Caveats beperken inzet joint strijdkrachten...

Met dank overgenomen van R. (Ronald) Vuijk i, gepubliceerd op vrijdag 8 februari 2013, 13:54.

Woensdag 6 februari 2013, dag 91 in de Kamer. In de ochtend discussieerde de Vaste Commissie Defensie met de minister van Defensie over het Europese defensiebeleid. De minister vertelde over haar toespraak in Munchen. "De minister pleit voor drastische stappen voorwaarts in de internationale militaire samenwerking in Europa. "We moeten af van de 'splendid national isolation' waarmee landen in Europa omgaan met hun legers. Daarvoor moeten we op politiek niveau baanbrekende beslissingen durven nemen in Europa." De minister zei dit in een toespraak voor de Munich Security Conference, de militaire variant van het Wereld Forum in Davos, waar leiders uit de gehele wereld bijeen komen om te spreken over veiligheidsvraagstukken. Volgens de Nederlandse minister van Defensie is meer samenwerking tussen Europese legers de enige manier om te voorkomen dat Europa te maken krijgt met grote gaten in de militaire slagkracht. "We hebben niet meer hoofdkwartieren of ambtenaren nodig, maar de politieke moed om als landen meer samen te durven doen." De minister ziet een belangrijke rol voor politiek en parlementen in de Europese landen. "Politieke huiver leidt tot vele nationale regeltjes en uitzonderingen die onze militaire missies ondermijnen. We moeten niet bang zijn hier kritisch naar onszelf te kijken. Onze parlementen moeten hierbij nauw betrokken worden."

Door het CDA en D66 werd in het bijzonder aandacht gevraagd voor het probleem van de caveats. Het zijn landspecifieke regels die afwijken van de Rules of Engagement.(ROE) en die doorwerken in de geweldsinstructie. Caveat zijn meestal nationaal politiek van aard, landen maken gebruik van het recht om voorbehouden te hanteren o beperkingen te stellen aan de inzet van het door hen geleverde materieel of personeel. Bijvoorbeeld 'niet deelnemen aan offensieve acties' of 'altijd eerst de eigen regering om toestemming vragen'. Caveats beperken en compliceren de inzet van internationaal gecombineerde strijdkrachten.

In de middag vond het Algemeen Overleg Vastgoed plaats waar de knopen over de Marinierskazerne en de KMS worden doorgehakt. Mijn bijdrage: Voorzitter, In mijn eerste termijn ga ik in op de ambitie van de VVD, de Marinierskazerne en de KMS. Ik rond af met een vraag om toelichting en een vraag om een toezegging. De VVD wil een expeditionaire krijgsmacht die snel en flexibel inzetbaar is, overal ter wereld, in het hoogste geweldspectrum. Op land, op zee en in de lucht. High on tech, low on boots. Vanuit deze ambitie beoordeelt de VVD de plannen van de minister als het gaat om de reorganisatie en de financiële taakstelling. Deze minister heeft een zware opdracht om een reorganisatie door te voeren en een financiële taakstelling te realiseren. De herbelegging Vastgoed moet 61 miljoen structureel opleveren.

De minister zet de verhuizing van de KMS van Weert naar Ermelo door. De minister wil met de verplaatsing van de KMS en een munitiecomplex een besparing van 5 miljoen realiseren. Dit dossier heeft inmiddels een lange weg afgelegd waarbij door lokale regionale bestuurders vanuit een grote betrokkenheid grote inspanningen gepleegd zijn om de KMS voor Weert te behouden. De minister wijst de business case af omdat zij zich niet herkent in de gevraagde reductie van ROC's waar de opleiding Veiligheid en Vakmanschap wordt gegeven, zich niet herkent in de gezamenlijke onderofficiersopleiding voor alle krijgsmachtdelen en zich niet herkent in het open-kazerne-concept. Weert garandeert welliswaar dat de minister haar gewenste besparing in Weert realiseert, maar vraagt daarvoor met de vermaatschappelijking van de kazerne iets waar Defensie echt niet aan wil. Daarnaast is Weert een cruciale schakel in een keten van reorganisaties en verplaatsingen. Daardoor realiseert de minister met de verplaatsing van Weert niet alleen direct 5 miljoen, maar draagt de verplaatsing ook bij aan het realiseren van een keten van besparingen. De VVD steunt daarom de minister in deze beslissing.

Doorn en de mariniers hebben een decennia lange band opgebouwd. De mariniers maken deel uit van de hechte gemeenschap in Doorn. Het is begrijpelijk dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug knokt en door knokt om de mariniers te behouden. Alle belangen die een rol spelen verdienen het om te worden verdedigd. Ik ben er samen met enkele collega's wezen kijken. Er moet in Doorn nu wat gaan gebeuren. De manschappen zijn te slecht en te klein gehuisvest, het dure materieel kan niet onder dak gestald worden... Het is of volledig renoveren of nieuwbouw elders. We hebben gesproken met betrokken mensen, bestuurders en militairen. We hebben de business case gezien, we lezen de overweging van de minister, en we voelen de emoties mee van de ingrijpende beslissing die hier op tafel ligt. De minister zet de verhuizing van de Marinierskazerne naar Vlissingen door. Zij doet dit omdat het terrein in Doorn te klein is en onvoldoende toekomst mogelijkheden biedt. Ook ziet zij risico's van vertraging door mogelijke bezwaarschriften van omwonenden. Ook stelt de minister dat de exploitatie in Vlissingen op termijn goedkoper is, en dat is eigenlijk het beslissende criterium. Allereerst de vraag of de beslissing van de minister geloofwaardig is. De krijgsmacht heeft boven alles ruimte nodig. Ruimte voor huisvesting van mensen en materieel, ruimte voor om te bewegen, om te oefenen met zwaar materieel, om herrie te maken. Het staat boven iedere twijfel dat dat in Vlissingen beter kan dan in Doorn. Doorn ligt tussen bebouwing en natuurgebied ingeklemd. Rondom Vlissingen is het leeg. De stelling dat Vlissingen meer mogelijkheden voor de toekomst biedt is daarmee ook begrijpelijk. De Rekenkamer plaatst vraagtekens bij de onderbouwing van de verplaatsing van de Marinierskazerne. Ook degenen die de kazerne in Doorn willen houden plaatsen vraagtekens. Vraagtekens die de minister serieus moet nemen en moet gebruiken om de kwaliteit van de besluitvorming en de onderliggende overwegingen werkende weg te verbeteren. Maar hoe dan ook, de reorganisatie en de financiële taakstelling stellen vandaag heldere kaders. De minister moet door.

Voorzitter, ik draai er niet om heen. Steun voor de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen. Steun voor de verhuizing van de KMS naar Ermelo. De motie Bosman-Knops is wat de VVD betreft uitgevoerd. Kan de minister toezeggen de kamer tenminste jaarlijks te rapporteren over deze twee verhuizingen, in het bijzonder over de risico’s die de Rekenkamer signaleert? Kan de minister toelichten in hoeverre er een risico is dat de Toekomstvisie deze verhuizingen overbodig maakt?

Tegen de minister zeg ik: "Voorwaarts en aan de slag".

Toelichting

Wij hebben lang uitgezien naar dit algemeen overleg vastgoed. Als het aan de VVD ligt worden er vandaag zaken gedaan. In mijn eerste termijn zal ik iets zeggen over ambitie van de VVD met de krijgsmacht. Vervolgens ga ik in op de twee langlopende dossiers over de KMS en de Marinierskazerne. Daarna rond ik af met enkele opmerkingen over het grotere geheel waarin de herbelegging van defensievastgoed zicht voltrekt.

De VVD wil een expeditionaire krijgsmacht die snel en flexibel inzetbaar is overal ter wereld, in het hoogste geweldsspectrum. Op het land, op zee en in de lucht. Het huidige vastgoed is het restant van de Koude Oorlog met een Nederlands leger van zo'n honderdduizend mannen en vrouwen paraat en tweehonderdvijftig duizend mobilisabel. De verandering die in 1990 is ingezet wordt hiermee als het ware afgerond. We gaan naar een nieuwe krijgsmacht met andere huisvesting.

Het Rekenkamerrapport bevat ongezouten kritiek op de herbelegging van vastgoed door Defensie. Kort samengevat zegt de Rekenkamer dat Defensie zich rijk rekent. De VVD vindt dat de minister met het rapport in de hand de vastgoedplannen moet verbeteren. Dat zal niet makkelijk zijn. De Rekenkamer gaf zelf desgevraagd aan die mogelijkheid niet te zien. De VVD kan met die laatste inschatting van de Rekenkamer niets. De wereld draait door en de minister moet hoe dan ook vooruit met de reorganisatie en met het realiseren van de taakstelling. De VVD rekent dan ook op de 'can do' mentaliteit van deze minister om samen met haar mensen, lerend van de bevindingen van de Rekenkamer, voortvarend voortdurend de plannen aan te scherpen, lerend om dat wat door sommigen voor onmogelijk wordt gehouden, toch waar te maken. Dat daarbij soms fouten worden gemaakt is niet te vermijden, maar dat het vaker goed gaat ook niet.

De minister zet de verhuizing van de KMS van Weert naar Ermelo door. De minister wil met de verplaatsing van de KMS en een munitiecomplex een besparing van 5 miljoen realiseren.

Dit dossier heeft inmiddels een lange weg afgelegd waarbij door lokale regionale bestuurders vanuit een grote betrokkenheid grote inspanningen gepleegd zijn om de KMS voor Weert te behouden. In de fractie is groot respect voor die inspanningen. Inspanningen van bestuurders en volksvertegenwoordigers die wij als collega's, soms als partijgenoten en soms als vrienden kennen en herkennen. Betrokken mensen die zich hebben ingespannen in de volle overtuiging dat de KMS voor Weert behouden kon blijven.

De minister wijst de business case af omdat zij zich niet herkent in de gevraagde reductie van ROC's waar de opleiding Veiligheid en Vakmanschap wordt gegeven, zich niet herkent in de gezamenlijke onderofficiersopleiding voor alle krijgsmachtdelen en zich niet herkent in het open-kazerne-concept. Weert garandeert welliswaar dat de minister haar gewenste besparing in Weert realiseert, maar vraagt daarvoor met de vermaatschappelijking van de kazerne iets waar Defensie echt niet aan wil.

Daarnaast is Weert een cruciale schakel in een keten van reorganisaties en verplaatsingen. Daardoor realiseert de minister met de verplaatsing van Weert niet alleen direct 5 miljoen, maar draagt de verplaatsing bij aan het realiseren van een keten van besparingen. En die besparing garandeert Weert niet.

De minister stelt in de komende maanden een toekomstvisie voor de krijgsmacht op. De vraag die dan opkomt is of het voor te stellen is dat die toekomstvisie nog tot een andere beslissing voor de KMS kan leiden. Ik ga er van uit dat dat niet zo is, maar wellicht kan de minister daar iets over zeggen?

Doorn en de mariniers hebben een decennia lange band opgebouwd. De mariniers maken deel uit van de hechte gemeenschap in Doorn. Het is begrijpelijk dat de gemeente Utrechtse Heuvelrug knokt en door knokt om de mariniers te behouden. Alle belangen die een rol spelen verdienen het om te worden verdedigd.

Ik ben er samen met enkele collega's wezen kijken. Er moet in Doorn nu wat gaan gebeuren. De manschappen zijn te slecht en te klein gehuisvest, het dure materieel kan niet onder dak gestald worden... Het is of volledig renoveren of nieuwbouw elders. We hebben gesproken met betrokken mensen, bestuurders en militairen. We hebben de business case gezien, we lezen de overweging van de minister, en we voelen de emoties mee van de ingrijpende beslissing die hier op tafel ligt.

De minister zet de verhuizing van de Marinierskazerne naar Vlissingen door. Zij doet dit omdat het terrein in Doorn te klein is en onvoldoende toekomst mogelijkheden biedt. Ook ziet zij risico's van vertraging door mogelijke bezwaarschriften van omwonenden. Ook stelt de minister dat de exploitatie in Vlissingen op termijn goedkoper is.

Net als de verhuizing van de KMS heeft dit dossier een lange weg afgelegd van onderzoek, aanvullend onderzoek, business cases, onderzoeken door de Rekenkamer. Er hangt een vervelende mist van onduidelijkheid over de cijfers en de feiten, over de afwegingen die gemaakt zijn. Die onduidelijkheid zorgt voor een zekere emotie over dit besluit van de minister. Emotie waar deze minister niets aan kan doen omdat het tenslotte de kamer zelf is geweest die heeft aangedrongen op studies en aanvullende studies waardoor iedere keer nieuwe cijfers en inzichten op tafel kwamen die nu een zelfstandige bron van onduidelijkheid lijken te worden.

Ook de VVD heeft deze lange weg afgelegd, met de motie Bosman-Knops waarmee de minister werd gevraagd de toekomstige exploitatie nog eens goed te onderzoeken, wel door te gaan met de plan ontwikkeling maar nog geen onomkeerbare besluiten te nemen. Deze motie speelt daarmee vandaag een hoofdrol. Heeft de minister deze motie uitgevoerd?

Allereerst de vraag of de beslissing van de minister geloofwaardig is. De krijgsmacht heeft boven alles ruimte nodig. Ruimte voor huisvesting van mensen en materieel, ruimte voor om te bewegen, om te oefenen met zwaar materieel, om herrie te maken. Het staat boven iedere twijfel dat dat in Vlissingen beter kan dan in Doorn. Doorn ligt tussen bebouwing en natuurgebied ingeklemd. Rondom Vlissingen is het leeg. De stelling dat Vlissingen ook mogelijkheden voor de toekomst biedt is daarmee ook begrijpelijk. Degene die wel eens in Doorn en Vlissingen geweest zijn herkent dit beeld.

Het zou in de overtuigingskracht van de beslissing helpen als de minister kan toezeggen dat het nauwelijks denkbaar is dat de nieuwe Toekomstvisie tot gevolg kan hebben dat de Mariniers niet naar Vlissingen gaan. Ik zwak dit overigens onmiddellijk weer af door mee te geven dat wij niet iedere keer op toekomstvisies kunnen wachten, dan komt alles immers pas echt tot stilstand.

De minister concludeert dat de exploitatie in Vlissingen op termijn goedkoper is. De VVD vertrouwt er op dat deze berekening zorgvuldig tot stand is gekomen en vertrouwt er op dat de minister de verhuizing binnen de gestelde kaders kan realiseren.

De Rekenkamer plaatst opnieuw vraagtekens bij de onderbouwing van de verplaatsing van de Marinierskazerne. Ook degenen die de kazerne in Doorn willen houden plaatsen vraagtekens. Vraagtekens die de minister serieus moet nemen en moet gebruiken om de kwaliteit van de besluitvorming en de onderliggende overwegen te verbeteren.

De minister moet nu echter door.

De VVD beziet dit dossier in het grote geheel van de reorganisatie, de financiële taakstelling, de nieuwe krijgsmacht waar naar toe wij op weg zijn. En op die weg moet deze minister door een paar zure appels heen bijten. De verhuizing van de KMS is zo'n zure appel.

De minister moet nu door. Zij moet door om de reorganisatie door te kunnen zetten, door om de keten van verplaatsingen hier mee verbonden is door te kunnen zetten, door om de financiële taakstelling te realiseren. De VVD steunt daarom de minister in haar beslissing om de KMS naar Ermelo te verplaatsen. De VVD steunt daarom de minister in haar beslissing om de Marinierskazerne naar Vlissingen te verhuizen.

De reorganisatie moet door, mensen hebben recht op duidelijkheid; ook al is die duidelijkheid niet plezierig. Met deze beslissing kunnen mariniers, de mensen in Doorn en de mensen in Vlissingen weer toekomstplannen maken. De minister moet nu door om een financiële taakstelling te realiseren. De kamer kan niet eeuwig om de hete brij heen draaien.

In dit geval zal de minister de bevindingen van de Rekenkamer moeten gebruiken om de valkuilen in de uitvoering te ontlopen omdat velen die uitvoering de komende jaren kritisch zullen volgen. Duidelijk is dat er risico's bestaan in de uitvoering waardoor besparingen mogelijk niet gerealiseerd worden. De VVD vraagt de minister een toezegging om de kamer tenminste jaarlijks specifiek en gericht op deze risico's over de voortgang van deze verhuizing te rapporteren.

Maar wat voor de VVD voorop staat is dat de regering regeert en de kamer controleert. Vooraf geven wij de minister de kaders mee, achteraf controleren wij of er binnen budget en binnen de tijd geleverd wordt wat geleverd moet worden.

Voorzitter, samenvattend,

Steun voor de verhuizing van de marinierskazerne naar Vlissingen.

Steun voor de verhuizing van de KMS naar Ermelo

De motie Bosman-Knops is wat de VVD betreft uitgevoerd.

Kan de minister toezeggen de kamer tenminste jaarlijks te rapporteren over deze twee verhuizingen, in het bijzonder over de risico’s die de Rekenkamer signaleert?

Kan de minister toelichten in hoeverre er een risico is dat de Toekomstvisie deze verhuizingen overbodig maakt?

Tegen de minister zeg ik: "Voorwaarts en aan de slag".

VUIJK