commissie. Maar ik was dus in die tijd wel wat naïef, want ik dacht dat als de Kamer vraagt om een onafhankelijke commissie die ook onafhankelijk zou zijn.
"Nou, de commissie-Nijpels was weinig onafhankelijk. Die hele commissie werd samengesteld vanuit het ministerie met mensen die een bepaalde lijn hadden. Nijpels kwam eens een keertje lachend langs bij mij op de kamer en zei: 'En Koppejan, hoeveel heb je ervoor over? Het gaat je behoorlijk geld kosten hoor, als je die polder droog wilt houden'.
"Het advies dat er uit kwam, was uiteraard één groot pleidooi voor het ontpolderen. Er kwam zelfs uit dat het alternatief veel duurder zou zijn. Dat kwam doordat de commissie aan Vlaanderen vroeg of ze eventueel wilden meebetalen aan een alternatief. Die zei natuurlijk nee.
"Ik voelde me behoorlijk gepakt. Maar ik gaf de strijd niet zomaar op. Mijn contacten in Brussel zeiden ook 'laat je niet gek maken, je hoeft echt geen goedkeuring van de Europese Commissie te krijgen'. Ik besloot een hoorzitting te organiseren. Wat volgde was het beroemde dubbelbesluit in 2009 van het kabinet." De minister zei voor een alternatieve oplossing te zijn, mits dat van de Europese Commissie mag. Koppejan: "Het kabinet had ook wel door dat er massaal verzet was, in de Kamer en bij de Zeeuwen. Ik had ook premier Balkenende aan mijn kant, die doorhad hoe het leefde in Zeeland. Dat heeft geholpen. Ik was hartstikke blij. Ik dacht dat het binnen was.
"Toen ik in de zomer van 2009 op het punt stond om op vakantie te gaan, hoorde ik dat de Vogelbescherming een bezwaar had ingediend bij de Raad van State tegen het verdiepen van de Westerschelde. Iedereen dacht dat dat samenhing met het al dan niet ontpolderen van de Hedwige, maar dat was niet zo. Dit was een meesterzet van de natuurbeweging.
"Toen kwamen de verhoudingen met Vlaanderen op scherp te staan. Onze buren hebben natuurlijk maar één belang, en dat is zo snel mogelijk de Westerschelde bevaarbaar maken voor de grootste schepen. Het toenmalig kabinet koos eieren voor zijn geld en concludeerde, met een zwak rapportje in handen, om toch de Hedwige te ontpolderen.
"Het besluit leverde natuurlijk wel weer een Kamerdebat op, het beruchte debat waarbij Verburg onwel werd. De minister had het toen ook niet makkelijk. Ik was erachter gekomen dat haar ambtenaren niets hadden gedaan sinds ze dat dubbelbesluit hadden genomen. Ik ben er niet trots op, maar ik stemde als enige van de CDA-fractie voor de SGP-motie die verzocht de Hedwige niet te ontpolderen. Niet veel later viel het kabinet en stond de hele kwestie stil.
"Tijdens de kabinetsformatie in 2010 kwam een onderhandelaar bij mij langs: 'Wat wil je in het regeer- en gedoogakkoord hebben met betrekking tot de Hedwige?', vroeg hij. Ik ben achter mijn computer gaan zitten, heb de zin getikt, geprint en aan hem gegeven. Die tekst stond even later letterlijk in het regeerakkoord. ('In overleg met Vlaanderen wordt een alternatief ontwikkeld voor de ontpoldering van de Hedwigepolder. Daarbij wordt ook gedacht aan de plannen die eerder door de Zeeuwse waterschappen zijn ontwikkeld'- red.) Ik heb gelijk wel aangegeven dat ik tegen de samenwerking met de PVV zou stemmen. Dus van koehandel was geen sprake."
Het Kamerlid heeft geen millimeter spijt van zijn jarenlange strijd voor het behoud van de hele Hedwige. "De inzet van een Kamerlid moet altijd 100 procent zijn. Ik ben er niet te hard ingegaan. Ik zie veel politici zich vooraf afvragen waar ze kunnen eindigen. Ze gaan uit van het compromis en dekken zich in. Als hun voorstel wordt aangenomen, kunnen ze dan zeggen: 'kijk ik heb het gehaald'. Zo ben ik niet."