OPINIE: Minder door roze bril kijken naar topsectoren - Hoofdinhoud
Dinsdag verscheen er in het FD een kritisch artikel over het topsectorenbeleid. Een aantal economen bleek niet te geloven in dit beleid. Ik was er blij mee, niet omdat ik het topsectorenbeleid slecht vind, maar omdat de roze bril waarmee ernaar wordt gekeken moet worden afgezet.
Minder te spreken ben ik daarom over de reactie van MKB-Nederland en VNO-NCW dat het topsectorenbeleid wél goed is voor innovatie. Daar hebben we niets aan. Als Nederland qua innovatie de koplopers in de wereld wil blijven bijbenen moeten we niet discussiëren over wel of geen topsectorenbeleid, maar over een beter topsectorenbeleid.
Het voorstel van economen om het topsectorenbeleid de prullenbak in te gooien helpt ook niet.
Het bedrijfsleven zit helemaal niet te wachten op nieuwe plannen en beleid. Het beleid begint juist zijn vruchten af te werpen. voor het eerst in de geschiedenis zijn er gezamenlijke onderzoeksprogramma’s opgesteld door wetenschap en bedrijfsleven. Dit heeft onder andere € 83 mln aan private investeringen in onderzoek tot resultaat gehad. En bij de wetenschap is het besef doorgedrongen dat het niet alleen gaat om publiceren, maar ook om innoveren.
Dat neemt echter niet weg dat er binnen het topsectorenbeleid nog kinderziektes zijn. Er zijn drie belangrijke spelers die momenteel niet tot hun recht komen of zelfs over het hoofd worden gezien binnen het topsectorenbeleid: het mkb, de universitaire startende bedrijfjes en de private kennisinstellingen.
Het mkb heeft moeite om aan te haken bij de publiek-private samenwerkingsverbanden.
Het kost veel tijd voordat je een rol en positie hebt verworven binnen de topsector, en er wordt van de private partijen een geldelijke bijdrage gevraagd. Bijdragen aan onderzoek door menskracht of onderzoeksfaciliteiten in te brengen vallen niet binnen de spelregels van het topsectorenbeleid.
Hetzelfde geldt voor de universitaire startende bedrijfjes. Zij worden als private partij gezien, terwijl ‘de ondernemer’ vaak een net gepromoveerde wetenschapper is die met een licentie van het universitaire octrooi in de hand niet echt in de positie zit om een zak geld op tafel te leggen. voor de private kennisinstellingen is het probleem dat TNO en DLO hun onderzoek met een fikse korting aanbieden als het binnen de topsectoren valt. Dat is oneerlijke concurrentie.
Dit zijn nu precies de dingen waar óók MKB-Nederland en VNO-NCW wakker van zouden moeten liggen. Laten we samen het topsectorenbeleid beter maken.
Anne-Wil Lucas is Tweede Kamerlid voor de VVD en woordvoerder economie
Dit artikel is 18 januari 2013 gepubliceerd in het Financieel Dagblad